Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

turoctocog alfa

bloedstollingsfactoren B02BD02

Sluiten

vonicog alfa

bloedstollingsfactoren B02BD10

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

NovoEight XGVS Novo Nordisk bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
250 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 4 ml + toedieningsysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 4 ml + toedieningsysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 4 ml + toedieningsysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1500 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 4 ml + toedieningsysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
2000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 4 ml + toedieningsysteem
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
3000 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 4 ml + toedieningsysteem

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Veyvondi XGVS Baxalta Innovations

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
650 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 5 ml

De specifieke activiteit is ongeveer 110 IE vWF:RCo/mg eiwit. Bevat tevens sporen van recombinant factor VIII, muizenimmunoglobuline en hamstereiwit.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1300 IE
Verpakkingsvorm
met solvens 10 ml

De specifieke activiteit is ongeveer 110 IE vWF:RCo/mg eiwit. Bevat tevens sporen van recombinant factor VIII, muizenimmunoglobuline en hamstereiwit.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van hemofilie A de richtlijn Diagnostiek en behandeling van hemofilie op hematologienederland.nl.

Advies

Zie voor de behandeling van de ziekte van Von Willebrand de richtlijn Ziekte van von Willebrand op hematologienederland.nl.

Indicaties

  • Behandeling en preventie van bloedingen bij hemofilie A.

Indicaties

  • Preventie of behandeling van hemorragie of peri-operatieve bloeding bij volwassenen met de ziekte van Von Willebrand, wanneer behandeling met alleen desmopressine niet effectief of gecontra-indiceerd is.

Doseringen

De dosering en duur van de therapie is afhankelijk van de ernst van de deficiëntie, de locatie en omvang van de bloedingen en de klinische toestand. Bij ondergewicht (BMI < 18,5 kg/m2) kan een dosisverhoging en bij obesitas (BMI ≥ 30 kg/m2) een dosisverlaging noodzakelijk zijn; specifieke dosisaanbevelingen ontbreken.

1 IE factor VIII/kg lichaamsgewicht verhoogt de factor VIII-activiteit in plasma met 2 IE/dl.

Formule voor berekening van de dosering: aantal benodigde factor VIII-eenheden (IE) = lichaamsgewicht (kg) × verlangde verhoging aan factor VIII (% van de normaalwaarde, IE/dl) × 0,5 (IE/kg per IE/dl).

Klap alles open Klap alles dicht

Lichte bloedingen (beginnende gewrichtsbloeding, spierbloeding of bloeding in de mondholte)

Vereiste factor VIII activiteit: 20–40%. Interval tussen de doses 12–24 uur; behandelduur ten minste 1 dag, tot de bloeding stopt of tot genezing van de wond.

Ernstiger spier- en gewrichtsbloedingen of hematoom

Vereiste factor VIII-activiteit: 30–60%. Interval tussen de doses 12–24 uur; behandelduur: 3–4 dagen of langer; tot de pijn en functieverlies verdwenen zijn.

Levensbedreigende bloedingen

Vereiste factor VIII-activiteit: 60–100%. Interval tussen de doses 8–24 uur; tot het levensgevaar is geweken.

Operatieve ingreep

Kleine ingreep (incl. tandextracties): vereiste factor VIII-activiteit: 30–60%. Interval tussen de doses 24 uur; behandelduur: ten minste 1 dag, tot genezing van de wond. Zware ingreep: vereiste factor VIII-activiteit: 80–100% (pre- en postoperatief). Interval tussen de doses 8–24 uur, tot voldoende genezing van de wond; vervolgens gedurende ten minste 7 dagen doorbehandelen om de factor VIII-activiteit tussen 30–60% te behouden.

Profylaxe van bloedingen

Volwassenen en kinderen > 12 jaar

In het algemeen 20–40 IE/kg elke tweede dag of 20–50 IE/kg lichaamsgewicht driemaal per week. Soms kan een minder frequente toediening voldoende zijn: 40-60 IE/kg elke derde dag of tweemaal per week. In sommige gevallen, vooral bij jongere patiënten, kan een hogere toedieningsfrequentie of hogere dosering noodzakelijk zijn.

Kinderen < 12 jaar

In het algemeen 25–50 IE/kg elke tweede dag of 25–60 IE/kg lichaamsgewicht driemaal per week.

Toediening: Aanbevolen infusiesnelheid 1-2 ml/min, op geleide van het welbevinden van de patiënt.

Doseringen

De dosering is afhankelijk van de ernst van de bloeding/operatieve ingreep, de klinische toestand en het gewicht van de patiënt. Bij bepaling van de dosis op basis van gewicht kan aanpassing bij patiënten met onder- of overgewicht nodig zijn.

Gewoonlijk verhoogt 1 IE/kg vWF:RCo de activiteit van vWF in plasma met 0,02 IE/ml (2%).

Klap alles open Klap alles dicht

Behandeling van bloedingen bij de ziekte van Von Willebrand

Volwassenen

Richtlijn: i.v.: begindosering 40–80 IE/kg lichaamsgewicht, vervolgens zo nodig 40–60 IE/kg elke 8–24 uur. Combineren met rFVIII als de factor VIII:C < 0,4 IE/ml (40%) is of onbekend is of bij actief bloedende patiënten afhankelijk van de factor VIII:C-spiegel, bij combinatie met factor VIII dit binnen 10 min na toediening van vonicog α toedienen. Er dienen plasmaconcentraties van vWF:RCo > 0,6 IE/ml (60%) en factor VIII:C > 0,4 IE/ml (40%) bereikt te worden.

Bij lichte bloedingen (bv. bloedneus, bloeding in mondholte, menorragie): i.v.: 40–50 IE/kg, vervolgens zo nodig 40–50 IE/kg om de 8–24 uur zolang als klinisch nodig is.

Bij ernstige bloedingen (bv. ernstige/refractaire bloedneus, menorragie, maag-darmstelselbloeding, letsel van het centraal zenuwstelsel, hemartose, traumatische bloeding): i.v.: 50–80 IE/kg, vervolgens zo nodig 40–60 IE/kg om de 8–24 uur gedurende ca. 2–3 dagen of zolang als klinisch nodig is. Bij ernstige bloedingen is de streefwaarde van de dalspiegel van vWF:RCo > 0,5 IE/ml (50%).

Preventie van peri-operatieve bloedingen bij de ziekte van Von Willebrand

Volwassenen

i.v.: 40–60 IE/kg lichaamsgewicht 12–24 uur voorafgaand aan de ingreep bij patiënten met ontoereikende activiteit van factor VIII. De factor VIII:C-spiegel hierna binnen 3 uur vóór de aanvang van de ingreep beoordelen. Indien deze spiegel adequaat is (ten minste 0,4 IE/ml voor een kleine chirurgische ingreep en mondchirurgie en ten minste 0,8 IE/ml voor een grote chirurgische ingreep) dan uitsluitend vonicog α toedienen binnen 1 uur vóór de ingreep. Indien de factor VIII:C spiegel niet adequaat is vonicog α toedienen in combinatie met een zuiver factor VIII-product (zie rubriek Interacties). De streefwaarden hangen af van de beoogde ingreep, een formule om de dosis te berekenen is hieronder vermeld.

Voorafgaand aan een kleine ingreep en mondchirurgie is de streefwaarde vWF:RCo 0,5–0,6 IE/ml (50–60%) en factor VIII:C 0,4–0,5 IE/ml (40–50%). De volgende formule kan gebruikt worden om de benodigde dosis te berekenen: vereist aantal IE vWF:RCo = [streefwaarde vWF:Rco-piekplasmaspiegel - vWF:RCo-plasmaspiegel bij baseline] × lichaamsgewicht in kg / IR. De IR = incrementele recovery zoals gemeten bij de patiënt, indien deze waarde niet beschikbaar is, ga dan uit van 0,02 IE/ml per IE/kg. Combinatie met rFVIII kan noodzakelijk zijn om de beoogde spiegels te bereiken.

Voorafgaand aan een grote ingreep is de streefwaarde vWF:RCo 1 IE/ml en factor VIII:C 0,8–1 IE/ml. De volgende formule kan gebruikt worden om de benodigde dosis te berekenen: vereist aantal IE vWF:RCo = [streefwaarde vWF:Rco-piekplasmaspiegel - vWF:RCo-plasmaspiegel bij baseline] × lichaamsgewicht in kg / IR. De IR= incrementele recovery zoals gemeten bij de patiënt, indien deze waarde niet beschikbaar is, ga dan uit van 0,02 IE/ml per IE/kg. Combinatie met rFVIII kan noodzakelijk zijn om de beoogde spiegels te bereiken.

Ná aanvang van een ingreep, de vWF:Rco en de factor VIII:C plasmaspiegels controleren en daarnaast het intra- en postoperatieve substitutieschema individueel vaststellen. Postoperatief: tot maximaal 72 uur na een kleine ingreep is de streefwaarde vWF:RCo ≥ 0,3 IE/ml (30%) en factor VIII:C > 0,4 IE/ml (40%). Tot maximaal 72 uur na een grote ingreep is de streefwaarde vWF:RCo > 0,5 IE/ml (50%) en daarna > 0,3 IE/ml (30%), voor factor VIII:C tot maximaal 72 uur na de ingreep > 0,5 IE/ml (50%) en daarna > 0,4 IE/ml (40%). De individueel vastgestelde dosis kan gegeven worden elke 12–24 uur of om de dag gedurende ten minste 48 uur (na een kleine ingreep) of 72 uur (na een grote ingreep). Combinatie met rFVIII kan noodzakelijk zijn om de beoogde spiegels te bereiken.

Toediening

  • Via i.v.-injectie, maximaal 4 ml/min;
  • Bij het optreden van reacties zoals tachycardie, door toediening van vonicog α, de infusiesnelheid verlagen of de toediening staken;
  • Meng vonicog α niet met andere geneesmiddelen, behalve met octocog α (Advate®).

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): ontwikkeling van factor VIII-remmers bij niet eerder behandelde patiënten.

Vaak (1-10%): reacties op de injectieplaats (jeuk, erytheem, extravasatie). (Erythemateuze) huiduitslag. Bloeding in een gewricht of spier. Hoesten. Blozen, oppervlakkige tromboflebitis. Braken. Koorts. Stijging van leverenzymwaarden (ALAT, ASAT, γ-GT, bilirubine).

Soms (0,1-1%): slapeloosheid. Hoofdpijn, duizeligheid, branderig gevoel. Sinustachycardie, acuut myocardinfarct. Hypertensie, lymfoedeem, hyperemie. Lichenoïde keratose, branderig gevoel van de huid. Skeletspierstijfheid, artropathie, pijn in de extremiteiten, skeletspierpijn. Vermoeidheid, verhit gevoel, perifeer oedeem,. Ontwikkeling van factor VIII-remmers bij eerder behandelde patiënten. Kneuzing.

Zelden (0,1–0,01%): overgevoeligheidsreacties (waaronder angio-oedeem, reactie op de injectieplaats, rillingen, blozen, gegeneraliseerde urticaria, hoofdpijn, netelroos, hypotensie, lethargie, misselijkheid, rusteloosheid, tachycardie, beklemd gevoel op de borst, tintelingen, braken, piepende ademhaling), anafylaxie (waaronder shock).

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.

Vaak (1-10%): tachycardie, T-golfinversie op het ECG, ongemak op de borst. Diepveneuze trombose, hypertensie, opvliegers. (Draai-)duizeligheid. Misselijkheid, braken. Dysgeusie, tremor. Gegeneraliseerde jeuk. Paresthesie op de toedieningsplaats.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid of allergische reacties (onder meer angio-oedeem, een branderig of stekend gevoel op de infusieplaats, koude rillingen, (gegeneraliseerde) urticaria, hypotensie, tachycardie, lethargie, misselijkheid, braken, rusteloosheid, beklemd gevoel op de borst, tintelingen, dyspneu) komen zelden voor en kunnen zich in sommige gevallen ontwikkelen tot ernstige anafylaxie (incl. shock). Vorming van remmers tegen vWF. Infusiegerelateerde reacties zoals tachycardie, overmatig blozen, uitslag, dyspneu, wazig zien.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn geen interacties van turoctocog α bekend.

Interacties

Er zijn van dit middel geen farmacokinetische interacties bekend. Indien vonicog α wordt toegediend met een factor VIII-product, dient dit een zuiver factor VIII-product te zijn. Combinatie met een vWF-bevattend factor VIII-product kan de kans op trombotische complicaties doen toenemen.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor hamstereiwitten.

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor muizen- of hamstereiwit.

Waarschuwingen en voorzorgen

Overgevoeligheid: Symptomen zoals lokale reacties (urticaria, jeuk, angio-oedeem), beklemming op de borst, piepende ademhaling, hypotensie of misselijkheid kunnen een vroege waarschuwing zijn voor allergische of anafylactische reacties. Bij optreden van dergelijke reacties de toediening onmiddellijk staken.

Neutraliserende antilichamen: Bij overschakelen op een ander product of indien de te verwachten spiegel van antihemofiliefactor niet wordt bereikt of indien de bloedingen ondanks een juiste dosering niet onder controle komen, op de aanwezigheid van neutraliserende antistoffen (remmers) tegen factor VIII controleren. Het risico van remmerontwikkeling is gecorreleerd aan de ernst van de aandoening en aan de blootstelling aan factor VIII. Antistofvorming vindt doorgaans binnen de eerste 50 dagen plaats, maar kan levenslang nog voorkomen (gering risico).

Uitslagen van de stollingstesten kunnen significant anders zijn bij wisselen van stollingstest; houd hiermee rekening bij het wisselen van test, reagentia of van laboratorium.

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en effectiviteit zijn niet vastgesteld bij leeftijd > 65 jaar; er is beperkte informatie over gebruik bij operatieve ingrepen bij pediatrische patiënten.

Waarschuwingen en voorzorgen

Overgevoeligheid: Symptomen zoals (gegeneraliseerde) urticaria, tachycardie, beklemd gevoel op de borst, benauwdheid, bloeddrukdaling en anafylactische reacties kunnen een vroege waarschuwing zijn voor overgevoeligheid. Bij het optreden van allergische of anafylactische reacties de toediening staken, de gebruikelijke behandeling instellen en de patiënt controleren op aanwezigheid van neutraliserende antilichamen.

Neutraliserende antistoffen: Indien de te verwachten plasmaspiegel van vWF:RCo niet wordt bereikt of indien de bloedingen ondanks een juiste dosering niet onder controle komen, dient extra op de aanwezigheid van neutraliserende antistoffen (remmers) tegen vWF te worden gecontroleerd, met name bij de ziekte van Von Willebrand type 3. Bij een hoge titer aan bindende antistoffen kan een hogere dosis van vonicog α noodzakelijk zijn.

Bij aanwezigheid van andere risicofactoren voor trombotische complicaties zoals lage ADAMTS13-spiegels, is de kans op trombotische complicaties verder toegenomen bij frequent gebruik van vonicog α in combinatie met rFVIII. Voorkom dat factor VIII:C-plasmaspiegels langdurig te hoog blijven. Controleer risicopatiënten op vroege tekenen van trombose, pas profylactische maatregelen tegen trombose toe overeenkomstig de huidige richtlijnen daartoe.

Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij kinderen.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met turoctocog α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

Trombotische complicaties.

Neem voor informatie over een vergiftiging met vonicog α contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Humane stollingsfactor VIII (rDNA) met een verkort B-domein. Na activatie door trombine wordt het B-domein verwijderd; de structuur van geactiveerd turoctocog α is vergelijkbaar met geactiveerd factor VIII. Stollingsfactor VIII is een glycoproteïne en bindt zich aan de endogene Von Willebrandfactor in de bloedcirculatie. Het corrigeert in oplossing de verlengde stollingstijd van het bloed bij hemofilie A-patiënten, die deze factor geheel of gedeeltelijk missen.

Kinetische gegevens

Overig De AUC en Cmax namen toe bij toenemende BMI na eenmalige toediening bij volwassenen.
V d ca. 0,05 l/kg.
T 1/2el ca. 11 uur (leeftijd ≥ 12 jaar); ca. 8 uur (leeftijd 0–12 jaar).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Recombinant von-Willebrand-factor (rvWF), geproduceerd in een ovariumcellijn van de Chinese hamster. Vonicog α gedraagt zich op dezelfde manier als endogene vWF. Von-Willebrand-factor (vWF) is betrokken bij de adhesie van bloedplaatjes aan het vaatendotheel wanneer het beschadigd is, en speelt een rol bij de trombocytenaggregatie. Bij vaatwandbeschadiging leidt dit tot primaire hemostase, aantoonbaar door een verkorte bloedingstijd. VWF stabiliseert factor VIII in de circulatie en voorkomt hiermee snelle afbraak van deze factor (door geactiveerd proteïne C en diens cofactor proteïne S). Exogene vWF is essentieel voor substitutie bij de ziekte van von Willebrand. De concentratie van factor VIII keert geleidelijk terug naar de normale waarde. Na de eerste infusie wordt een stijging van de factor VIII:C-spiegel verwacht binnen 6 uur > 40% en bij de meeste patiënten treedt een piek op binnen 24 uur.

Kinetische gegevens

T 1/2el 18–23 uur

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

turoctocog alfa hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • albutrepenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • damoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • efanesoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • emicizumab (B02BX06) Vergelijk
  • eptacog alfa, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • eptacog bèta, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog bèta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (B02BD01) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk
  • vonicog alfa (B02BD10) Vergelijk

Groepsinformatie

vonicog alfa hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • albutrepenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • damoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • efanesoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • emicizumab (B02BX06) Vergelijk
  • eptacog alfa, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • eptacog bèta, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog bèta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (B02BD01) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".