Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

triamcinolonacetonide (oromucosaal)

corticosteroïden, cutaan/oromucosaal A01AC01

Sluiten

hydrocortisonbutyraat

corticosteroïden, cutaan/oromucosaal D07AB02

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Triamcinolonacetonide mondpasta FNA Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Mondpasta
Sterkte
1 mg/g

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Locoid Cheplapharm Arzneimittel GmbH

Toedieningsvorm
Crème (0,1%)
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g
Toedieningsvorm
Huidemulsie (0,1%) 'Crelo'
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
100 g
Toedieningsvorm
Vetcrème (0,1%)
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
30 g
Toedieningsvorm
Scalp lotion (0,1%)
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
30 ml, 100 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij orale lichen planus (OLP) is ter verlichting van klachten een lokaal klasse 3 of 4 corticosteroïd het eerstekeusmiddel. De NVDV-richtlijn Lichen planus adviseert hierbij een mondpasta (eventueel in combinatie met een individueel vervaardigde bleeklepel) voor de nacht bij betrokkenheid van de gingiva, een mondspoeling bij uitgebreide orale lichen planus of bij problemen bij het lokaal aanbrengen van mondpasta, of fluticason dosisaerosol/spray (offlabel) bij zowel lokale als multifocale afwijkingen van het mondslijmvlies. Zie voor meer informatie de richtlijn Lichen planus (2021) op richtlijnendatabase.nl.

Bij aften kan in eerste instantie worden volstaan met een afwachtend beleid; aften zijn zelflimiterend. De aanpak bij (recidiverende) aften is gericht op symptoombestrijding. Overweeg bij problemen met eten, drinken of veel pijn door aften kortdurende pijnbestrijding met lidocaïne. Overweeg behandeling met lokale corticosteroïden alleen bij ernstige klachten die onvoldoende reageren op lidocaïne.

Advies

De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig-ernstig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulstherapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van matig-ernstig of ernstig eczeem. Als lokale therapie onvoldoende effect heeft, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Constitutioneel eczeem.

Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

Bij seborroïsch eczeem kunnen niet-medicamenteuze maatregelen, zoals regelmatig wassen met een pH-neutrale zeepvrije wasgel of shampoo zonder parfum, klachten verminderen. Bij seborroïsch eczeem in het gezicht en op de romp is ketoconazol crème eerste keus. Overweeg bij hoofdroos een behandeling met ketoconazol shampoo (voorkeur) of seleensulfide, tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij een duidelijke ontstekingscomponent zoals roodheid en/of hardnekkige jeuk een klasse 2–corticosteroïd toe. In geval van ‘berg’ bij kinderen kan meestal volstaan worden met dagelijks wassen met een milde babyshampoo. Bij dikke plaques kan de schilferlaag worden afgeweekt met olie. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol, tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg in hardnekkige gevallen kortdurend een klasse 1-corticosteroïd toe.

Geef bij psoriasis altijd een indifferent middel als basisbehandeling. Overweeg een dikke schilferlaag te behandelen met een ontschilferingsmiddel vóór start van de lokale medicamenteuze behandeling. Start bij volwassenen bij laesies op de romp of extremiteiten met een klasse-3-corticosteroïd en bij laesies in lichaamsplooien of gelaat met een klasse-2-corticosteroïd. Combineer dit bij onvoldoende effect met een lokaal vitamine-D-analoog. Als een remissie of het maximaal haalbare behandeldoel is bereikt, blijft minder frequente of minder intensieve onderhoudsbehandeling vaak nodig. Bij onvoldoende resultaat van een lokale therapie, worden in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen toegepast. Zie voor meer informatie de NVDV-richtlijn Psoriasis.

Indicaties

  • Orale lichen planus;
  • Aften, bij ernstige hinder en onvoldoende effect van lidocaïne, of bij contra-indicatie voor lidocaïne (NHG).

Gerelateerde informatie

  • aften

Indicaties

  • Behandeling van ontstekingsverschijnselen en jeuk van steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen zoals eczeem en psoriasis.

Gerelateerde informatie

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis
  • seborroisch eczeem

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Orale lichen planus

Volwassenen

1–2×/dag dun op de laesies aanbrengen. Bij 1× daags gebruik, aanbrengen voor de nacht. Max. 15 g per week gebruiken. Gedurende meerdere weken behandelen.

Aften

Volwassenen en kinderen > 12 jaar

Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Aften (2020): 1–2×/dag de aften dun aanstippen. Zo kort mogelijk gebruiken, maximaal 14 dagen; gebruik staken zodra de aften verdwenen zijn.

Bij een vergeten dosis, behandeling volgens schema voortzetten met de volgende dosis; nooit een dubbele dosis smeren.

Toediening

  • Laesies of aften vooraf eerst droogdeppen met een gaasje;
  • De mondpasta niet inwrijven omdat deze anders korrelig wordt;
  • Na het aanbrengen de vinger wassen met zeep of een vingercondoom gebruiken;
  • Na het aanbrengen ten minste een half uur niet eten of drinken.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Steroïdgevoelige dermatosen in het algemeen

Volwassenen

Aanvankelijk 1–3×/dag aanbrengen op de aangedane huid en voorzichtig inmasseren; na verbetering is 1×/dag of 2–3×/week meestal voldoende. In het algemeen < 30-60 g per week gebruiken. Toepassing onder een afsluitend verband kan nodig zijn om een beter resultaat te bereiken; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Eczeem

Volwassenen en kinderen

Volgens de NHG-Standaard Eczeem (2014) bij matig eczeem: aanvankelijk 1–2×/dag aanbrengen, evalueer effect na 1–2 weken en verlaag bij verbetering de toedieningsfrequentie naar 1×/dag. Behandeling voortzetten tot de klachten zijn verdwenen, daarna afbouwen door steeds meer opeenvolgende dagen te staken. Maximaal 2–3 weken dagelijks gebruiken. Kinderen < 2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week en volwassenen max. 100 g/week gebruiken. Overweeg bij frequente recidieven van matig tot ernstig eczeem preventieve pulstherapie: 1×/dag gedurende 2–4 opeenvolgende dagen per week naast dagelijks gebruik van een indifferent middel.

Psoriasis

Volwassenen en kinderen

Volgens de NHG-Standaard Psoriasis (2023): volwassenen met erupties in het gelaat en/of in de lichaamsplooien en psoriasis bij kinderen: 1×/dag aanbrengen gedurende 4 weken. Bij voldoende resultaat na max. 4 weken continueren met intermitterende behandeling tot het minimale aantal dagen, waarbij het resultaat voldoende blijft. Kinderen < 2 jaar max. 30 g/week, kinderen 2–10 jaar max. 60 g/week en volwassenen en kinderen > 10 jaar max. 100 g/week gebruiken.

Toediening

  • Doseer aan de hand van vingertopeenheden (VTE) om zowel over- als onderdosering te voorkomen; zie tabel 9 op p. 23 van de NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019).
  • De huidemulsie 'Crelo' is geschikt voor de behandeling van nattende huidaandoeningen en aandoeningen van de behaarde huid; de Scalp lotion voor de behandeling van de behaarde hoofdhuid;
  • Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): branderig gevoel na aanbrengen.

Soms (0,1-1%): lokale overgevoeligheidsreacties.

Na gebruik gedurende meerdere weken:

Zeer vaak (> 10%): mondinfecties zoals candida- of schimmelinfecties (spruw). Atrofie van de mucosa.

Soms (0,1-1%): toename oogdruk bij glaucoom. Systemische bijwerkingen kunnen optreden na maanden van gebruik; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zelden (0,01-0,1 %): huidatrofie (dikwijls irreversibel) met dunner worden van de huid, striae atrophicae, teleangiëctasieën, periorale dermatitis, purpura, depigmentatie, (contact)eczeem, pustuleuze eczeem, rosacea-achtige eczeem, hypertrichosis, vertraagde wondgenezing, reboundeffecten. Remming van de bijnierschors.

Zeer zelden (< 0,01 %): overgevoeligheidsreacties. Wazig zien, verhoging van de intra-oculaire druk, cataract.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Gorgeldranken of mondspoelingen verminderen de werking van de mondpasta; deze gebruiken vóór het aanbrengen van de mondpasta of ten minste een half uur later.

Zwangerschap

Triamcinolonacetonide passeert de placenta.

Teratogenese: Bij dieren in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis). Bij de mens geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik van systemische corticosteroïden in hogere doseringen is intra-uteriene groeivertraging beschreven. Het mondslijmvlies is goed doorbloed waardoor met systemische opname rekening moet worden gehouden.

Advies: Alleen op strikte indicatie kortdurend en op kleine oppervlakken met laesies gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Corticosteroïden passeren de placenta.

Teratogenese: Bij dieren zijn corticosteroïden in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis). Bij de mens geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijkheid.

Farmacologisch effect: Bij cutane toediening van corticosteroïden is de te verwachten systemische blootstelling minimaal. Bij langdurig gebruik, gebruik van grote hoeveelheden, op grote huidoppervlakken of op beschadigde huid, neemt de systemische blootstelling toe. Bij gebruik van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden zullen naar verwachting geen relevante bloedspiegels optreden die leiden tot systemische effecten bij de moeder of bij de foetus.

Advies: Kan worden gebruikt.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Het mondslijmvlies is goed doorbloed waardoor met systemische opname bij de moeder rekening moet worden gehouden. Uit ervaring met het gebruik van andere corticosteroïden tijdens de borstvoeding blijkt dat deze middelen nauwelijks overgaan in de moedermelk. Bij kortdurend gebruik lijkt het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling daarom onwaarschijnlijk.

Advies: Waarschijnlijk veilig bij kortdurende behandeling van kleine oppervlakken met laesies. Bij langdurig gebruik ontraden vanwege het ontbreken aan ervaring.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij toepassing van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden bij de moeder zijn ongewenste effecten bij de zuigeling via de moedermelk onwaarschijnlijk.

Advies: Kan worden gebruikt. Vermijd gebruik onder occlusie.

Overig: Bij toepassing op de borst, het gebied rond de tepel vóór het voeden goed schoon maken.

Contra-indicaties

  • mondinfecties, veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels of gisten;
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Contra-indicaties

  • onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, of parasiet;
  • ulcereuze huidaandoeningen, wonden;
  • bijwerkingen door dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
  • ichtyose, acne vulgaris, - rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
  • overgevoeligheid voor corticosteroïden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Laat de patiënt contact opnemen als bij lichen planus de klachten na twee weken niet minder worden of verergeren. Wees ook bedacht op overgevoeligheidsreacties indien de klachten niet afnemen of verergeren.

Controleer bij langdurig gebruik het mondslijmvlies regelmatig vanwege meer kans op atrofie van de mucosa en mondinfecties.

Houd rekening met mogelijke systemische effecten, met name bij toepassing op grote oppervlakken met laesies, bij langdurig gebruik of bij aanwezigheid van bestanddelen die de penetratie bevorderen. Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen (zoals wazig zien, pijn of rood oog) na langdurige behandeling van grote oppervlakken met laesies door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Wees voorzichtig bij glaucoom; vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Niet op de oogleden gebruiken bij glaucoom.

Dermatocorticosteroïden langzaam afbouwen na langdurig gebruik. Steroïd-afhankelijkheid kan optreden, zich uitend in rebound-verschijnselen na (acuut) staken van een langdurige behandeling. Bijnierschorsinsufficiëntie kan optreden bij het acuut staken of te snel afbouwen van een behandeling met (m.n. sterk werkzame) dermatocorticosteroïden na langdurig uitgebreid gebruik.

Huidinfecties: Corticosteroïden kunnen bacteriële-, virus-, parasitaire- en schimmelinfecties maskeren, activeren of verergeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie moet de behandeling met corticosteroïden worden gestaakt.

Wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het veroorzakende corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt.

Wees voorzichtig bij (m.n. jonge) kinderen omdat zij een relatief groot huidoppervlak (t.o.v. het lichaamsgewicht) en dunne huid hebben. Langdurig gebruik van dermatocorticosteroïden op grote oppervlakken kan bij hen mogelijk leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig intensief gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen.

Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (m.n. sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.

Eigenschappen

Triamcinolonacetonide is een klasse 2-corticosteroïd, een matig-sterkwerkend corticosteroïd. Lokale corticosteroïden hebben een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Oromucosale toediening van triamcinolonacetonide bij orale lichen planus onderdrukt de ontstekingsreactie en verlicht pijn en irritatie. Het effect treedt op na enkele dagen.

Eigenschappen

Hydrocortisonbutyraat is een matig-sterk werkend corticosteroïd; klasse 2. Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antiproliferatieve werking. Ze onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.

Groepsinformatie

triamcinolonacetonide (oromucosaal) hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.

  • betamethason (cutaan) (D07AC01) Vergelijk
  • betamethason in propyleenglycol (D07AC01) Vergelijk
  • clobetasol (cutaan) (D07AD01) Vergelijk
  • clobetasol (oromucosaal) (A01AC) Vergelijk
  • clobetason (D07AB01) Vergelijk
  • desoximetason (D07AC03) Vergelijk
  • flumetason (D07AB03) Vergelijk
  • fluticason (cutaan) (D07AC17) Vergelijk
  • hydrocortison (cutaan) (D07AA02) Vergelijk
  • hydrocortisonbutyraat (D07AB02) Vergelijk
  • mometason (cutaan) (D07AC13) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (cutaan) (D07AB09) Vergelijk

Groepsinformatie

hydrocortisonbutyraat hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.

  • betamethason (cutaan) (D07AC01) Vergelijk
  • betamethason in propyleenglycol (D07AC01) Vergelijk
  • clobetasol (cutaan) (D07AD01) Vergelijk
  • clobetasol (oromucosaal) (A01AC) Vergelijk
  • clobetason (D07AB01) Vergelijk
  • desoximetason (D07AC03) Vergelijk
  • flumetason (D07AB03) Vergelijk
  • fluticason (cutaan) (D07AC17) Vergelijk
  • hydrocortison (cutaan) (D07AA02) Vergelijk
  • mometason (cutaan) (D07AC13) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (cutaan) (D07AB09) Vergelijk
  • triamcinolonacetonide (oromucosaal) (A01AC01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, cutaan/oromucosaal

Indicaties

  • aften

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • corticosteroïden, cutaan/oromucosaal

Indicaties

  • constitutioneel eczeem
  • contacteczeem
  • psoriasis
  • seborroisch eczeem

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".