Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

coffeïne

psychostimulantia, overige N06BC01

Sluiten

atomoxetine

psychostimulantia, overige N06BA09

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Coffeïne injectie FNA XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
10 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 2 ml

Peyona (als citraat) XGVS Chiesi Pharmaceuticals bv

Toedieningsvorm
Infusievloeistof
Sterkte
20 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1 ml

Bevat coffeïnecitraat 20 mg/ml, dit is gelijk aan coffeïne 10 mg/ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Atomoxetine (als hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
10 mg, 18 mg, 25 mg, 40 mg, 60 mg, 80 mg, 100 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Advies

De behandeling van ADHD bij kinderen bestaat uit niet-medicamenteuze maatregelen zoals voorlichting, opvoedingsadviezen en, indien gewenst, opvoedingsondersteuning. Bij duidelijke beperkingen in het functioneren is daarnaast gedragstherapeutische behandeling aangewezen. Als niet-medicamenteuze behandeling onvoldoende verbetering oplevert kan ter ondersteuning medicatie worden overwogen. Methylfenidaat is dan eerste keus. Bij onvoldoende effect of hinderlijke bijwerkingen komt atomoxetine of dexamfetamine in aanmerking.

Indicaties

  • Primaire apneu bij premature neonaten.

Indicaties

  • Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit ('Attention Deficit Hyperactivity Disorder', ADHD) bij kinderen van zes jaar en ouder en jongeren tot 18 jaar in combinatie met psychotherapeutische en/of pedagogische maatregelen.
  • ADHD bij volwassenen als onderdeel van een breed behandelprogramma, mits symptomen van ADHD reeds aanwezig waren in de kindertijd en er sprake is van ten minste matige functionele beperking in twee of meer milieu’s (bv. op het gebied van sociaal, academisch en/of beroepsmatig functioneren).

Gerelateerde informatie

  • ADHD bij kinderen

Doseringen

Bij dit geneesmiddel wordt (tevens) gedoseerd op geleide van de bloedspiegel; zie voor meer informatie hierover op Coffeïne van tdm-monografie.org.

Let op: 20 mg/ml coffeïnecitraat (Peyona) komt overeen met 10 mg/ml coffeïnebase (coffeïne injecties FNA).

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire apneu

Premature neonaten

Coffeïnecitraat: Startdosering: i.v. 20 mg/kg lichaamsgewicht in 30 minuten toegediend. Onderhoudsdosering na 24 uur i.v. 5 mg/kg/24 uur in 10 minuten toegediend óf oraal (via neussonde) 5 mg/kg/24 uur. Bij premature neonaten met onvoldoende resultaat op de eerste oplaaddosis kan na 24 uur een tweede oplaaddosis van max. 10-20 mg/kg worden gegeven. Bij onvoldoende resultaat kan een hogere onderhoudsdosis van 10 mg/kg worden overwogen; houd rekening met mogelijke accumulatie van coffeïne en bewaak de coffeïneplasmaconcentratie. Bij onvoldoende effect na een tweede oplaaddosis of een hogere onderhoudsdosis, de diagnose apneu door prematuriteit heroverwegen.

Coffeïnebase: Startdosering: i.v. 10 mg/kg lichaamsgewicht in 30 minuten toegediend. Onderhoudsdosering na 24 uur: i.v. 2,5 mg/kg/24 uur in 10 minuten toegediend. Bij premature neonaten met onvoldoende resultaat op de eerste oplaaddosis kan na 24 uur een tweede oplaaddosis van 5-10 mg/kg worden gegeven. Bij onvoldoende resultaat kan een hogere onderhoudsdosis van 5 mg/kg worden overwogen; houd rekening met mogelijke accumulatie van coffeïne en bewaak de coffeïneplasmaconcentratie.

Behandeling kan worden voortgezet totdat de neonaat een postmenstruele leeftijd van 37 weken heeft bereikt, aanbevolen wordt de behandeling te staken als de neonaat 5-7 dagen geen apneu-aanval van betekenis heeft gehad. Bewaak de neonaat na staken van de behandeling nog 1 week. Indien de apneu-aanvallen terugkomen kan, afhankelijk van de verstreken tijd, gestart worden met de onderhoudsdosering of de halve oplaaddosis.

Dosisaanpassing kan op basis van plasmacoffeïnespiegels, en is te overwegen bij neonaten met risicofactoren voor onvolledige respons of toxiciteit (zie rubriek Waarschuwingen en Voorzorgen voor de risicofactoren).

Verminderde nierfunctie: Bij een nierfunctiestoornis is er meer kans op ophoping. De dagelijkse onderhoudsdosis coffeïne(citraat) moet worden verlaagd en de dosering moet worden bepaald door metingen van de coffeïneplasmaconcentratie.

Verminderde leverfunctie: Bij zeer premature baby’s hangt de cafeïneklaring niet af van de leverfunctie. De hepatische cafeïnestofwisseling ontwikkelt zich progressief in de weken na de geboorte. Voor oudere baby’s kan een leverfunctiestoornis een indicatie zijn voor het bewaken van de coffeïneplasmaconcentratie en een dosisaanpassing vereisen.

Toediening: Coffeïnecitraat: uitsluitend toedienen via i.v. infusie of oraal. Coffeïne FNA: toedienen via i.v.-infusie óf als injectie i.m. of langzaam i.v. (3-5 min).

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

ADHD

Kinderen ≥ 6 jaar en jongeren < 70 kg

Begindosering: 0,5 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag 's ochtends gedurende ten minste 7 dagen, op geleide van de werking en bijwerkingen, vervolgens verhogen tot een onderhoudsdosering van 1,2 mg/kg/dag, maximaal 1,8 mg/kg/dag. Indien nodig de dosering verdelen over twee giften: éen in de ochtend en éen laat in de middag of vroeg in de avond.

Jongeren ≥ 70 kg

Begindosering: 40 mg 1×/dag 's ochtends gedurende ten minste 7 dagen, op geleide van de werking en bijwerkingen vervolgens verhogen tot een onderhoudsdosering van 80 mg/dag, maximaal 100 mg/dag. De veiligheid van enkelvoudige doses > 120 mg en van > 150 mg/dag zijn niet systematisch beoordeeld. Indien nodig de dosering verdelen over twee giften: één in de ochtend en één laat in de middag of vroeg in de avond.

Volwassenen

Begindosering: 40 mg 1×/dag 's ochtends gedurende ten minste 7 dagen, op geleide van de werking en bijwerkingen vervolgens verhogen tot een onderhoudsdosering van 80–100 mg/dag; maximaal 100 mg/dag. De veiligheid van enkelvoudige doses > 120 mg en van een totale dagelijkse dosering > 150 mg is niet systematisch beoordeeld. Indien nodig de dosering verdelen over twee giften: één in de ochtend en één laat in de middag of vroeg in de avond.

Pas bij CYP2D6-polymorfisme zo nodig de dosering of het middel aan in overleg met de apotheker.

Verminderde leverfunctie: bij matige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 7–9) de begin- en onderhoudsdosering halveren, bij ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore 10–15) een kwart van de gebruikelijke dosering.

Verminderde nierfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig.

De behandeling is voor bepaalde tijd; de noodzaak van het voortzetten van de behandeling na 1 jaar opnieuw beoordelen, in het bijzonder als de patiënt een stabiele en bevredigende respons heeft bereikt.

Toediening: De capsules niet openen, maar in hun geheel met of zonder voedsel innemen. Atomoxetine (bij openen van de capsules) irriteert de ogen; bij contact met het oog, dit direct spoelen met water. De handen en elk gecontamineerd oppervlak direct wassen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): tachycardie. Flebitis en ontsteking op infusieplaats. Hyperglykemie.

Soms (0,1-1%): aritmie. Convulsie.

Zelden (0,01–0,1%): overgevoeligheidsreactie.

Verder zijn gemeld: sepsis. Vergrote uitstroom linkerventrikel, vergroot slagvolume. Regurgitatie, vergroot maagaspiraat, necrotiserende enterocolitis. Groeiachterstand, voedingsintolerantie. Prikkelbaarheid, nervositeit, rusteloosheid, hersenletsel. Doofheid. Hypoglykemie, verhoogd urinenatrium en -calcium, verlaagde hemoglobine, verlaagde thyroxine, verhoogde urineafdrijving.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Kinderen en jongeren tot 18 jaar: Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, slaperigheid, afgenomen eetlust, buikpijn, misselijkheid, braken, verhoogde bloeddruk, versnelde hartslag.

Vaak (1-10%): anorexia, irritatie, stemmingswisselingen, slapeloosheid, agitatie, angst, depressie en depressieve stemming, tics. Duizeligheid, mydriase, obstipatie, dyspepsie, dermatitis, huiduitslag, jeuk, vermoeidheid, lusteloosheid, borstkaspijn, gewichtsverlies.

Soms (0,1-1%): suïcidaal gedrag, agressie, vijandigheid, emotionele labiliteit, psychoses (inclusief hallucinaties), syncope, tremor, migraine, paresthesie, hypo-esthesie, toevallen, wazig zien, dyspneu, palpitaties, sinustachycardie, verlengd QT interval, verhoogde bilirubinewaarden in het bloed, hyperhidrose, allergische reacties, krachteloosheid.

Zelden (0,01–0,1%): ziekte van Raynaud, levertoxiciteit (afwijkende leverfunctiewaarden, icterus, hepatitis, leverbeschadiging, acuut leveralen), vertraagde urinelozing, urineretentie, genitale pijn bij mannen, priapisme.

Verder is gemeld: bruxisme.

Bij volwassenen tevens: Meest gemeld: verminderde eetlust, slapeloosheid, hoofdpijn, droge mond en misselijkheid.

Verder: vaak: afgenomen libido, flatulentie, dysurie, pollakisurie, vertraagde urinelozing, urineretentie, dysmenorroe, ejaculatiestoornis, erectiestoornis, prostatitis, koude rillingen, zich zenuwachtig voelen, irritatie, dorst; soms: spierspasmen, aandrang tot urineren, ejaculatiefalen, onregelmatige menstruatie, abnormaal orgasme.

Bij poor metabolizers van CYP2D6 komen de volgende bijwerkingen tweemaal zo vaak of significant vaker voor dan bij normal metabolizers: afgenomen eetlust, gewichtsafname, slapeloosheid, enuresis, gegeneraliseerde-angststoornis, depressie, obstipatie, tremor, sedatie, schaafwonden, vroeg ontwaken, conjunctivitis, mydriase, syncope. Gemiddeld neemt de hartfrequentie toe met < 10 slagen/minuut en de systolische en diastolische bloeddruk met < 5 mmHg; bij 6–12% is er echter sprake van klinisch relevante veranderingen (minstens 15–20 mmHg of 20 slagen/min). Zelfmoordgedachten en -pogingen zijn gemeld.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Bij premature neonaten treedt interconversie op tussen coffeïne en theofylline, deze middelen mogen niet gelijktijdig gebruikt worden.

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die afscheiding van maagzuur onderdrukken (antihistamine-H2-receptorblokkers of protonpompremmers) vanwege de mogelijke toegenomen kans op necrotiserende enterocolitis.

Doxapram kan de stimulerende effecten op het hart, het ademhalingsstelsel en het centrale zenuwstelsel versterken; hartritme en bloeddruk zorgvuldig bewaken bij gelijktijdig gebruik.

Mogelijk zijn lagere doses coffeïne nodig bij gelijktijdig gebruik van middelen die de coffeïne-eliminatie bij volwassenen verminderen, zoals cimetidine en ketoconazol.

Mogelijk zijn hogere doses coffeïne nodig bij gelijktijdig gebruik van middelen die de coffeïne-eliminatie bij volwassenen vergroten, zoals fenobarbital en fenytoïne.

Interacties

Gelijktijdig gebruik met MAO-remmers en tot twee weken erna is gecontra-indiceerd. Dit kan leiden tot een hypertensieve crisis.

Bij normal metabolizers van CYP2D6 kunnen remmers hiervan (zoals fluoxetine, paroxetine, kinidine, terbinafine) de plasmaconcentratie verhogen en kan een meer langzame titratie en lagere einddosis van atomoxetine nodig zijn.

Atomoxetine kan de werking van sympathicomimetica en tricyclische antidepressiva op het cardiovasculaire systeem versterken.

Bij gelijktijdig gebruik met andere QT-verlengende middelen, thiazide-diuretica en CYP2D6-remmers neemt de kans op een verlengd QT-interval toe.

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik met serotonerge geneesmiddelen zoals SSRI's, SNRI's, TCA's, tetracyclische antidepressiva en opioïden (zoals tramadol), vanwege een verhoogd risico op het potentieel levensbedreigende serotoninesyndroom. Overweeg bij dosisverlaging of staken van de behandeling, afhankelijk van de ernst van de symptomen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Advies: Borstvoedende moeders van neonaten die worden behandeld met coffeïne mogen geen coffeïnehoudende voedingsmiddelen, dranken of geneesmiddelen gebruiken.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Ja (bij dieren).

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • nauwe-kamerhoekglaucoom;
  • ernstige cardiovasculaire of cerebrovasculaire stoornissen die kunnen verslechteren bij een klinisch relevante verhoging van de bloeddruk of hartslag (bv. 15–20 mmHg of 20 slagen/min);
  • (voorgeschiedenis van) feochromocytoom.

Waarschuwingen en voorzorgen

Controle plasmacoffeïnespiegel: Als vlak voor de bevalling grote hoeveelheden coffeïne zijn geconsumeerd door de moeder óf als de neonaat vooraf is behandeld met theofylline moet vooraf aan de behandeling de plasmacoffeïnespiegel worden bepaald. Als er twijfel bestaat over mogelijke interacties of bij vermoeden van toxiciteit, moet de plasmacoffeïnespiegel worden bepaald.

Risicofactoren: Vanwege kans op onvolledig respons of toxiciteit, zorgvuldig toepassen bij: zeer premature neonaten (< 28 weken en/of geboortegewicht < 1 kg) vooral bij parenterale voeding, neonaten met een verminderde nier- of leverfunctie, epileptische aandoening, significante cardiovasculaire aandoening, eerder aangetoonde foetale hartritmestoornis, cafeïnegebruik tijdens lactatie, eerder gebruik van theofylline (wordt omgezet in cafeïne). Coffeïne kan bij premature neonaten accumuleren, waardoor bewaking bij langdurig gebruik nodig kan zijn. Het uitblijven van respons op de behandeling kan wijzen op een andere oorzaak van apneu.

Gastro-oesofageale reflux: Coffeïne kan refluxklachten verergeren.

Necrotiserende enterocolitis: Tijdens de behandeling moeten neonaten zorgvuldig gecontroleerd worden op necrotiserende enterocolitis; er is mogelijk een verband tussen gebruik van methylxanthinen en het ontstaan van necrotiserende enterocolitis, maar dit is niet vastgesteld.

Verhoogd metabolisme: Behandeling met coffeïne kan leiden tot een verhoogde behoefte aan energie en voedingsstoffen.

Diurese: Behandeling met coffeïne kan leiden tot een verstoring van de vocht- en elektrolytenbalans.

Waarschuwingen en voorzorgen

Alleen een medisch specialist op gebied van ADHD mag een behandeling met atomoxetine starten.

Staak de behandeling bij geelzucht of laboratoriumaanwijzingen voor leverbeschadiging. Na optreden van levertoxiciteit, atomoxetine niet opnieuw toedienen.

Overweeg te staken bij het optreden van psychotische of manische verschijnselen of bij het ontwikkelen of verergeren van insulten. Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van insulten.

Verlaag de dosis of staak de behandeling, afhankelijk van de ernst, bij vermoeden van het serotoninesyndroom of bij gedragsveranderingen.

Bij staken de dosis geleidelijk afbouwen, alleen bij ernstige bijwerkingen mag de behandeling plotseling worden gestaakt.

Controleer:

  • de cardiovasculaire status (incl. bloeddruk en hartslag) vóórafgaand aan de behandeling, na iedere dosisaanpassing én tijdens de behandeling minstens iedere 6 maanden, voor kinderen in een percentiel grafiek;
  • de groei en ontwikkeling tijdens de behandeling. In geval van groeivertraging of een onvoldoende gewichtstoename kunnen dosisverlaging of behandelvrije intervallen overwogen worden;
  • of psychiatriatrische effecten optreden of toenemen, zoals suïcidaal gedrag, psychotische of manische verschijnselen, angst, depressie, tics, vijandigheid, bedreigend gedrag en emotionele labiliteit. Adviseer familie en verzorgers van kinderen om direct contact op te nemen als significante veranderingen in stemming of gedrag worden opgemerkt, vooral aan het begin van de behandeling en na elke dosiswijziging. Overweeg een dosisaanpassing of staken van de behandeling bij patiënten met gedragsveranderingen;
  • bij langdurig gebruik zorgvuldig op effecten, omdat er weinig gegevens zijn over de invloed op cognitieve en seksuele ontwikkeling.

Wees voorzichtig bij cardiovasculaire comorbiditeit, zoals een (familiaire geschiedenis van) verlengd QT-interval, hypertensie, tachycardie, cerebrovasculaire en cardiovasculaire ziekte en bij predispositie voor hypotensie. Consulteer een hartspecialist bij een ernstige structurele hartafwijking. Medische evaluatie is direct nodig als zich tijdens de behandeling symptomen ontwikkelen die wijzen op een hartaandoening, zoals hartkloppingen, pijn op de borst bij inspanning, onverklaarbare syncope en dyspneu.

Bij een ernstige nierziekte in het eindstadium kan hypertensie ontstaan.

Atomoxetine kan door pupilverwijding een verhoogde oogdruk en zo een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.

Niet gebruiken bij kinderen < 6 jaar omdat bij hen de werkzaamheid en veiligheid niet is vastgesteld. Bij patiënten > 65 jaar is het gebruik niet systematisch beoordeeld.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Symptomen

Versterking van de bijwerkingen, daarnaast braken, maagirritatie, maag-darmbloeding, pyrexie en onbewuste kaak- en lipbewegingen.

Therapie

Symptomatisch en ondersteunend. Er is aangetoond dat de plasmaconcentraties coffeïne afnemen na wisseltransfusies.

Zie voor meer informatie over een vergiftiging met coffeïne de stofmonografie via de website van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum

Overdosering

Zie voor informatie over symptomen en behandeling van een intoxicatie met atomoxetine vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Xanthinederivaat. A1 en A2-adenosinereceptorantagonist. Coffeïne heeft centraal stimulerende effecten, waaronder prikkeling van het ademhalingscentrum, een verhoogde minuutventilatie, een verlaagde drempel voor hypercapnie, een verhoogde respons op hypercapnie, een verhoogde skeletspiertonus, verminderde vermoeidheid van het middenrif, een snellere stofwisseling en een verhoogd zuurstofgebruik.

Kinetische gegevens

T max 30 min. tot 2 uur (kan worden verlengd door flesvoeding).
V d bij neonaten 0,8–0,9 l/kg.
Metabolisering bij neonaten nauwelijks vanwege onrijpe leverenzymsysteem,
Eliminatie bij neonaten voornamelijk via de urine.
T 1/2el bij neonaten 3-4 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Selectieve remmer van het presynaptische noradrenalinetransporteiwit, waardoor de heropname van noradrenaline wordt geremd. Bij opvallend weinig werkzaamheid kan sprake zijn van een CYP2D6-polymorfisme.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en bijna volledig.
F 63–94%, afhankelijk van individuele verschillen in het 'first pass'-effect.
T max 1–2 uur.
Eiwitbinding 98%.
Metabolisering vnl. via CYP2D6 o.a. oxidatief tot de actieve metaboliet 4-hydroxyatomoxetine (die snel wordt geglucuronideerd) en de minder actieve N-demethylatomoxetine. Bij poor metabolizers is de plasmaconcentratie circa 10× hoger dan bij normal metabolizers.
Eliminatie vnl. met de urine als 4-hydroxyatomoxetine-O-glucuronide metaboliet.
T 1/2el 3,6 uur bij normal metabolizers en 21 uur bij poor metabolizers. Bij een verminderde leverfunctie is deze verlengd.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

coffeïne hoort bij de groep psychostimulantia, overige.

  • atomoxetine (N06BA09) Vergelijk
  • modafinil (N06BA07) Vergelijk
  • solriamfetol (N06BA14) Vergelijk

Groepsinformatie

atomoxetine hoort bij de groep psychostimulantia, overige.

  • coffeïne (N06BC01) Vergelijk
  • modafinil (N06BA07) Vergelijk
  • solriamfetol (N06BA14) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • psychostimulantia, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • psychostimulantia, overige

Indicaties

  • ADHD bij kinderen

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".