umeclidinium/vilanterol
fluticason/umeclidinium/vilanterol
tiotropium/olodaterol
glycopyrronium/formoterol
Samenstelling
Anoro Aanvullende monitoring GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder 'Ellipta 55/22'
- Verpakkingsvorm
- 30 doses
Bevat per afgegeven dosis: umeclidinium (als bromide) 55 microg, vilanterol (als trifenataat) 22 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Trelegy Ellipta GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Inhalatiepoeder '92/55/22'
- Verpakkingsvorm
- 30 doses
Bevat per afgegeven dosis: fluticasonfuroaat 92 microg, umeclidinium (als bromide) 55 microg, vilanterol (als trifenataat) 22 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Spiolto Boehringer Ingelheim bv
- Toedieningsvorm
- Inhalatieoplossing 'Respimat'
- Verpakkingsvorm
- 60 doses
Eventueel afgeleverd met inhalator. Bevat per geïnhaleerde dosis: tiotropium (als bromide) 2,5 microg en olodaterol (als hydrochloride) 2,5 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Bevespi AstraZeneca bv
- Toedieningsvorm
- Aerosol
- Verpakkingsvorm
- 120 doses
Bevat per afgegeven dosis: glycopyrronium (als bromide) 7,2 microg. formoterol (fumaraat) 5 microg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Bij een blijvende indicatie voor een combinatietherapie kan een combinatiepreparaat worden overwogen: vanwege gebruiksgemak en ter bevordering van de therapietrouw.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Bij een blijvende indicatie voor een combinatietherapie kan een combinatiepreparaat worden overwogen: vanwege gebruiksgemak en ter bevordering van de therapietrouw.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Bij een blijvende indicatie voor een combinatietherapie kan een combinatiepreparaat worden overwogen: vanwege gebruiksgemak en ter bevordering van de therapietrouw.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Advies
Bij COPD is verreweg de belangrijkste interventie stoppen met roken, naast andere leefstijladviezen zoals meer bewegen. De medicamenteuze behandeling is symptomatisch en een aanvulling op niet-medicamenteuze adviezen; bij weinig klachten of beperkingen kan medicatie achterwege blijven. Behandel infrequente dyspneuklachten bij iemand die geen longaanval heeft gehad, met ‘zo nodig’-gebruik van een kortwerkende luchtwegverwijder, dit is een kortwerkende β2-receptoragonist (SABA) of muscarine-antagonist (SAMA). Behandel regelmatige dyspneuklachten met een onderhoudsbehandeling van één of meer langwerkende luchtwegverwijders, zoals een langwerkende β2-receptoragonist (LABA) en/of muscarine-antagonist (LAMA). Overweeg een inhalatiecorticosteroïde (ICS) alléén bij frequente longaanvallen (≥ 2 per jaar), ondanks behandeling met één of meer langwerkende luchtwegverwijders.
Bij een blijvende indicatie voor een combinatietherapie kan een combinatiepreparaat worden overwogen: vanwege gebruiksgemak en ter bevordering van de therapietrouw.
Voor een optimaal effect van geneesmiddelen bij COPD is een juiste inhalatietechniek onontbeerlijk. Houd rekening met: patiëntgebonden factoren zoals coördinatie en inspiratiekracht, en milieuaspecten (aerosolen bevatten in verschillende mate een sterk milieubelastend broeikasgas).
Indicaties
- Bronchusverwijdende onderhoudsbehandeling bij chronische obstructieve longziekte (COPD).
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling bij volwassenen met matige tot ernstige chronische obstructieve longziekte (COPD) waarbij een combinatie van een inhalatiecorticosteroïd en een langwerkend β2-sympathicomimeticum, óf een combinatie van een parasympathicolyticum en een langwerkend β2-sympathicomimeticum onvoldoende effectief is.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Onderhoudsbehandeling van COPD bij volwassenen, ter verlichting van de symptomen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
Bronchusverwijdende onderhoudsbehandeling van chronische obstructieve longziekte (COPD), ter verlichting van symptomen bij volwassenen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
1 inhalatie '55/22' 1×/dag.
Verminderde nierfunctie: Er is geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: Bij lichte en matige leverfunctiestoornis is er geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over gebruik bij een ernstige leverfunctiestoornis.
Toediening: Elke dag op hetzelfde tijdstip inhaleren.
Doseringen
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
De aanbevolen en maximale dosering is 1 inhalatie '92/55/22' 1×/dag.
Verminderde nier- en leverfunctie: Er is geen aanpassing van de dosering nodig.
Gemiste dosis: Bij vergeten van een dosis, de volgende dosis op het geplande tijdstip innemen.
Toediening
- Iedere dag op hetzelfde tijdstip toedienen, 's ochtends of 's avonds.
- Na inhalatie de mond goed spoelen met water (niet doorslikken), dit vermindert de kans op orofaryngeale candidiase of heesheid.
Doseringen
COPD
Volwassenen
2 inhalaties (5 microg tiotropium en 5 microg olodaterol) 1×/dag, elke dag op hetzelfde tijdstip.
Doseringen
COPD
Volwassenen (incl. ouderen)
De aanbevolen en maximale dosering is 2 inhalaties 2×/dag, 's ochtends en 's avonds.
Gemiste dosis: zo snel mogelijk alsnog nemen. De volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip nemen. Geen dubbele dosis nemen.
Verminderde leverfunctie: Bij lichte tot matige leverfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Vanwege ontbrekende gegevens, bij ernstige leverfunctiestoornis alleen gebruiken als het verwachte voordeel opweegt tegen het mogelijke risico. Monitor op mogelijke bijwerkingen.
Verminderde nierfunctie: Bij lichte tot matige nierfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) alleen gebruiken als het verwachte voordeel opweegt tegen het mogelijke risico.
Toediening: Gelijktijdig gebruik met Aerochamber Plus Flow-Vu-voorzetkamer garandeert een juiste toediening van het product voor patiënten die het moeilijk vinden om gelijktijdig het indrukken en inademen te coördineren.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): bovensteluchtweginfectie, (naso)faryngitis, sinusitis, urineweginfectie. Orofaryngeale pijn, hoest. Hoofdpijn. Droge mond, obstipatie.
Soms (0,1-1%): atriumfibrilleren, idioventriculair ritme, (supraventriculaire) tachycardie en extrasystolen, hartkloppingen. Tremor, dysgeusie. Dysfonie. Huiduitslag. Spierspasmen.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie, angio-oedeem, urticaria. Urineretentie, dysurie, obstructie van blaasuitgang. Wazig zien, verhoogde intraoculaire druk, glaucoom, oogpijn. Paradoxale bronchospasmen.
Verder is gemeld: duizeligheid.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): hoesten, rinitis, sinusitis, (naso)faryngitis, orofaryngeale candidiase en pijn, bronchitis, bovenste luchtweginfectie, pneumonie (één fataal geval gemeld), griep. Urineweginfectie. Obstipatie. Hoofdpijn. Artralgie, rugpijn.
Soms (0,1-1%): droge mond, virale luchtweginfecties. Dysfonie. Dysgeusie. Wazig zien, glaucoom, oogpijn. Atriumfibrilleren, tachycardie, supraventriculair tachyaritmie. Botbreuken.
Zelden (0,01-0,1%): angst. Hyperglykemie. Hartkloppingen. Overgevoeligheidsreacties, zoals anafylaxie, angio-oedeem, urticaria, huiduitslag. Spierspasmen. Urineretentie, dysurie.
Bijwerkingen
Soms (0,1-1%): duizeligheid, hoofdpijn. Droge mond. Hoesten. Tachycardie.
Zelden (0,01-0,1%): slapeloosheid. Dysfonie. Wazig zien. Bloedneus, faryngitis, laryngitis, gingivitis, stomatitis. Supraventriculaire tachycardie, hartkloppingen, atriumfibrilleren, hypertensie. Orofaryngeale candidiasis, misselijkheid, obstipatie. Urineretentie, dysurie. Rugpijn, gewrichtspijn, gewrichtszwelling. Huiduitslag. Urineweginfectie. Overgevoeligheid (urticaria, jeuk, angio-oedeem).
Verder zijn gemeld: verhoogde intra-oculaire druk, glaucoom. Sinusitis, nasofaryngitis, bronchospasmen. Cariës, glossitis, dysfagie, gastro-oesofagale refluxziekte, intestinale obstructie (zoals paralytische ileus). Droge huid, huidinfectie, huidulcus. Dehydratie. Anafylaxie. Afwijkingen op ECG: afvlakking T-golf, ST-depressie.
Voor andere bijwerkingen zie:
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): angst. Hoofdpijn, duizeligheid. Droge mond, misselijkheid. Spierspasmen. Urineweginfectie. Pijn op de borst.
Soms (0,1-1%): opwinding, rusteloosheid, slapeloosheid. Tremor. Tachycardie, hartkloppingen, cardiale aritmie (atriumfibrilleren, supraventriculaire tachycardie, extrasystolen). Urineretentie. Overgevoeligheid (zoals huiduitslag en jeuk). Hyperglykemie.
Zie voor meer bijwerkingen:
Interacties
β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van vilanterol; gebruik zo mogelijk vermijden.
Een additief effect kan optreden bij combinatie met andere parasympathicolytica of sympathicomimetica.
Bij gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers zoals ketoconazol en ritonavir kan de systemische blootstelling aan vilanterol toenemen; dit kan leiden tot meer kans op bijwerkingen.
Gelijktijdig gebruik van niet-kaliumsparende diuretica, corticosteroïden of theofylline kan het mogelijk hypokaliëmische effect van β2-sympathicomimetica versterken.
Interacties
Vilanterol: β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van vilanterol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden.
Gelijktijdig gebruik van niet-kaliumsparende diuretica, corticosteroïden of theofylline kan het mogelijk hypokaliëmische effect van β2-sympathicomimetica versterken.
Bij gelijktijdig gebruik van sterke CYP3A4-remmers zoals ketoconazol en ritonavir kan de systemische blootstelling aan fluticason en vilanterol toenemen; het gebruik zo mogelijk vermijden.
De gelijktijdige toediening van andere langwerkende parasympathicolytica of langwerkende β2-sympathicomimetica is niet onderzocht en wordt niet aanbevolen omdat het de bijwerkingen kan versterken.
Interacties
Gelijktijdige toediening van andere sympathicomimetica kan de bijwerkingen van olodaterol versterken. Niet gebruiken in combinatie met andere langwerkende β2-sympathicomimetica.
β-Blokkers, in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van olodaterol.
Hypokaliëmie kan eerder optreden bij hypoxie en bij gelijktijdig gebruik van niet-kaliumsparende diuretica, corticosteroïden of theofylline; controleer de kaliumconcentratie.
Er is meer kans op cardiovasculaire effecten bij combinatie met MAO-remmers, tricyclische antidepressiva of andere middelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica, sommige antipsychotica).
Bij gelijktijdig gebruik van systemische corticosteroïden is er meer kans op hyperglykemie.
Interacties
Formoterol:
Gelijktijdige toediening van andere langwerkende β2-sympathicomimetica is niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen.
β-Blokkers (waaronder oogdruppels), in het bijzonder niet-selectieve, antagoneren de werking van formoterol; gebruik van niet-selectieve β-blokkers (zoals propranolol) zo mogelijk vermijden. Bij voorkeur kiezen voor cardioselectieve β-blokkers.
Hypokaliëmie door een β2-sympathicomimeticum kan eerder optreden bij hypoxie en bij gelijktijdig gebruik van diuretica, corticosteroïden of theofylline.
Theoretisch is er meer kans op ventriculaire aritmieën bij combinatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).
Glycopyrronium:
Gelijktijdige toediening van andere anticholinergica is niet onderzocht en wordt daarom niet aanbevolen.
Gelijktijdige toediening van cimetidine (een 'probe'-remmer van OCT2 en MATE1) veroorzaakt een beperkte toename van de systemische blootstelling (22%) en een lichte daling van de renale klaring (23%) van glycopyrronium.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren zijn hoge doses vilanterol schadelijk gebleken (o.a. gespleten gehemelte, skeletafwijkingen).
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens (umeclidinium, vilanterol). Bij dieren zijn hoge doses vilanterol schadelijk gebleken (o.a. gespleten gehemelte, kromming van de ledematen). Ruime ervaring met fluticason per inhalatie laat geen schadelijke effecten zien.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Teratogenese: Onvoldoende gegevens bij de mens. Tiotropium: bij dieren alleen aanwijzingen voor schadelijkheid bij maternaal toxische doseringen. Olodaterol: bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: β2-sympathicomimetica kunnen de bevalling vertragen door relaxatie van de gladde spieren van de baarmoeder.
Advies: Gebruik ontraden.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens: onvoldoende gegevens (glycopyrronium); geen aanwijzingen voor schadelijkheid (formoterol). Bij dieren bij zeer hoge doses (systemisch) aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (umeclidinium). In lage hoeveelheden (vilanterol).
Farmacologisch effect: Op basis van de farmacokinetische eigenschappen worden geen nadelige effecten bij het kind verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (fluticason, umeclidinium, vilanterol). Andere inhalatiecorticosteroïden, parasympathicolytica en β2-sympathicomimetica zijn aangetroffen in moedermelk.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Tiotropium en olodaterol: onbekend. Ja, bij dieren. Tiotropium heeft een lange halfwaardetijd, maar ook een lage systemische concentratie en een slechte orale biologische beschikbaarheid. De plasmaspiegel van olodaterol is laag.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding.
Overig: De zuigeling controleren op mogelijke anticholinerge effecten (bijvoorbeeld droge mond, obstipatie, urineretentie en tachycardie).
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (bij de mens). Ja, in geringe mate (bij dieren).
Farmacologisch effect: De plasmaspiegels bij de moeder na inhalatie zijn laag door de lage biologische beschikbaarheid en het hoge verdelingsvolume, ook de opname vanuit het maag-darmkanaal van de zuigeling is laag. Hierdoor worden geen effecten bij de zuigeling verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor atropine en atropinederivaten.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken bij astma of voor de behandeling van acute bronchospasmen.
Achteruitgang: Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een achteruitgang van controle van de aandoening; het behandelschema aanpassen.
Paradoxale symptomen: Bij optreden van paradoxale bronchospasmen met een onmiddellijke toename van dyspneu na inhalatie de therapie staken en zo nodig op een andere behandeling overgaan.
Comorbiditeit: Wees voorzichtig met het gebruik bij ernstige hart- en vaataandoeningen, omdat na toediening van parasympathicolytica en sympathicomimetica cardiovasculaire effecten zijn waargenomen. Wees daarnaast voorzichtig bij urineretentie, hypokaliëmie, convulsieve aandoeningen en hyperthyroïdie.
Glaucoom: Parasympathicolytica kunnen door mydriase de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Diabetes: Bij diabetes mellitus in het begin van de behandeling met β2-sympathicomimetica aanvullende bloedglucosecontrole uitvoeren.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet gebruiken bij astma of voor de behandeling van acute bronchospasmen of COPD-exacerbaties. Bij paradoxale bronchospasmen die gepaard gaan met onmiddellijke toename van piepend ademhalen en dyspneu de behandeling onmiddellijk staken en zo nodig op een andere behandeling overgaan.
Toenemend gebruik van kortwerkende bronchusverwijdende middelen duidt op een verergering van de aandoening; de behandeling dient te worden herbeoordeeld.
Comorbiditeit: wees voorzichtig met het gebruik bij instabiele of ernstige hart- en vaataandoeningen, omdat na toediening van parasympathicolytica en sympathicomimetica cardiovasculaire effecten zoals hartritmestoornissen zijn waargenomen. Wees tevens voorzichtig bij thyreotoxicose, convulsieve aandoeningen en bij onbehandelde hypokaliëmie. Bij diabetes mellitus extra bloedglucosecontroles uitvoeren bij begin van de behandeling.
Wees voorzichtig bij nauwe-kamerhoekglaucoom of urineretentie, vanwege het anticholinerge effect van umeclidinium. Laat de patiënt direct contact opnemen met de arts bij symptomen van acuut glaucoom; de behandeling dient te worden gestaakt. Wees voorzichtig met urinerentie of risicofactoren als prostaathypertrofie; acute urineretentie is waargenomen.
De kans op pneumonie bij COPD neemt toe door het gebruik van inhalatiecorticosteroïden; houd bij het voorschrijven daarom rekening met risicofactoren voor pneumonie (roken, hogere leeftijd, voorgeschiedenis van pneumonie, lage BMI en ernstig COPD).
Inhalatiecorticosteroïden kunnen bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren; ook kan longtuberculose geactiveerd worden door behandeling met inhalatiecorticosteroïden.
Controleer de patiënt regelmatig op systemische effecten van corticosteroïden, met name bij langdurig gebruik van hoge doses en bij matig tot ernstig gestoorde leverfunctie.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling met hoge doses door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Niet geïndiceerd voor de behandeling van astma noch als rescue-medicatie voor de behandeling van acute episoden van bronchospasmen.
Wees voorzichtig bij nauwe-kamerhoekglaucoom, prostaathyperplasie, blaashalsobstructie (urineretentie), epilepsie, thyrotoxicose, (vermoed) verlengd QT-interval, cardiovasculaire stoornissen (met name ischemische hartziekten, hartfalen, hartritmestoornissen, hypertrofische obstructieve cardiomyopathie, hypertensie, aneurysma) en een matige tot ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring ≤ 50 ml/min). Wees voorzichtig bij een geplande ingreep met gehalogeneerde anesthetica (bv. halothaan, desfluraan, isofluraan, sevofluraan), vanwege een toename van de gevoeligheid voor cardiale bijwerkingen.
Overweeg de behandeling te staken bij een toename van hartslag, bloeddruk of cardiale symptomen.
Bij optreden van paradoxale bronchospasmen of allergische reacties het gebruik direct staken en op een andere behandeling overgaan.
β2-Parasympathicomimetica kunnen (tijdelijk) hypokaliëmie en (bij hoge doses) hyperglykemie veroorzaken.
Contact met de ogen vermijden, aangezien dit kan leiden tot een toename van nauwe-kamerhoekglaucoom, cornea-oedeem, oogpijn, wazig zien en visuele halo's of gekleurde beelden (gecombineerd met rode ogen en zwelling van conjunctiva).
Langdurig gebruik van anticholinergica kan leiden tot droge mond en cariës.
Hulpstoffen: Benzalkoniumchloride, in inhalatievloeistof, kan piepende ademhaling en bronchospasmen veroorzaken, vooral bij astma.
Waarschuwingen en voorzorgen
Deze combinatie is niet bestemd voor de behandeling van astma of de behandeling van acute bronchospasmen of exacerbaties. Er is geen relevante toepassing bij kinderen.
Paradoxale reacties: Bij paradoxale bronchospasmen die gepaard gaan met onmiddellijke toename van piepend ademhalen, kortademigheid en hoest de behandeling onmiddellijk staken; behandel direct met een snelwerkende luchtwegverwijder.
Hypokaliëmie: β2-sympathicomimetica kunnen significante hypokaliëmie veroorzaken, dit kan eerder optreden bij hypoxie, zoals bij ernstige exacerbatie van COPD; controleer de serumkaliumspiegel. Sommige geneesmiddelen kunnen ook de kans op hypokaliëmie verhogen; zie de rubriek Interacties.
Anticholinerge effecten: Wees voorzichtig bij nauwe-kamerhoekglaucoom, prostaathyperplasie of urineretentie, vanwege het anticholinerge effect van glycopyrronium.
Cardiovasculaire effecten: Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen, zoals ischemische hartziekte, tachyaritmie of ernstig hartfalen. Wees ook voorzichtig bij thyrotoxicose of een (vermoede) verlenging van het QT-interval.
Hyperglykemie: Inhalatie van hoge doses β2-sympathicomimetica kan verhoging van plasmaglucose veroorzaken.
Overdosering
Symptomen
Door umeclidinium: anticholinerge verschijnselen zoals droge mond, accommodatiestoornis, tachycardie. Door vilanterol: versterkte effecten die kenmerkend zijn voor β2-adrenerge stimulantia, zoals tachycardie, tremor, palpitaties, hoofdpijn, misselijkheid, braken, slaperigheid, ventriculaire aritmieën, metabole acidose, hypokaliëmie en hyperglykemie.
Neem voor informatie over een vergiftiging met umeclidinium/vilanterol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
wazig zien, systolische hypertensie,
Neem voor informatie over een vergiftiging met glycopyrronium/formoterol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Combinatie van een langwerkend parasympathicolyticum (umeclidinium) en een langwerkend, selectief β2-sympathicomimeticum (vilanterol); beide hebben een bronchusverwijdende werking, via verschillende mechanismen. De werking treedt in binnen 15 min en houdt 24 uur aan.
Kinetische gegevens
F | ca. 13% (umeclidinium), ca. 27% (vilanterol). De bijdrage van orale absorptie is verwaarloosbaar. |
T max | 5–15 min. |
V d | ca. 1,2 l/kg (umeclidinium), ca. 2,4 l/kg (vilanterol). |
Metabolisering | in de lever door voornamelijk CYP2D6 (umeclidinium) en CYP3A4 (vilanterol). |
Eliminatie | vnl. via de feces (umeclidinium); vnl. via de urine (vilanterol). |
T 1/2el | ca. 19 uur (umeclidinium); ca. 11 uur (vilanterol). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Combinatie van een lokaal werkend corticosteroïd (fluticason), een langwerkend parasympathicolyticum (umeclidinium) en een langwerkend β2-sympathicomimeticum (vilanterol). De werking treedt binnen 15 min in.
Voor meer informatie over de farmacokinetiek zie:
Eigenschappen
Combinatie van een langwerkend parasympathicolyticum (tiotropium) en een langwerkend β2-sympathicomimeticum (olodaterol).
Kinetische gegevens
Eigenschappen
Combinatie van een langwerkend parasympathicolyticum (glycopyrronium) en een langwerkend β2-sympathicomimeticum (formoterol). Glycopyrronium veroorzaakt remming van de M3-receptoren in glad spierweefsel, wat leidt tot bronchusverwijding (vooral effect in centrale luchtwegen). Formoterol veroorzaakt directe ontspanning van glad spierweefsel van de luchtwegen, als gevolg van verhoging van cyclisch AMP door activatie van adenylaatcyclase (vooral effect in perifere luchtwegen). Voor meer informatie over de farmacokinetiek van glycopyrronium en formoterol, zie:
Kinetische gegevens
F | gebruik met voorzetkamer bij COPD verhoogde de totale systemische blootstelling aan glycopyrronium met 16%, terwijl blootstelling aan formoterol onveranderd bleef. |
T max | glycopyrronium: 5 min; formoterol: 20-60 min. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
umeclidinium/vilanterol hoort bij de groep parasympathicolyticum met bèta2-sympathicomimeticum.
- aclidinium/formoterol (R03AL05) Vergelijk
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- fluticason/umeclidinium/vilanterol (R03AL08) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- glycopyrronium/formoterol (R03AL07) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium/mometason (R03AL12) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- tiotropium/olodaterol (R03AL06) Vergelijk
Groepsinformatie
fluticason/umeclidinium/vilanterol hoort bij de groep parasympathicolyticum met bèta2-sympathicomimeticum.
- aclidinium/formoterol (R03AL05) Vergelijk
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- glycopyrronium/formoterol (R03AL07) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium/mometason (R03AL12) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- tiotropium/olodaterol (R03AL06) Vergelijk
- umeclidinium/vilanterol (R03AL03) Vergelijk
Groepsinformatie
tiotropium/olodaterol hoort bij de groep parasympathicolyticum met bèta2-sympathicomimeticum.
- aclidinium/formoterol (R03AL05) Vergelijk
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- fluticason/umeclidinium/vilanterol (R03AL08) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- glycopyrronium/formoterol (R03AL07) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium/mometason (R03AL12) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- umeclidinium/vilanterol (R03AL03) Vergelijk
Groepsinformatie
glycopyrronium/formoterol hoort bij de groep parasympathicolyticum met bèta2-sympathicomimeticum.
- aclidinium/formoterol (R03AL05) Vergelijk
- beclometason/formoterol/glycopyrronium (R03AL09) Vergelijk
- fenoterol/ipratropium (R03AL01) Vergelijk
- fluticason/umeclidinium/vilanterol (R03AL08) Vergelijk
- formoterol/glycopyrronium/budesonide (R03AL11) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium (R03AL04) Vergelijk
- indacaterol/glycopyrronium/mometason (R03AL12) Vergelijk
- salbutamol/ipratropium (R03AL02) Vergelijk
- tiotropium/olodaterol (R03AL06) Vergelijk
- umeclidinium/vilanterol (R03AL03) Vergelijk