Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Dantrium injectie (Na-zout) Norgine bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
20 mg
Verpakkingsvorm
flacon 70 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor de behandeling van maligne hyperthermie staat op anesthesiologie.nl een protocol, voor de toediening kan eveneens de pagina dantroleen toedienen op vergiftigingen.info worden geraadpleegd.

Indicaties

  • Behandeling van maligne hyperthermie, in combinatie met adequate ondersteunende maatregelen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Maligne hyperthermie

Volwassenen en kinderen

Intraveneus: Snelle injectie van minimaal 2,5 mg/kg lichaamsgewicht (~8–10 flacons bij volwassenen). Zolang hyperthermie, tachycardie, hypoventilatie en hyperaciditeit (pH- en pCO 2-controle vereist) aanhouden, de i.v.-bolusinjectie herhalen tot max. 10 mg/kg lichaamsgewicht per 24 uur. In individuele gevallen kan het nodig zijn de maximale dosering te overschrijden, tot max. 40 mg/kg lichaamsgewicht (veilig gebruik van deze dosering is beschreven).

Bereiding en toediening

  • Bereiding:
    • Voor het bereiden van de i.v.-oplossing 60 ml water voor injectie in de flacon brengen en schudden tot de oplossing helder is. Niet mengen met natriumchlorideoplossing, glucose of zure oplossingen.
    • Na reconstitutie de oplossing filtreren met behulp van meegeleverd filter. De gereconstitueerde oplossing moet binnen 6 uur worden gebruikt (bewaren < 25°C, echter niet in de koelkast of vriezer bewaren, en bescherm de oplossing tevens tegen licht). De oplossing dient verder direct vóór gebruik te worden gefiltreerd, met behulp van meegeleverd filter; zie verder de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen en (zo nodig) rubriek 6.6 van de officiële productinformatie CBG/EMA via ‘Zie ook’.
  • Alleen intraveneus toedienen; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Bijwerkingen

Gemeld zijn: overgevoeligheidsreacties (waaronder anafylaxie). Hyperkaliëmie. Hartfalen, bradycardie, tachycardie. Duizeligheid, asthenie, slaperigheid, convulsies, spraakstoornis, hoofdpijn. Tromboflebitis. Pulmonaal oedeem, pleurale effusie, ademhalingsdepressie, respiratoir falen. Abdominale pijn/krampen, misselijkheid, braken, diarree, gastro-intestinale bloeding. Geelzucht, hepatitis, leverfunctiestoornis waaronder fataal leverfalen, idiosyncratische of hypertensieve leveraandoeningen. Urticaria, erytheem, hyperhidrose. Spierzwakte, spierpijn, Kristalurie. Baarmoederhypotonie. Vermoeidheid. Reacties op de injectieplaats.

Interacties

Dantroleen niet combineren met calciumantagonisten zoals verapamil en diltiazem; gelijktijdig gebruik geeft waarschijnlijk meer risico op hartfalen.

Het effect van niet-depolariserende spierrelaxantia (bv. rocuronium) kan versterkt worden bij/na toediening van dantroleen.

Zwangerschap

Dantroleen passeert de placenta.

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken. De veiligheid tijdens de zwangerschap is niet vastgesteld.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja. In een gepubliceerde studie is een relatieve kinddosis van ca. 8% gemeten. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Volgens de fabrikant: Het geven van borstvoeding ontraden tot 60 uur na toediening van de laatste dosis.

Contra-indicaties

Voor de intraveneuze toepassing bij maligne hyperthermie zijn geen contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij de behandeling van maligne hyperthermie blijven de bekende aanvullende maatregelen ook noodzakelijk. Naast toediening van dantroleen en het staken van alle anesthetica, zijn aanvullende maatregelen zoals het corrigeren van de ventilatie (CO2) en acidose, (fysisch) koelen en toediening van vocht en/of elektrolyten nodig.

Wees voorzichtig bij hyperkaliëmie of als symptomen van hyperkaliëmie optreden (spierverlamming, aritmieën, bradycardie, ECG-veranderingen), aangezien in dierproeven een verhoging van het serumkalium is aangetoond ten gevolge van dantroleen.

De kans op hepatotoxiciteit (mogelijk fataal) kan toenemen met toenemende dosis en duur van de behandeling.

Bij het opzuigen van de gereconstitueerde oplossing altijd het meegeleverde filter gebruiken, omdat er na reconstitutie van het product onopgeloste kristallen/deeltjes kunnen verschijnen. Hierdoor ontstaat risico op exacerbatie van reacties op de plaats van injectie/weefselnecrose ten gevolge van de kristallen.

Dien alleen intraveneus toe. Vermijd intra-arteriële toediening, vanwege het risico op vasculaire occlusie. Vermijd extravasculaire injectie/infusie, aangezien dit door de hoge pH-waarde van de oplossing (pH 9,5) kan leiden tot weefselnecrose.

Morsen op de huid voorkomen omdat de oplossing alkalisch is. Indien dit wel gebeurt, de huid reinigen met veel water.

Hulpstoffen: Elke injectieflacon bevat 3 g mannitol. Houd hiermee rekening als mannitol wordt gebruikt om niercomplicaties gerelateerd aan maligne hyperthermie te voorkomen en te behandelen.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

Overdosering

Neem voor informatie over een overdosering van parenteraal toegediend dantroleen contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Dantroleen is een perifeer werkend spierrelaxans met een directe werking op de ryanodine-receptor (RyR1) op de skeletspier. Het grijpt in op de contractiele respons van de skeletspier voorbij de neuromusculaire synaps, in de spier zelf. Dit gebeurt waarschijnlijk door remming van de afgifte van calciumionen (Ca2+) vanuit het sarcoplasmatisch reticulum, dit geeft relaxatie van de spier en hiermee wordt warmteproductie voorkomen.

Bij maligne hyperthermie, geïnduceerd door anesthesie, treedt een plotselinge stijging van myoplasmatisch calcium op. Dit leidt tot hypermetabolisme (katabolisme), wat de oorzaak is van de hyperthermie, metabole acidose en de andere symptomen van maligne hyperthermie. Dantroleen kan acuut katabolisme in de spiercel voorkomen, door de afgifte van calcium uit het sarcoplasmatisch reticulum in het myoplasma, te remmen. Zo kunnen de fysiologische, metabole en biochemische veranderingen die met de crisis gepaard gaan, hersteld of verminderd worden. Dantroleen heeft alleen effect als het calcium nog niet volledig uit het sarcoplasmatisch reticulum is verwijderd. Zo snel mogelijk toedienen is daarom noodzakelijk, tenminste als de spierperfusie nog steeds voldoende stabiel is.

Kinetische gegevens

V d 0,33 l/kg.
Eiwitbinding ca. 80%, aan plasma-albumine (reversibele binding).
Metabolisering in de lever door CYP-enzymen, tot o.a. de metabolieten 5-hydroxydantroleen (vergelijkbaar farmacologisch actief ) en acetylamino-dantroleen (geen spierverslappende werking).
Eliminatie vnl. renaal en via de gal. Renale uitscheiding vindt plaats in een verhouding van 79% 5-hydroxydantroleen, 17% acetylaminodantroleen en 1–4% onveranderd dantroleen.
T 1/2el ca. 12 uur. Bij kinderen ca. 7,4–12,6 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

dantroleen (parenteraal) hoort bij de groep spierrelaxantia, direct werkend.