Geneesmiddelenoverzicht antibacteriële middelen, oculair

Deze hoofdrubriek bevat 2 rubrieken:

Toon geneesmiddelen

Toon geneesmiddelen

Meer informatie over conjunctivitis. Meer informatie over otitis media acuta. Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

antibacteriële middelen, oculair

Werking

Werkingsmechanisme

De stoffen in deze heterogene groep van oculaire antibacteriële middelen, verschillen in aangrijpingspunt in het micro-organisme.

Erytromycine, azitromycine (macroliden)

  • remmen de bacteriële eiwitsynthese door binding aan 50S-ribosomale subunits;
  • werken bacteriostatisch, in sommige omstandigheden ook bactericide.

Cefuroxim (cefalosporine)

  • bindt zich aan penicilline-bindende proteïnen (PBP's) in de celwand van bacteriën. Hierdoor remt het de synthese van peptidoglycaan met als gevolg een remming van de celwandsynthese en celdood van de bacterie;
  • werkt bactericide.

Moxifloxacine, ofloxacine (fluorchinolonen)

  • beïnvloeden de bacteriële DNA-synthese door remming van het DNA-gyrase;
  • werken bactericide.

Chlooramfenicol

  • bindt zich aan de 50S–subunit van het bacteriële 70S–ribosoom en verhindert de synthese van polypeptiden met een ketenlengte van meer dan 2 of 3 aminozuren;
  • werkt bacteriostatisch.

Fusidinezuur

  • remt de synthese van de bacteriële celwand door inhibitie van de verlengingsfactor G. Deze factor kan vervolgens niet meer binden aan de ribosomen en GTP, waardoor geen energie meer geleverd kan worden die noodzakelijk is voor de synthese van de bacteriële celwand;
  • werkt bacteriostatisch, in hoge concentratie ook bactericide.

Gentamycine, tobramycine (aminoglycosiden)

  • remmen de bacteriële eiwitsynthese door binding aan de 30S-ribosomale subunits;
  • werken bactericide.

Tetracycline

  • remt de bacteriële eiwitsynthese door binding aan 30S- en 50S-ribosomale subunits;
  • werkt bacteriostatisch.

Povidonjodium

  • jodium (I2), dat vrijkomt uit het polyvinylpyrrolidon-jodiumcomplex, werkt bactericide door het oxideren van microbiële celeiwitten en nucleinezuren;
  • werkt virucide door de oxidatieve eigenschappen van het hypojodiumzuur (HOI);
  • werkt fungicide.

Effect

  • klaring van een bacteriële ooginfectie;
  • preventie van een bacteriële ooginfectie.

Typerende bijwerkingen

Relatief frequent

  • lokale irritatie zoals jeuk, brandend en prikkend gevoel, pijn.

Minder frequent

  • overgevoeligheidsreacties;
  • chlooramfenicol: zelden bloeddyscrasieën (aplastische anemie, trombocytopenie, agranulocytose, pancytopenie) na oculaire toepassing; zie verder onder Meer informatie;
  • gentamycine, tobramycine: allergische contactovergevoeligheid;
  • moxifloxacine, ofloxacine: oppervlakkige keratitis punctata 1;
  • povidonjodium: irreversibele geelverkleuring van het bindvlies.

Meer informatie

Chlooramfenicol: bloeddyscrasieën (aplastische anemie, agranulocytose, trombocytopenie en pancytopenie) zijn ook na lokale toediening van chlooramfenicol in het oog beschreven; het optreden hiervan is echter vrij zeldzaam en alleen beschreven na zeer langdurig gebruik (> 40 dagen). Veiligheidshalve wordt het gebruik daarom beperkt tot maximaal twee weken 2.

Kosten

Kosten laden…

Vergelijken

antibacteriële middelen, oculair vergelijken met een andere geneesmiddelgroep.

Zie ook

Indicaties

Bronnen