Geneesmiddelen

Stofnaam

Geneesmiddel

Indicatie

Toediening

foslevodopa/foscarbidopa

Duodopa s.c.-infusievloeistof

parenteraal (inj./inf.)

levodopa/benserazide

Levodopa/​Benserazide, Madopar

ziekte van Parkinson

oraal

levodopa/carbidopa

Duodopa intestinale gel, Levodopa/​Carbidopa, Sinemet

ziekte van Parkinson

gastro-enteraal, oraal

levodopa/carbidopa/entacapon

Corbilta, Lecigon, Levodopa/​Carbidopa/​Entacapon , Stalevo

ziekte van Parkinson

gastro-enteraal, oraal

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Werking

Werkingsmechanisme

Dopaminerge werking

  • Levodopa is een dopamineprecursor die – in tegenstelling tot dopamine – de bloed-hersenbarrière passeert. In de hersenen vult het, daar omgezet in dopamine, het bij de ziekte van Parkinson bestaande tekort aan dopamine aan. Foslevodopa wordt in vivo omgezet in levodopa. Voor de antiparkinsonactiviteit is activering van de D2-receptor het meest belangrijk; D1-activering heeft een synergistisch effect;
  • De decarboxylaseremmer (carbidopa, benserazide) remt het enzym decarboxylase. Foscarbidopa wordt in vivo omgezet in carbidopa. Hierdoor wordt de perifere omzetting van levodopa in dopamine geremd en blijft meer levodopa beschikbaar voor transport naar de hersenen.

Effect

  • Afname parkinsonsymptomen: verbetert de hypokinesie, spierstijfheid en de tremor.

Typerende bijwerkingen

Relatief frequent

  • misselijkheid;
  • orthostatische hypotensie (door activatie van vasculaire dopamine-receptoren) bij 10–15% 1;
  • vermoeidheid en (overmatige) slaperigheid;
  • hallucinaties en verwarring, met name bij hoge dosering, bij ouderen en patiënten met cognitieve disfunctie;
  • Bij langdurig gebruik: motorische complicaties.

Minder frequent

  • stoornissen in de impulsbeheersing, als pathologisch gokgedrag, hyperseksualiteit, dwangmatig winkelen en compulsief eetgedrag.

Meer informatie

Motorische complicaties ontstaan bij langdurig gebruik van levodopa/decarboxylaseremmer (na 2–3 jaar). Deze hangen samen met de progressie van de ziekte. Grofweg kan men 3 typen onderscheiden 2:

  • wearing-off: na een dosis houdt het gunstige effect op de mobiliteit 1–2 uur aan en op het eind van het toedieningsinterval komt de stijfheid en akinesie terug;
  • dyskinesieën: deze treden met name op bij hoge plasmaconcentratie, maar soms ook als de concentratie stijgt of daalt; de belasting van de ongecontroleerde bewegingen kan voor de patiënt even groot en invaliderend zijn als van de Parkinsonsymptomen zelf;
  • ‘on-off’-fluctuaties: treden op in de latere stadia van de ziekte; fluctuaties van geen effect van de dosis (‘off’) tot wel effect maar met hinderlijke dyskinesieën (‘on’).

Dopaminerge bijwerkingen worden onderverdeeld in perifere bijwerkingen (als misselijkheid, braken en orthostatische hypotensie) en centrale bijwerkingen (als sedatie, slaperigheid en hallucinaties, hypersomnie en slapeloosheid) 1. Perifere dopaminerge bijwerkingen kunnen worden tegengegaan door domperidon.

Door plotseling staken kan een neuroleptisch maligne syndroom ontstaan (met verwarring, stijfheid en hyperthermie) 2.

Bij de ziekte van Parkinson is er een toegenomen kans op melanoom door onbekende oorzaak; een causale rol van levodopa is niet aangetoond 1.

Zie ook

Indicaties