Advies

Als noodanticonceptie is de koperspiraal (plaatsing binnen 120 uur na onbeschermde coïtus) het meest effectief met een zwangerschapskans van 0,2–1,0%. Andere opties zijn de morning-afterpil met levonorgestrel (inname binnen 72 uur) of ulipristal (inname binnen 120 uur), beiden met een zwangerschapskans van 1–2%. Bespreek de opties en maak in overleg met de vrouw een keuze voor een methode.

Behandelplan

Bespreek de optie noodanticonceptie bij vrouwen die niet zwanger willen worden, uiterlijk 5 dagen na onbeschermde geslachtsgemeenschap (zie ook rubriek Uitgangspunten).

  1. Kies een noodanticonceptivum

    Bespreek de opties voor noodanticonceptie (morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal, of koperspiraal; zie stap 1a, b of c) en maak in samenspraak met de vrouw een keuze. Raadpleeg tabel 15 van de NHG-Standaard Anticonceptie voor kenmerken van de verschillende methoden. De koperspiraal is het meest effectief.

    Bij gebruik van leverenzyminducerende medicatie (nu of tot 1 maand geleden): voorkeur voor koperspiraal. Alternatief is dubbele dosering levonorgestrel.

    Bij gebruik van maagzuurremmers: voorkeur voor levonorgestrel of koperspiraal.

    Bespreek ook of soa-screening nodig is.

    Toelichting

    Als noodanticonceptie is de koperspiraal (plaatsing binnen 120 uur na onbeschermde coïtus) het meest effectief met een zwangerschapskans van 0,2–1,0%, waarschijnlijk omdat deze een later aangrijpingspunt heeft (verhinderen innesteling versus uitstel ovulatie). Andere opties zijn de morning-afterpil met levonorgestrel (inname binnen 72 uur) of ulipristal (inname binnen 120 uur), beiden met een zwangerschapskans van 1–2%.

    Hoe sneller na de coïtus noodanticonceptie wordt toegepast, des te kleiner de kans op zwangerschap.

    Leverenzyminducerende stoffen kunnen de werking van de morning-afterpil (levonorgestrel of ulipristal) verminderen. Voorbeelden van deze stoffen zijn: anti-epileptica (bv. carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, primidon, rufinamide, topiramaat), rifabutine, rifampicine, griseofulvine, sint-janskruid en antiretrovirale middelen (bv. ritonavir, efavirenz).

    Geneesmiddelen die de pH van de maag verhogen (maagzuurremmers), verminderen de biologische beschikbaarheid van ulipristal.

  2. levonorgestrel

    Inname bij voorkeur binnen 12 uur en niet later dan 72 uur (3 dagen) na onbeschermde coïtus.

    Toelichting

    Levonorgestrel onderdrukt de ovulatie. De zwangerschapskans bedraagt 1–2% bij inname binnen 72 uur. De effectiviteit neemt af wanneer de tijd tussen coïtus en tijdstip van inname toeneemt.

    Er zijn weinig en niet-overtuigende gegevens over het effect van een hoog lichaamsgewicht of een hoge BMI op de anticonceptieve werkzaamheid. Volgens de registratie-autoriteiten is levonorgestrel als noodanticonceptie geschikt voor alle vrouwen, ongeacht het lichaamsgewicht 1.

  3. ulipristal

    Inname bij voorkeur binnen 12 uur en niet later dan 120 uur (5 dagen) na onbeschermde coïtus.

    Toelichting

    Ulipristal onderdrukt de ovulatie. De zwangerschapskans bedraagt 1–2% bij inname binnen 120 uur.

    Er zijn weinig en niet-overtuigende gegevens over het effect van een hoog lichaamsgewicht of een hoge BMI op de anticonceptieve werkzaamheid. Volgens de registratie-autoriteiten is ulipristal als noodanticonceptie geschikt voor alle vrouwen, ongeacht het lichaamsgewicht 1.

  4. koperspiraal

    • koperhoudend IUD: T-spiraal (380 mm² koper) of hoefijzervormige spiraal (375 mm²)

    Plaats een koperspiraal binnen maximaal 120 uur (5 dagen) na onbeschermde coïtus.

    Adviseer om een uur voorafgaand aan de plaatsing pijnstilling (naproxen 500 mg of paracetamol 2× 500 mg) in te nemen.

    De koperspiraal kan in situ blijven als regulier anticonceptivum, of verwijderd worden bij optreden van de eerste menstruatie na de insertie.

    Let op

    De koperspiraal is mogelijk gecontra-indiceerd bij vormafwijkingen van de uterus of myomen die het cavum uteri vervormen.

    Verricht op indicatie soa-onderzoek voor plaatsing van een spiraal.

    Adviseer om contact op te nemen bij symptomen van uterusperforatie of PID, zoals abnormale afscheiding, aanhoudende buikpijn, abnormaal vaginaal bloedverlies en/of koorts na plaatsing.

    Toelichting

    De koperspiraal veroorzaakt een steriele ontsteking van het endometrium en deels in de tuba en verhindert de innesteling van de bevruchte eicel in de uterus. De betrouwbaarheid is goed; bij slechts 0,2–1,0% van de vrouwen treedt een zwangerschap op.

Achtergrond

Definitie

Noodanticonceptie heeft als doel het voorkómen van zwangerschap na onbeschermde geslachtsgemeenschap. Er zijn drie opties voor noodanticonceptie, namelijk de koperspiraal en de morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal. De koperspiraal is officieel niet als geneesmiddel geregistreerd en valt onder de medische hulpmiddelen.

Uitgangspunten

Bespreek de optie noodanticonceptie bij vrouwen die niet zwanger willen worden, uiterlijk 5 dagen na onbeschermde geslachtsgemeenschap; dat wil zeggen bij:

  • geen gebruik van anticonceptie;
  • falen van barrièremiddel (bv. scheuren, afglijden of te laat omdoen van condoom) zonder gebruik van hormonale anticonceptie;
  • falen van hormonaal anticonceptivum.

Falen van de beschermende werking van een hormonaal anticonceptivum kan optreden bij het vergeten van een of meerdere doses, verminderde opname van een oraal anticonceptivum door braken of diarree, interacties met bepaalde geneesmiddelen, of door het loslaten van een pleister of het loskomen van de vaginale ring. Of noodanticonceptie nodig is, is afhankelijk van:

  • het anticonceptivum: éénfasepil, meerfasepil, pleister, vaginale ring of pil met alleen progestageen;
  • de fase in de cyclus;
  • het aantal vergeten of niet goed opgenomen anticonceptiepillen.

Raadpleeg voor adviezen per anticonceptivum, de betreffende geneesmiddeltekst (rubriek Dosering, ‘Adviezen bij afwijkend gebruik’). Bij de éénfase-combinatiepil met ethinylestradiol is veel onderzoek bekend waaruit blijkt dat noodanticonceptie niet altijd nodig is en dat met een piladvies kan worden volstaan. Bij het vergeten van één éénfasecombinatiepil is de kans op zwangerschap minimaal (m.u.v. de eerste pil direct na de stopweek). De pil moet dan alsnog worden ingenomen en de strip worden afgemaakt.

Zie ook

Geneesmiddelgroep