Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Ergocoffeïne Zetpillen FNA Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Zetpil

Bevat per zetpil: ergotamine(tartraat) 1 mg, coffeïne 100 mg. (Suppositoria ergocoffeini FNA)

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweede keus middelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derde keus orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.

Indicaties

Couperen van

  • acute aanvallen van migraine;
  • migraine-varianten;
  • verwante vasculaire hoofdpijnen met en zonder aura.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Migraine

Volwassenen

Bij eerste tekenen van een aanval: 1–2 mg ergotamine, zo nodig na minstens 1 uur herhalen; max. 4 mg ergotamine per aanval, max. 1×/w.

Bijwerkingen

Misselijkheid en braken. Overgevoeligheidsreacties als huiduitslag, gezichtsoedeem, dyspneu, verhoogde bloeddruk, duizeligheid, buikpijn en diarree. Bij gevoelige personen en na regelmatig gebruik kan ergotisme optreden (soms al bij 2 mg ergotamine per week) met als symptomen: paresthesieën, pijn en gevoel van zwakte in de extremiteiten of perifere vasoconstrictie en in sommige gevallen irreversibele vaatschade. Na jarenlang overmatig ergotaminegebruik kan fibrose ontstaan, met name in de pleura en het retroperitoneum, zelden in de hartkleppen. Myocardischemie, tot zelden myocardinfarct.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van vasoconstrictieve middelen (als ergot-alkaloïden, sumatriptan), CYP3A4-remmers zoals macrolide antibiotica (als claritromycine), hiv-remmers (als ritonavir), en azoolantimycotica (als ketoconazol) is gecontra-indiceerd. Gelijktijdig gebruik van dopamine of β-blokkers of nicotine vermeerdert de kans op perifere vasoconstrictie.

Zwangerschap

Op grond van de farmacologische werkzaamheid (uterotone werking en constrictie van de vaten van placenta en navelstreng) is schadelijkheid voor de vrucht (intra-uteriene vruchtdood) bij gebruik tijdens zwangerschap en geboorte mogelijk.

Lactatie

Ergotamine gaat over in de moedermelk. Niet gebruiken tijdens zwangerschap en lactatie.

Contra-indicaties

  • perifere, cerebrale of coronaire vaataandoeningen;
  • shock;
  • ernstige hypertensie;
  • hartfalen;
  • ernstige lever- en nierinsufficiëntie;
  • sepsis;
  • hyperthyroïdie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ergotamine dient in principe niet dagelijks te worden toegediend. Indien symptomen zoals prikkelingen in vingers of tenen optreden, het gebruik onmiddellijk staken. Frequente toediening kan de frequentie van de hoofdpijn doen toenemen en bij staken van de behandeling hoofdpijn provoceren. Het risico op fibrotische veranderingen is groter bij overmatig gebruik. Voorzichtigheid is geboden bij milde tot matig ernstige leveraandoeningen. De ervaring bij kinderen is beperkt.

Overdosering

Therapie

bij arteriële spasmen: vaatverwijders zoals nitroprusside i.v.; bij coronaire constrictie: nitroglycerine.

Eigenschappen

Ergotamine heeft voor α-adrenerge en serotonerge receptoren zowel stimulerende als blokkerende eigenschappen en een direct vasoconstrictieve werking. Coffeïne versnelt en verhoogt de enterale absorptie van ergotamine.

Kinetische gegevens

F rectaal 5% t.o.v. i.v.
T max rectaal 1 uur.
Eiwitbinding 98%.
Metabolisering in de lever o.a. via CYP3A4.
Eliminatie vnl. met de gal.
T 1/2el bifasisch, resp. 2,7 en 21 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

ergotamine/coffeïne hoort bij de groep secale alkaloïden.