Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

aldesleukine

immunostimulantia, overige L03AC01

Sluiten

plerixafor

immunostimulantia, overige L03AX16

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Proleukin Clinigen Healthcare Ltd.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectie- of infusievloeistof
Sterkte
22 × 10 6 IE

Bevat na reconstitutie 18 × 10 6 IE/ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Mozobil XGVS Sanofi SA

Toedieningsvorm
Oplossing voor injectie
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 1,2 ml

Plerixafor XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Oplossing voor injectie
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 1,2 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van niercelcarcinoom de geldende behandelrichtlijn op richtlijnendatabase.nl.

Advies

Voor de mobilisatie van voorlopercellen bedoeld voor stamceltherapie is G-CSF (filgrastim), eventueel in combinatie met chemotherapie, een middel van eerste keus. Bij de patiënten met een lymfoom of multipel myeloom die te weinig stamcellen verzamelen met G-CSF en met chemotherapie (cyclofosfamide), en hierdoor geen stamceltransplantatie kunnen ondergaan, kan mobilisatie met G-CSF met plerixafor worden overwogen. Aangetoond is dat toevoeging van G-CSF de opbrengst CD34+ cellen verhoogt.

Indicaties

  • Gemetastaseerd niercelcarcinoom.

Indicaties

In combinatie met granulocyten-koloniestimulerende groeifactor (G-CSF), ter stimulering van de mobilisatie van hematopoëtische stamcellen naar het perifere bloed, ten einde deze te verzamelen en vervolgens te gebruiken voor autologe transplantatie.

  • bij volwassen patiënten met een lymfoom of multipel myeloom waarbij hematopoëtische stamcellen niet goed zijn te mobiliseren;
  • bij kinderen met een lymfoom of solide maligne tumoren:
    • preventief, wanneer verwacht wordt dat er te weinig circulerende stamcellen op de voorspelde dag van oogsten na adequate mobilisatie met G-CSF (met of zonder chemotherapie) zijn, met betrekking tot de gewenste opbrengst aan hematopoëtische stamcellen, of
    • bij wie het eerder niet is gelukt voldoende hematopoëtische stamcellen te oogsten.

Doseringen

Vanwege de kans op (toename van) bacteriële infecties, bij aanwezigheid van een centrale veneuze katheter profylactisch antibiotica geven.

In levensbedreigende situaties ten gevolge van het gebruik van aldesleukine kan dexamethason worden gegeven.

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd niercelcarcinoom:

Volwassenen:

Intraveneus als continue infusie: 18 × 10 6 IE/m² lichaamsoppervlak in 24 uur gedurende 5 dagen, gevolgd door 2–6 dagen rust. Vervolgens nogmaals 18 × 10 6 IE/m² lichaamsoppervlak in 24 uur gedurende 5 dagen, gevolgd door 3 weken rust (= 1 cyclus). Hierna de cyclus éénmaal herhalen.

In geval van remissie of stabilisatie van de ziekte max. 4 onderhoudsbehandelingen (18 × 10 6 IE/m² lichaamsoppervlak in 24 uur gedurende 5 dagen) met telkens 4 weken tussenpauze geven.

Subcutane injectie: 18 × 10 6 IE/dag gedurende 5 dagen, gevolgd door 2 dagen rust. In de daarop volgende 3 weken op dag 1 en 2 van elke week 18 × 10 6 IE/dag en op dag 3 tot en met 5 van elke week 9 × 10 6 IE/dag. Op dag 6 en 7 geen behandeling geven. Na 1 week rust deze 4-wekencyclus herhalen. Dit schema ook volgen bij patiënten in remissie of met stabilisering van de ziekte.

Ouderen (≥ 65 j.), mensen met verminderde lever-, nierfunctie: wees voorzichtig voor mogelijk verhoogde gevoeligheid voor bijwerkingen.

Bij onacceptabele bijwerkingen de dosis verlagen of de toediening onderbreken, totdat de bijwerkingen tot een acceptabel niveau zijn afgenomen. De invloed hiervan op het therapeutisch effect en de mediane overleving is niet bekend.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Mobilisatie van hematopoëtische stamcellen:

Volwassenen

De aanbevolen dosis bij ≤ 83 kg lichaamsgewicht: 20 mg/dag óf 0,24 mg/kg lichaamsgewicht/dag; bij > 83 kg lichaamsgewicht: 0,24 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Toedienen als subcutane injectie, 6–11 uur vóór de start van elke aferese; max. 40 mg/dag. Gedurende 4 dagen vóór de eerste dosis plerixafor en voorafgaand aan de aferese: 10 microg/kg G-CSF in de ochtend geven. Bij klinische onderzoeken is plerixafor meestal gedurende 2–4 (max. 7) opeenvolgende dagen gebruikt.

Kinderen

0,24 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Toedienen als subcutane injectie, 6–11 uur vóór de start van elke aferese; max. 40 mg/dag. Gedurende 4 dagen vóór de eerste dosis plerixafor en voorafgaand aan de aferese: 10 microg/kg G-CSF in de ochtend geven. Bij klinische onderzoeken is plerixafor meestal gedurende 2–4 (max. 7) opeenvolgende dagen gebruikt.

Bij nierinsufficiëntie: bij een creatinineklaring 20–50 ml/min de dosis met een derde verlagen tot 0,16 mg/kg/dag; max. 27 mg/dag. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min en bij hemodialysepatiënten is er onvoldoende klinische ervaring voor een dosisadvies.

Bij patiënten met een gewicht > 175% van het ideale lichaamsgewicht, zijn de dosis en behandeling met plerixafor niet onderzocht.

Bijwerkingen

De meeste bijwerkingen zijn zelflimiterend en verdwijnen binnen 1–2 dagen na staken van de therapie.

Zeer vaak (> 10%): tachycardie, aritmie, pijn op de borst. Hypotensie. Dyspneu, hoesten. Misselijkheid met of zonder braken, diarree, stomatitis. Hypothyroïdie. Anorexia. Angstgevoelens, verwardheid, depressie, slapeloosheid. Duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie, slaperigheid. Erytheem, huiduitslag, huidschilfering, jeuk, transpireren. Oligurie, verhoogd serumureum en -creatinine. Anemie, trombocytopenie. Reacties, pijn of ontsteking op de injectieplaats, koorts, lusteloosheid, asthenie en vermoeidheid, gewichtstoename met oedeemvorming, gewichtsafname.

Vaak (1–10%): sepsis. Cyanose, ECG-veranderingen van tijdelijke aard, myocardiale ischemie, hartkloppingen, hartfalen. Flebitis, hypertensie. Longoedeem, pleurale effusie, hypoxie, hemoptoë, epistaxis, neusverkoudheid, rinitis, infectie van de luchtwegen. Dysfagie, dyspepsie, obstipatie, gastro-intestinale bloeding incl. rectale bloeding, haematemesis, ascites, cheilitis, gastritis. Hyperthyroïdie. Prikkelbaarheid, onrust, hallucinaties. Neuropathie, syncope, spraakstoornissen, smaakverlies, lethargie. Conjunctivitis. Leukopenie, eosinofilie. Stollingsstoornissen incl. diffuse intravasale stolling. Acidose, hyperglykemie, hyper- of hypocalciëmie, hyperkaliëmie, hyponatriëmie, hypofosfatemie. Stijging van levertransaminasen en alkalische fosfatase, verhoging van lactaatdehydrogenase, hyperbilirubinemie, hepatomegalie of hepatosplenomegalie. Alopecia, urticaria. Spierpijn, gewrichtspijnen. Dehydratie. Hematurie, nierfalen, anurie. Mucositis, nodulus op de injectieplaats. Hypothermie, influenza-achtig ziektebeeld.

Soms (0,1–1%): overgevoeligheidsreactie, o.a. angio-oedeem. Myocardinfarct, myocarditis, cardiomyopathie, hartstilstand, pericardiale effusie. Coma, convulsies, paralyse, myasthenie. Trombose, tromboflebitis, hemorragie. Pancreatitis, intestinale obstructie, gastro-intestinale perforatie incl. necrose/gangreen. Vitiligo. Myopathie, myositis. Neutropenie. Hypoglykemie.

Zelden (0,01–0,1%): anafylaxie. Diabetes mellitus. Oogzenuwaandoeningen incl. optische neuritis. Ventriculaire hypokinesie. Longembolie, 'adult respiratory distresssyndrome' (ARDS). Activering van de ziekte van Crohn. Cholecystitis, (fataal) leverfalen. Agranulocytose, aplastische anemie, hemolytische anemie, neutropenische koorts. Vesiculobulleuze huiduitslag, Stevens-Johnson-syndroom. Necrose op de injectieplaats.

Verder zijn gemeld: intracraniële/cerebrale bloeding, CVA, leuko-encefalopathie. Harttamponade. (Cerebrale) vasculitis. Capillaire-leksyndroom (soms fataal). Rabdomyolyse.

De meeste patiënten ervaren tijdens de behandeling lymfocytopenie en eosinofilie, met een rebound lymfocytose binnen 24–48 uur na behandeling; ernstige manifestaties van eosinofilie (o.a. infiltratie van hart- en longweefsel) zijn gemeld.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): diarree, misselijkheid. Reacties op de injectie- en infusieplaats.

Vaak (1-10%): insomnia, duizeligheid, hoofdpijn. Braken, buikpijn, dyspepsie, gezwollen buik, constipatie, flatulentie, orale hypo-esthesie, droge mond. Hyperhidrose, erytheem. Artralgie, pijn in het skeletspierstelsel. Vermoeidheid, malaise.

Soms (0,1-1%): allergische reacties (urticaria, periorbitale zwelling, dyspneu of hypoxie), anafylactische reactie en anafylactische shock. Abnormale dromen, nachtmerries.

Verder zijn gemeld: myocardinfarct, hyperleukocytose, splenomegalie, miltruptuur (in combinatie met G-CSF), vasovagale reactie (orthostatische hypotensie en/of syncope) en paresthesie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Niet gebruiken in combinatie met cisplatine, vinblastine of dacarbazine vanwege de kans op een fataal verlopend tumorlysissyndroom.

Overgevoeligheidsreacties (erytheem, jeuk, hypotensie) binnen enkele uren na toediening zijn gemeld bij combinatie van hoge doses aldesleukine en cytostatica (m.n. dacarbazine, cisplatine, tamoxifen en interferon α).

Bij gelijktijdig gebruik van interferon α is er meer kans op ernstige rabdomyolyse, hartaandoeningen (myocardinfarct, myocarditis, ventriculaire hypokinesie), auto-immuun en inflammatoire ziekten (zoals halvemaanvormig IgA glomerulonefritis, oculobulbair myasthenia gravis, inflammatoire artritis, thyroïditis, bulleus pemfigoïd en Stevens-Johnson-syndroom).

Het gebruik van contrastmedia binnen twee weken na toediening van aldesleukine kan resulteren in een heroptreden (< 2 w., soms na enkele mnd.) van de bijwerkingen van aldesleukine.

Glucocorticoïden kunnen de werking verminderen; gelijktijdige toediening daarom vermijden tenzij levensbedreigende bijwerkingen behandeld moeten worden tot een acceptabel niveau (dexamethason).

Gelijktijdige toediening van cardio-, hepato-, myelo- of nefrotoxische middelen kan de toxiciteit versterken.

Bloeddrukverlagende middelen kunnen de hypotensie versterken.

De reactie op centraal werkende middelen kan door aldesleukine veranderen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren, aanwijzingen voor schadelijkheid (toegenomen embryoletaliteit) bij doseringen die toxisch waren voor het moederdier.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overige: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Op basis van het farmacodynamische werkingsmechanisme zijn congenitale misvormingen aannemelijk. Bij dieren schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik ontraden, tenzij een behandeling klinisch noodzakelijk is.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Het geven van borstvoeding onderbreken gedurende de behandeling.

Contra-indicaties

  • performance status van ECOG (Eastern Cooperative Oncology Group) ≥ 2;
  • ECOG performance status van ≥ 1 én ≥ 1 orgaan met metastasen én een periode van minder dan 24 maanden tussen de diagnose van de primaire tumor en aanmelding voor behandeling met aldesleukine;
  • metastasen in het centraal zenuwstelsel, met uitzondering van met succes behandelde hersenmetastasen;
  • toevallen;
  • actieve infectie die antibiotica vereist;
  • ernstige cardiovasculaire aandoeningen (ook in de anamnese);
  • pO2 < 60 mmHg in rust;
  • reeds aanwezige ernstige orgaanstoornissen.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Beoordeel vóór de behandeling de X-thorax, ECG (evt. stresstest) en arteriële bloedgassen.

Bepaal vóóraf en regelmatig tijdens de behandeling het volledig bloedbeeld, de vocht– en elektrolytenbalans, bloedglucose en nier- en leverfunctieparameters. Voorzichtig bij leukocyten < 4,0 × 109, trombocyten < 100 × 109/l, hematocriet < 30%, of bij lever- en nierfunctiestoornissen en bij ouderen, vanwege een verhoogde gevoeligheid voor bijwerkingen. Terughoudend geven bij orgaantransplantaties in de anamnese, bij auto-immuunziekten en indien behandeling met corticosteroïden noodzakelijk is. Auto-immuunziekten kunnen optreden of verergeren, mogelijk leidend tot levensbedreigende complicaties. Controle van de schildklierfunctie of andere mogelijke symptomen van auto-immuniteit is aangewezen.

Bij i.v.-toediening dienen intensive care-faciliteiten beschikbaar te zijn. De bloedsomloop, ademhaling en andere orgaanfuncties, inclusief de mentale status en urineproductie, dienen te worden bewaakt. Aldesleukine toediening (met name i.v.) is in verband gebracht met het capillairleksyndroom (CLS), dat gekenmerkt wordt door een verminderde vaattonus en extravasatie van plasma–eiwitten in de extravasculaire ruimten. CLS veroorzaakt hypotensie, tachycardie, verminderde perfusie van organen en (long)oedeem. De symptomen treden binnen 2–12 uur na toediening op. Indien maatregelen zoals toediening van vocht of lage doses dopamine geen effect hebben bij capillaire vaatlekkage, de behandeling met aldesleukine staken.

Aldesleukine kan de vochtafscheiding van sereuze oppervlakken verhogen, behandel bestaande effusies daarom vooraf. Bij een rochelende, versnelde ademhaling of dyspneu de longfuncties bewaken; soms kan intubatie nodig zijn.

Indien lethargie of slaperigheid optreedt de behandeling staken; verdergaande toediening kan leiden tot coma. Verder kan een verandering in de geestesgesteldheid nog enkele dagen voortduren na staken van de therapie.

De glucosehuishouding bij patiënten met diabetes mellitus kan verstoord raken.

De effectiviteit en veiligheid bij kinderen zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Gebruiken onder supervisie van een arts met ervaring op het gebied van oncologie en/of hematologie en in samenwerking met een hematologisch-oncologisch centrum met ervaring op dit gebied, en mogelijkheden voor monitoring van hematopoëtische voorlopercellen.

Leeftijd > 60 jaar en/of voorafgaande myelosuppressieve chemotherapie en/of uitgebreide voorafgaande chemotherapie en/of een piekwaarde van circulerende stamcellen < 20 stamcellen/microliter zijn voorspellers van een slechte mobilisatie.

Plerixafor kan de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen beïnvloeden, vanwege duizeligheid, vermoeidheid of vasovagale reacties.

Bij gebruik van plerixafor in combinatie met G-CSF voor mobilisatie van hematopoëtische stamcellen bij lymfoom of multipel myeloom, is aangetoond dat het aantal gemobiliseerde tumorcellen niet verhoogd is ten opzichte van gebruik van G-CSF alleen.

Het gebruik voor de mobilisatie en het verzamelen van hematopoëtische stamcellen wordt afgeraden bij patiënten met leukemie, omdat leukemiecellen kunnen worden gemobiliseerd die het product van de aferese kunnen contamineren.

Het aantal witte bloedcellen en bloedplaatjes tijdens behandeling en aferese regelmatig controleren. Bij een aantal neutrofiele granulocyten in het perifere bloed van > 50 × 109 cellen/l, de toediening heroverwegen.

Voor het optreden van vasovagale en allergische reacties dienen geschikte voorzorgsmaatregelen te worden genomen.

Bij pijn, links in de bovenbuik en/of in de schouderbladen of de schouders, de milt onderzoeken vanwege enige kans op een miltruptuur.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn nog niet vastgesteld.

Overdosering

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met aldesleukine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen: maag-darmaandoeningen, vasovagale reacties, orthostatische hypotensie en/of syncope.

Neem voor (meer) informatie over een vergiftiging met plerixafor contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Glycoproteïne, bereid via recombinant DNA-technologie, waarbij gebruik is gemaakt van een genetisch gemanipuleerde Escherichia coli-stam. De biologische activiteit komt overeen met die van humaan interleukine-2, een natuurlijk voorkomend lymfokine. Het is een belangrijke groeifactor voor T-lymfocyten en kan ook de productie en afgifte van andere cytokinen induceren en verschillende typen lymfocyten aanzetten tot activering en proliferatie. Door stimulatie van het immuunsysteem worden tumorcellen vernietigd.

Kinetische gegevens

F s.c. 31–47%.
T max s.c. 2–6 uur. Bij continue i.v.-infusie ca. 11 uur bij een vaste infusiesnelheid en ca. 4,4 uur bij decrescendo toediening.
Metabolisering vnl. in de nieren.
Overig plasma-eliminatie verloopt bifasisch.
Eliminatie Gedeeltelijk, met de urine als metaboliet.
T 1/2el i.v. 100–124 min, s.c. 3–5 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Bicyclamderivaat; een selectieve reversibele antagonist van de CXCR4-chemokinereceptor en blokkeert de binding van zijn verwante ligand SDF-1α ('stromalcell-derived factor-1alfa' = CXCL12). Aangenomen wordt dat verstoring van de binding van CXCR4 aan SDF-1alfa door plerixafor, leukocytose veroorzaakt en een toename van het aantal autologe perifere bloedvoorlopercellen ('peripheral blood progenitor cells' = PBPC) vanuit het beenmerg naar het perifere bloed geeft. Er komen zowel volwassen als pluripotente cellen in de systemische circulatie voor. De CD34+-cellen die door plerixafor zijn gemobiliseerd, zijn functioneel en in staat tot 'engraftment' met langdurige hematopoëtische her-populatie.

Kinetische gegevens

T max 30–60 min.
V d 0,3 l/kg.
Eliminatie vnl. via urine, ca. 70% van de dosis, onveranderd, in de eerste 24 uur na toediening.
T 1/2el 3–5 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

aldesleukine hoort bij de groep immunostimulantia, overige.

  • BCG-vaccin (bij maligne aandoening) (L03AX03) Vergelijk
  • immunocyanine (L03AX10) Vergelijk
  • plerixafor (L03AX16) Vergelijk
  • tasonermine (L03AX11) Vergelijk

Groepsinformatie

plerixafor hoort bij de groep immunostimulantia, overige.

  • aldesleukine (L03AC01) Vergelijk
  • BCG-vaccin (bij maligne aandoening) (L03AX03) Vergelijk
  • immunocyanine (L03AX10) Vergelijk
  • tasonermine (L03AX11) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunostimulantia, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • immunostimulantia, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".