Samenstelling
Trecondi XGVS Lamepro bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1000 mg, 5000 mg
Bevat na reconstitutie 50 mg/ml.
Treosulfan XGVS Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 1000 mg, 5000 mg
Bevat na reconstitutie 50 mg/ml.
Treosulfan XGVS Tillomed Pharma GmbH
- Toedieningsvorm
- Poeder voor infusievloeistof
- Sterkte
- 5000 mg
Bevat na reconstitutie 50 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Natulan (als hydrochloride) Leadiant Biosciences Ltd.
- Toedieningsvorm
- Capsule
- Sterkte
- 50 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Zie voor informatie over allogene stamceltransplantaties: vademecum hematologie.
Zie voor de behandeling van epitheliaal ovariumcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op oncoline (2018).
Advies
Voor de behandeling van Hodgkin-lymfoom staat op hovon.nl de geldende behandelrichtlijn met de plaats van procarbazine (BEACOPP-kuur) daarbij.
Voor de behandeling van Non-Hodgkin-lymfoom staat op vademecumhematologie.nl de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
Trecondi
- Als onderdeel van een conditioneringsbehandeling voorafgaand aan allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (alloHSCT) in combinatie met fludarabine bij volwassenen met maligne of niet maligne aandoeningen, en bij kinderen ≥ 1 maand met maligne aandoeningen.
Treosulfan Medac
- Palliatieve behandeling van epitheliaal ovariumcarcinoom FIGO-stadium II–IV, wanneer chemotherapie die platina bevat, is gecontra-indiceerd.
Treosulfan Tillomed
- Palliatieve behandeling van gevorderd ovariumcarcinoom na ten minste één standaardkuur.
Indicaties
Volwassenen:
- in combinatiechemotherapie bij maligne lymfoom (Hodgkin en non-Hodgkin);
- in combinatiechemotherapie bij hersentumoren.
Kinderen ≥ 2 jaar:
- in combinatiechemotherapie bij Hodgkin-lymfoom.
Dosering
AlloHSCT bij een maligne aandoening:
Volwassenen (incl. ouderen):
Trecondi: 10 g/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v. -infusie gedurende 2 uur, op dag -4 tot en met -2 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 30 g/m².
Fludarabine: 30 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 0,5 uur, op dag -6 tot en met -2 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 150 mg/m². Op dag -4 tot en met -2 treosulfan vóór fludarabine toedienen. Zie voor meer informatie fludarabine.
Verminderde nier- of leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde nier- of leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie is treosulfan gecontra-indiceerd.
Kinderen ≥ 1 maand:
Trecondi: 10 g/m² per dag (bij lichaamsoppervlak ≤ 0,5 m²), 12 g/m² per dag (bij lichaamsoppervlak 0,5–1,0 m²) of 14,0 g/m² per dag (bij lichaamsoppervlak >1,0 m²) als i.v.-infusie gedurende 2 uur, op dag -6 tot en met -4 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 30–42 g/m². Treosulfan wordt gegeven in combinatie met fludarabine met óf zonder thiotepa.
Fludarabine: 30 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 0,5 uur, op dag -7 tot en met -3 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 150 mg/m². Op dag -7 tot en met -3 treosulfan vóór fludarabine toedienen. Zie voor meer informatie fludarabine.
Thiotepa: 5 mg/kg 2×/dag als i.v.-infusie gedurende 2–4 uur op dag -2 voorafgaand aan HSCT (dag 0), zie voor meer informatie thiotepa.
Verminderde nier- of leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde nier- of leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie is treosulfan gecontra-indiceerd.
AlloHSCT bij een niet-maligne aandoening:
Volwassenen (incl. ouderen):
Trecondi: 14 g/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 2 uur, op dag -6 tot en met -4 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 42 g/m². Treosulfan wordt gegeven in combinatie met fludarabine met óf zonder thiotepa.
Fludarabine: 30 mg/m² lichaamsoppervlak per dag via i.v.-infusie gedurende 0,5 uur, op dag -7 tot en met -3 voorafgaand aan HSCT (dag 0); totale cumulatieve dosis is 150 mg/m². Op dag -6 tot en met -4 treosulfan vóór fludarabine toedienen. Zie voor meer informatie fludarabine.
Thiotepa: 5 mg/kg 2×/dag als i.v.-infusie gedurende 2–4 uur op dag -2 voorafgaand aan HSCT (dag 0), zie voor meer informatie thiotepa.
Verminderde nier- of leverfunctie: bij een licht tot matig verminderde nier- of leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie is treosulfan gecontra-indiceerd.
Ovariumcarcinoom:
Volwassenen (incl. ouderen):
Treosulfan Medac en Tillomed: 5–8 g/m² lichaamsoppervlak via i.v.-infusie gedurende 15–30 minuten. Iedere 3–4 weken herhalen, max. 6 kuren of tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit. Bij de eerstvolgende kuur kan de dosis met 1 g/m² worden verhoogd wanneer tijdens de behandeling het aantal leukocyten > 3,5 × 10 9/l en het aantal trombocyten > 100 × 10 9/l is gebleven.
Treosulfan Tillomed in combinatie met cisplatine: 5 g/m² lichaamsoppervlak via i.v.-infusie gedurende 15–30 minuten. Iedere 3–4 weken herhalen. De behandelduur is meestal 6 kuren, of tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.
Dosisverlaging bij leuko- en/of trombocytopenie: verlaag bij de volgende toediening de dosis met 1 g/m² wanneer het aantal leukocyten tot < 1 × 10 9/l of het aantal trombocyten tot < 25 × 10 9/l is gedaald. Stel een volgende toediening 1 week uit wanneer 3 weken na de laatste toediening het aantal leukocyten < 3,5 × 10 9/l of het aantal trombocyten < 100 × 10 9/l is; indien de waarden hierna onveranderd zijn de volgende dosis verlagen naar 6 g/m² bij monotherapie of naar 3 g/m² in combinatie met cisplatine.
Verminderde nierfunctie: in het algemeen geen dosisaanpassing nodig. Bloedtelling extra zorgvuldig monitoren, en zo nodig op basis hiervan de dosering aanpassen.
Dosering
Betreffende oncologische aandoeningen:
Volwassenen en kinderen vanaf 2 jaar:
de dosering is afhankelijk van het gekozen combinatieschema en de beenmergfunctie, de richtdosering is: oraal: 100 mg/m² lichaamsoppervlak/dag. Bij kinderen gedurende maximaal 14 dagen.
Bij nier- of leverfunctiestoornis: controleer de hematologische status minimaal elke 3–4 dagen, en de nier- en leverfunctie minimaal elke week. Gecontra-indiceerd bij ernstige nier- of leverfunctiestoornis.
Ernstige bijwerkingen: Bij ernstige beenmergsuppressie (leukopenie en/of trombocytopenie) of misselijkheid/braken de dagelijkse dosis reduceren met een derde of de helft.
Toedieningsinformatie: de capsules in zijn geheel innemen in staande of zittende houding met een glas water.
Bijwerkingen
Voorbereiding op hematopoëtische stamceltransplantatie, in combinatie met fludarabine:
Zeer vaak (> 10%): infecties (bacterieel, viraal, fungaal). Misselijkheid, braken, buikpijn, mucositis, stomatitis, diarree. Vermoeidheid, asthenie, lethargie. Verhoogd bilirubine, beenmergdepressie incl. pancytopenie, febriele neutropenie.
Vaak (1-10%): hartaritmieën (bv. artriumfibrillatie, sinusaritmie). Hypertensie, bloedneus, overmatig blozen. Sepsis. Dyspneu. Gastritis, dyspepsie, obstipatie, dysfagie, orale pijn. Maculopapuleuze huiduitslag, purpura, erytheem, palmair-plantair erytrodysesthesiesyndroom, jeuk, alopecia. Acute nierschade, hematurie. Slapeloosheid. Koorts, koude rillingen, oedeem. Hoofdpijn, duizeligheid. Pijn in de ledematen, rugpijn, botpijn, artralgie, myalgie. Verminderde eetlust, gewichtsverandering. Allergische reactie. Verhoogde waarden van ALAT, ASAT, γ-GT, alkalische fosfatase (AF), C-reactieve proteïne. Bij kinderen tevens exfoliatieve dermatitis.
Soms (0,1-1%): hypotensie, hematoom. Pneumonitis, pleurale effusie, farynxontsteking, strottenhoofdontsteking, pijn in het strottenhoofd, hik. hoesten. Mondbloeding, abdominale distensie, oesofageale of gastro-intestinale pijn, droge mond. Erythema multiforme, acneïforme dermatitis, huiduitslag, hyperhidrose. Verwardheid. Perifere neuropathie. Veno-occlusieve leverziekte, hepatotoxiciteit. Niet-cardiale pijn op de borst. Hyperglykemie.
Verder zijn gemeld: hartstilstand, hartfalen, myocardinfarct, pericardeffusie. Embolie, bloeding. Septische shock. Encefalopathie, intracraniële bloeding, extrapiramidale symptomen, syncope, paresthesie. Agitatie. Hypoxie, dysfonie, keelpijn. Gastro-intestinale bloeding, neutropene colitis, oesofagitis, anale ontsteking, mondulceratie. Nierfalen, cystitis, dysurie. Leverfalen, vergrote lever, leverpijn. Spierzwakte. Gegeneraliseerd erytheem, dermatitis, huidulcus, huidnecrose, geelbruine verkleuring van de huid, droge huid. Droge ogen. Reactie op de injectieplaats. Secundaire maligniteiten. Acidose, gestoorde glucosetolerantie, elektrolytenevenwichtsstoornis. Verhoogde waarden in het bloed van creatinine, lactaatdehydrogenase (LDH). Bij kinderen tevens capillaire-leksyndroom, convulsies, bulleuze dermatitis, luierdermatitis, conjunctivale bloeding, scrotaal erytheem, alkalose, hypomagnesiëmie.
Bij ovariumcarcinoom:
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken. Alopecia, bronskleurige huidpigmentatie. Beenmergdepressie incl. leukocytopenie, trombocytopenie, anemie.
Vaak (1-10%): infecties (bacterieel, mycotisch, viraal).
Soms (0,1-1%): secundaire maligniteiten (acute niet-lymfatische leukemie, myeloom, myeloproliferatieve stoornis, myelodysplastisch syndroom).
Zelden (0,1-0,01%): allergische reacties. Pancytopenie.
Zeer zelden (< 0,01%): sepsis. Ziekte van Addison, hypoglykemie. Paresthesie. Cardiomyopathie. Pneumonie, alveolitis, longfibrose. Urticaria, erytheem, scleroedeem, verergering van psoriasis. Icterus, verhoogde leverfunctieparameters. Cystitis met bloedverlies. Griepachtige verschijnselen, pijn op de injectieplaats (bij extravasatie).
Bijwerkingen
Infecties: intercurrente infecties, sepsis.
Neoplasmata: secundaire niet-lymfoïde maligniteiten, inclusief longkanker en acute myeloïde leukemie, myelodysplastisch syndroom.
Bloed- en lymfestelsel: beenmergdepressie, leukocytopenie, trombocytopenie, anemie, hemolytische anemie, pancytopenie, eosinofilie.
Maag-darmkanaal: misselijkheid, braken, stomatitis, diarree, buikpijn, obstipatie.
Lever/gal: verstoorde leverfunctie, hepatitis, geelzucht.
Zenuwstelsel: convulsies, neuropathie, paresthesie, hoofdpijn.
Psychische reacties: hallucineren, depressie, verwardheid, slaperigheid, psychose.
Oog: visusstoornissen.
Huid: urticaria, alopecia, huiduitslag, toxische epidermale necrolyse, Stevens-Johnson-syndroom.
Overige reacties: overgevoeligheidsreacties (waaronder anafylaxie en angio-oedeem), bloedingen, interstitiële pneumonie, myalgie, necrose van botten of gewrichten, anorexia, permanente azoöspermie, koorts, asthenie.
Bij kinderen is toegenomen toxiciteit gemeld incl. tremoren, convulsies en coma.
Interacties
Vaccinatie met levende vaccins is gecontra-indiceerd vanwege de kans op ernstige, mogelijk fatale infectie bij alloHSCT. De respons op geïnactiveerde vaccins kan verminderd zijn.
Interacties
Wees in verband met de kans op een ernstige, mogelijk fatale, infectieziekte uiterst voorzichtig met de vaccinatie met levende vaccins; vermijd dit bij voorkeur. De respons op vaccinatie met dode of geïnactiveerde vaccins kan verminderd zijn.
Procarbazine kan als (relatief zwakke) monoamineoxidase (MAO–) remmer de werking van sympathicomimetica, decongestiva, barbituraten, antidepressiva, antipsychotica, anesthetica, narcotische analgetica en antihypertensiva versterken; verlaag de dosering van deze stoffen bij gelijktijdig gebruik.
Op grond van mogelijke alcoholintolerantie ('alcohol-antabuse syndrome') combinatie met (geneesmiddelen met) alcohol vermijden.
Het sedatieve effect van centraal-dempende middelen kan worden versterkt.
Gelijktijdig gebruik met CYP3A-inducerende anti-epileptica is geassocieerd met een meer kans op overgevoeligheidsreacties.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd.
Vruchtbaarheid: Raad een man voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma, omdat treosulfan tot irreversibele verminderde fertiliteit kan leiden. Bij premenopauzale vrouwen kan treosulfan leiden tot ovariële suppressie en amenorroe met menopauzale symptomen.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 6 maanden na de therapie.
Zwangerschap
Waarschijnlijk passeren procarbazine en toxische metabolieten de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Na toediening van procarbazine tijdens de zwangerschap, meestal in combinatie met andere cytostatica, zijn er zowel meldingen van kinderen met afwijkingen als meldingen van gezonde kinderen, ook na toediening in het eerste trimester.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, met name in het eerste trimester.
Vruchtbaarheid: Kan zowel bij een man als vrouw de vruchtbaarheid schaden (bv. permanente onvruchtbaarheid); raad een vruchtbare man of vrouw voorafgaand aan de behandeling aan om advies in te winnen over cryopreservatie van sperma of eicellen.
Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste drie maanden na de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Gebruik ontraden bij de toepassing voorbereiding alloHSCT, gebruik is gecontra-indiceerd bij de toepassing ovariumcarcinoom.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Waarschijnlijk.
Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
Voorbereiding op allogene hematopoëtische stamceltransplantatie:
- actieve infectieziekte die niet onder controle is;
- ernstige verminderde nier- of leverfunctie;
- ernstige hart- of longfunctiestoornis;
- Fanconi-anemie en andere stoornissen in het DNA-herstel.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Interacties.
Toepassing bij ovariumcarcinoom:
- al bestaande, ernstige beenmergdepressie.
Zie voor meer contra-indicaties de rubrieken Zwangerschap en Lactatie.
Contra-indicaties
- ernstige leukocytopenie of trombocytopenie, bv. veroorzaakt door chemotherapie of bestraling;
- ernstige nier- of leverfunctiestoornis.
Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorbereiding op allogene hematopoëtische stamceltransplantatie:
Ernstige beenmergsuppressie met pancytopenie is bij toepassing als conditioneringsbehandeling voor alloHSCT het gewenste therapeutische effect. Controleer regelmatig het bloedbeeld totdat het hematopoëtische systeem is hersteld. Overweeg bij ernstige neutropenie profylactische behandeling van (bacteriële, virale of fungale) infectie.
Orale mucositis, waaronder zeer ernstige gevallen, komt zeer vaak voor. Neem maatregelen om de ernst en duur van mucositis te beperken (bv. gebruik van topische antimicrobiële middelen, mucosaprotectiva, ijs en een goede mondhygiëne).
Convulsies bij zuigelingen: controleer zuigelingen ≤ 4 maanden met primaire immunodeficiëntie op tekenen van neurologische bijwerkingen vanwege een mogelijk toegenomen kans op convulsies.
Luierdermatitis kan optreden bij jonge kinderen, als gevolg van uitscheiding van treosulfan in de urine. Verschoon de luier regelmatig tijdens de eerste 6–8 uur na elke toediening.
Toepassing bij ovariumcarcinoom:
Beenmergsuppressie is bij de toepassing ovariumcarcinoom de dosisbeperkende bijwerking. Bepaal tijdens de behandeling iedere week het algemeen bloedbeeld, inclusief Hb, leukocyten en trombocyten. Circa 28 dagen na toediening bereikt het aantal leuko- en trombocyten gewoonlijk weer de uitgangswaarde. Controleer vanaf de derde kuur vaker in verband met het cumulatieve remmende effect op het beenmerg, met name indien combinatietherapie wordt toegepast zoals radiotherapie.
Bij optreden van allergische alveolitis of longfibrose, de behandeling definitief staken.
Vanwege de kans op hemorragische cystitis de patiënt adviseren om tot 24 uur na toediening meer te drinken.
Beide indicaties:
Voorzichtig injecteren om extravasatie met plaatselijk pijn en weefselbeschadiging te voorkomen. Bij optreden van extravasatie algemene veiligheidsmaatregelen treffen.
Vruchtbare mannen: zie de rubriek Zwangerschap.
Waarschuwingen en voorzorgen
Myelotoxiciteit: vóór starten van en ten minste 2× per week tijdens een cyclus het volledige bloedbeeld controleren in verband met beenmergremming, die ook na staken van de therapie nog kan optreden. Op grond hiervan kan onderbreking van de behandeling, dosisaanpassing of verlenging van het therapie-vrije interval nodig zijn.
Vóór starten van en ten minste 1× per week tijdens een cyclus de lever- en nierfunctie controleren.
Overweeg de behandeling te staken bij het optreden van: leukopenie, trombocytopenie. centrale symptomen (zoals paresthesie, neuropathie of verwardheid), stomatitis, hevig braken, ernstige diarree, overgevoeligheidsreacties.
Bij misselijkheid en braken eventueel de dosis reduceren, zie de rubriek Dosering
Voeding rijk aan tyramine: procarbazine is een zwakke MAO-remmer; de fabrikant raadt daarom af om tijdens de behandelperiode tyraminerijke voeding, zoals sommige kazen, yoghurt en bananen te eten, vanwege een mogelijke bloeddrukverhoging. De Landelijke Werkgroep Diëtisten Oncologie is echter van mening dat bij toepassing van procarbazine een tyraminebeperkt dieet niet nodig is.
Comorbiditeit: wees voorzichtig bij feochromocytoom, epilepsie, cardiovasculaire of cerebrovasculaire aandoening.
Controleer ouderen nauwlettend op tekenen van vroegtijdig falen of intolerantie van de behandeling.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met treosulfan contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
misselijkheid, braken, enteritis, duizeligheid, hallucinaties, depressie, convulsies en coma. Hypotensie en tachycardie zijn gemeld.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling, neem contact op met het Nationale Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bifunctioneel alkylerend middel. Treosulfan is een prodrug, die in het lichaam spontaan wordt omgezet in o.a. een werkzaam mono-epoxide. Hecht zich met instabiele, reactieve alkylgroepen aan de basen in het DNA, waardoor kruisverbindingen worden gevormd binnen en tussen de DNA-ketens. Hiermee wordt de celcyclus geremd. Het immunosuppressieve effect wordt toegeschreven aan o.a. toxiciteit voor afweercellen, vermindering van de cellulariteit van primaire en lymfoïde organen en het voorkómen van een 'cytokinestorm' voorafgaand aan graft-versus-hostziekte (GVHD).
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,3–0,4 l/kg. |
Overig | de penetratie in de bloed-hersenbarrière is beperkt. |
Metabolisering | wordt in het lichaam spontaan (niet-enzymatisch) omgezet in een farmacologisch actieve mono-epoxide (S,S-EBDM) en een di-epoxide (S,S-DEB). |
Eliminatie | 25–40% onveranderd met de urine binnen 24 uur, waarvan 90% binnen de eerste 6 uur. |
T 1/2el | ca. 2 uur; bij kinderen 1,3–1,6 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Oncolyticum met alkylerende werking. Procarbazine intervenieert in de celdeling; dit heeft waarschijnlijk zowel effect op het reeds gevormde DNA als op de DNA-synthese (methylering van purinen, DNA–fragmentatie). De effectiviteit op het reeds gevormde DNA berust ten dele op het waterstofperoxide en de hydroxyradicalen, die tijdens de oxidatieve afbraak worden gevormd.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel en volledig. |
T max | na 30–60 min. |
Overig | passeert snel de bloed–hersenbarrière. Is verder vooral aanwezig in lever, nieren, het darmkanaal en de huid. |
Metabolisering | snel in lever en nieren. Auto–oxidatie tot een azo–verbinding en waterstofperoxide. Daarna verder gemetaboliseerd. |
Eliminatie | ca. 70% binnen 24 uur met de urine waarvan 5% onveranderd. |
T 1/2el | ca. 10 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
treosulfan hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- lomustine (L01AD02) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- procarbazine (L01XB01) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
Groepsinformatie
procarbazine hoort bij de groep alkylerende middelen.
- bendamustine (L01AA09) Vergelijk
- busulfan (L01AB01) Vergelijk
- carmustine (L01AD01) Vergelijk
- chloorambucil (L01AA02) Vergelijk
- chloormethine (L01AA05) Vergelijk
- cyclofosfamide (L01AA01) Vergelijk
- dacarbazine (L01AX04) Vergelijk
- ifosfamide (L01AA06) Vergelijk
- lomustine (L01AD02) Vergelijk
- melfalan (L01AA03) Vergelijk
- temozolomide (L01AX03) Vergelijk
- thiotepa (L01AC01) Vergelijk
- treosulfan (L01AB02) Vergelijk