Samenstelling
Mozobil XGVS Genzyme Europe bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 20 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- flacon 1,2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Mepact (in liposoomformulering) XGVS Takeda Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor suspensie voor intraveneuze infusie
- Sterkte
- 4 mg
Flacon bevat na reconstitutie 0,08 mg/ml.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor de mobilisatie van voorlopercellen bedoeld voor stamceltherapie is G-CSF (filgrastim), eventueel in combinatie met chemotherapie, een middel van eerste keus. Bij de patiënten met een lymfoom of multipel myeloom die te weinig stamcellen verzamelen met G-CSF en met chemotherapie (cyclofosfamide), en hierdoor geen stamceltransplantatie kunnen ondergaan, kan mobilisatie met G-CSF met plerixafor worden overwogen. Aangetoond is dat toevoeging van G-CSF de opbrengst CD34+ cellen verhoogt.
Advies
Zie voor de behandeling van de betreffende indicatie de geldende behandelrichtlijn.
Indicaties
In combinatie met granulocyten-koloniestimulerende groeifactor (G-CSF), ter stimulering van de mobilisatie van hematopoëtische stamcellen naar het perifere bloed, ten einde deze te verzamelen en vervolgens te gebruiken voor autologe transplantatie.
- bij volwassen patiënten met een lymfoom of multipel myeloom waarbij hematopoëtische stamcellen niet goed zijn te mobiliseren;
- bij kinderen met een lymfoom of solide maligne tumoren:
- preventief, wanneer verwacht wordt dat er te weinig circulerende stamcellen op de voorspelde dag van oogsten na adequate mobilisatie met G-CSF (met of zonder chemotherapie) zijn, met betrekking tot de gewenste opbrengst aan hematopoëtische stamcellen, of
- bij wie het eerder niet is gelukt voldoende hematopoëtische stamcellen te oogsten.
Indicaties
- Hooggradig reseceerbaar niet-gemetastaseerd osteosarcoom na macroscopisch volledige operatieve resectie en in combinatie met postoperatieve combinatiechemotherapie bij kinderen, adolescenten en jongvolwassenen met een leeftijd 2–30 jaar.
Doseringen
Mobilisatie van hematopoëtische stamcellen:
Volwassenen
De aanbevolen dosis bij ≤ 83 kg lichaamsgewicht: 20 mg/dag óf 0,24 mg/kg lichaamsgewicht/dag; bij > 83 kg lichaamsgewicht: 0,24 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Toedienen als subcutane injectie, 6–11 uur vóór de start van elke aferese; max. 40 mg/dag. Gedurende 4 dagen vóór de eerste dosis plerixafor en voorafgaand aan de aferese: 10 microg/kg G-CSF in de ochtend geven. Bij klinische onderzoeken is plerixafor meestal gedurende 2–4 (max. 7) opeenvolgende dagen gebruikt.
Kinderen
0,24 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Toedienen als subcutane injectie, 6–11 uur vóór de start van elke aferese; max. 40 mg/dag. Gedurende 4 dagen vóór de eerste dosis plerixafor en voorafgaand aan de aferese: 10 microg/kg G-CSF in de ochtend geven. Bij klinische onderzoeken is plerixafor meestal gedurende 2–4 (max. 7) opeenvolgende dagen gebruikt.
Bij nierinsufficiëntie: bij een creatinineklaring 20–50 ml/min de dosis met een derde verlagen tot 0,16 mg/kg/dag; max. 27 mg/dag. Bij patiënten met een creatinineklaring < 20 ml/min en bij hemodialysepatiënten is er onvoldoende klinische ervaring voor een dosisadvies.
Bij patiënten met een gewicht > 175% van het ideale lichaamsgewicht, zijn de dosis en behandeling met plerixafor niet onderzocht.
Doseringen
Hooggradig reseceerbaar niet-gemetastaseerd osteosarcoom:
Kinderen en volwassenen van 2–30 jaar:
Als adjuvante behandeling ná resectie: 2 mg/m² lichaamsoppervlak, toedienen als i.v. infusie gedurende 1 uur. De eerste 12 weken twee keer per week toedienen (met een interval van ten minste 3 dagen tussen infusies), daarna gedurende 24 weken één keer per week ; in totaal 48 infusies in 36 weken.
Bij nierfunctiestoornis: bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een ernstig verminderde nierfunctie kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Bij leverfunctiestoornis:: bij lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–9) is een dosisaanpassing niet nodig. Bij een ernstige leverfunctiestoornis kan geen dosisaanbeveling worden gedaan vanwege onvoldoende gegevens.
Mifamurtide vóór toediening reconstitueren, filteren en verdunnen.
Niet als een bolusinjectie toedienen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): diarree, misselijkheid. Reacties op de injectie- en infusieplaats.
Vaak (1-10%): insomnia, duizeligheid, hoofdpijn. Braken, buikpijn, dyspepsie, gezwollen buik, constipatie, flatulentie, orale hypo-esthesie, droge mond. Hyperhidrose, erytheem. Artralgie, pijn in het skeletspierstelsel. Vermoeidheid, malaise.
Soms (0,1-1%): allergische reacties (urticaria, periorbitale zwelling, dyspneu of hypoxie), anafylactische reactie en anafylactische shock. Abnormale dromen, nachtmerries.
Verder zijn gemeld: myocardinfarct, hyperleukocytose, splenomegalie, miltruptuur (in combinatie met G-CSF), vasovagale reactie (orthostatische hypotensie en/of syncope) en paresthesie.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): tachycardie, hypertensie, hypotensie. Dyspneu (ca. 21%), tachypneu, hoesten. Anorexie (ca. 21%), misselijkheid (ca. 57%), braken (ca. 44%), diarree, obstipatie, buikpijn. Hoofdpijn (ca. 50%), duizeligheid. Spierpijn (ca. 31%), gewrichtspijn, rugpijn en pijn in extremiteiten. Koorts (ca. 85%), koude rillingen (ca. 89%), hypothermie, vermoeidheid (ca. 53%), malaise, asthenie, pijn op de borst. Overmatig zweten. Anemie.
Vaak (1-10%): sepsis. Herpes simplex-infectie. Cyanose, palpitaties. Flebitis, voorbijgaande roodheid van het gezicht en de hals, bleekheid. Bovenste luchtweginfectie, bloedneus, hemoptoë, piepende ademhaling, inspanningsdyspneu, pleura-effusie. Dyspepsie, opgezette buik. Urineweginfectie, hematurie, dysurie, pollakisurie. Paresthesie, hypo-esthesie, tremor, slapeloosheid, slaperigheid. Verwardheid, depressie, slapeloosheid, angst. Wazig zien. Vertigo, tinnitus, gehoorverlies. Cellulitis, huiduitslag, jeuk, droge huid, erytheem, alopecia. Oncologische pijn. Spierkramp, botpijn, pijn en stijfheid bewegingsapparaat. Dysmenorroe. (Perifeer) oedeem, slijmvliesontsteking, koude gevoel. Reactie of infectie op de infusieplaats. Gewichtsverlies. Leukopenie, trombocytopenie, granulocytopenie, febriele neutropenie. Dehydratie, hypokaliëmie.
Verder zijn gemeld: pericarditis, pleuritis, pericardiale effusie, allergische reacties met systemische symptomen.
Interacties
Gelijktijdig gebruik van ciclosporine of andere calcineurineremmers is gecontra-indiceerd, vanwege een mogelijk effect op de miltmacrofagen en het mononucleair fagocytair systeem. Vermijd chronisch (systemisch) gebruik van corticosteroïden, vanwege de tegengestelde effecten van mifamurtide en corticosteroïden. Gelijktijdig gebruik van hoge doses niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID’s) is gecontra-indiceerd, omdat in vitro NSAID's het macrofaag-activerende effect van liposomaal mifamurtide blokkeren.
Lipofiele geneesmiddelen, zoals doxorubicine, gescheiden van mifamurtide toedienen.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Op basis van het farmacodynamische werkingsmechanisme zijn congenitale misvormingen aannemelijk. Bij dieren schadelijk gebleken.
Advies: Gebruik ontraden, tenzij een behandeling klinisch noodzakelijk is.
Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens de therapie.
Zwangerschap
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.
Advies: Gebruik ontraden.
Overige: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende de therapie.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het geven van borstvoeding onderbreken gedurende de behandeling.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Zie voor contra-indicaties de rubriek Interacties.
Waarschuwingen en voorzorgen
Gebruiken onder supervisie van een arts met ervaring op het gebied van oncologie en/of hematologie en in samenwerking met een hematologisch-oncologisch centrum met ervaring op dit gebied, en mogelijkheden voor monitoring van hematopoëtische voorlopercellen.
Leeftijd > 60 jaar en/of voorafgaande myelosuppressieve chemotherapie en/of uitgebreide voorafgaande chemotherapie en/of een piekwaarde van circulerende stamcellen < 20 stamcellen/microliter zijn voorspellers van een slechte mobilisatie.
Plerixafor kan de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen beïnvloeden, vanwege duizeligheid, vermoeidheid of vasovagale reacties.
Bij gebruik van plerixafor in combinatie met G-CSF voor mobilisatie van hematopoëtische stamcellen bij lymfoom of multipel myeloom, is aangetoond dat het aantal gemobiliseerde tumorcellen niet verhoogd is ten opzichte van gebruik van G-CSF alleen.
Het gebruik voor de mobilisatie en het verzamelen van hematopoëtische stamcellen wordt afgeraden bij patiënten met leukemie, omdat leukemiecellen kunnen worden gemobiliseerd die het product van de aferese kunnen contamineren.
Het aantal witte bloedcellen en bloedplaatjes tijdens behandeling en aferese regelmatig controleren. Bij een aantal neutrofiele granulocyten in het perifere bloed van > 50 × 109 cellen/l, de toediening heroverwegen.
Voor het optreden van vasovagale en allergische reacties dienen geschikte voorzorgsmaatregelen te worden genomen.
Bij pijn, links in de bovenbuik en/of in de schouderbladen of de schouders, de milt onderzoeken vanwege enige kans op een miltruptuur.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen zijn nog niet vastgesteld.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van astma of obstructieve longziekte vanwege het risico van ademnood; zo nodig profylactisch bronchodilatatoren voorschrijven.
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van inflammatoire, collageen of auto-immuun aandoeningen; controleer op ontstekingsreacties zoals artritis of synovitis. Ook allergische reacties zijn voorgekomen. Het kan moeilijk zijn allergische reacties te onderscheiden van versterkte inflammatoire reacties.
Controleer nauwgezet bij een voorgeschiedenis van veneuze trombose, vasculitis of instabiele cardiovasculaire aandoeningen en staak (tijdelijk of definitief) de behandeling als symptomen aanhouden of verergeren. Controleer regelmatig de stollingsparameters.
Wees vanwege onvoldoende klinische gegevens voorzichtig bij matige tot ernstige leverfunctiestoornissen en ernstige nierfunctiestoornissen. Tijdens de behandeling de nier- en leverfunctie zorgvuldig bewaken.
Neutropenie treedt vaak op. Op episoden van neutropene koorts controleren en deze behandelen. Controleer op sepsis als koorts of koude rillingen langer dan 8 uur aanhouden.
De gastro-intestinale toxiciteit van mifamurtide wordt versterkt bij combinatie met hooggedoseerde chemotherapie en is geassocieerd met een toename van het gebruik van parenterale voeding.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 2 jaar en bij volwassenen > 30 jaar zijn niet onderzocht.
Overdosering
Symptomen: maag-darmaandoeningen, vasovagale reacties, orthostatische hypotensie en/of syncope.
Neem voor (meer) informatie over een vergiftiging met plerixafor contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Bicyclamderivaat; een selectieve reversibele antagonist van de CXCR4-chemokinereceptor en blokkeert de binding van zijn verwante ligand SDF-1α ('stromalcell-derived factor-1alfa' = CXCL12). Aangenomen wordt dat verstoring van de binding van CXCR4 aan SDF-1alfa door plerixafor, leukocytose veroorzaakt en een toename van het aantal autologe perifere bloedvoorlopercellen ('peripheral blood progenitor cells' = PBPC) vanuit het beenmerg naar het perifere bloed geeft. Er komen zowel volwassen als pluripotente cellen in de systemische circulatie voor. De CD34+-cellen die door plerixafor zijn gemobiliseerd, zijn functioneel en in staat tot 'engraftment' met langdurige hematopoëtische her-populatie.
Kinetische gegevens
T max | 30–60 min. |
V d | 0,3 l/kg. |
Eliminatie | vnl. via urine, ca. 70% van de dosis, onveranderd, in de eerste 24 uur na toediening. |
T 1/2el | 3–5 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Mifamurtide (muramyltripeptide fosfatidylethanolamine, MTP-PE) is een geheel synthetisch derivaat van muramyldipeptide (MDP), het kleinste, van nature vóórkomende immunostimulerende bestanddeel van de celwand van Mycobacterium spp. Het heeft hetzelfde immunostimulerende effect als natuurlijk MDP. Mifamurtide is een specifiek ligand van de NOD2-receptor en hiermee een krachtige activator van monocyten en macrofagen. Monocyten die in vitro met mifamurtide zijn behandeld doden tumorcellen, maar laten normale cellen intact. In proefdiermodellen leidt toediening tot remming van tumorgroei van longmetastasen, huid- en leverkanker en fibrosarcomen. Het precieze werkingsmechanisme van cel-activatie, immunomodulatie en tumorreductie door mifamurtide bij de mens is niet bekend. De liposomale formulering is ontwikkeld voor de in vivo targeting van macrofagen.
Kinetische gegevens
Overig | verdeelt zich over de lever, de milt, de neus-keelholte, de schildklier en, in mindere mate, de longen. |
Eliminatie | de liposomen worden gefagocyteerd door cellen van het weefselmacrofagensysteem. |
T 1/2el | ca. 18 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
plerixafor hoort bij de groep immunostimulantia, overige.
Groepsinformatie
mifamurtide hoort bij de groep immunostimulantia, overige.