Bij anemie (‘bloedarmoede’) is er sprake van een te laag aantal rode bloedcellen (erytrocyten) en/of een te laag gehalte aan hemoglobine (Hb). Hemoglobine is het ijzerhoudende eiwit waarmee rode bloedcellen zuurstof kunnen binden en transporteren.

De indeling van anemie is op basis van pathofysiologische oorzaak en omvat drie categorieën: acuut bloedverlies (zoals postoperatief, door trauma of post partum), verminderde of gestoorde aanmaak van het Hb of erytrocyten (zoals ijzergebreksanemie, megaloblastaire anemie, anemie door chronische ziekte of infectie, beenmergaandoeningen, hemoglobinopathie (waaronder sikkelcelziekte of thalassemie)) en verhoogde afbraak van erytrocyten (zoals hemolytische anemie).

In deze tekst wordt nader ingegaan op de behandeling van ijzergebreksanemie en megaloblastaire anemie door vitamine B12- of foliumzuurdeficiëntie. Zie voor de behandeling van anemie door chronische nierschade de indicatietekst chronische nierschade.