Samenstelling
Magnesiumhydroxide XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
- Sterkte
- 724 mg
Komt overeen met 500 mg magnesiumoxide.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Antagel XGVS OTC Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Suspensie
- Verpakkingsvorm
- 300 ml, 500 ml
Bevat per ml suspensie: aluminiumoxide 40 mg (als algeldraat), magnesiumhydroxide 20 mg.
Gastilox XGVS OTC Novum Pharma bv
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
Bevat per kauwtablet: aluminiumoxide 200 mg (als algeldraat), magnesiumhydroxide 400 mg.
- Toedieningsvorm
- Suspensie 'Forte'
- Verpakkingsvorm
- flacon 240 ml, zakje 10 ml
Bevat per ml suspensie: aluminiumoxide 90 mg (als algeldraat), magnesiumhydroxide 60 mg.
Maalox XGVS OTC Opella Healthcare France SAS
- Toedieningsvorm
- Kauwtablet
Bevat per kauwtablet: aluminiumoxide 200 mg (als algeldraat), magnesiumhydroxide 400 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Maagklachten: Start bij een (eerste) episode van maagklachten empirisch met medicatie, waarbij de mate van maagzuurremming stapsgewijs wordt opgehoogd. Achtereenvolgens is dit: een antacidum (bij voorkeur algeldraat/magnesiumhydroxide) of mucosaprotectivum (sucralfaat), een H2-antagonist (bij voorkeur famotidine), een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten). Bouw de protonpompremmer of H2-antagonist na 4 weken gebruik af.
Endoscopische bevindingen: Geef bij een endoscopisch aangetoonde oesofagitis graad A en B een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten) gedurende 8 weken en bouw deze vervolgens af. Bij H. pylori-negatieve ulcera en H. pylori-negatieve erosieve gastritis of bulbitis is de behandelduur 4 weken. Bij oesofagitis graad C en D is het gebruik van een protonpompremmer levenslang.
Afbouwen: Halveer de dosis van de protonpompremmer of H2-antagonist wekelijks tot de halve standaarddosis, staak vervolgens na één week helemaal. Dus bij gebruik van de standaarddosis 1 week de dosering halveren en daarna stoppen. Adviseer bij klachten tijdens of na afbouwen zo nodig gedurende max. drie weken een antacidum of mucosaprotectivum. Geef bij hinderlijke of recidiverende klachten een H2-antagonist en staak deze na één maand; probeer bij klachten uit te komen met een antacidum.
Adviseer bij obstipatie in eerste instantie voldoende inname van vocht en vezels, en voldoende beweging. Indien een dieet met extra vezels niet volstaat, is psyllium een alternatief. Bij de medicamenteuze behandeling van functionele obstipatie is een osmotisch laxans eerste keus. Verhoog bij onvoldoende effect zo nodig tot de maximale dosering of combineer met, of schakel over op een contactlaxans of ander osmotisch laxans. Overweeg als defecatie 3 dagen uitblijft ondanks optimale orale therapie, rectale medicatie ter lediging van het rectum. Fecale impactie kan medicamenteus of manueel worden verwijderd. Als medicatie de voorkeur heeft, overweeg een (micro)klysma of een hoge dosis macrogol (met of zonder elektrolyten).
Bij keuze voor een osmotisch laxans zijn in de eerstelijnszorg macrogol (met of zonder elektrolyten) en lactulose eerste keus. Bij kinderen heeft macrogol (met of zonder elektrolyten) de voorkeur. Bij obstipatie in de palliatieve fase zijn macrogol en magnesiumhydroxide eerste keus.
Het NHG adviseert bij volwassenen met obstipatie, bij onvoldoende effect van een osmotisch laxans, een contactlaxans: oraal bisacodyl of sennosiden, of een ander osmotisch werkend laxans, zoals magnesiumhydroxide (offlabel).
De NVK adviseert bij kinderen met obstipatie, magnesiumhydroxide (offlabel), paraffine of bisacodyl alleen te overwegen als additionele of tweedekeusbehandeling, na een osmotisch laxans.
Offlabel: De behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) is vooral niet-medicamenteus. Alle behandelingen zijn slechts bij een deel van de patiënten effectief. Bij PDS waarbij obstipatie op de voorgrond staat (PDS-C), zijn de medicamenteuze opties het gebruik van laxantia en bij onvoldoende effect linaclotide. Bij PDS waarbij diarree op de voorgrond staat (PDS-D), zijn de medicamenteuze opties volumevergrotende laxantia en als symptomatische behandeling een onderhoudsdosering met loperamide. Bij PDS waarbij pijnklachten op de voorgrond staan, kunnen paracetamol en pepermuntolie worden overwogen. Bij alle vormen van PDS kan als laatste stap bij uitzondering een antidepressivum worden overwogen, naast de psychologische behandeling van een eventuele onderliggende stemmingsstoornis.
Advies
Maagklachten: Start bij een (eerste) episode van maagklachten empirisch met medicatie, waarbij de mate van maagzuurremming stapsgewijs wordt opgehoogd. Achtereenvolgens is dit: een antacidum (bij voorkeur algeldraat/magnesiumhydroxide) of mucosaprotectivum (sucralfaat), een H2-antagonist (bij voorkeur famotidine), een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten). Bouw de protonpompremmer of H2-antagonist na 4 weken gebruik af.
Endoscopische bevindingen: Geef bij een endoscopisch aangetoonde oesofagitis graad A en B een protonpompremmer (bij voorkeur omeprazol op basis van kosten) gedurende 8 weken en bouw deze vervolgens af. Bij H. pylori-negatieve ulcera en H. pylori-negatieve erosieve gastritis of bulbitis is de behandelduur 4 weken. Bij oesofagitis graad C en D is het gebruik van een protonpompremmer levenslang.
Afbouwen: Halveer de dosis van de protonpompremmer of H2-antagonist wekelijks tot de halve standaarddosis, staak vervolgens na één week helemaal. Dus bij gebruik van de standaarddosis 1 week de dosering halveren en daarna stoppen. Adviseer bij klachten tijdens of na afbouwen zo nodig gedurende max. drie weken een antacidum of mucosaprotectivum. Geef bij hinderlijke of recidiverende klachten een H2-antagonist en staak deze na één maand; probeer bij klachten uit te komen met een antacidum.
Indicaties
Klachten veroorzaakt door hyperaciditeit, zoals bij
- indigestie,
- zuurbranden,
- ulcus pepticum,
- gastritis,
- lichte reflux-oesofagitis.
Offlabel
- obstipatie bij volwassenen en kinderen ≥ 10 jaar.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Indigestie;
- Zuurbranden;
- Reflux-oesofagitis;
- Ulcus pepticum;
- (Hemorragische) gastritis;
- Profylaxe van stress-ulcera en van bloedingen uit stress-ulcera.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Hyperaciditeit
Volwassenen
1–2 tabletten 1 uur na elke maaltijd en voor het slapen gaan, zo nodig aangevuld met tussentijdse doses van 1 tablet iedere 2 uur.
Offlabel: Obstipatie
Volwassenen
1–2 tabletten 3×/dag.
Kinderen vanaf 10 jaar
Volgens de NVK-richtlijn Obstipatie (2016) : 1–4 tabletten per dag.
Toediening: De tabletten eerst goed kauwen en dan met een ruime hoeveelheid water doorslikken.
Doseringen
Klachten veroorzaakt door hyperaciditeit
Volwassenen
1 kauwtablet of 10–15 ml suspensie. Eén uur na elke maaltijd en voor het slapengaan. Bij ernstige klachten: de dosering van de kauwtablet verdubbelen, of 10-20 ml van de suspensie Forte gebruiken, of iedere 2 uur aanvullende doses gebruiken van de suspensie.
Overige indicaties
Volwassenen
doseren op geleide van de aciditeit van de maaginhoud.
Toediening: De suspensie goed schudden voor gebruik.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): diarree.
Zelden (0,01-0,1%): nierstenen.
Verder zijn gemeld: osteomalacie. Buikpijn. Hypermagnesiëmie (vooral bij langdurig gebruik van hoge doses en bij ernstige nierfunctiestoornissen; met als mogelijke symptomen hypotensie, misselijkheid en braken, ademhalingsdepressie, bradycardie en coma).
Bijwerkingen
Zelden (0,01-0,1%): encefalopathie door hypermagnesiëmie en geabsorbeerd aluminium bij langdurig gebruik van hoge doses bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie. Misselijkheid en braken. Niersteenvorming.
Verder zijn gemeld: osteomalacie. Demineralisatie van het skelet, verhoogde botresoptie. Spierzwakte. Hypofosfatemie, hypercalciurie, hyperaluminemie. Anorexie, buikpijn. Allergische reacties, zoals jeuk, urticaria, angio-oedeem en anafylactische reacties.
De antacida zijn in een zodanige verhouding met elkaar gemengd dat de obstiperende bijwerking van de aluminiumverbinding wordt tegengegaan door de laxerende bijwerking van de magnesiumverbinding.
Interacties
Gelijktijdige inname van o.a. tetracyclinen, digoxine, ijzer of ciprofloxacine kan de absorptie van deze middelen aanzienlijk verminderen. Bisfosfonaten, bisacodyl, cimetidine, atropine oraal: ten minste 1 uur voor de magnesiumoxide innemen. Cefuroxim, itraconazol, ketoconazol, tetracyclinen, thyreomimetica, digoxine, ijzerzouten, fluoride (met uitzondering van lage dosis bij cariësprofylaxe), chloorpromazine, isoniazide: ten minste 2 uur voor de magnesiumoxide innemen. Chinolonen ten minste 4 uur voor de magnesiumoxide innemen of magnesiumoxide tijdelijk staken of vervangen.
Door verhoging van de pH van de urine kan daling van salicylaatspiegel en stijging van kinidinespiegel optreden.
De absorptie van mycofenolzuur wordt geremd, de combinatie vermijden.
Interacties
Niet combineren met mycofenolzuur, de absorptie hiervan wordt geremd.
Gelijktijdig gebruik met citraten kan verhoogde aluminiumspiegels geven; vooral bij nierfunctiestoornissen.
Gelijktijdig gebruik met kinidine kan de serumconcentratie van kinidine verhogen.
Gelijktijdig gebruik met polystyreensulfonaten kan de kaliumbindende werking hiervan verminderen en bovendien aanleiding geven tot metabole alkalose bij patiënten met een verminderde nierfunctie; houd daarom een tijdsinterval van minimaal 3 uur aan tussen de inname van deze middelen.
Aluminium-bevattende antacida kunnen de absorptie van andere geneesmiddelen verstoren, zoals: H2-antagonisten, atenolol, bictegravir/emtricitabine/tenofoviralafenamide, chloroquine, cyclinen, dasatinib, digoxine, eltrombopag, ethambutol, fenothiazinen, fenytoïne, gabapentine, glucocorticoïden, indomethacine, ketoconazol, levothyroxine, lincosamiden, metoprolol, mycofenolaatmofetil, propranolol, raltegravir, riociguat, natriumfluoride en tacrolimus. Hanteer voor de inname van deze middelen een interval van ten minste 2 uur met het antacidum. Afgeraden wordt gelijktijdige inname van o.a. tetracyclinen, digoxine, atropine, cimetidine, bisacodyl, chloorpromazine, rosuvastatine, bisfosfonaten, ijzer, itraconazol, thyreomimetica, isoniazide of ciprofloxacine, omdat de absorptie van deze middelen aanzienlijk kan verminderen; deze middelen in elk geval ten minste 2 uur innemen vóór het antacidum, chinolonen ten minste 4 uur vóór het antacidum innemen.
Alkalisering van de urine (door toediening van magnesiumhydroxide) kan van invloed zijn op de uitscheiding van bepaalde geneesmiddelen; er is een verhoogde uitscheiding van salicylaten waargenomen.
Hulpstoffen: Sorbitol,in suspensie, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid (ruime ervaring).
Advies: Kan overeenkomstig het voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Overig: vermijd hoge doseringen en langdurig gebruik.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: Magnesium komt van nature voor in de moedermelk; de toename die magnesiumhydroxide veroorzaakt, is waarschijnlijk niet klinisch relevant.
Advies: Kan overeenkomstig voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
ernstige nierfunctiestoornis.
Contra-indicaties
- ernstige nierfunctiestoornis;
- hypofosfatemie;
- kauwtablet: zeldzame erfelijke aandoeningen als fructose-intolerantie, glucose-galactosemalabsorptie, sucrase-isomaltase-insufficiëntie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Chronisch gebruik vermijden omdat hypermagnesiëmie kan ontstaan (symptomen: hypotensie, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, bradycardie, coma). Wees voorzichtig bij een nierfunctiestoornis vanwege meer kans op hypermagnesiëmie.
Langdurig gebruik van hoge doses magnesiumhydroxide bij jonge kinderen, vooral bij een nierfunctiestoornis of dehydratie, kan leiden tot hypermagnesiëmie.
Antacida kunnen de symptomen van maagcarcinoom maskeren. Bij alarmsymptomen zoals fors onbedoeld gewichtsverlies, veelvuldig braken, dysfagie, hematemese of melena, een maligne aandoening uitsluiten.
Waarschuwingen en voorzorgen
In verband met de bijwerkingen langdurig gebruik vermijden.
Fosfaatdepletie: Hypofosfatemie of het fosfaatdeficiëntiesyndroom (symtomen zijn anorexie, spierzwakte en osteomalacie) kan worden voorkomen door gebruik van extra melk. Wees voorzichtig bij een beperkte fosfaatinname, (langdurig) gebruik kan leiden tot fosfaatdepletie met verhoogde botresorptie en hypercalciurie. Raadpleeg een arts bij risicofactoren voor fosfaatdepletie, beperkte fosfaatinname, langdurig gebruik en nierfunctiestoornis.
Hypermagnesiëmie en -aluminumie: Bij patiënten met chronische nierinsufficiëntie kan langdurig gebruik encefalopathie, hypermagnesiëmie en hyperaluminemie veroorzaken, met als mogelijk gevolg hypotensie, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, bradycardie en coma. Gebruik bij jonge kinderen kan ook leiden tot hypermagnesiëmie.
Darmobstructie: Een hoge dosis kan hypomobiliteit van de darmen veroorzaken en darmobstructie of ileus veroorzaken of verergeren, wees voorzichtig bij nierfunctiestoornis en bij kinderen < 2 jaar en ouderen.
Nierstenen: Bij nierstenen de aangegeven dosering niet overschrijden en niet langdurig gebruiken; bij aanhoudende - of terugkerende klachten een arts raadplegen.
Porfyrie: Wees voorzichtig bij porfyriepatiënten, omdat aluminiumhydroxide een porfyrinogene reactie kan opwekken of verergeren.
Maagcarcinoom: Antacida kunnen de symptomen van maagcarcinoom maskeren.
Hulpstoffen: Sorbitol,in suspensie, kan maag-darmklachten veroorzaken en licht laxerende werking hebben.
Overdosering
Symptomen
Coma, apneu of tachypneu, spierverlammingen en aritmie, als gevolg van hypermagnesiëmie.
Neem voor meer informatie over een vergiftiging met magnesiumhydroxide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
diarree, buiken, braken, hypomotiliteit van de darmen, darmobstructie en ileus. Symptomen van ernstige acute magnesiumintoxicatie bij nierinsufficiëntie: verwardheid, sedatie, ademhalingsdepressie, hypotensie, hartritmestoornis.
Therapie
Bij een magnesiumintoxicatie kan als antidotum calciumgluconaat langzaam intraveneus worden toegediend. Neem voor meer informatie over een vergiftiging met aluminiumoxide/magnesiumhydroxide contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
De werking als antacidum berust op de neutralisering van maagzuur. Door stijging van de pH neemt de proteolytische werking van maagsap af. De werking als laxans komt tot stand door het osmotische effect van slecht absorbeerbare stoffen die water in de darm aantrekken en vasthouden; hierdoor wordt de peristaltiek bevorderd. Magnesiumzouten zouden bovendien het vrijkomen van cholecystokinine uit de darmwand bevorderen. Cholecystokinine leidt tot accumulatie van water en elektrolyten in de darm en tot een toename van de peristaltiek. Laxerende werking binnen 2–8 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | 15–30% (magnesium). |
Eliminatie | via de nieren. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antacidum. Algeldraat en magnesium(hydr)oxide samen hebben een sterk en snel zuurneutraliserend vermogen. Door de stijging van de pH neemt de proteolytische werking van pepsine af. Zuurbindingscapaciteit is 18 mmol/tablet.
Kinetische gegevens
Resorptie | 15–30% (aluminium en magnesium). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
magnesiumhydroxide hoort bij de groep antacida.
- algeldraat/magnesiumhydroxide (A02AD01) Vergelijk
- algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- alginezuur/natriumwaterstofcarbonaat/calciumcarbonaat (A02BX13) Vergelijk
- calciumcarbonaat (als antacidum) (A02AC01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat (A02AD01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
Groepsinformatie
algeldraat/magnesiumhydroxide hoort bij de groep antacida.
- algeldraat/magnesiumhydroxide/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- alginezuur/natriumwaterstofcarbonaat/calciumcarbonaat (A02BX13) Vergelijk
- calciumcarbonaat (als antacidum) (A02AC01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat (A02AD01) Vergelijk
- calciumcarbonaat/magnesiumcarbonaat/dimeticon (A02AF02) Vergelijk
- magnesiumhydroxide (A02AA04) Vergelijk