Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

doravirine

HIV Non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers J05AG06

Sluiten

nevirapine

HIV Non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers J05AG01

Sluiten

Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Pifeltro Bijlage 2 Aanvullende monitoring Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
100 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Nevirapine (als hemihydraat) Bijlage 2 Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
200 mg

Nevirapine (als anhydraat) Bijlage 2 Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet met gereguleerde afgifte
Sterkte
400 mg

Viramune (als hemihydraat) Bijlage 2 Boehringer Ingelheim bv

Toedieningsvorm
Suspensie
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
fles 240 ml

Conserveermiddelen: methyl– en propylparahydroxybenzoaat. Bevat tevens: sucrose (150 mg/ml), sorbitol.

Viramune (anhydraat) Bijlage 2 Boehringer Ingelheim bv

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
200 mg
Toedieningsvorm
Tablet met gereguleerde afgifte
Sterkte
100 mg, 400 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Eerste keus in de behandeling van therapie-naïeve volwassen patiënten met een HIV-1-infectie is tripeltherapie bestaande uit een integraseremmer (INSTI) met twee nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NRTI’s). De keuze voor een combinatie van antiretrovirale middelen is afhankelijk van diverse factoren, en dient te worden gemaakt op geleide van het resistentieprofiel. Zie voor meer informatie de richtlijn HIV op NVHB.nl.

Doravirine is een nieuwe NNRTI. In het algemeen komt een combinatie van een NNRTI met 2 NTRI’s in specifieke situaties in aanmerking, als niet wordt uitgekomen met de voorkeurscombinaties.

Aan de vergoeding van doravirine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Advies

Eerste keus in de behandeling van therapie-naïeve volwassen patiënten met een HIV-1-infectie is tripeltherapie bestaande uit een integraseremmer (INSTI) met twee nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NRTI’s). De keuze voor een combinatie van antiretrovirale middelen is afhankelijk van diverse factoren, en dient te worden gemaakt op geleide van het resistentieprofiel. Zie voor meer informatie de richtlijn HIV op NVHB.nl.

Nevirapine is een NNRTI. Vanwege de kans op ernstige en mogelijk levensbedreigende bijwerkingen, en omdat nevirapine minder effectief is bevonden dan efavirenz (ook een NNRTI), wordt nevirapine afgeraden als onderdeel van de initiële therapie bij therapie-naïeve volwassenen met HIV-1.

Aan de vergoeding van nevirapine zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

Bij volwassenen:

  • Behandeling van een HIV-1-infectie zonder aanwijzingen voor resistentie tegen de NNRTI-klasse, en in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen.

Gerelateerde informatie

  • HIV-infectie

Indicaties

  • Behandeling van een HIV-1-infectie, in combinatie met andere antiretrovirale geneesmiddelen.

Gerelateerde informatie

  • HIV-infectie

Dosering

Klap alles open Klap alles dicht

HIV-1-infectie:

Volwassenen (incl. ouderen):

Eén tablet 1×/dag.

Dosisaanpassing bij comedicatie met matig-sterke CYP3A-inductoren: Bij gelijktijdig gebruik van rifabutine of andere matig-sterke CYP3A-inductoren (bosentan, dabrafenib, modafinil, telotristat-ethyl), indien dit niet vermijdbaar is, één tablet 2×/dag (met een interval van ca. 12 uur).

Verminderde nierfunctie: bij een lichte tot ernstige nierfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Doravirine is niet onderzocht bij terminaal nierfalen of dialysepatiënten.

Verminderde leverfunctie: bij een lichte of matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5-9) is geen dosisaanpassing nodig. Wees voorzichtig bij ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10-15), doravirine is hierbij niet onderzocht; onbekend is of de blootstelling aan doravirine toeneemt.

Een vergeten dosis: alleen nog innemen indien de volgende (geplande) dosis minstens 12 uur later moet worden ingenomen. Geen dubbele dosis innemen om een gemiste dosis in te halen.

Toedieningsinformatie: de tablet oraal innemen, met of zonder voedsel.

Dosering

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op HIV-middelen van tdm-monografie.org.

Tabletten met gereguleerde afgifte zijn niet geschikt voor de 14–daagse gewenningsperiode; voor deze periode gewone tabletten of de suspensie gebruiken.

Tot een dosis van 200 mg hebben de gewone tabletten en de suspensie een vergelijkbare biologische beschikbaarheid en zijn dan onderling uitwisselbaar.

Nevirapine wordt in combinatie met ten minste twee aanvullende antiretrovirale middelen gegeven.

Klap alles open Klap alles dicht

HIV-1 infectie:

Volwassenen en kinderen > 50 kg lichaamsgewicht of > 1,25 m² lichaamsoppervlak (formule van Mosteller):

Begindosering (tablet met directe afgifte): 200 mg 1×/dag gedurende 14 dagen, daarna 200 mg (directe afgifte) 2×/dag of 400 mg (gereguleerde afgifte) 1×/dag; 400 mg/dag is tevens de maximale dosering.

Verminderde leverfunctie: niet gebruiken bij een Child-Pughscore 10–15 (zie rubriek Contra-indicaties); bij een Child-Pughscore t/m 9 is geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde nierfunctie: het wordt aanbevolen bij dialyse een extra dosis van 200 mg te geven ná elke dialysebehandeling. Bij een creatinineklaring ≥ 20 ml/min hoeft de dosering niet aangepast te worden.

Kinderen < 16 jaar (en < 50 kg lichaamsgewicht) excl. neonaten:

Volgens de fabrikant is de dosering op basis van lichaams oppervlak): begindosering (orale suspensie) 150 mg/m² lichaamsoppervlak 1×/dag gedurende 14 dagen. Daarna 150 mg/m² lichaamsoppervlak (orale suspensie) 2×/dag of als volgt met tabletten met gereguleerde afgifte 1×/dag: bij 0,58–0,83 m² lichaamsoppervlak: 2 tabletten van 100 mg, bij 0,84–1,16 m² lichaamsoppervlak: 3 tabletten van 100 mg, en bij ≥ 1,17 m² lichaamsoppervlak: 1 tablet van 400 mg.

Volgens het Kinderformularium van het NKFK is de dosering (conform de Nederlandse en Amerikaanse HIV-richtlijn) op basis van lichaams oppervlak (BSA): kinderen van 1 maand tot 8 jaar: begindosering (oraal: suspensie of tablet met directe afgifte) 200 mg/m² lichaamsoppervlak 1×/dag gedurende 14 dagen. Daarna 400 mg/m² lichaamsoppervlak/dag verdeeld over 2 doses, max. 400 mg/dag. Bij kinderen ≥ 8 jaar: begindosering (tablet met directe afgifte) 120–150 mg/m² lichaamsoppervlak 1×/dag gedurende 14 dagen. Daarna 240–300 mg/m² lichaamsoppervlak verdeeld over 2 doses, max. 400 mg/dag. Onderhoudsdosering (tablet met gereguleerde afgifte, vanaf 6 jaar): BSA 0,58–0,83 m²: 200 mg 1×/dag; BSA 0,84–1,16 m²: 300 mg 1×/dag; BSA ≥ 1,17 m²: 400 mg 1×/dag.

Volgens de fabrikant is de dosering op basis van lichaams gewicht): begindosering (orale suspensie) tot een leeftijd van 8 jaar 4 mg/kg 1×/dag gedurende twee weken, daarna 7 mg/kg 2×/dag. Vanaf de leeftijd van 8 jaar 4 mg/kg 1×/dag gedurende twee weken, daarna 4 mg/kg 2×/dag. Of als volgt met tabletten met gereguleerde afgifte na de gewenningsperiode 1×/dag: bij kinderen jonger dan 8 jaar 12,5–17,8 kg: 2 tabletten van 100 mg; 17,9–24,9 kg: 3 tabletten van 100 mg; > 25 kg: 1 tablet van 400 mg. Bij kinderen vanaf 8 jaar als volgt: 17,9-31,2 kg: 2 tabletten van 100 mg; 31,3-43,7 kg: 3 tabletten van 100 mg; > 43,8 kg: 1 tablet van 400 mg.

Verminderde leverfunctie: niet gebruiken bij een Child-Pughscore 10–15 (zie rubriek Contra-indicaties); bij een Child-Pughscore t/m 9 is geen dosisaanpassing nodig.

Verminderde nierfunctie: bij pediatrische patiënten die dialyse ondergaan een extra dosis geven van 50% van de dagelijks dosis als suspensie of als tablet met directe afgifte, na elke dialysebehandeling. Volgens het Kinderformularium van het NKFK is aanpassing van de dosis bij kinderen > 3 maanden met een gestoorde nierfunctie (NB. die geen dialyse ondergaan) niet nodig.

Neonaten:

Volgens het Kinderformularium van het NKFK (conform de Nederlandse en Amerikaanse HIV-richtlijn): bij een à terme neonaat 12 mg/kg lichaamsgewicht/dag (suspensie) verdeeld over 2 doses; bij een pre-terme neonaat (zwangerschapsduur 34–37 weken): startdosering 8 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 2 doses gedurende week 1, na week 1 is de onderhoudsdosering 12 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 2 doses.

Indien een dosis is vergeten bij gebruik van de tablet met directe afgifte of van de orale suspensie, deze alsnog innemen binnen 8 uur of als dit niet meer mogelijk is de gemiste dosis overslaan en de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen. Indien een dosis is vergeten bij gebruik van de tabletten met gereguleerde afgifte, deze alsnog innemen indien nog geen 12 uren zijn verstreken; bij meer dan 12 uren de gemiste dosis overslaan en de volgende dosis op het gebruikelijke tijdstip innemen.

Indien een geïsoleerde huiduitslag optreedt tijdens de eerste 14 dagen, de dosis pas verhogen als de huiduitslag is verdwenen. De startdosering mag echter nooit langer dan 28 dagen worden gegeven; kies in dat geval een alternatieve behandeling. Indien de huiduitslag ernstig is of gepaard gaat met algemene symptomen het gebruik definitief staken (zie Waarschuwingen en voorzorgen).

Indien langer dan 7 dagen geen nevirapine is ingenomen, opnieuw starten met de begindosering.

Toedieningsinformatie: zowel de gewone tablet als de tablet met gereguleerde afgifte heel (zonder kauwen of stukbreken) innemen met vloeistof. De suspensie vóór gebruik voorzichtig schudden.

Bijwerkingen

Gemeld in combinatie met andere antiretrovirale middelen zijn:

Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, somnolentie. Abnormale dromen, slapeloosheid. Misselijkheid, braken, (boven)buikpijn, flatulentie, diarree. Huiduitslag (erythemateus, gegeneraliseerd, (maculo)papuleus, urticaria). Vermoeidheid. Verhoogde ALAT-waarde.

Soms (0,1-1%): hypertensie. Aandachtsstoornis, geheugenverlies, paresthesie, hypertonie, slaap van een slechte kwaliteit. Nachtmerrie, depressie, angst (incl. gegeneraliseerde angststoornis), prikkelbaarheid, verwardheid, zelfmoordgedachten. Abdominale distensie of - ongemak, dyspepsie, obstipatie, zachte ontlasting, gestoorde maag-darmmotiliteit (incl. frequente stoelgang). Myalgie, artralgie. Jeuk. Malaise, asthenie. Afgenomen hemoglobinewaarde. Toegenomen waarden van ASAT, amylase, lipase. Hypofosfatemie.

Zelden (0,01-0,1%): dyspneu, tonsillaire hypertrofie. Agressie, hallucinaties, aanpassingsstoornis, veranderde stemming, slaapwandelen. Verminderde nierfunctie, nefrolithiase, urinewegsteen, (andere) nieraandoening. Rectaal tenesmus. Pijn (o.a. op de borst), dorst, rillingen. Pustuleuze huiduitslag, allergische dermatitis, rosacea. Hypomagnesiëmie. Verhoogde CK-waarde in bloed.

Verder zijn gemeld: het immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) en auto-immuunziekten, voor meer informatie zie rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): milde tot matig–ernstige huiduitslag, zoals maculopapuleuze of erythemateuze huiduitslag met of zonder jeuk.

Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties zoals anafylactische reactie, angio-oedeem en urticaria. Hoofdpijn, vermoeidheid, koorts. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Granulocytopenie (vaker bij kinderen). Afwijkende leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, AF, γ-GT en totaal bilirubine), hepatitis, (acute) ernstige, levensbedreigende levertoxiciteit.

Soms (0,1-1%): verhoogde bloeddruk. Ernstige huiduitslag zoals Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) of toxische epidermale necrolyse (TEN). Geelzucht. Artralgie, myalgie. Anemie.

Zelden (0,01-0,1%): geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom).

Verder zijn gemeld: rabdomyolyse (bij het optreden van huid- en/of leverreacties), gevallen van osteonecrose; vooral bij patiënten met algemeen erkende risicofactoren, voortgeschreden HIV-infectie of langdurige blootstelling aan antiretrovirale combinatietherapie (cART).

cART kan gepaard gaan met gewichtstoename en metabole stoornissen (zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, insulineresistentie, hyperglykemie en het ontstaan van of verergering van bestaande diabetes mellitus).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Doravirine is substraat voor CYP3A4. Volgens de fabrikant is gelijktijdig gebruik van krachtige inductoren van CYP3A gecontra-indiceerd, vanwege naar verwachting sterke daling van de plasmaconcentratie van doravirine. Voorbeelden van dergelijke geneesmiddelen zijn: carbamazepine, oxcarbazepine, fenytoïne, fenobarbital, rifampicine, lumacaftor, enzalutamide, mitotaan, sint-janskruid. Combinatie met matig-sterke CYP3A-inductoren (bv. rifabutine, bosentan, dabrafenib, modafinil, telotristat-ethyl) vermijden, als dit niet mogelijk is de dosis doravirine aanpassen, zie rubriek Dosering.

Voor meer informatie over deze en andere interacties van doravirine en eventuele benodigde dosisaanpassingen, zie de pagina HIV-interacties van de UCSF (University of California, San Francisco).

Interacties

Zie voor informatie over de interacties van nevirapine en eventuele benodigde dosisaanpassingen de pagina HIV-interacties van de UCSF (University of California, San Francisco).

Zwangerschap

Doravirine passeert de placenta (bij dieren).

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid bij supratherapeutische doseringen.

Advies: Uit voorzorg het gebruik ontraden.

Zwangerschap

Nevirapine passeert de placenta.

Teratogenese: Er zijn relatief weinig gegevens bij de mens; die geven geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken, zie ook de richtlijn HIV van de NVHB. Indien mogelijk nevirapine niet gebruiken indien de zwangere een CD4–waarde > 250 × 106 cellen/l in combinatie met detecteerbaar plasma HIV–1 RNA (≥ 50 kopieën/ml) heeft vanwege het risico van ernstige levertoxiciteit.

Overig: Bij gelijktijdige toediening met hormonale anticonceptiva, met uitzondering van parenteraal toegediend medroxyprogesteron (depot), aanvullende anticonceptieve maatregelen nemen. Om HIV–transmissie te voorkómen, een barrière–voorbehoedsmiddel kiezen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.

Advies: Bij een maternale HIV-infectie borstvoeding ontraden omdat de kans bestaat op overdracht van HIV.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Advies: Bij een maternale HIV-infectie borstvoeding ontraden omdat de kans bestaat op overdracht van HIV.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

Zie de rubriek Interacties.

Contra-indicaties

  • ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) of uitgangswaarden van ASAT/ALAT > 5× ULN ('upper limit of normal range'; totdat deze zijn gestabiliseerd tot waarden daar onder);
  • klinische hepatitis of ASAT/ALAT > 5× ULN tijdens een voorgaande behandeling met nevirapine en vervolgens snel opnieuw optreden van leverfunctieafwijkingen bij herstart van het toedienen;
  • ernstige huiduitslag of huiduitslag die gepaard gaat met constitutionele symptomen of overgevoeligheidsreacties bij eerder gebruik van nevirapine, dat tot staken van de behandeling had geleid.

Voor meer contra-indicaties zie de link binnen de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Doravirine is niet onderzocht na eerder virologisch falen op enige andere antiretrovirale behandeling. Er is onvoldoende bewijs om het gebruik van doravirine te rechtvaardigen bij infectie met HIV-1 met bewijs van resistentie tegen de NNRTI-klasse. Er zijn verscheidene NNRTI-substituties die in verband staan met een reductie van de klinische werkzaamheid, voor meer informatie hierover zie de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 5.1, kopje Resistentie) via 'Zie ook'.

Immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) is gemeld, vooral bij ernstige immuundeficiëntie bij aanvang van de behandeling. Wees hierbij voorzichtig, in verband met meer kans op ontstekingsreacties op latent aanwezige opportunistische infecties, met ernstige klinische ziektebeelden tot gevolg (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde mycobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci-pneumonie). In dit kader kunnen ook auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves, auto-immuunhepatitis, polymyositis en het Guillain-Barré-syndroom) optreden door immuunreactivering. De tijd tot optreden van deze ziekten is variabel, echter vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling.

Onderzoeksgegevens: De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen (< 18 jaar) zijn niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen

Verminderde werkzaamheid: Voor een beoordeling van afname van de activiteit van nevirapine bij bepaalde mutaties in het HIV-1: zie de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 5.1) via 'Zie ook'.

Huidtoxiciteit: Ernstige huidreacties treden vooral op gedurende de eerste zes weken van behandeling, maar de kritische periode geldt over de eerste 18 weken. Controleer tijdens deze periode zorgvuldig op het verschijnen van huiduitslag en op leverafwijkingen. De behandeling definitief staken bij het optreden van ernstige huiduitslag (incl. Stevens-Johnsonsyndroom of toxische epidermale necrolyse) of indien de huiduitslag gepaard gaat met algemene verschijnselen als koorts, blaarvorming, orale laesies, spier- of gewrichtspijn, conjunctivitis, oedeem in het gezicht, zwellingen, malaise; instrueer de patiënt het gebruik te staken en zich direct te melden als deze symptomen optreden. Het risico van ernstige huidreacties is groter bij prednisongebruik, bij vrouwen, bij het niet in acht nemen van de startdosering en bij het laat raadplegen van een arts bij de eerste symptomen.

Ook de behandeling definitief staken bij overgevoeligheidsreacties die gepaard gaan met constitutionele symptomen in combinatie met viscerale betrokkenheid zoals hepatitis (controleer leverfunctie), eosinofilie, granulocytopenie en renale disfunctie.

Levertoxiciteit: Bij gebruik van nevirapine is ernstige en levensbedreigende levertoxiciteit (incl. fatale hepatische necrose) voorgekomen, vooral gedurende eerste zes weken van de behandeling, maar net als bij huidreacties gelden de eerste 18 weken als kritische periode. Meer kans op levertoxiciteit is er bij vrouwen, bij een CD4-aantal > 250 × 106 cellen/l bij vrouwen, en > 400 × 106 cellen/l bij mannen in combinatie met detecteerbaar plasma HIV–1 RNA (≥ 50 kopieën/ml) bij aanvang van de behandeling. Verder is er meer kans bij een ASAT of ALAT > 2,5× 'upper limit of normal range' (ULN) en/of bijkomende chronische infectie met hepatitis B en/of C en/of een reeds bestaande leverfunctiestoornis. De leverfunctie nauwkeurig controleren vóór de start van de behandeling en elke twee weken gedurende de eerste twee maanden; daarna in de derde maand eenmaal en vervolgens eenmaal per drie tot zes maanden en vaker bij een ASAT of ALAT ≥ 2,5× ULN en < 5× ULN of indien klinisch noodzakelijk. Staak de behandeling bij een ASAT of ALAT die > 5× ULN is. Hervat, indien geen sprake is van overgevoeligheidsreacties en na normalisatie van de ASAT en ALAT, de behandeling met de begindosering. Staak de behandeling definitief als opnieuw leverfunctiestoornissen optreden.

Immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) is gemeld, vooral bij ernstige immuundeficiëntie bij aanvang van de behandeling. Wees hierbij voorzichtig, in verband met meer kans op ontstekingsreacties op latent aanwezige opportunistische infecties, met ernstige klinische ziektebeelden tot gevolg (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde mycobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci-pneumonie). In dit kader kunnen ook auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves, auto-immuunhepatitis, polymyositis en het Guillain-Barré-syndroom) optreden door immuunreactivering. De tijd tot optreden van deze ziekten is variabel, echter vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling.

Controleer de waarden van nuchtere serumlipiden en bloedglucose; zo nodig behandelen volgens de geldende richtlijnen.

Controleer op osteonecrose bij het ontstaan van pijnlijke en/of het stijf worden van gewrichten.

Onderzoeksgegevens en ervaring: nevirapine is niet specifiek onderzocht bij een leeftijd > 65 jaar.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met doravirine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

bij doseringen vanaf 800 mg/dag zijn tevens gemeld: erythema nodosum, oedeem, slapeloosheid, duizeligheid, pulmonale infiltraten en gewichtsverlies. Bij een pasgeborene is een dosis van 40× de aanbevolen 2 mg/kg/dag gemeld, waarbij lichte neutropenie en hyperlactatemie voorkwam; dit verdween binnen een week zonder enige complicaties, na één jaar was de ontwikkeling van het kind nog steeds normaal.

Therapie

er is geen specifiek antidotum. Absorptie verminderen door toediening van geactiveerde kool. Bij dialysepatiënten neemt de blootstelling aan nevirapine met 43% af gedurende een behandelingsweek; mogelijk kan dialyse dus een rol van betekenis spelen voor wat betreft de eliminatie.

Voor meer informatie over symptomen en behandeling van een vergiftiging met nevirapine zie de stofmonografie nevirapine via de site van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Doravirine is een antiretroviraal middel, behorend tot de zogenoemde non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NNRTI's). Het werkingsspectrum is beperkt tot HIV type 1. Doravirine is een niet-competitieve remmer van het HIV-1-reverse-transcriptase. Doravirine remt niet de menselijke DNA-polymerasen α, β en γ. Er is kruisresistentie waargenomen tussen doravirine en andere NNRTI's (efavirenz, etravirine, nevirapine en rilpivirine).

Kinetische gegevens

T max ca. 2 uur.
F ca. 64%.
V d ca. 0,86 l/kg.
Metabolisering vooral oxidatief; gemedieerd door CYP3A(4).
Eliminatie vooral door metabolisering; in geringe mate onveranderd, via de gal en de urine.
T 1/2el ca. 15 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Nevirapine is een antiviraal middel, behorend tot de zogenaamde non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers (NNRTI's). Het werkingsspectrum van nevirapine is beperkt tot HIV type 1. Nevirapine is een specifieke, non-competitieve remmer van het HIV-1-reverse-transcriptase. Het bindt zich rechtstreeks aan het reverse-transcriptase enzym en blokkeert zo de RNA- en DNA-afhankelijke DNA-polymerase activiteit van het virus door ontregeling van het katalytische gedeelte van het enzym.

Kinetische gegevens

F > 90% (tabl./susp.), ca. 75% (tabl. met gereguleerde afgifte); niet beïnvloed door voedsel.
T max ca. 4 uur (tabl./susp.), 25 uur (tabl. met gereguleerde afgifte).
V d ca. 1,21 l/kg.
Overig De concentratie in de cerebrospinale vloeistof is ca. 45% van de plasmaconcentratie.
Metabolisering uitgebreid in de lever, vooral door de CYP3A-familie.
Eliminatie voornamelijk met de urine, ca. 81% als metabolieten en < 5% onveranderd; ca. 10% met de feces.
T 1/2el ca. 45 uur na eenmalige toediening; na enkele weken gebruik 25–30 uur (door zelfinductie). Bij kinderen neemt de klaring toe met toenemende leeftijd overeenkomend met een toenemend lichaamsoppervlak.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

doravirine hoort bij de groep HIV Non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers.

  • efavirenz (J05AG03) Vergelijk
  • etravirine (J05AG04) Vergelijk
  • nevirapine (J05AG01) Vergelijk
  • rilpivirine (J05AG05) Vergelijk

Groepsinformatie

nevirapine hoort bij de groep HIV Non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers.

  • doravirine (J05AG06) Vergelijk
  • efavirenz (J05AG03) Vergelijk
  • etravirine (J05AG04) Vergelijk
  • rilpivirine (J05AG05) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • HIV Non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers

Indicaties

  • HIV-infectie

Externe links

  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • HIV Non-nucleoside reverse-transcriptaseremmers

Indicaties

  • HIV-infectie

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".