Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

vismodegib

oncolytica, overige L01XJ01

Sluiten

axicabtagen ciloleucel

oncolytica, overige L01XX70

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Erivedge XGVS Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
150 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Yescarta Kite Pharma EU bv

Toedieningsvorm
Dispersie voor infusie

Bevat: 0,4 – 2 × 10 8 cellen.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van basaalcelcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.

Advies

Om de behandeling met axicabtagen ciloleucel voor alle in aanmerking komende patiënten mogelijk te maken is er een centrale registratieprocedure en wordt de indicatie in landelijk overleg besproken. Meer informatie over de aanvraagprocedure en in-/exclusiecriteria voor behandeling is te vinden via hovon.nl.

Zie voor de behandeling vandiffuus grootcellig B-cel non-Hodgkinlymfoom de geldende behandelrichtlijn op hovon.nl

  • ZIN-rapport 2018 axicabtagene ciloleuce Yescarta® bij volwassenen met recidiverend of refractair DLBCL en PMBCL na twee of meer lijnen systemische therapie

Indicaties

Volwassenen met:

  • symptomatisch gemetastaseerd basaalcelcarcinoom;
  • lokaal uitgebreid basaalcelcarcinoom dat ongeschikt is voor operatief ingrijpen of radiotherapie.

Indicaties

  • Recidiverend of refractair diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) en primair mediastinaal grootcellig B-cellymfoom (PMBCL) bij volwassenen, als derdelijnsbehandeling.

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd of lokaal uitgebreid basaalcelcarcinoom:

Volwassenen (incl. ouderen):

150 mg 1×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onacceptabele toxiciteit. Op basis van individuele tolerantie mag de behandeling worden onderbroken gedurende max. 4 weken.

Verminderde nierfunctie: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min/1.73m2) is geen dosisaanpassing nodig. Controleer zorgvuldig op bijwerkingen bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min/1.73m²).

Verminderde leverfunctie: bij een licht tot ernstig verminderde leverfunctie (gedefinieerd als totaal bilirubine < 10× de bovengrens van de normaalwaarde) is geen dosisaanpassing nodig.

Bij braken na inname of bij een vergeten dosis niet opnieuw een dosis innemen.

Toediening: de capsule heel innemen met water, met of zonder voedsel. De capsule mag niet geopend worden.

Dosering

Geef chemotherapie voor lymfocytendepletie voorafgaand aan de infusie, zie het gebruiksvoorschrift.

Voorafgaand aan infusie met axicabtagen ciloleucel moet tocilizumab en noodapparatuur aanwezig zijn vanwege het mogelijk optreden van het cytokineafgiftesyndroom.

Geef premedicatie bestaande uit paracetamol en een H1-antihistaminicum ca. 60 minuten voorafgaand aan de infusie, om potentiële acute infusiereacties te beperken. Corticosteroïden mogen niet worden gebruikt, omdat deze de werking tegen kunnen gaan.

In verband met het mogelijk optreden van het tumorlysissyndroom, bij hoge tumorlast vóór en tijdens de behandeling maatregelen nemen ter preventie van uraatnefropathie, zoals een adequate hydratie, alkaliseren van de urine en zonodig toedienen van allopurinol of rasburicase.

Klap alles open Klap alles dicht

Diffuus grootcellig B-cellymfoom en primair mediastinaal grootcellig B-cellymfoom

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar)

Enkelvoudige dosis: 2 × 10 6 cellen per kg lichaamsgewicht. Bij een lichaamsgewicht ≥ 100 kg is de maximale dosis 2 × 10 8 cellen.

Chemotherapie voor lymfocytendepletie: geef op dag 5, 4 en 3 voorafgaand aan de infusie axicabtagen ciloleucel chemotherapie: cyclofosfamide i.v. 500 mg/m² lichaamsoppervlak en fludarabine i.v. 30 mg/m².

Toediening: uitsluitend voor autoloog gebruik. Na ontdooien binnen 30 minuten via infusie toedienen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): spierspasmen (bij ca. 75%), gewrichtspijn, pijn in de ledematen. Huiduitslag, jeuk, alopecia (ca. 66%). Dysgeusie (ca. 59%), ageusie. Gewichtsafname (bij ca. 50%), vermoeidheid (ca. 47%). Misselijkheid (ca. 35%), dyspepsie, braken, diarree (ca. 33%), obstipatie, verminderde eetlust. Amenorroe (bij vruchtbare vrouwen).

Vaak (1–10%): rugpijn, skeletspierpijn (o.a. in de borstkas), spierpijn, pijn in de zij. Madarose, abnormale haargroei. Hypogeusie. Asthenie. (Boven)buikpijn. Uitdroging. Stijging van leverenzymwaarden, bilirubine en/of creatinekinase in bloed.

Verder zijn gemeld: leverletsel. Ernstige huidafwijkingen zoals toxische epidermale necrolyse (TEN), het Stevens-Johnsonsyndroom, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) en acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Bij offlabel-toepassing bij kinderen met medulloblastoom zijn waargenomen: het vroegtijdig sluiten van epifysen, pubertas praecox.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): infecties (virus-, bacteriële). Leukopenie, neutropenie, anemie, trombocytopenie. Cytokineafgiftesyndroom, hypogammaglobulinemie. Uitdroging, verminderde eetlust, hypofosfatemie, hyponatriëmie, gewichtsverlies. Delier, angst. Encefalopathie, hoofdpijn, tremor, duizeligheid, afasie. Tachycardie, aritmie. Hypotensie, hypertensie. Hoesten, benauwdheid, hypoxie, pleurale effusie. Diarree, misselijkheid, braken, obstipatie, buikpijn, droge mond. Motorische stoornis, pijn in extremiteit, rugpijn, gewrichtspijn, spierpijn. Vermoeidheid, koorts, oedeem, rillingen. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.

Vaak (1-10%): schimmelinfectie. Overgevoeligheid, hematofagocytaire histiocytose. Hypocalciëmie, hypoalbuminemie. Slapeloosheid. Ataxie, neuropathie, insult, , myoclonus. Hartstilstand, hartfalen. Trombose, capillairleksyndroom. Longoedeem. Dysfagie. Huiduitslag. Nierinsufficiëntie. Stijging bilirubine in het bloed.

Soms (0,1-1%): ruggenmergoedeem, myelitis, quadriplegie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vanwege een verlaagde blootstelling (en daarmee werkzaamheid) aan vismodegib is gelijktijdige toediening met sint–janskruid gecontra–indiceerd. Vermijd tevens gelijktijdig gebruik van andere sterke CYP3A–inductoren (rifampicine, fenytoïne, carbamazepine).

Uit in vitro-gegevens blijkt dat vismodegib mogelijk 'Breast Cancer Resistance Protein' (BCRP) remt; de blootstelling aan substraten hiervoor, zoals rosuvastatine, topotecan en sulfasalazine, kan verhoogd worden bij gelijktijdig gebruik. Vismodegib is tevens een remmer van OAT1B1; de blootstelling aan OAT1B1-substraten (bv. glibenclamide, repaglinide, valsartan, statinen, ezetimib, bosentan) kan verhoogd zijn. Wees in verband met (additieve) bijwerkingen op de spieren vooral voorzichtig met de combinatie met statinen.

Interacties

Er is geen onderzoek naar farmacokinetische of farmacodynamische interacties met axicabtagen ciloleucel uitgevoerd.

Vaccinatie met levende vaccins ontraden gedurende ten minste 6 weken voor het starten van chemotherapie voor lymfocytendepletie, gedurende de behandeling met axicabtagen ciloleucel en tot immuunherstel na de behandeling met axicabtagen ciloleucel.

HBV-reactivatie: reactivatie van het hepatitis B-virus (HBV) kan optreden bij patiënten die worden behandeld met geneesmiddelen die zijn gericht tegen B-cellen.

Zwangerschap

Vismodegib passeert de placenta.

Teratogenese: Bij dieren bij subtherapeutische doseringen schadelijk gebleken (ernstige misvormingen zoals craniofaciale anomalieën, open perineum, ontbrekende en/of samengevoegde vingers en tenen).

Advies: Gebruik is gecontra–indiceerd.

Vruchtbaarheid: Vismodegib kan de vrouwelijke vruchtbaarheid aantasten; het is onbekend of dit proces reversibel is. In klinische onderzoek is amenorroe waargenomen bij vrouwen die zwanger konden worden. Overweeg vóór aanvang van de behandeling methoden ter behoud van de vrouwelijke vruchtbaarheid. Een verminderde vruchtbaarheid bij mannen wordt niet verwacht.

Overig: Binnen 7 dagen vóór aanvang van de behandeling zwangerschap uitsluiten. Een vruchtbare vrouw dient gebruik te maken van twee methoden van anticonceptie gedurende én tot 24 maanden na de therapie. De ene methode dient een hormonale depotinjectie, spiraaltje of sterilisatie (van de vrouw zelf of partner) te zijn; de andere methode een barrièremiddel (condoom of pessarium, indien beschikbaar met zaaddodend middel). Gedurende de therapie maandelijks een zwangerschapstest uitvoeren, ook bij amenorroe. Staak de behandeling onmiddellijk indien de vrouw zwanger blijkt te zijn. Omdat vismodegib in sperma terechtkomt, moet een mannelijke patiënt gedurende en tot 2 maanden na de therapie een condoom (zo mogelijk met zaaddodend middel) gebruiken bij seksueel contact met een vrouw, zelfs wanneer de man een vasectomie heeft ondergaan.

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend, zowel bij de mens als bij dieren geen gegevens.

Farmacologisch effect: Op basis van het werkingsmechanisme kunnen de getransduceerde cellen, als ze de placenta passeren, leiden tot foetale toxiciteit, inclusief B-cellymfopenie.

Advies: Gebruik tijdens de zwangerschap ontraden.

Overig: Bij pasgeborenen van met axicabtagen ciloleucel behandelde moeders, beoordeling van de immunoglobulineconcentraties en B-cellen overwegen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Farmacologisch effect: Veroorzaakt mogelijk ernstige ontwikkelingsafwijkingen bij zuigelingen, bij dieren zijn waargenomen: ernstige defecten in groeiende tanden, voortijdige sluiting van de epifysaire groeischijven.

Advies: Het geven van borstvoeding is gecontra–indiceerd gedurende en tot 24 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend, een risico voor de zuigeling niet kan worden uitgesloten.

Advies: De voordelen en risico's van het geven van borstvoeding afwegen.

Contra-indicaties

Zie de rubrieken Zwangerschap en lactatie en Interacties.

Contra-indicaties

Van dit middel zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Patiënten met uitgebreid basaalcelcarcinoom hebben meer kans op het ontwikkelen van plaveiselcelcarcinoom van de huid; iedere patiënt daarom routinematig controleren tijdens de behandeling

Er zijn gevallen van ernstige huidreacties gemeld, waaronder toxische epidermale necrolyse (TEN), het Stevens-Johnsonsyndroom, geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) en acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP); indien zich symptomen van ernstige huidreacties ontwikkelen (bv. huiduitslag met koorts, malaise, vermoeidheid, spier- en/of gewrichtspijn, blaren, pustels, laesies in de mond, conjunctivitis, hepatitis en/of eosinofilie) de behandeling onmiddellijk staken en niet meer hervatten.

Bij een ernstig gestoorde nier- of leverfunctie nauwlettend controleren op toxiciteit; er zijn weinig onderzoeksgegevens beschikbaar bij verminderde nierfunctie.

Donatie van bloed/sperma: Bloeddonatie is niet toegestaan gedurende en tot 24 maanden na de therapie; spermadonatie niet gedurende en tot 2 maanden na de therapie.

Voor mannen en vrouwen in de vruchtbare jaren: zie Zwangerschap/Lactatie.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Redenen tot uitstellen: stel de infusie met axicabtagen ciloleucel uit indien er sprake is van: onopgeloste ernstige bijwerkingen (met name van de longen, van het hart of hypotensie en met inbegrip van bijwerkingen van eerdere chemotherapieën), actieve, niet onder controle gebrachte infectie of actieve graft-versus-host-ziekte (GVHD).

Donatie: patiënten die met axicabtagen ciloleucel worden behandeld mogen geen bloed, organen, weefsels of cellen doneren voor transplantatie.

Monitoring na infusie: controleer de patiënt de eerste 10 dagen na infusie dagelijks op tekenen en symptomen van mogelijk CRS, neurologische voorvallen en andere toxiciteiten. Gedurende de eerste 10 dagen na de infusie ziekenhuisopname overwegen. Adviseer de patiënt om gedurende minstens 4 weken na de infusie in de buurt van een gekwalificeerd behandelcentrum te blijven en onmiddellijk medische hulp in te schakelen als er tekenen of symptomen van CRS of neurologische bijwerkingen optreden.

Cytokineafgiftesyndroom ('cytokine release syndrome' (CRS)': vrijwel alle patiënten ervaren een zekere mate van CRS. Ernstige CRS, waaronder levensbedreigende en fatale reacties, werd zeer vaak gemeld, met een tijd tot eerste symptomen van 1 tot 12 dagen. CRS kan gepaard gaan met disfunctie van eindorganen (bv. lever, nieren, hart en longen). Daarnaast kan verslechtering van onderliggende orgaanpathologieën optreden. Voorafgaand aan de infusie moet er per patiënt ten minste 1 dosis tocilizumab op de locatie aanwezig zijn. Het behandelcentrum moet binnen 8 uur na elke voorgaande dosis toegang hebben tot een extra dosis tocilizumab. Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van CRS. Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie CRS de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 1. Tumornecrosefactor(TNF)-antagonisten worden niet aanbevolen voor de behandeling van CRS door axicabtagen ciloleucel. Controleer patiënten met CRS ≥ 2 (bv. hypotensie, niet responsief op vloeistoffen of hypoxie waarvoor extra zuurstoftoevoer nodig is) met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Overweeg bij ernstige CRS een echocardiogram om de hartfunctie te beoordelen. Overweeg bij ernstige of levensbedreigende CRS een ondersteunende behandeling op de intensive care. Overweeg controle op hemofagocytaire lymfohistiocytose/macrofaagactivatiesyndroom (HLH/MAS) bij ernstige of therapieresistente CRS.

Neurologische bijwerkingen ernstige neurologische bijwerkingen, waaronder levensbedreigende of fatale gevallen, zijn zeer vaak gemeld. Daarnaast zijn fatale en ernstige gevallen van cerebraal oedeem gemeld. Risicofactoren zijn een voorgeschiedenis van stoornissen van het centraal zenuwstelsel, zoals insulten of cerebrovasculaire ischemie. Controleer nauwlettend op tekenen of symptomen van neurologische bijwerkingen. Zie voor behandelrichtlijnen per gradatie neurologische bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA rubriek 4.4 tabel 2. Controleer patiënten met neurologische toxiciteiten ≥ graad 2 met permanente telemetrie van het hart en pulsoximetrie. Ondersteunende therapie op de intensive care wordt aanbevolen voor ernstige of levensbedreigende neurologische toxiciteiten.

Infecties en febriele neutropenie ernstige infecties zijn zeer vaak gemeld. Controleer de patiënt op tekenen en symptomen van infectie voorafgaand aan, tijdens en na de infusie. Dien profylactische antimicrobiële middelen toe conform standaardrichtlijnen. Febriele neutropenie kan gelijktijdig met CRS optreden. Stel indien febriele neutropenie zich voordoet vast of er sprake is van infectie en behandel indien nodig.

Langdurige cytopenieën: vanwege de kans op ernstige langdurige cytopenieën, na infusie de bloedtellingen controleren.

Hypogammaglobulinemie: B-celaplasie die leidt tot hypogammaglobulinemie, kan optreden. Controleer na behandeling de immunoglobulineconcentraties en behandel indien nodig volgens standaardrichtlijnen.

Tumorlysissyndroom (TLS): TLS, dat ernstig kan zijn, is gemeld. Ter preventie van TLS voorafgaand aan de behandeling maatregelen treffen, zie ook de rubriek Dosering. Controleer op tekenen en symptomen van TLS, en behandel indien nodig volgens standaard richtlijnen.

Secundaire maligniteiten: vanwege de kans op secundaire maligniteiten de patiënt hier levenslang op controleren.

Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 18 jaar, bij een verminderde nier- of leverfunctie en bij patiënten met een primair lymfoom van het centraal zenuwstelsel. Er is beperkte ervaring bij patiënten die eerder werden behandeld met tegen CD19-gerichte therapie; dergelijke therapie wordt ontraden. Er is tevens beperkte ervaring bij gebruik bij ouderen ≥ 75 jaar. Er is geen klinische ervaring bij patiënten met actieve HIV-, HBV- of HCV-infectie.

Rijvaardigheid: vanwege de kans op neurologische voorvallen, waaronder veranderde psychische toestand of insulten, mogen patiënten niet rijden en geen zware of mogelijk gevaarlijke machines bedienen tot minstens 8 weken na de infusie of totdat neurologische bijwerkingen zijn verdwenen.

Overdosering

In klinisch onderzoek werden bij doses 3,6 × hoger dan de gebruikelijke dagdosering geen significante toxiciteit waargenomen.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met vismodegib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Vismodegib remt het 'smoothened' transmembraan-eiwit (SMO), waardoor de 'Hedgehog'-signaalroute wordt geblokkeerd. Via deze signaalroute worden 'Glioma-Associated Oncogene' (GLI)-transcriptiefactoren geactiveerd, die de transcriptie van Hedgehog-doelgenen induceren. 'Hedgehog'-doelgenen zijn betrokken bij proliferatie, overleving en differentiatie van tumorcellen.

Kinetische gegevens

Resorptie De resorptie is een verzadigbaar proces.
F ca. 32%.
V d 0,23–0,38 l/kg.
Overig steady–state wordt bereikt na 7–14 dagen.
Eiwitbinding > 99%.
Metabolisering in de lever door oxidatie, glucuronidering en splitsing van de pyridine–ring. CYP2C9 lijkt bij te dragen aan de metabolisering.
Eliminatie deels onveranderd, deels als metabolieten, van de toegediende dosis ca. 82% met de feces, met de urine ca. 4,4%.
T 1/2el ca. 12 dagen na een enkelvoudige dosis, bij steady–state ca. 4 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Axicabtagen ciloleucel is een genetisch gemodificeerde autologe T-celimmunotherapie, gericht op CD19. Voor de bereiding van axicabtagen ciloleucel worden de eigen T-cellen van de patiënt geoogst en ex vivo genetisch gemodificeerd via retrovirale transductie, om een chimere antigeenreceptor (CAR) tot expressie te brengen. De CAR bestaat uit een murien antilichaamfragment met één keten, die CD19 herkent en gekoppeld is aan het costimulerend domein van CD28 en het signalerend domein van CD3-zeta. De anti-CD19 CAR-positieve levensvatbare T-cellen worden geëxpandeerd en weer bij de patiënt toegediend middels infusie, waar ze doelcellen die CD19 tot expressie brengen, kunnen herkennen en elimineren. Binding van axicabtagen ciloleucel aan cellen die CD19 tot uitdrukking brengen leidt tot activatie en proliferatie van T-cellen, met antitumoreffecten tot gevolg.

Kinetische gegevens

T max 8–15 dagen.
Metabolisering de klaring verloopt via normale celklaringsmechanismen.
Overig axicabtagen ciloleucel werd tot 3 maanden na toediening teruggevonden in het bloed.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

vismodegib hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
  • alpelisib (L01EM03) Vergelijk
  • amsacrine (L01XX01) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • axicabtagen ciloleucel (L01XX70) Vergelijk
  • bortezomib (L01XG01) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
  • eribuline (L01XX41) Vergelijk
  • estramustine (L01XX11) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
  • ixazomib (L01XG03) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XK02) Vergelijk
  • olaparib (L01XK01) Vergelijk
  • panobinostat (L01XH03) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XK03) Vergelijk
  • sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
  • sotorasib (L01XX73) Vergelijk
  • talazoparib (L01XK04) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • tisagenlecleucel (L01XX71) Vergelijk
  • trabectedine (L01CX01) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk

Groepsinformatie

axicabtagen ciloleucel hoort bij de groep oncolytica, overige.

  • aflibercept (bij maligne aandoening) (L01XX44) Vergelijk
  • alpelisib (L01EM03) Vergelijk
  • amsacrine (L01XX01) Vergelijk
  • anagrelide (L01XX35) Vergelijk
  • arseentrioxide (L01XX27) Vergelijk
  • asparaginase (L01XX02) Vergelijk
  • bortezomib (L01XG01) Vergelijk
  • carfilzomib (L01XG02) Vergelijk
  • eribuline (L01XX41) Vergelijk
  • estramustine (L01XX11) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (bij maligne aandoening) (L01XX05) Vergelijk
  • hydroxycarbamide (sikkelcelziekte) (L01XX05) Vergelijk
  • ixazomib (L01XG03) Vergelijk
  • methotrexaat (bij tumoren) (L01BA01) Vergelijk
  • mitotaan (L01XX23) Vergelijk
  • niraparib (L01XK02) Vergelijk
  • olaparib (L01XK01) Vergelijk
  • panobinostat (L01XH03) Vergelijk
  • pegaspargase (L01XX24) Vergelijk
  • pemetrexed (L01BA04) Vergelijk
  • rucaparib (L01XK03) Vergelijk
  • sonidegib (L01XJ02) Vergelijk
  • sotorasib (L01XX73) Vergelijk
  • talazoparib (L01XK04) Vergelijk
  • temoporfine (L01XD05) Vergelijk
  • tisagenlecleucel (L01XX71) Vergelijk
  • trabectedine (L01CX01) Vergelijk
  • venetoclax (L01XX52) Vergelijk
  • vismodegib (L01XJ01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oncolytica, overige

Externe links

  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".