Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

damoctocog alfa pegol

bloedstollingsfactoren B02BD02

Sluiten

efanesoctocog alfa

bloedstollingsfactoren B02BD02

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Jivi XGVS Bayer bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 2,5 ml + toedieningssysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 2,5 ml + toedieningssysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
2000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 2,5 ml + toedieningssysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
3000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 2,5 ml + toedieningssysteem

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Altuvoct XGVS Aanvullende monitoring Swedish Orphan Biovitrum (Nederland) B.V.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
250 IE
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit met solvens 3 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 IE
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit met solvens 3 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1000 IE
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit met solvens 3 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
2000 IE
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit met solvens 3 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
3000 IE
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit met solvens 3 ml + toebehoren
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
4000 IE
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit met solvens 3 ml + toebehoren

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van hemofilie A de richtlijn Diagnostiek en behandeling van hemofilie op hematologienederland.nl.

Advies

Zie voor de behandeling van hemofilie A de richtlijn Diagnostiek en behandeling van hemofilie op hematologienederland.nl.

Indicaties

  • Preventie en behandeling van bloedingen bij eerder behandelde patiënten van 12 jaar en ouder met hemofilie A.

Indicaties

  • Behandeling en preventie van bloedingen bij hemofilie A.

Doseringen

De dosering is afhankelijk van de ernst van de factor VIII-deficiëntie, de klinische toestand, plaats en omvang van de bloeding of geplande ingreep en het gewicht van de patiënt. Bij overgewicht kan een aanpassing van de dosering noodzakelijk zijn.

In het algemeen geeft 1 IE factor VIII per kg lichaamsgewicht een factor VIII-stijging in het bloed met 1,5–2,5% van de normaalwaarde. Formule voor berekening van de dosering: aantal benodigde factor VIII-eenheden (IE) = lichaamsgewicht (in kg) × verlangde verhoging aan factor VIII (als % of IE/dl) × omgekeerde van de waargenomen recovery (bv. 0,5 bij een recovery van 2%).

Klap alles open Klap alles dicht

Behandeling van kleine bloedingen (beginnende hemartrose, spierbloeding of bloeding in de mondholte) bij eerder behandelde patiënten met hemofilie A

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

Vereiste factor VIII-activiteit: 20–40%. Interval tussen de doses 24–48 uur; behandelduur ten minste 1 dag, tot bloeding stopt afgaande op het verdwijnen van de pijn of tot genezing van de wond.

Behandeling van middelmatige bloedingen (meer uitgebreide hemartrose, spierbloeding of hematoom) bij eerder behandelde patiënten met hemofilie A

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

Vereiste factor VIII-activiteit: 30–60%. Interval tussen de doses 24–48 uur; behandelduur ten minste 3–4 dagen tot de pijn gestild en het acute functieverlies verdwenen is.

Behandeling van levensbedreigende bloedingen bij eerder behandelde patiënten met hemofilie A

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

Vereiste factor VIII-activiteit: 60–100%. Interval tussen de doses 8–24 uur, tot het levensgevaar geweken is.

Operatieve ingreep bij eerder behandelde patiënten met hemofilie A

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

Kleine ingreep (incl. tandextracties): vereiste factor VIII-activiteit: 30–60%. Interval tussen de doses 24 uur; behandelduur ten minste 1 dag en tot genezing van de wond.

Zware ingreep: vereiste factor VIII-activiteit: 80–100% (pre- en postoperatief). Interval tussen de doses 12–24 uur; behandelduur tot genezing van de wond en daarna nog gedurende minstens 7 dagen voortzetten en de factor VIII-activiteit tussen 30–60% houden.

Langetermijnprofylaxe bij eerder behandelde patiënten met hemofilie A

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar

45–60 IE/kg lichaamsgewicht met intervallen van 5 dagen of 60 IE/kg met intervallen van 7 dagen of 30–40 IE/kg 2×/week. Maximale dosering per injectie ca. 6000 IE.

Infusiesnelheid: max. 2,5 ml/min.

Doseringen

De dosering en duur van de therapie zijn afhankelijk van de ernst van de ziekte, de locatie en omvang van de bloedingen en de klinische toestand. Bij ondergewicht of overgewicht moet de dosis op basis van het lichaamsgewicht mogelijk worden aangepast. 1 IE factor VIII/kg lichaamsgewicht verhoogt de factor VIII-activiteit in plasma met 2 IE/dl (2%).

Klap alles open Klap alles dicht

Kleine bloedingen (beginnende hemartrose, spierbloeding of bloeding in de mondholte) bij hemofilie A

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

Intraveneus: 50 IE/kg lichaamsgewicht eenmalig; bij bloedingsepisodes binnen 2 tot 3 dagen na een profylactische dosis, kan een lagere dosis van 30 IE/kg worden gebruikt. Een aanvullende dosis van 30 of 50 IE/kg na 2-3 dagen kan overwogen worden.

Middelmatige bloedingen (meer uitgebreide hemartrose, spierbloeding of hematoom) bij hemofilie A

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

Intraveneus: 50 IE/kg lichaamsgewicht eenmalig. Aanvullende doses van 30 of 50 IE/kg om de 2-3 dagen kunnen overwogen worden tot de bloeding is gestopt.

Levensbedreigende bloedingen bij hemofilie A

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

Intraveneus: 50 IE/kg lichaamsgewicht eenmalig. Aanvullende doses van 30 of 50 IE/kg om de 2-3 dagen kunnen overwogen worden tot het levensgevaar geweken is.

Operatieve ingreep bij hemofilie A

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

Kleine ingreep (incl. tandextracties): Intraveneus: 50 IE/kg lichaamsgewicht eenmalig. Een aanvullende dosis van 30 of 50 IE/kg na 2-3 dagen kan overwogen worden.

Zware ingreep: Intraveneus: 50 IE/kg lichaamsgewicht eenmalig. Aanvullende doses van 30 of 50 IE/kg om de 2-3 dagen kunnen overwogen worden tot de wond goed genezen is.

Langetermijnprofylaxe bij hemofilie A

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

Intraveneus: 50 IE/kg lichaamsgewicht 1×/week. Hervat profylaxe (indien van toepassing) na behandeling van een bloeding minimaal 72 uur na de laatste dosis van 50 IE/kg; hierna profylaxe voortzetten volgens het reguliere doseerschema.

Toediening: Intraveneus toedienen in 1-10 min, op basis van wat de patiënt als comfortabel ervaart.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.

Vaak (1-10%): hoesten. Buikpijn, misselijkheid, braken. Duizeligheid. Erytheem, erythema multiforme, (papuleuze) huiduitslag. Slapeloosheid. Injectieplaatsreacties (o.a. jeuk), koorts. Overgevoeligheid, zoals: angio-oedeem, hypotensie, tachycardie, beklemd gevoel op de borst, piepende ademhaling, misselijkheid, braken, lethargie, rusteloosheid, rillingen, tintelingen, gegeneraliseerde urticaria, brandend en stekend gevoel op de injectieplaats, blozen. Overgevoeligheid leidt in zeldzame gevallen tot ernstige anafylaxie (waaronder anafylactische shock).

Soms (0,1-1%): vorming van factor VIII-remmers (bij eerder behandelde patiënten). Jeuk. Dysgeusie. Blozen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn (o.a. migraine). Gewrichtspijn.

Vaak (1-10%): braken. Eczeem, (maculopapuleuze) huiduitslag, (papuleuze) urticaria. Rugpijn, pijn in extremiteit. Koorts.

Soms (0,1-1%): reactie op de injectieplaats (zoals hematoom, dermatitis).

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid, vorming van factor VIII-remmers.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn geen interacties met damoctocog α bekend.

Interacties

Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd met efanesoctocog α.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in moedermelk: Onbekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor hamster-/muizeneiwit.

Contra-indicaties

Er zijn van dit geneesmiddel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Overgevoeligheid: Symptomen zoals (gegeneraliseerde) urticaria, beklemd gevoel op de borst, benauwdheid, bloeddrukdaling en anafylactische reacties kunnen een vroege waarschuwing zijn voor overgevoeligheid. Bij optreden van allergische of anafylactische reacties controleren op de aanwezigheid van antilichamen tegen factor VIII, de toediening direct onderbreken en passende maatregelen nemen.

Neutraliserende antilichamen: Indien de te verwachten factor VIII-activiteit niet wordt bereikt of indien de bloedingen ondanks een juiste dosering niet onder controle komen, dient op de aanwezigheid van neutraliserende antistoffen (remmers) tegen factor VIII te worden gecontroleerd. Bij een hoog niveau aan antistoffen tegen factor VIII kan het therapeutische effect uitblijven. Antistofvorming vindt doorgaans binnen de eerste 50 dagen plaats (in zeldzame gevallen daarna) en is gecorreleerd aan de ernst van de aandoening en aan de blootstelling aan factor VIII.

Antilichamen tegen polyethyleenglycol: Een klinische immuunrespons, zich uitend als een acute overgevoeligheidsreactie en/of als verlies van effect, is waargenomen in klinisch onderzoek. Hierbij zijn antilichamen tegen polyethyleenglycol (PEG, onderdeel van deze gepegyleerde vorm van factor VIII) aangetoond. In klinisch onderzoek is het met name waargenomen tijdens de eerste vier dagen van de behandeling en vooral bij jonge kinderen. Houd hier rekening mee bij verlies van effect (lage factor VIII-niveaus zonder detecteerbare factor VIII-remmers) en/of bij symptomen van overgevoeligheid. Staak in dit geval de behandeling en schakel over op een eerder effectief gebleken factor VIII-product; er is geen kruisreactie aangetoond tussen anti-PEG antilichamen en andere niet-gemodificeerde factor VIII-producten.

Bij reeds bestaande cardiovasculaire risicofactoren kan het cardiovasculair risico vergroot worden door toediening van damoctocog α.

Voor de controle van de factor VIII-waarde wordt aangeraden om een eenstapsstollingstest (met gebruik van bepaalde reagentia) of de chromogene test te gebruiken. Bepaalde silicabevattende eenstapsstollingstesten (bv. APTT-SP, STA-PTT) kunnen een onderschatting geven van de factor VIII-activiteit terwijl enkele reagentia (bv. op kaolien gebaseerde activatoren) mogelijk een overschatting van de factor VIII-activiteit kunnen geven. Wees daarom alert op veranderingen in de uitslag van de factor VIII-activiteit bij wisseling van laboratorium of van het reagens dat in de assay gebruikt wordt. Het klinische effect is echter het belangrijkste element bij de beoordeling van de effectiviteit van de behandeling.

Er zijn relatief weinig gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij een leeftijd ≥ 65 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Overgevoeligheid: Symptomen zoals lokale reacties (urticaria, jeuk, angio-oedeem), beklemming op de borst, piepende ademhaling, hypotensie of misselijkheid kunnen een vroege waarschuwing zijn voor allergische of anafylactische reacties. Bij optreden van dergelijke reacties de toediening onmiddellijk staken.

Neutraliserende antilichamen: Controleer, als de te verwachten spiegel van antihemofiliefactor niet wordt bereikt of als de bloedingen ondanks een juiste dosering niet onder controle komen, op de aanwezigheid van neutraliserende antistoffen (remmers) tegen factor VIII. Het risico van remmerontwikkeling is gecorreleerd aan de ernst van de aandoening en aan de blootstelling aan factor VIII. Antistofvorming vindt doorgaans binnen de eerste 50 dagen plaats, maar kan levenslang nog voorkomen (geringe kans).

Bij reeds bestaande cardiovasculaire risicofactoren kan het cardiovasculair risico vergroot worden door toediening van efanesoctocog α.

Doorgaans is tijdens de reguliere profylaxe monitoring van factor VIII-waarden voor dosisaanpassingen niet nodig. Bij grote chirurgische ingrepen of levensbedreigende bloedingen moeten factor VIII-waarden worden bepaald als leidraad voor de dosis en de frequentie van herhaalde injecties. De chromogene test en de één-fase-stollingstest op basis van de aPTT voor de bepaling van de factor VIII-activiteit geven niet dezelfde waarde. De één-fase-stollingstest heeft de voorkeur, zie voor meer informatie de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2 en 4.4). onder 'Zie ook'.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met damoctocog α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met efanesoctocog α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Bloedstollingsfactor VIII (FVIII) zonder B-domein, bereid via DNA-recombinanttechniek in niercellen van zeer jonge hamsters. Damoctocog α pegol is een gepegyleerde vorm van rFVIII, waardoor de halfwaardetijd langer is dan van rFVIII. Het corrigeert de verlengde stollingstijd van het bloed bij hemofilie A-patiënten, die factor VIII geheel of gedeeltelijk missen.

Kinetische gegevens

V d 0,037–0,042 l/kg.
T 1/2el ca. 17 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Bloedstollingsfactor VIII, bereid via DNA-recombinanttechniek in een cellijn van humane embryonale niercellen. Efanesoctocog α heeft functionele eigenschappen die vergelijkbaar zijn met die van de endogene factor VIII (FVIII), maar bindt niet aan endogene von-Willebrandfactor (VWF) waardoor de halfwaardetijd verlengd is. Het corrigeert tijdelijk de verlengde stollingstijd van het bloed bij verworven verlaagde factor VIII-activiteit, zoals bij hemofilie A-patiënten, die deze factor geheel of gedeeltelijk missen.

Kinetische gegevens

V d 31 ml/kg bij volwassenen; 34,9 ml/kg bij kinderen van 12-17 jaar; 38,1 ml/kg bij kinderen van 6-11 jaar; 36,6 ml/kg bij kinderen van 1-5 jaar.
T 1/2el 48,2 uur bij volwassenen; 44,6 uur bij kinderen van 12-17 jaar; 42,4 uur bij kinderen van 6–11 jaar; 38,0 uur bij kinderen van 1–5 jaar.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

damoctocog alfa pegol hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • albutrepenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • efanesoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • emicizumab (B02BX06) Vergelijk
  • eptacog alfa, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • eptacog bèta, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog bèta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (B02BD01) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk
  • vonicog alfa (B02BD10) Vergelijk

Groepsinformatie

efanesoctocog alfa hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • albutrepenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • damoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • emicizumab (B02BX06) Vergelijk
  • eptacog alfa, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • eptacog bèta, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog bèta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (B02BD01) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk
  • vonicog alfa (B02BD10) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".