Geneesmiddelen

Stofnaam

Geneesmiddel

Indicatie

Toediening

chenodeoxycholzuur

Chenodeoxycholic acid

oraal

obeticholzuur

Ocaliva

oraal

ursodeoxycholzuur

Grinterol, Ursochol, Ursodeoxycholzuur, Ursofalk, Ursonorm

cystische fibrose

oraal

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Werking

Chenodeoxycholzuur en ursodeoxycholzuur zijn natuurlijk voorkomende galzuren.

Werkingsmechanisme

Chenodeoxycholzuur (bij cerebrotendineuze xanthomatose):

  • remt cholesterol-7α-hydroxylase (CYP7A1; 1e stap in galzuursynthese);
  • remt HMG-CoA-reductase (cholesterolsynthese);
  • vermindert door remming van deze enzymen de productie van atypische galzuren, galalcoholen en cholestanol.

Ursodeoxycholzuur (bij galstenen):

  • vermindert intestinale absorptie van cholesterol;
  • remt cholesterolsynthese en afgifte in de lever;
  • bevordert galproductie en lediging van de galblaas;
  • vermindert de hoeveelheid toxische galzuren en stimuleert de waterstofcarbonaatsecretie.

Obeticholzuur (bij primaire biliaire cholangitis):

  • onderdrukt van 'de novo' synthese van cholesterol;
  • verhoogt de galzuurtransport uit hepatocyten;
  • beperkt het totale volume van de circulerende galzuurpool.

Effect

Chenodeoxycholzuur bij cerebrotendineuze xanthomatose:

  • verbetering of stabilisatie van ziekteverschijnselen zoals diarree, ernstige neurologische (polyneuropathie, epilepsie, pyramidale en cerebellaire stoornissen, cognitieve stoornissen) en psychiatrische aandoeningen.

Ursodeoxycholzuur bij

  • galstenen:
  • afname van de cholesteroloververzadiging in de gal. Lithogene gal wordt omgezet in niet-lithogene gal;
  • geleidelijk oplossen van cholesterolstenen;
  • primaire biliaire cirrose:
  • afname cholestase en verbetering leverfunctie;
  • kinderen met hepatobiliaire aandoeningen t.g.v. cystische fibrose:
  • remming galgangproliferatie;
  • stoppen van histologische schade;
  • herstellen van hepatobiliaire veranderingen.

Obeticholzuur bij primaire biliaire cholangitis:

  • afname cholestase.

Typerende bijwerkingen

Minder frequent:

  • diarree;
  • stijging leverenzymwaarden en (vooral bij primaire biliaire cirrose) bilirubine.

Meer informatie

Chenodeoxycholzuur en ursodeoxycholzuur verminderen het cholesterolgehalte van de gal. Beide zijn daardoor te gebruiken voor het oplossen van cholesterolstenen in de gal. Omdat doorgaans chenodeoxycholzuur meer aanleiding geeft tot de hierboven genoemde bijwerkingen, wordt alleen ursodeoxzycholzuur nog soms gebruikt voor het oplossen van galstenen. De bijwerkingen komen vooral bij hoge doseringen voor.

Zie ook

Indicaties