Samenstelling
Zovirax Duo XGVS OTC GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Verpakkingsvorm
- 2 g
Bevat per g: aciclovir 50 mg, hydrocortison 10 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Aciclovir crème XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 3 g
Zovirax koortslip XGVS OTC Haleon Netherlands B.V.
- Toedieningsvorm
- Crème
- Sterkte
- 50 mg/g
- Verpakkingsvorm
- doseerpomp 2 g
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Een cutane herpesinfectie verloopt in het algemeen niet ernstig en geneest meestal spontaan. Doorgaans kan volstaan worden met lokale behandeling met een indifferent middel met zinkoxide of zinksulfaat (eventueel met lidocaïne). Geef bij pijn paracetamol. Start bij acute herpes zoster neuralgie laagdrempelig met amitriptyline (bij ouderen nortriptyline). Orale antivirale behandeling met een nucleoside-analogon (aciclovir, famciclovir of valaciclovir) komt bij de herpesinfecties alleen in bepaalde situaties in aanmerking. Gezien het gebruiksgemak en de kosten gaat de voorkeur in het algemeen uit naar valaciclovir. De antivirale behandeling is slechts zinvol indien gestart binnen een bepaalde termijn na het verschijnen van de eerste symptomen. De lengte van deze termijn hangt af van het type infectie (herpes simplex of zoster, primo-infectie of recidief) en de immuunstatus van de patiënt.
Dit middel komt niet voor in de meest recente Nederlandse richtlijnen voor de behandeling van herpes labialis.
Advies
Een cutane herpesinfectie verloopt in het algemeen niet ernstig en geneest meestal spontaan. Doorgaans kan volstaan worden met lokale behandeling met een indifferent middel met zinkoxide of zinksulfaat (eventueel met lidocaïne). Geef bij pijn paracetamol. Start bij acute herpes zoster neuralgie laagdrempelig met amitriptyline (bij ouderen nortriptyline). Orale antivirale behandeling met een nucleoside-analogon (aciclovir, famciclovir of valaciclovir) komt bij de herpesinfecties alleen in bepaalde situaties in aanmerking. Gezien het gebruiksgemak en de kosten gaat de voorkeur in het algemeen uit naar valaciclovir. De antivirale behandeling is slechts zinvol indien gestart binnen een bepaalde termijn na het verschijnen van de eerste symptomen. De lengte van deze termijn hangt af van het type infectie (herpes simplex of zoster, primo-infectie of recidief) en de immuunstatus van de patiënt.
Bij herpes labialis lijkt de effectiviteit van een antivirale crème niet veel groter dan van een indifferente crème of gel met zinkoxide of zinksulfaat. Overweeg eventueel aciclovircrème toe te passen in de vroege fase van een recidief, d.w.z. starten zodra de kenmerkende branderigheid optreedt en vóór het stadium van blaasjes- en korstvorming. Het blaasjesstadium wordt gemiddeld met iets minder dan een dag verkort; een effect op de pijnklachten is niet aangetoond.
Bij herpes genitalis is er geen plaats voor lokale behandeling met nucleoside-analoga zoals aciclovircrème vanwege gebrek aan bewijs voor de werkzaamheid.
Indicaties
- Behandeling van vroegtijdige tekenen en symptomen van recidiverende herpes labialis, om de progressie van koortsblaasjes tot ulceratieve laesies bij immunocompetente volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar te verminderen.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- (Recidiverende) herpes labialis.
- Behandeling van huidinfecties met het herpes-simplexvirus, m.n. initiële herpes genitalis, bij immunnocompetente patiënten.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Recidiverende herpes labialis
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
Zo spoedig mogelijk na de eerste tekenen van infectie: 5×/dag (met tussenpozen van ca. 3–4 uur, m.u.v. nachtdosering) aanbrengen op de aangedane plekjes op de lippen, met inbegrip van de buitenranden van de laesies, gedurende 5 dagen. Laat de patiënt contact opnemen als 5 dagen na beëindigen van de behandeling de laesies nog aanwezig zijn.
Toediening
- Was vóór en na gebruik de handen of gebruik een vingercondoom.
- Crème voorzichtig op de laesies aanbrengen en niet uitsmeren, om verspreiding van het virus te voorkomen.
- Contact met slijmvliezen zoals in de mond of het oog vermijden.
- Niet gebruiken in combinatie met afsluitende verbandmiddelen, zoals pleisters of gespecialiseerde koortslippleisters.
Doseringen
Herpes labialis
Volwassenen en kinderen
Zo spoedig mogelijk na de eerste tekenen van infectie: 5×/dag (met tussenpozen van ca. 4 uur, nachtdosering vervalt) aanbrengen op de aangedane plekjes op de mond en rondom de lippen , gewoonlijk gedurende 4 dagen. Als na 10 dagen de laesies nog aanwezig zijn, moet een arts geraadpleegd worden.
Herpes-simplex huidinfecties, m.n. herpes genitalis
Volwassenen en kinderen
Zo spoedig mogelijk na de eerste tekenen van infectie: 5×/dag (met tussenpozen van ca. 4 uur, nachtdosering vervalt) aanbrengen op de laesies of de zich nog ontwikkelende laesies, gewoonlijk gedurende 5 dagen. Als na 5 dagen de laesies nog aanwezig zijn, kan de behandeling met nog max. 5 dagen voortzet worden.
Toediening
- Bij herpes labialis de crème voorzichtig op de laesies aanbrengen en niet uitsmeren om verspreiding van het virus te voorkomen.
- Contact met slijmvliezen zoals de mond of het oog vermijden vanwege mogelijke irritatie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): droge huid of schilfering.
Soms (0,1-1%): voorbijgaand brandend, tintelend of prikkelend gevoel na aanbrengen, jeuk.
Zelden (0,01-0,1%): erytheem, pigmentatieveranderingen, contacteczeem (na aanbrengen onder een occlusief verband, meestal veroorzaakt door hydrocortison of hulpstoffen). Lokale uitslag of irritatie, met jeuk en branderigheid.
Zeer zelden (< 0,01%): onmiddellijke overgevoeligheidsreacties, inclusief angio-oedeem.
Verder is gemeld: wazig zien.
Bijwerkingen
Lokaal: Soms (0,1-1%): huidklachten (jeuk, lichte droogheid en schilfering, voorbijgaand branderig of stekend gevoel na aanbrengen).
Zelden (0,01-0,1%): roodheid, contacteczeem (meestal veroorzaakt door hulpstoffen).
Zeer zelden (< 0,01%): allergische reactie, urticaria.
Systemisch: Zeer zelden (< 0,01%): angio-oedeem.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens met lokaal gebruik van aciclovir en hydrocortison laat geen schadelijke effecten zien. Bij lokaal gebruik van dermate kleine oppervlakken is de absorptie gering en de systemische blootstelling zeer laag.
Advies: Kan worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Ruime ervaring bij de mens laat geen schadelijke effecten zien.
Farmacologisch effect: Bij lokaal gebruik van kleine oppervlakken is de absorptie gering en de systemische blootstelling zeer laag.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Aciclovir: ja, in zeer kleine hoeveelheden. Hydrocortison: onbekend.
Farmacologisch effect: Bij beperkt lokaal gebruik is de absorptie via de huid gering en de systemische blootstelling bij de moeder zeer laag. Een effect bij de zuigeling is daarom zeer onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja. in zeer kleine hoeveelheden.
Farmacologische effect: Bij lokaal gebruik is de absorptie via de huid gering en is de systemische blootstelling bij de moeder zeer laag. Een effect bij de zuigeling is daarom zeer onwaarschijnlijk.
Advies: Kan worden gebruikt. Niet in de buurt van de tepel aanbrengen.
Contra-indicaties
- huidlaesies veroorzaakt door bacteriële, virale (anders dan het herpes simplexvirus) , parasitaire en schimmelinfecties;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid (val)aciclovir.
Waarschuwingen en voorzorgen
Aciclovir/hydrocortisoncrème niet gebruiken bij:
- genitale herpes;
- immuungecompromitteerde patiënten, vanwege mogelijke pseudo-opportunistische infecties of geneesmiddelresistente stammen die systemische antivirale therapie vereisen. Overleg bij immuungecompromitteerde patiënten met de behandelend specialist over de gewenste behandeling en preventie.
Bij ernstige recidiverende herpes labialis andere onderliggende aandoeningen uitsluiten.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie (voor hydrocortison of hulpstoffen) wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het eventueel veroorzakende hydrocortison de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de laesie niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
Zie voor de niet-medicamenteuze adviezen ten aanzien van het voorkómen van virusverspreiding het stappenplan Herpes simplex/labialis in Huidinfectie, herpes virus.
Onderzoeksgegevens: er zijn geen gegevens over aciclovir/hydrocortisoncrème bij de behandeling van herpes labialis met gelijktijdig aanwezige dermatitis van andere oorsprong. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 12 jaar zijn niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: contact met slijmvliezen zoals in de mond en het oog vermijden vanwege mogelijke irritatie.
Ernstige immuungecompromitteerde patiënten (bv. HIV, chemotherapie), patiënten met ernstige herpes genitalis, zwangeren met herpes genitalis en patiënten met zeer ernstige én recidiverende herpes labialis dienen een arts te raadplegen.
Bij herpes genitalis seksueel contact vermijden (ook met condoom), zowel bij aanwezigheid van actieve laesies als tijdens de prodromale fase.
Eigenschappen
Aciclovir is een purine (guanine) nucleoside-analogon. Het is een antivirale stof met in vitro grote selectieve werkzaamheid tegen herpes-simplex-virus type 1 en 2. Aciclovir wordt in de cel omgezet in aciclovirmonofosfaat door virus-geïnduceerd thymidinekinase. Dit aciclovirmonofosfaat wordt door cellulaire enzymen verder omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.
Hydrocortison is een zwakwerkend corticosteroïd; klasse 1. Het onderdrukt de lokale inflammatoire respons in de lip, waardoor lokale ontstekingsverschijnselen verminderen.
Kinetische gegevens
Resorptie | Aciclovir: gering. Hydrocortison: ca. 1–3 % via de intacte huid. Bij een eczemateuze of ernstig ontstoken huid is de absorptie 2× resp. 5× zo groot. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Purine (guanine) nucleoside-analogon. Antivirale stof met in vitro grote selectieve werkzaamheid tegen herpes-simplex-virus, type 1 en 2. Ook het varicella-zostervirus, cytomegalovirus en het Epstein-Barrvirus zijn gevoelig. Aciclovir wordt in de cel omgezet in aciclovirmonofosfaat door virus-geïnduceerd thymidinekinase. Dit aciclovirmonofosfaat wordt door cellulaire enzymen verder omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.
Kinetische gegevens
Resorptie | via de huid gering |
Overig | na lokale toepassing wordt aciclovir niet waargenomen in het plasma. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
aciclovir/hydrocortison hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.
Groepsinformatie
aciclovir (cutaan) hoort bij de groep antivirale middelen, lokaal.