trifluridine/​tipiracil

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Lonsurf XGVS Servier Nederland Farma bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld '15/6,14'

Bevat per tablet: trifluridine 15 mg en tipiracil(hydrochloride) 6,14 mg.

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld '20/8,19'

Bevat per tablet: trifluridine 20 mg en tipiracil(hydrochloride) 8,19 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

trifluridine/​tipiracil vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Voor de behandeling van colorectaal carcinoom staat op oncoline de geldende behandelrichtlijn.

Voor de behandeling van maagcarcinoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.

Indicaties

Als monotherapie bij volwassenen

  • gemetastaseerd colorectaal carcinoom (CRC) indien bestaande therapieën eerder zijn toegepast of niet in aanmerking komen, waaronder chemotherapie op basis van fluoropyrimidine, oxaliplatine en irinotecan, behandeling met anti-VEGF-middelen en behandeling met anti-EGFR-middelen;
  • gemetastaseerd maagcarcinoom, incl. adenocarcinoom van de gastro-oesofageale overgang, indien ten minste twee eerdere systemische behandelschema's voor gevorderde ziekte zijn toegepast.

Doseringen

De behandeling niet beginnen indien het totale aantal neutrofielen < 1,5 × 109/l, het aantal bloedplaatjes < 75 × 109/l en/of indien er sprake is van nog niet opgeloste niet-hematologische klinisch relevante toxiciteit graad 3 of 4 van de voorafgaande behandeling.

Klap alles open Klap alles dicht

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom (CRC) of gemetastaseerd maagcarcinoom:

Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 jaar):

De dosering aan trifluridine berekenen aan de hand van het lichaamsoppervlak en afronden op de dichtstbijliggende 5 mg (zie eventueel ook rubriek 4.2 tabel 1 van de officiële productinformatie CBG/EMA). Begindosering: 35 mg/m²/dosis 2×/dag op dag 1 t/m 5 en dag 8 t/m 12 van elke 28-daagse cyclus. De maximale dosis is 80 mg/dosis. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: bij een lichte of matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30-89 ml/min) hoeft de dosering niet te worden aangepast. Bij een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 15-29 ml/min) is de aanbevolen startdosering 20 mg/m² lichaamsoppervlak 2×/dag (minimumdosis is 15 mg/m² 2×/dag). Toediening bij terminale nierziekte of hemodialyse (creatinineklaring < 15 ml/min) wordt niet aanbevolen. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverinsufficiëntie hoeft de dosering niet te worden aangepast. Toediening bij een matige of ernstige leverinsufficiëntie (totaal bilirubine > 1,5 × ULN) wordt niet aanbevolen. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Ernstige bijwerkingen: bij het optreden van ernstige bijwerkingen kan de dosis max. 3 keer worden verlaagd tot een minimum van 20 mg/m² lichaamsoppervlak 2×/dag (of 15 mg/m² lichaamsoppervlak 2×/dag bij een ernstige nierinsufficiëntie). Na verlaging van de dosis mag deze niet meer worden verhoogd. Zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) hematologische en niet-hematologische bijwerkingen de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2; tabellen 2, 3 en 4), zie hiervoor de link onder 'Zie ook'.

Vergeten dosis: deze niet inhalen maar doorgaan met het normale innameschema.

Toediening: de tabletten innemen met een glas water binnen 1 uur na het ontbijt en de avondmaaltijd.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid (bij ca. 34%; 1% ≥ CTCAE graad 3), braken, diarree. Verminderde eetlust. Vermoeidheid (32%; 4% ≥ graad 3). Leukopenie, neutropenie (ca. 53%; bij 34% ≥ graad 3), anemie (ca. 32%; 12% ≥ graad 3), trombocytopenie.

Vaak (1–10%): dyspneu, ondersteluchtweginfectie. Febriele neutropenie. Koorts, oedeem, malaise, mucositis. Stomatitis, obstipatie, buikpijn. Duizeligheid, hoofdpijn, perifere neuropathie, smaakstoornis. Hand-voetsyndroom, huiduitslag, droge huid, jeuk, alopecia. Voorbijgaand erytheem. Gewichtsafname. Proteïnurie. Hypoalbuminemie. Stijging van leverenzymwaarden, van alkalische fosfatase, hyperbilirubinemie.

Soms (0,1–1%): hypertensie, hypotensie, blozen Angina pectoris, hartaritmieën, QT-verlenging, hartkloppingen. Longembolie, pleurale effusie, bovensteluchtweginfectie, hoesten, keelpijn, heesheid, rinorroe, bloedneus. Neutropenische sepsis, septische shock, herpes zoster, candidiase, influenza. Hemorragische enterocolitis, gastro-intestinale hemorragie, colitis, enteritis infectiosa, gastritis, ileus, subileus, gastro-oesofageale refluxziekte, refluxgastritis, oesofagitis, dyspepsie, vertraagde maaglediging, abdominale distensie, flatulentie, proctalgie, anale ontsteking, mondulcera, buccale poliep, glossitis, gingivitis, kokhalzen, tandvleesbloeding, periodontale ziekte, slechte adem. Acute pancreatitis. Hepatotoxiciteit, biliaire dilatatie, galweginfectie. Ascites. Nierfalen, niet-infectieuze cystitis, hematurie, leukocyturie, stoornis van de urinelozing. Neurotoxiciteit, paresthesie, hyperesthesie, hypo-esthesie, dysesthesie, syncope, lethargie. Angst. Slapeloosheid. Wazig zien, diplopie, cataract, droge ogen, conjunctivitis. Vertigo, gehoorstoornis. Exfoliatie van de huid, blaarvorming, erytheem, lichtgevoelige reactie, acne, hyperhidrose, nagelafwijkingen. Artralgie, myalgie, botpijn, pijn in de ledematen, gezwollen gewrichten, spierzwakte, spierspasmen. Dehydratie, jicht. Kankerpijn. Stoornis van de menstruatiecyclus. Verslechtering van de algemene lichamelijke gezondheid, gevoel van veranderde lichaamstemperatuur. Pancytopenie, granulocytopenie, monocytopenie, monocytose, erytropenie, leukocytose. Stijging creatininespiegel en ureumspiegel in bloed, lactaatdehydrogenase, C-reactief proteïne, INR, verlengde geactiveerde partiële tromboplastinetijd, verlaagd hematocriet, verlaagd totaaleiwit. Hyper- of hypokaliëmie, hyper- of hyponatriëmie, hypocalciëmie, hypofosfatemie, hyperglykemie.

Verder is gemeld: interstitiële longziekte.

Bij ouderen (≥ 65 j.) komen de volgende bijwerkingen vaker voor:

  • gemetastaseerd colorectaal carcinoom: neutropenie ≥ graad 3, leukopenie ≥ graad 3, anemie, graad 3 en trombocytopenie ≥ graad 3;
  • gemetastaseerd maagcarcinoom: neutropenie graad 3 of 4, verminderde eetlust, asthenie en stomatitis.

Interacties

Wees voorzichtig met de combinatie met andere geneesmiddelen die substraat zijn voor thymidinekinase zoals zidovudine. Door concurrentie kan de werkzaamheid van de middelen verminderen.

Trifluridine is in vitro een substraat voor de nucleosidetransporteiwitten CNT1, ENT1 en ENT2; wees voorzichtig met geneesmiddelen die eveneens een wisselwerking hebben met deze transporteiwitten.

Tipiracil is een substraat voor OCT2 en MATE1; de spiegel kan toenemen in combinatie met remmers van OCT2 en MATE1.

Het is niet bekend of trifluridine/tipiracil de werkzaamheid van hormonale anticonceptiva kan verminderen; daarom een additioneel barrièremiddel toepassen.

Zwangerschap

Teratogenese: Onbekend. Bij dieren zijn bij lage blootstellingen embryonale en foetale toxiciteit en letaliteit waargenomen.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende én tot ten minste 6 maanden na de therapie. Het is niet bekend of trifluridine/tipiracil de werkzaamheid van hormonale anticonceptiva kan verminderen; daarom een additioneel barrièremiddel toepassen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij dieren gaan trifluridine, tipiracil en de metabolieten over in de moedermelk. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Voor dit geneesmiddel zijn geen contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Myelotoxiciteit: vóór aanvang van de behandeling en vóór elke nieuwe behandelcyclus een compleet bloedbeeld bepalen. De behandeling niet beginnen indien het totale aantal neutrofielen < 1,5 × 109/l, het aantal bloedplaatjes < 75 × 109/l en/of indien er sprake is van nog niet opgeloste niet-hematologische klinisch relevante toxiciteit (CTCAE graad 3 of 4) van de voorafgaande behandeling.

Ernstige infecties zijn mogelijk. Controleer de patiënt nauwlettend op eerste tekenen hiervan en bepaal extra het complete bloedbeeld. Een kuur met antimicrobiële middelen kan nodig zijn.

Controleer zorgvuldig op eerste tekenen van gastro-intestinale toxiciteit. Zonodig een anti-emeticum en/of antidiarrhoicum geven. Substitutie van vocht en elektrolyten kan nodig zijn.

Verminderde nier- of leverfunctie: controleer voor aanvang van en regelmatig tijdens de behandeling op proteïnurie. Bij een lichte of matige nierinsufficiëntie of een lichte leverinsufficiëntie hoeft de dosering niet te worden aangepast. Met het vorderen van een nierinsufficiëntie lijkt er echter meer kans te zijn op ernstige bijwerkingen én bijwerkingen die leiden tot aanpassing van de dosis. Bij matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30–59 ml/min) werd bovendien een hogere blootstelling aan trifluridine en tipiracil waargenomen. Bij een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 15-29 ml/min) en een aangepaste startdosis is het veiligheidsprofiel vergelijkbaar met die bij een normale nierfunctie of een lichte tot matige nierinsufficiëntie. Controleer patiënten met een matige tot ernstige nierinsufficiëntie wel vaker op hematologische toxiciteit. Toediening bij nierfalen of bij dialyse (creatinineklaring < 15 ml/min) of een matige tot ernstige leverinsufficiëntie (totaal bilirubine > 1,5 × ULN) wordt vanwege het ontbreken of beperkt voorhanden zijn van gegevens niet aanbevolen. Bij gebruik bij een matige tot ernstige leverinsufficiëntie is een hogere incidentie van hyperbilirubinemie graad 3 of 4 waargenomen.

Onderzoeksgegevens: er zijn relatief weinig gegevens over de werkzaamheid en veiligheid bij ouderen > 75 jaar.

Overdosering

Symptomen

Belangrijkste complicatie is beenmergsuppressie.

Therapie

Er is geen bekend antidotum. Neem voor informatie over een vergiftiging met trifluridine/tipiracil contact op met Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Trifluridine is een nucleoside-analogon op basis van thymidine. Na opname in tumorcellen wordt trifluridine door thymidinekinase gefosforyleerd en daarna omgezet in een DNA-substraat. Na integratie in het DNA voorkómt het proliferatie van tumorcellen. Tipiracil is een remmer van thymidinefosforylase en remt de snelle afbraak van trifluridine en vermindert na orale inname het 'first pass'-effect. In niet-klinische onderzoeken vertoonde trifluridine/tipiracil een anti-tumorwerking tegen colorectaal carcinoomcellijnen, die zowel gevoelig waren voor als resistent tegen 5-fluoro-uracil (5-FU).

Kinetische gegevens

Resorptie de blootstelling aan trifluridine verandert niet bij inname met een vetrijke, calorierijke standaardmaaltijd. De maximale plasmaconcentratie van zowel trifluridine als tipiracil en de blootstelling aan tipiracil zijn echter dan ca. 40% groter.
T max ca. 2 uur (trifluridine), 3 uur (tipiracil).
V d ca. 0,3 l/kg (trifluridine), 4,8 l/kg (tipiracil).
Eiwitbinding ca. 96% (trifluridine).
Metabolisering trifluridine wordt vnl. door thymidinefosforylase omgezet in een inactieve metaboliet. Verder wordt trifluridine geglucuronideerd. Tipiracil wordt gedeeltelijk omgezet.
Eliminatie voornamelijk met de urine (trifluridine en metabolieten). Met de feces (ca. twee derde) en met de urine (ca. een derde deel) als tipiracil en 6-hydroxymethyluracil.
T 1/2el 1–2 uur (trifluridine), ca. 2 uur (tipiracil).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

trifluridine/tipiracil hoort bij de groep pyrimidine-antagonisten.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Externe links