Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Provarivax XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
≥ 2.700 PFU/ml
Verpakkingsvorm
flacon met voorgevulde spuit met oplosmiddel voor 0,5 ml

Kan sporen van gelatine en neomycine bevatten.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de pre- en postexpositieprofylaxe van Varicella (2020) de geldende richtlijn van de NVMM. Verder heeft de Gezondheidsraad op 1 oktober 2020 het advies Vaccinatie tegen waterpokken gepubliceerd op gezondheidsraad.nl.

Indicaties

Actieve immunisatie tegen Varicella (waterpokken):

  • pre-expositieprofylaxe: primaire preventie bij personen vanaf 12 maanden (in speciale gevallen bij personen van 9–12 maanden, bv. in het geval van een uitbraak).
  • post-expositieprofylaxe: ter preventie of beïnvloeding van het verloop van de infectie binnen drie dagen (eventueel tot 5 dagen) na blootstelling aan het varicella-zostervirus.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Immunisatie tegen varicella zoster

Kinderen ≥ 9 maanden en < 12 maanden

i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na een minimum interval van drie maanden na de eerste dosis wordt gegeven.

Kinderen ≥ 12 maanden t/m 12 jaar

i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na een minimum interval van één maand na de eerste dosis wordt gegeven. Bij een asymptomatische HIV-infectie met een leeftijdspecifiek CD4+-T-lymfocytenpercentage ≥ 25% twee doses van 0,5 ml toedienen met een interval van 12 weken.

Adolescenten ≥ 13 jaar

i.m. of s.c. twee doses van 0,5 ml, waarbij de tweede dosis na 4–8 weken na de eerste dosis wordt gegeven. (Als het interval langer is dan 8 weken, de tweede dosis alsnog zo snel mogelijk toedienen.)

Toedienen in het bovenste anterolaterale deel van de dij (bij jongere kinderen) of in de deltaspier (bij oudere kinderen en volwassenen).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): koorts.

Vaak (1-10%): reacties op de injectieplaats (erytheem, pijn, zwelling, uitslag). Prikkelbaarheid. Bovensteluchtweginfectie. Huiduitslag, maculopapuleuze uitslag, waterpokkenachtige uitslag.

Soms (0,1-1%): infecties zoals gastro-enteritis, faryngitis, otitis (media), conjunctivitis, viraal exantheem, virale infectie en influenza. Hoesten verstopte neus, luchtwegverstopping, loopneus. Anorexie. Gastro-enteritis, otitis (media) faryngitis, waterpokken, viraal exantheem, virale infectie. Diarree braken. Contacteczeem, roodheid, jeuk, netelroos. Ecchymose op injectieplaats, hematoom, induratie, malaise. Huilen, slapeloosheid, slaperigheid, asthenie, hoofdpijn.

Zelden (0,01-0,1%): lymfadenopathie, lymfadenitis, trombocytopenie. Apathie, agitatie, hypersomnie, afwijkende manier van lopen, koortsstuip, tremor. Acute conjunctivitis, tranende ogen, ooglidoedeem, irritatie. Oorpijn, Sinusitis, niezen, longstuwing, rinitis, piepende ademhaling, bronchitis, luchtweginfectie, pneumonie. Infectie, griepachtige ziekte. Buikpijn, misselijkheid, bloederige ontlasting, mondulcus. Overmatig blozen, atopisch eczeem, netelroosachtige uitslag, kneuzing, dermatitis, geneesmiddeleneruptie, huidinfectie. Skeletspierstelselpijn, spierpijn, stijfheid. Extravasatie. Hyperpigmentatie. Eczeem op injectieplaats, knobbel, warmte, verkleuring, ontsteking, stijfheid, oedeem, warm gevoel, warm bij aanraking.

Verder zijn gemeld: aplastische anemie, trombocytopenie (incl. ITP). CVA, (non–febriele) convulsies, Guillain–Barrésyndroom, myelitis transversa, facialisparalyse, ataxie, duizeligheid, paresthesie, flauwvallen. Pneumonitis. Encefalitis. Anafylaxie (incl. shock), angio–oedeem, perifeer oedeem. Stevens–Johnsonsyndroom, erythema multiforme, Henoch–Schönlein–purpura, secundaire bacteriële infectie van de huid en zachte weefsel (waaronder cellulitis). Postinfectieuze artritis.

Interacties

Combinatie met immunosuppressiva is gecontra-indiceerd.

Gevaccineerde personen moeten gedurende zes weken na vaccinatie geen salicylaten gebruiken vanwege toenemend risico van de ontwikkeling van het syndroom van Reye.

Kan gelijktijdig worden toegediend met BMR-vaccin, Hib-vaccin, hepatitis-B-vaccin, DTP-vaccin ('whole cell Pertussis') en oraal poliovirusvaccin; de vaccinaties in dat geval apart op afzonderlijke plaatsen toedienen. Bij een niet gelijktijdige toediening met levend BMR-vaccin een interval van één maand in acht nemen. Gelijktijdige toediening met tetravalente, pentavalente of hexavalente vaccins (bv. difterie, tetanus, acellulaire pertussis) zijn niet onderzocht.

Combinatie met 23–valent polysaccharide pneumokokkenvaccin vermindert de effectiviteit van varicella zostervaccin; gelijktijdig gebruik vermijden.

Bij toediening van bloedproducten die antilichamen tegen het varicella-zostervirus bevatten eveneens een interval van ten minste één maand aanhouden. Na een bloed- of plasmatransfusie, toediening van normaal humaan immunoglobuline of varicella-zoster-immunoglobuline, de vaccinatie met varicella-zostervaccin minstens vijf maanden uitstellen.

Zwangerschap

Vaccins met levende (verzwakte) micro-organismen kunnen de placenta passeren en in theorie infectie van de foetus veroorzaken.

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens.

Advies: Gebruik is volgens fabrikant gecontra–indiceerd.

Overig: Voorafgaand aan een vaccinatie zwangerschap uitsluiten en na vaccinatie gedurende 1 maand adequate anticonceptieve maatregelen nemen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het is echter bekend dat sommige virussen in de moedermelk worden uitgescheiden.

Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding.

Contra-indicaties

  • bloeddyscrasieën, leukemie, lymfomen of andere maligne aandoeningen van het bloed- en lymfestelsel;
  • immunosuppressieve therapie (incl. hoge doses corticosteroïden);
  • ernstige immunodeficiëntie (zoals agammaglobulinemie, aids, symptomatische HIV-infectie of een leeftijdspecifiek CD4-percentage: < 25% (kinderen < 12 mnd.), < 20% (kinderen 12–36 mnd.), < 15% (kinderen 36–60 mnd.);
  • familiegeschiedenis van congenitale of aangeboren immunodeficiëntie, tenzij ontvanger aangetoond immunocompetent is;
  • actieve onbehandelde tuberculose;
  • koorts > 38,5 °C.

Zie ook de rubriek Zwangerschap.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vanwege een risico van transmissie van het vaccinvirus tussen gezonde gevaccineerde individuen (die al dan niet een varicella-achtige uitslag ontwikkelen) en vatbare individuen (immuungecompromitteerden, zwangeren die niet eerder waterpokken hebben gehad, neonaten van moeders die niet eerder waterpokken hebben gehad) wordt geadviseerd gedurende de eerste zes weken na vaccinatie nauw contact te vermijden met deze personen.

immuungecompromitteerde patiënten zonder contra-indicatie vertonen mogelijk een verminderde immunologische respons; zorgvuldig controleren op verschijnselen van varicella.

Overweeg vaccinatie bij bepaalde immunodeficiëntie, zoals asymptomatische HIV-infectie, IgG subklasse deficiëntie, congenitale neutropenie, chronische granulomateuze ziekte of complementdeficiëntie, wanneer de voordelen opwegen tegen de risico's.

Er zijn geen gegevens over het beschermend effect of de immuunrespons bij seronegatieve personen met een leeftijd > 65 jaar.

Eigenschappen

Levend, verzwakt Varicella-zoster-virus (Oka/Merck-stam), gekweekt in menselijke diploïde cellen. Werking: na 2–4 weken. De kans op varicella is met 90% verminderd bij een wijdverspreide vaccinatie. Werkingsduur: 15 jaar in de populatie, bij zowel gevaccineerde als niet-gevaccineerde personen.

Groepsinformatie

varicella-zostervaccin (Provarivax) hoort bij de groep vaccins.