Geneesmiddelenoverzicht anti-epileptica

Deze hoofdrubriek bevat 11 rubrieken:

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

felbamaat

oraal

  • Taloxa

Toon indicaties

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Meer informatie over (dreigende) status epilepticus. Meer informatie over angststoornissen. Meer informatie over bipolaire stoornis. Meer informatie over clusterhoofdpijn. Meer informatie over epilepsie, onderhoudsbehandeling. Meer informatie over migraine, onderhoudsbehandeling volwassenen. Meer informatie over migraine, profylaxe bij kinderen. Meer informatie over neuropathische pijn. Meer informatie over ritmestoornissen. Meer informatie over slapeloosheid. Meer informatie over stoornissen bij het gebruik van alcohol. Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

anti-epileptica

Werking

Werkingsmechanisme

De anti-epileptica vormen een heterogene groep van geneesmiddelen die de neuronale gevoeligheid verminderen via verschillende aangrijpingspunten.

De anti-epileptica:

  • beïnvloeden direct spanningsafhankelijke kanalen, bijvoorbeeld blokkeren van natriumkanalen en verschillende typen calciumkanalen. Hierdoor neemt de overmatige depolarisatie van neuronen in de cerebrale cortex af;
  • versterken de remmende neurotransmitter gamma-aminoboterzuur (GABA);
  • remmen de exciterende neurotransmitter glutamaat;
  • binden aan het synaptische vesikel-eiwit 2A (SV2A);
  • inhibitie van cellulaire opname van adenosine;
  • agonisme op specifieke serotoninereceptoren in de hersenen;
  • versterken de werking van andere anti-epileptica via farmacokinetische interacties.

De meeste middelen zijn op meerdere aangrijpingspunten werkzaam.

Effect

Bij de effecten hieronder staat tussen haakjes aangegeven welke van de werkingsmechanismen, voor zover bekend, een rol spelen.

Bij epilepsie:

  • onderdrukking van epileptische aanvallen door verhoging van de prikkeldrempel van neuronen van het centraal zenuwstelsel (beïnvloeding van spanningsafhankelijke natrium- en/of calciumkanalen, versterking van remmende neurotransmitter GABA, remming van de exciterende neurotransmitter glutamaat, binding aan SV2A, modulatie van adenosine of serotonine).

Bij neuropathische pijn:

  • vermindering van de pijn (beïnvloeding van spanningsafhankelijke natrium- en calciumkanalen).

Bij gegeneraliseerde-angststoornis:

  • vermindering van angst (versterking van remmende neurotransmitter GABA en beïnvloeding van de spanningsafhankelijke calciumkanalen).

Bij migraineprofylaxe:

  • vermindering van het aantal migraine-aanvallen (mogelijk versterking van de activiteit van GABA).

Bij bipolaire stoornis en manie:

  • vermindering van de manische symptomen.

Voor meer details over de anti-epileptica, zie

Epilepsie.

Typerende bijwerkingen

Relatief frequent

  • vermoeidheid;
  • sedatie;
  • lethargie;
  • ataxie;
  • gastro-intestinale klachten, zoals misselijkheid en braken;
  • nystagmus;
  • milde overgevoeligheidsreacties, zoals huiduitslag en urticaria.

Minder frequent

  • ernstige overgevoeligheidsreacties, zoals Steven-Johnsonsyndroom (SJS), geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) en toxische epidermale necrolyse (TEN);
  • gedragsveranderingen;
  • stoornissen in de botstofwisseling, leidend tot osteopenie, osteoporose of fracturen.

Meer informatie

Gebruik van anti-epileptica gaat doorgaans gepaard met relatief veel bijwerkingen, die echter meestal mild zijn en vaak dosisafhankelijk. Vrijwel alle epileptica hebben in algemene zin een remmend effect op het centrale zenuwstelsel. De centrale bijwerkingen (zoals sedatie, lethargie, ataxie) en gastro-intestinale klachten treden met name in het begin van de behandeling op en komen frequenter voor bij gelijktijdig gebruik van meerdere anti-epileptica. Een geleidelijke, zorgvuldige dosisverhoging is van groot belang. Dit kan de ernst van de bijwerkingen aanzienlijk verminderen 1 2.

Overgevoeligheidsreacties geven regelmatig aanleiding tot staken van de therapie. Hierbij kunnen verschillende organen betrokken zijn, maar vaak is de huid aangedaan. Meestal is er sprake van milde huidracties, zoals huiduitslag of urticaria. Maar ook ernstige overgevoeligheidsreacties, zoals SJS, DRESS en TEN zijn gemeld. Anti-epileptica met een aromatische ring in de chemische structuur geven het vaakst aanleiding tot deze huidreacties. Dit zijn o.a. lamotrigine, carbamazepine, cenobamaat, oxcarbamazepine, fenobarbital en felbamaat 2.

Gedragsveranderingen (o.a. verhoogde irritatie, agressie, dyskinesie) worden regelmatig gezien, met name bij kinderen en bij patienten met reeds bestaande gedragsproblematiek 2.

Bij langdurig gebruik van, met name de enzyminducerende anti-epileptica, is er meer kans op verminderde minerale botdichtheid leidend tot osteoporose, osteopenie en fracturen. De oorzaak hiervan kan niet vanuit een enkel mechanisme worden verklaard. De enzym-inducerende anti-epileptica zouden door inductie van het CYP-450 enzymsysteem in de lever een versnelde afbraak van vitamine D kunnen bewerkstelligen. Valproïnezuur heeft mogelijk een direct negatief effect op de osteoblasten. Vermoedelijk spelen ook andere mechanismen een rol 3.

Kosten

Kosten laden…

Vergelijken

anti-epileptica vergelijken met een andere geneesmiddelgroep.

Zie ook

Indicaties

Bronnen