Samenstelling
Hydrocortison smeersel/vaselinecrème FNA (acetaat) Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Smeersel (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
Basis: Lanettesmeersel FNA.
- Toedieningsvorm
- Vaselinecrème (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
Basis: Vaselinecetomacrogolcrème FNA. Bevat tevens propyleenglycol.
Hydrocortison crème/zalf FNA (acetaat) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Crème (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
Basis: Cetomacrogolcrème FNA.
- Toedieningsvorm
- Zalf (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
Basis: Cetomacrogolzalf FNA. Bevat geen wolvet.
Hydrocortison crème/vaselinecrème FNA (acetaat) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Crème (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Basis: Cetomacrogolcrème FNA.
- Toedieningsvorm
- Vaselinecrème (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Basis: Vaselinecetomacrogolcrème FNA. Bevat tevens propyleenglycol.
Hydrocortison zalf Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Zalf (1%)
- Sterkte
- 10 mg/g
- Verpakkingsvorm
- 300 g
Basis: vaseline. Bevat tevens propyleenglycol en wolvet.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Triamcinolonacetonide mondpasta FNA Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Mondpasta
- Sterkte
- 1 mg/g
Basis: Hypromellosezalf 20% FNA. Bevat tevens propyleenglycol.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
De basisbehandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van indifferente middelen. Bij matig eczeem daarnaast behandelen met klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden. Bij ernstig eczeem heeft kortdurend dagelijks gebruik (tot 2 à 3 weken) met klasse 3-corticosteroïden de voorkeur, in het gezicht of in huidplooien hebben klasse 1- of klasse 2-corticosteroïden de voorkeur. Bij verbetering corticosteroïden afbouwen. Overweeg pulse-therapie met klasse 2-corticosteroïden bij frequente recidieven van ernstig eczeem. Bij de keuze van de zalf- of crèmebasis is de ervaring en voorkeur van de patiënt doorslaggevend. Als lokale therapie onvoldoende effect sorteert, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.
Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.
Bij seborroïsch eczeem kunnen niet-medicamenteuze maatregelen klachten verminderen. Overweeg bij milde vormen van hoofdroos, een behandeling met shampoo met zinkpyrithion of piroctone. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol of seleensulfide tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd, of bij onvoldoende effect een klasse 2-corticosteroïd toe. Voeg eventueel ureum of salicylzuur toe om dikke korsten sneller te laten verdwijnen. In geval van ‘berg’ bij kinderen kan meestal volstaan worden met het afweken van de schilferlaag met olie. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol, tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd toe.
Offlabel: Bij hevige klachten van de oogleden als gevolg van allergische conjunctivitis, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn.
Lokale corticosteroïden worden bij de behandeling van jeukklachten zonder aanwezigheid van huidafwijkingen in principe ontraden. Voor de keuze van de juiste behandeling zie Jeuk.
Advies
Bij orale lichen planus (OLP) is ter verlichting van klachten een lokaal klasse 3 of 4 corticosteroïd het eerstekeusmiddel. Overweeg als alternatief voor corticosteroïden een behandeling met lokale calcineurineremmers (pimecrolimus en tacrolimus). Zie voor meer informatie de richtlijn Lichen planus (2021) op nvdv.nl.
Bij aften kan in eerste instantie worden volstaan met een afwachtend beleid; aften zijn zelflimiterend. De aanpak bij (recidiverende) aften is gericht op symptoombestrijding. Overweeg bij problemen met eten, drinken of veel pijn door aften kortdurende pijnbestrijding met lidocaïne. Overweeg behandeling met lokale corticosteroïden alleen bij ernstige klachten die onvoldoende reageren op lidocaïne.
Indicaties
Oppervlakkige steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen zoals:
- eczeem zoals constitutioneel eczeem, ortho-ergisch contacteczeem, seborroïsch eczeem, varikeus eczeem;
- gelokaliseerde vormen van jeuk (bv. pruritus ani);
- gelokaliseerde vormen van prurigo;
- mildere vormen van chronische discoïde lupus erythematodes;
- offlabel: allergische conjunctivitis met ernstige klachten van de oogleden zoals forse zwelling, hevige jeuk of eczeem (crème).
Onderhouds- of nabehandeling van dermatosen die tevoren met een sterker werkend corticosteroïd zijn onderdrukt.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Orale lichen planus;
- Aften, bij ernstige hinder en onvoldoende effect van lidocaïne, of bij contra-indicatie voor lidocaïne (NHG).
Gerelateerde informatie
Doseringen
Steroïdgevoelige dermatosen
Volwassenen
Begindosering: 2×/dag op de aangedane huid aanbrengen; na enkele dagen 1×/dag en na verbetering 2 à 3×/week. Zalf eventueel afdekken met een droog verband.
Matig eczeem
Volwassenen en kinderen
Volgens de NHG-Standaard Eczeem: aanvankelijk 2×/dag aanbrengen; verlaag na enkele dagen tot uiterlijk na 1–2 weken zodra verbetering optreedt de toedieningsfrequentie naar 1×/dag. Kinderen < 2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week gebruiken.
Constitutioneel eczeem
kinderen > 1 maand
Doseergegevens volgens het Kinderformularium van het NKFK: 1×/dag aanbrengen. Aan het begin van de behandeling kan men overwegen om kortdurend 2×/dag aan te brengen. Kinderen < 2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week gebruiken.
Offlabel: Allergische conjunctivitis met ernstige klachten van de oogleden
Volwassenen en kinderen
Crème: 2×/dag dun aanbrengen op de oogleden gedurende max. 3 dagen.
Toediening
- Bij de geregistreerde indicaties doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE) om zowel over- als onderdosering te voorkomen; zie tabel 9 op p. 23 van de NVDV-Leidraad Dermatocorticosteroïden (2019).
- Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan.
Doseringen
Orale lichen planus
Volwassenen
1–2×/dag dun op de laesies aanbrengen. Bij 1× daags gebruik, aanbrengen voor de nacht. Max. 15 g per week gebruiken. Gedurende meerdere weken behandelen.
Aften
Volwassenen en kinderen > 12 jaar
Volgens de NHG-Behandelrichtlijn Aften (2020): 1–2×/dag de aften dun aanstippen. Zo kort mogelijk gebruiken, maximaal 14 dagen; gebruik staken zodra de aften verdwenen zijn.
Bij een vergeten dosis, behandeling volgens schema voortzetten met de volgende dosis; nooit een dubbele dosis smeren.
Toediening
- Laesies of aften vooraf eerst droogdeppen met een gaasje;
- De mondpasta niet inwrijven omdat deze anders korrelig wordt;
- Na het aanbrengen de vinger wassen met zeep of een vingercondoom gebruiken;
- Na het aanbrengen ten minste een half uur niet eten of drinken.
Bijwerkingen
Lokaal: Frequent gemeld zijn: huidatrofie, striae atrophicae, periorale dermatitis, teleangiectasieën.
Verder zijn gemeld: Contactallergie, depigmentatie, psoriasis pustulosa, colloïdmilium, erythrosis interfolliculare colli. granuloma gluteale, hypertrichosis. Maskeren van bacteriële-, parasitaire- en schimmelinfecties. Verhoogde oculaire druk. Wazig zien.
De kans op lokale effecten is het grootst bij: gebruik op het gelaat, de behaarde huid, genitaliën, in huidplooien of gebruik onder occlusie.
De kans op systemische effecten is het grootst bij: gebruik bij kinderen, gebruik onder occlusie, gebruik op grote huidoppervlakken of huidplooien en gelijktijdig gebruik van penetratiebevorderende geneesmiddelen (zoals salicylzuur, ureum, propyleenglycol).
Bijwerkingen
Lokaal: Frequent gemeld zijn: branderig gevoel na aanbrengen. Atrofie van de mucosa. Mondinfecties zoals candida- of schimmelinfecties (spruw) na gebruik gedurende meerdere weken.
Verder zijn lokale overgevoeligheidsreacties gemeld.
Systemisch: Bijwerkingen kunnen optreden na langdurig gebruik (weken tot maanden); zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Interacties
Gorgeldranken of mondspoelingen verminderen de werking van de mondpasta; deze gebruiken vóór het aanbrengen van de mondpasta of ten minste een half uur later.
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens is bij lokaal gebruik van corticosteroïden op de huid geen vergroot risico op congenitale afwijkingen aangetoond. Er is ruime ervaring met klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Zwangerschap
Triamcinolonacetonide passeert de placenta.
Teratogenese: Bij dieren in hoge systemische doses schadelijk gebleken (schisis). Bij de mens geen duidelijke aanwijzingen voor schadelijkheid.
Farmacologisch effect: Bij langdurig gebruik van systemische corticosteroïden in hogere doseringen is intra-uteriene groeivertraging beschreven. Het mondslijmvlies is goed doorbloed waardoor met systemische opname rekening moet worden gehouden.
Advies: Alleen op strikte indicatie kortdurend en op kleine oppervlakken met laesies gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij kortdurende toepassing op kleine onbeschadigde huidoppervlakken zullen geen relevante bloedspiegels bij de moeder optreden en lijkt het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Overig: Vermijd toepassing op of rondom de tepels om orale opname door de zuigeling te voorkomen. Indien behandeling noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Farmacologisch effect: Het mondslijmvlies is goed doorbloed waardoor met systemische opname bij de moeder rekening moet worden gehouden. Uit ervaring met het gebruik van andere corticosteroïden tijdens de borstvoeding blijkt dat deze middelen nauwelijks overgaan in de moedermelk. Bij kortdurend gebruik lijkt het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling daarom onwaarschijnlijk.
Advies: Waarschijnlijk veilig bij kortdurende behandeling van kleine oppervlakken met laesies. Bij langdurig gebruik ontraden vanwege het ontbreken aan ervaring.
Contra-indicaties
- bacteriële, virale, parasitaire, schimmel- en gistinfecties van de huid;
- ulcereuze huidaandoeningen, wonden.
- bijwerkingen door dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- ichtyose, juveniele dermatosis plantaris, acne vulgaris, rosacea, fragiliteit van de huidvaten, huidatrofie;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden;
- gebruik op de oogleden bij glaucoom.
Contra-indicaties
- mondinfecties, veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels of gisten;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toediening: niet langdurig toepassen op de oogleden, vanwege de kans op het ontstaan van glaucoom of cataract bij langdurig gebruik. Indien toepassing noodzakelijk is dan alleen kortdurend gebruiken; bij constitutioneel eczeem op de oogleden max. 2–3 weken en bij klachten van de oogleden als gevolg van allergische conjunctivitis max. 3 dagen. Niet op de oogleden gebruiken bij glaucoom. Vermijd contact met de ogen (via de handen) en was de handen na gebruik. Wees voorzichtig bij gebruik op het gelaat, de genitaliën, in huidplooien of bij gebruik onder occlusie vanwege de toegenomen kans op lokale bijwerkingen. Langdurig en overmatig gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken kan mogelijk ook leiden tot systemische bijwerkingen (zie ook de rubriek Kinetische gegevens).
Huidinfecties: het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, virus-, parasitaire- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie moet de behandeling met corticosteroïden worden gestaakt.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het veroorzakende corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreacties indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Kinderen hebben een relatief groot huidoppervlak en dunne huid. Langdurig gebruik van dermatocorticosteroïden op grote en beschadigde huidoppervlakken kan bij hen mogelijk sneller leiden tot systemische bijwerkingen, bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Systemische effecten: bij lokaal gebruik moet men rekening houden met mogelijke systemische effecten. Dit geldt in het bijzonder bij toepassing op grote oppervlakken met laesies, bij langdurig gebruik of bij aanwezigheid van bestanddelen die de penetratie bevorderen. Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen (zoals wazig zien, pijn of rood oog) na langdurige behandeling van grote oppervlakken met laesies door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Bij langdurig gebruik het mondslijmvlies regelmatig controleren vanwege meer kans op atrofie van de mucosa en mondinfecties.
Wees bedacht op overgevoeligheidsreacties indien de klachten niet afnemen of verergeren. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
Eigenschappen
Hydrocortisonacetaat is een zwak werkend corticosteroïd; klasse 1. Het heeft een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Hydrocortison onderdrukt de ontstekingsreactie en symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – aandoeningen. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum. De keus van de basis hangt af van de droogte van de huid. Hydrocortisonsmeersel kan worden toegepast op de behaarde hoofdhuid.
Kinetische gegevens
Resorptie | vanuit de crème: ca. 1–3 % via de intacte huid. Bij een eczemateuze of ernstig ontstoken huid is de absorptie 2× resp. 5× zo groot. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Triamcinolonacetonide is een klasse 2-corticosteroïd, een matig-sterkwerkend corticosteroïd. Lokale corticosteroïden hebben een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Oromucosale toediening van triamcinolonacetonide bij orale lichen planus onderdrukt de ontstekingsreactie en verlicht pijn en irritatie. Het effect treedt op na enkele dagen.
Groepsinformatie
hydrocortison (in de dermatologie) hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.
- betamethason (in de dermatologie) (D07AC01) Vergelijk
- betamethason in propyleenglycol (D07AC01) Vergelijk
- clobetasol (D07AD01) Vergelijk
- clobetason (D07AB01) Vergelijk
- desoximetason (D07AC03) Vergelijk
- flumetason (D07AB03) Vergelijk
- fluticason (in de dermatologie) (D07AC17) Vergelijk
- hydrocortisonbutyraat (D07AB02) Vergelijk
- mometason (in de dermatologie) (D07AC13) Vergelijk
- triamcinolon (mondpasta) (A01AC01) Vergelijk
- triamcinolonacetonide (in de dermatologie) (D07AB09) Vergelijk
Groepsinformatie
triamcinolon (mondpasta) hoort bij de groep corticosteroïden, cutaan/oromucosaal.
- betamethason (in de dermatologie) (D07AC01) Vergelijk
- betamethason in propyleenglycol (D07AC01) Vergelijk
- clobetasol (D07AD01) Vergelijk
- clobetason (D07AB01) Vergelijk
- desoximetason (D07AC03) Vergelijk
- flumetason (D07AB03) Vergelijk
- fluticason (in de dermatologie) (D07AC17) Vergelijk
- hydrocortison (in de dermatologie) (D07AA02) Vergelijk
- hydrocortisonbutyraat (D07AB02) Vergelijk
- mometason (in de dermatologie) (D07AC13) Vergelijk
- triamcinolonacetonide (in de dermatologie) (D07AB09) Vergelijk