pioglitazon

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Actos (als hydrochloride) Cheplapharm Arzneimittel GmbH

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
30 mg, 45 mg

Pioglitazon (als hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
30 mg, 45 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

pioglitazon vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bij de behandeling van diabetes mellitus type 2 komt bloedglucoseverlagende medicatie in aanmerking, indien geen goede bloedglucoseregulatie wordt bereikt met het aanpassen van de leefstijl. Voor patiënten zonder zeer hoog risico op hart- en vaatziekten is metformine eerste keus bij de medicamenteuze behandeling. Bij onvoldoende resultaat kan een kortwerkend sulfonylureumderivaat (voorkeur gliclazide) worden toegevoegd. De volgende stap conform de NHG-Standaard is (toevoeging van) insulinetherapie, of als alternatief een DPP4-remmer of GLP1-agonist. Bij patiënten met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten, blijkend uit een voorgeschiedenis van hart- of vaatziekte, chronische nierschade en/of systolisch hartfalen, is een SGLT2-remmer eerste keus (alternatief GLP1-agonist). Voeg bij onvoldoende effect eerst metformine toe en vervolgens een GLP1-agonist.

Behandeling met pioglitazon heeft geen voorkeur. Het gebruik gaat mogelijk gepaard met een verhoogd risico op fracturen en er is onduidelijkheid over het optreden van ernstige bijwerkingen, zoals blaaskanker, hartfalen en pneumonie.

Indicaties

Tweede- of derdelijnsbehandeling van diabetes mellitus type 2 bij volwassenen:

  • Als monotherapie, met name bij overgewicht, indien met dieet en lichamelijke inspanning alléén onvoldoende resultaat wordt bereikt en indien tevens contra-indicaties of intolerantie voor metformine bestaan.
  • Als tweevoudige orale therapie met metformine, met name bij overgewicht, bij onvoldoende resultaat van metformine in een maximaal te verdragen dosis.
  • Als tweevoudige orale therapie met een sulfonylureumderivaat, bij onvoldoende resultaat van monotherapie met een sulfonylureumderivaat in een maximaal verdraagbare dosis en indien metformine niet wordt verdragen of gecontra-indiceerd is.
  • Als drievoudige orale therapie (m.n. bij overgewicht) met metformine en een sulfonylureumderivaat, bij onvoldoende glykemische controle tijdens tweevoudige orale therapie.
  • In combinatie met insuline, bij onvoldoende glykemische controle tijdens insulinebehandeling en indien metformine niet geschikt is vanwege contra-indicaties of intolerantie.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Diabetes mellitus type 2

Volwassenen

15–30 mg 1×/dag, terwijl de dosering van het sulfonylureumderivaat, insuline of metformine kan worden gecontinueerd. De dosering zonodig stapsgewijs verhogen tot 45 mg 1×/dag. Bij optreden van hypoglykemie de dosering van het sulfonylureumderivaat of insuline verlagen. De behandeling staken indien na 3–6 maanden onvoldoende effect wordt vastgesteld. Vanwege de risico's bij langdurig gebruik regelmatig de behandeling evalueren.

Bij combinatie met insuline: de huidige insulinedosis voortzetten na aanvang van de behandeling met pioglitazon. Bij optreden van hypoglykemie de insulinedosis verlagen.

Bij ouderen of patiënten met minstens één risico voor hartfalen: begin met de laagst beschikbare dosering en verhoog de dosering geleidelijk (m.n. indien gebruikt in combinatie met insuline).

De tabletten met of zonder voedsel innemen met een glas water.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): botfracturen bij vrouwen (en mogelijk ook bij mannen). Dosisgerelateerde gewichtstoename, visusstoornissen (m.n. in het begin van de behandeling), bovenste luchtweginfectie, hypo-asthenie.

Soms (0,1-1%): sinusitis, insomnia, blaaskanker.

Zelden (0,01–0,1%): hartfalen.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (anafylaxie, angio-oedeem, urticaria), stijging van leverenzymwaarden en hepatocellulaire disfunctie, macula-oedeem.

In combinatie met metformine: vaak (1–10%): anemie, hoofdpijn, artralgie, hematurie, erectiele disfunctie.

Soms (0,1–1%): flatulentie.

In combinatie met sulfonylureumderivaten: vaak (1–10%): duizeligheid, flatulentie.

Soms (0,1–1%): toename eetlust, hoofdpijn, visusstoornissen (m.n. in het begin van de behandeling), vertigo, vermoeidheid, zweten, proteïnurie, glucosurie, hypoglykemie, toename lactaatdehydrogenase.

In drievoudige orale combinatietherapie: zeer vaak (> 10%): hypoglykemie.

Vaak (1–10%): artralgie, toename creatinekinase in het bloed.

In combinatie met insuline: zeer vaak (> 10%): oedeem.

Vaak (1–10%): hartfalen, dyspneu, hypoglykemie, bronchitis, rug- en gewrichtspijn.

Interacties

Voorzichtig gebruiken in combinatie met insuline bij ouderen vanwege de toegenomen kans op hartfalen.

Gelijktijdig gebruik van NSAID's kan de kans op oedeem vergroten.

Tijdens gelijktijdig gebruik met CYP2C8 remmers (bv. gemfibrozil) of induceerders (bv. rifampicine) de bloedglucosespiegel regelmatig controleren en de dosering van pioglitazon zonodig verlagen respectievelijk verhogen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren trad een vertraagde groei van de foetus op, gerelateerd aan het farmacologisch werkingsmechanisme.

Advies: Gebruik ontraden.

Overige: Door de verhoging van de gevoeligheid voor insuline kan pioglitazon bij vrouwen met polycysteus ovariumsyndroom de ovulatie weer op gang brengen, met de kans op zwangerschap.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja (bij dieren).

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • actueel of doorgemaakt hartfalen (NYHA-klasse I–IV);
  • blaaskanker (in de anamnese);
  • onverklaarde hematurie;
  • gestoorde leverfunctie (bv. ALAT > 2,5× ULN);
  • diabetische ketoacidose.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vanwege de mogelijke risico's bij langdurig gebruik de wenselijkheid van de behandeling na 3-6 maanden, en daarna regelmatig, evalueren.

Bij de afweging voor al dan niet instellen van behandeling met pioglitazon rekening houden met risicofactoren voor blaaskanker (leeftijd, roken, blootstelling aan bepaalde chemicaliën of behandelingen). Testen op hematurie als onderdeel van de routinematige diabetische urine-analyse is aangewezen. Bij optreden van bloed in de urine of andere symptomen die kunnen wijzen op een blaasaandoening (bv. pijn bij urineren of urgency-incontinentie) de patiënt direct een arts laten raadplegen, omdat bij gebruik van pioglitazon soms blaaskanker is gemeld.

Pioglitazon kan vochtretentie veroorzaken waardoor uitlokking van hartfalen kan optreden, met name bij combinatie met insuline of NSAID's. Bij aanwezigheid van een risicofactor voor hartfalen (eerder myocardinfarct, symptomatisch coronairlijden, hogere leeftijd) starten met de laagst beschikbare dosering en de dosis geleidelijk opvoeren. Tijdens behandeling controleren op symptomen van vochtretentie (o.a. gewichtstoename, hartfalen), met name bij gelijktijdige behandeling met insuline, bij toegenomen kans op hartfalen en bij een verminderde cardiale reserve. De behandeling staken indien de hartfunctie verslechtert.

Hepatocellulaire disfunctie is zelden gerapporteerd (zeer zelden fataal); voorafgaande aan en tijdens behandeling op basis van een klinische beoordeling regelmatig de leverenzymen controleren. Indien de ALAT-spiegels boven 3× ULN blijven of bij aanwezigheid van icterus, de therapie staken.

Bij verandering in visuele scherpte de mogelijkheid van maculair oedeem overwegen.

Bij ouderen is zorgvuldige evaluatie voorafgaande en tijdens behandeling aangewezen in verband met de aan leeftijd gerelateerde risico's op vooral blaaskanker, botbreuken en hartfalen.

Wegens onvoldoende gegevens niet toepassen bij een leeftijd onder de 18 jaar en bij dialysepatiënten.

Eigenschappen

Thiazolidinedion. Kernreceptor agonist van 'peroxisomal proliferator activated receptor type gamma' (PPAR-γ). Bevordert de insulinegevoeligheid van onder andere vetweefsel, skeletspieren en de lever.

Kinetische gegevens

F > 80%.
T max 2 uur.
V d 0,25 l/kg.
Eiwitbinding > 99%.
Metabolisering in de lever door voornamelijk CYP2C8; 3 van de 6 geïdentificeerde metabolieten zijn actief gebleken.
Eliminatie met de feces (ca. 55%) en met de urine (ca. 45%).
T 1/2el 5–6 uur (pioglitazon) en 16–23 uur (metabolieten).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

pioglitazon hoort bij de groep bloedglucoseverlagende middelen, overige.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Indicaties

Externe links