Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

corifollitropine alfa

gonadotrofinen G03GA09

Sluiten

follitropine/​lutropine

gonadotrofinen G03GA30

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Elonva XGVS Organon Pharma BV

Toedieningsvorm
Injectievloeistof '100'
Sterkte
200 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml
Toedieningsvorm
Injectievloeistof '150'
Sterkte
300 microg/ml
Verpakkingsvorm
wegwerpspuit 0,5 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Pergoveris XGVS Merck bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Verpakkingsvorm
met solvens 1 ml

Bevat per flacon: follitropine α 150 IE en lutropine α 75 IE.

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
pen 0,48 ml

Bevat per pen: follitropine α 300 IE en lutropine α 150 IE (per ml: 625 IE resp. 312,5 IE).

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
pen 0,72 ml

Bevat per pen: follitropine α 450 IE en lutropine α 225 IE (per ml: 625 IE resp. 312,5 IE).

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
pen 1,44 ml

Bevat per pen: follitropine α 900 IE en lutropine α 450 IE (per ml: 625 IE resp. 312,5 IE).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.

Advies

Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.

Indicaties

  • Gecontroleerde ovariële stimulatie (COS) in combinatie met een GnRH-antagonist voor de groei van multipele follikels bij vrouwen die behandeld worden in het kader van een kunstmatige voortplantingstechniek (ART).
  • Vertraagde puberteit als gevolg van hypogonadotroop hypogonadisme bij mannelijke adolescenten (≥ 14 jaar), in combinatie met humaan choriongonadotrofine (hCG).

Gerelateerde informatie

  • fertiliteitsbehandeling

Indicaties

  • Stimulatie van de follikelontwikkeling bij volwassen vrouwen met een ernstig tekort aan LH en FSH.

Gerelateerde informatie

  • fertiliteitsbehandeling

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Gecontroleerde ovariële stimulatie

Volwassenen

Stimulatiedag 1 (gedurende de vroege folliculaire fase van de menstruatiecyclus): bij lichaamsgewicht ≤ 60 kg en 36 jaar of jonger: eenmalig s.c. 100 microg; bij lichaamsgewicht > 60 kg ongeacht de leeftijd óf ≥ 50 kg en ouder dan 36 jaar: eenmalig s.c. 150 microg.

Stimulatiedag 5 of 6: afhankelijk van de ovariële respons, starten met de gonadotrofine-releasing hormoon (GnRH)-antagonist, om een premature LH-piek te voorkomen.

Stimulatiedag 8: zeven dagen na de corifollitropine α injectie kan dagelijks (r)FSH (bij een normale respons 150 IE/dag) worden toegediend totdat het criterium voor inductie van oöcytmaturatie (3 follikels ≥ 17 mm) is bereikt (gem. op de 9 e behandeldag). Zodra dit criterium is bereikt, wordt dezelfde dag of de dag erna een enkelvoudige injectie van 5.000 tot 10.000 IE humaan choriongonadotrofine (hCG) toegediend om de uiteindelijke rijping van oöcyten te induceren.

Vertraagde puberteit als gevolg van hypogonadotroop hypogonadisme

Mannelijke adolescenten ≥ 14 jaar

Bij lichaamsgewicht > 60 kg: 150 microg 1× per 2 weken gedurende 12 weken, gevolgd door 150 microg 1× per 2 weken in combinatie met hCG. Bij lichaamsgewicht ≤ 60 kg: 100 microg 1× per 2 weken gedurende 12 weken, gevolgd door 100 microg 1× per 2 weken in combinatie met hCG. Overweeg om de dosis te verhogen indien het lichaamsgewicht tijdens de behandeling toeneemt tot > 60 kg.

Combinatietherapie met hCG 2×/week (500 – 5000 IE) kan 52 weken of langer nodig zijn om volwassen gonadale ontwikkeling te bereiken. Er zijn alleen gegevens bekend over de werkzaamheid en veiligheid van behandeling tot 52 weken en bij een leeftijd < 17 jaar.

Toediening

  • Subcutaan toedienen bij voorkeur in de buikwand;
  • Na adequate instructie mogen de injecties worden uitgevoerd door de patiënt zelf, partner of verzorger;
  • Bij hypogonadotroop gonadisme corifollitropine α 1× per 2 weken toedienen, in de ochtend op dezelfde dag van de week in combinatie met 2× per week hCG.

Doseringen

Gezien de indicatie kan de behandeling op elk moment worden begonnen. Individueel doseren, afhankelijk van de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van estradiolplasmaspiegels.

Klap alles open Klap alles dicht

Stimulatie follikelontwikkeling bij ernstig tekort aan LH en FSH

Volwassenen

Aanbevolen begindosis: s.c. 150 IE follitropine α in combinatie met 75 IE lutropine α per dag. Daarna afhankelijk van de respons zo nodig FSH verhogen met 37,5–75 IE follitropine-α/dag, met een interval van 7–14 dagen. Een behandelduur tot 5 weken is aanvaardbaar. Bij een optimale reactie de toediening staken en binnen 24–48 uur de ovulatie opwekken met 5.000–10.000 IE hCG of 250 microg r-hCG, waarbij wordt aangeraden om gemeenschap te hebben op zowel de dag van hCG-toediening als de dag erna. Als alternatief kan intra-uteriene inseminatie of een andere medische kunstmatige voortplantingsprocedure worden toegepast. Eventueel ondersteuning van de luteale fase overwegen, omdat een tekort aan luteotrope activiteit (LH/hCG) na de ovulatie kan leiden tot prematuur falen van het corpus luteum. Bij een excessieve reactie op de gebruikelijke dosering follitropine-α/lutropine-α, hCG niet toedienen en de behandeling in de volgende cyclus beginnen met een lagere dosis FSH.

Toediening

  • Subcutaan toedienen elke dag op hetzelfde tijdstip;
  • De eerste injectie onder directe medische supervisie geven; na adequate instructie kan de toediening worden uitgevoerd door de patiënt zelf;
  • Het poeder voor injectievloeistof direct vóór gebruik reconstitueren met de meegeleverde oplossing;
  • De injectieplaats dagelijks afwisselen om huidirritatie te voorkomen.

Bijwerkingen

Bij vrouwen

Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid. Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS), bekkenpijn en -ongemak, gevoelige borsten. Vermoeidheid.

Soms (0,1-1%): stemmingswisselingen. Duizeligheid. Opvliegers. Braken, opgezette buik, diarree, obstipatie. Rugpijn. Spontane abortus. Torsie van het ovarium, premature ovulatie, borstpijn. Hematoom en pijn op de injectieplaats. Verhoogde waarden ALAT en ASAT.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties, zowel lokaal als gegeneraliseerd, waaronder huiduitslag.

Licht tot matig OHSS wordt gekenmerkt door: buikpijn, opgezet gevoel, misselijkheid, braken, diarree en cysteus vergrote ovaria. Bij ernstig OHSS kunnen de volgende symptomen optreden: grote ovariumcysten, acute buikpijn, ascites, pleurale effusie, hydrothorax, dyspneu, oligurie, hematologische afwijkingen, gewichtstoename en in zeldzame gevallen veneuze of arteriële trombo-embolie.

Bij mannelijke adolescenten

Vaak (1-10%): braken. Opvliegers. Pijn op de injectieplaats.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): ovariumcysten. Hoofdpijn. Lokale reacties op de injectieplaats (bv. pijn, erytheem, hematoom, zwelling en irritatie).

Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, diarree. Mild tot matig ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS), gekenmerkt door maag-darmstoornissen en cysteus vergrote ovaria. Pijnlijke borsten, bekkenpijn.

Soms (0,1-1%): ernstig OHSS, gekenmerkt door ernstige ovariële vergroting, acute buikpijn, ascites, pleurale effusie, hydrothorax, dyspneu, oligurie, hematologische afwijkingen en gewichtstoename.

Zeer zelden (< 0,01%): ovariumtorsie en trombo-embolische aandoeningen (longembolie, ischemisch CVA, myocardinfarct) als gevolg van ernstig OHSS. Astma-longaanval. Milde tot ernstige overgevoeligheidsreacties, inclusief anafylactische reacties en shock.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Het gebruik in combinatie met een GnRH-agonist bij vrouwen die ART ondergaan, wordt afgeraden, omdat er aanwijzingen zijn voor een hogere ovariële respons dan bij gebruik in combinatie met een GnRH-antagonist.

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicaties niet van toepassing.

Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen dat gonadotrope hormonen meer kans op aangeboren afwijkingen geven. Gegevens over toediening tijdens een al bestaande zwangerschap zijn niet beschreven, waardoor het niet mogelijk is de eventuele risico's hiervan in te schatten.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen dat gonadotrope hormonen meer kans op aangeboren afwijkingen geven. Gegevens over toediening tijdens een al bestaande zwangerschap zijn niet beschreven, waardoor het niet mogelijk is de eventuele risico's hiervan in te schatten.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gonadotrofinen zijn grote moleculen; opname in de moedermelk lijkt daarom niet waarschijnlijk. Daarbij worden deze middelen slecht tot niet opgenomen uit het maag-darmkanaal van de zuigeling.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Overige: Gonadotrofinen kunnen mogelijk de borstvoeding remmen.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gonadotrofinen zijn grote moleculen; opname in de moedermelk lijkt daarom niet waarschijnlijk. Daarbij worden deze middelen slecht tot niet opgenomen uit het maag-darmkanaal van de zuigeling.

Overige: Gonadotrofinen remmen mogelijk de borstvoeding.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • tumoren van het ovarium, de borst, uterus, hypofyse of de hypothalamus;
  • onverklaarde abnormale vaginale bloeding;
  • primair ovarieel falen;
  • ovariumcysten of vergrote ovaria;
  • geschiedenis van ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS);
  • een eerdere gecontroleerde ovariële stimulatie (COS) die resulteerde in meer dan 30 follikels ≥ 11 mm, gemeten met behulp van een echo-onderzoek;
  • basale telling van antrale follikels (AFC, 'Antral Follicle Count') > 20;
  • misvorming van de voortplantingsorganen waardoor zwangerschap niet mogelijk is;
  • polycysteus ovariumsyndroom (PCOS).

Contra-indicaties

  • ovarium-, uterus- of mammacarcinoom;
  • hypofyse- of hypothalamustumor;
  • vergroting van de ovaria of cysten, anders dan door polycysteus ovariumsyndroom;
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • indien geen effect kan worden verwacht, bv. bij primaire ovariuminsufficiëntie, misvormingen van de geslachtsorganen die zwangerschap onmogelijk maken en myomen die zwangerschap in de weg staan.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij vrouwen

Onderzoek vooraf op aanwezigheid van niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bv. ziekten van schildklier, bijnier of hypofyse) en behandel deze.

Het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) kan optreden bij stimulering van follikelgroei. Beoordeel vóór en regelmatig tijdens de behandeling de follikelontwikkeling door echoscopie en bepaling van de serum-oestradiolspiegel. Risicofactoren voor het ontwikkelen van OHSS zijn een laag lichaamsgewicht bij een leeftijd < 35 jaar, hogere doses exogene gonadotrofinen, hoge absolute of snel stijgende serumspiegels van estradiol en een groot aantal ontwikkelende ovariële follikels (≥ 18 follikels met een diameter van ≥ 11 mm bij ART). Bij aanwijzingen voor ongewenste ovariële hyperstimulatie tijdens de behandeling, geen humaan choriongonadotrofine (hCG) toedienen en zwangerschap vermijden. OHSS kan snel verergeren en treedt meestal op na het stoppen van de behandeling, met als hoogtepunt ca. 7 tot 10 dagen na de behandeling; daarom de patiënt ten minste gedurende 2 weken na de hCG-toediening volgen.

Risico's bij ART: Bij een voorgeschiedenis van afwijkingen aan de eileiders is er meer kans op een extra-uteriene zwangerschap; controleer met echografie in een vroeg stadium. De kans op een meerlingzwangerschap na ovulatie-inductie is toegenomen en daarmee de kans op maternale en perinatale complicaties; volg daarom de ovariële respons zorgvuldig. De incidentie van aangeboren misvorming kan iets verhoogd zijn na ART-procedures.

Trombose: Wees voorzichtig bij vrouwen met risicofactoren voor trombose zoals een eerder opgetreden trombose, positieve familie-anamnese, overgewicht (BMI > 30) of trombofilie, vanwege de toegenomen kans op veneuze of arteriële trombo-embolieën bij behandeling met gonadotrofinen.

Tumoren: Zowel benigne als maligne tumoren van de ovaria of andere delen van het reproductiesysteem zijn gemeld bij vrouwen die veelvuldig therapie kregen voor behandeling van onvruchtbaarheid. Het is onduidelijk of behandeling met gonadotrofinen de kans op dit soort tumoren vermeerdert bij onvruchtbare vrouwen.

Niet onderzocht: Er zijn geen studies uitgevoerd bij patiënten met verminderde nierfunctie; gebruik wordt niet aanbevolen. Gebruik bij vrouwen ouder dan 36 jaar die minder dan 50 kg wegen, is niet onderzocht.

Indien een zwangerschapstest wordt uitgevoerd tijdens de ovariële stimulatiefase, kan corifollitropine α een fout-positief resultaat veroorzaken.

Bij mannelijke adolescenten

Gebruik ontraden bij adolescenten die in het verleden zijn behandeld met GnRH, gonadotrofinen of testosteron.

Een verhoogde concentratie endogeen FSH wijst op primair testiculair falen; in dat geval heeft behandeling met corifollitropine α en hCG geen zin.

Waarschuwingen en voorzorgen

Algemeen: Onderzoek vooraf op aanwezigheid van niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bv. ziekten van schildklier, bijnier of hypofyse) en behandel deze. Controleer patiënten met (een familiaire geschiedenis van) porfyrie zorgvuldig; overweeg bij achteruitgang of een eerste symptoom van deze aandoening, de toediening te staken.

Het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) kan optreden bij stimulering van follikelgroei. Beoordeel vóór en regelmatig tijdens de behandeling de follikelontwikkeling door echoscopie en bepaling van de serum-oestradiolspiegel. Risicofactoren voor het ontwikkelen van OHSS zijn een laag lichaamsgewicht bij een leeftijd < 35 jaar, polycysteus-ovariumsyndroom, hogere doses exogene gonadotrofinen, hoge absolute of snel stijgende serumspiegels van estradiol, een groot aantal ontwikkelende ovariële follikels en eerdere episoden van OHSS. Bij aanwijzingen voor ongewenste ovariële hyperstimulatie tijdens de behandeling, geen humaan choriongonadotrofine (hCG) toedienen en de patiënt adviseren ten minste 4 dagen geen gemeenschap te hebben of barrière-contraceptiemethoden te gebruiken. OHSS kan snel verergeren en treedt meestal op na het stoppen van de behandeling, met als hoogtepunt ca. 7 tot 10 dagen na de behandeling; daarom de patiënt ten minste gedurende 2 weken na de hCG-toediening volgen. Bij ernstig OHSS de behandeling met gonadotrofine staken (indien nog gaande); ziekenhuisopname is aangewezen.

Risico's bij ART: De kans op een meerlingzwangerschap na ovulatie-inductie is toegenomen en daarmee het risico op maternale en perinatale complicaties; volg daarom de ovariële respons zorgvuldig. Er is meer kans op een miskraam en extra-uteriene graviditeit gerapporteerd; dit risico hangt niet direct samen met gebruik van gonadotrofinen maar met de onderliggende aandoening.

Trombose: Wees voorzichtig bij vrouwen met risicofactoren voor trombose, zoals een trombose in de (familie)anamnese, overgewicht (BMI > 30) of trombofilie, vanwege de toegenomen kans op trombo-embolische voorvallen bij behandeling met gonadotrofinen.

Tumoren: Zowel benigne als maligne tumoren van de ovaria of andere delen van het reproductiesysteem zijn gemeld bij vrouwen die veelvuldig therapie kregen voor behandeling van onvruchtbaarheid. Het is onduidelijk of behandeling met gonadotrofinen de kans op dit soort tumoren vermeerdert bij onvruchtbare vrouwen.

Eigenschappen

Corifollitropine α is een glycoproteïne geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie in Chinese-hamsterovariumcellen (CHO). Het heeft dezelfde werking als (recombinant) follikelstimulerend hormoon ((r)FSH), maar met een langere werkingsduur, omdat het carboxy-terminale peptide van de β-subunit van humaan choriongonadotrofine (hCG) aan de β-keten van humaan FSH is toegevoegd. Corifollitropine α heeft geen LH- of hCG-activiteit.

Bij vrouwen kan het de aangroei van meerdere follikels initiëren en gedurende 7 dagen onderhouden. Bij mannelijke adolescenten stimuleert de aanhoudende FSH-activiteit de onrijpe Sertoli-cellen in de testis om de gonadale ontwikkeling te initiëren ter ondersteuning van toekomstige spermatogenese.

Kinetische gegevens

Bij vrouwen
F ca. 58%.
T max ca. 44 uur.
V d ca. 0,13 l/kg.
Resorptie na absorptie vnl. distributie naar de ovaria en nieren.
Eliminatie vnl. met de urine.
T 1/2el ca. 70 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Combinatie van via DNA-recombinanttechniek vervaardigd humaan follikelstimulerend hormoon (r-hFSH) en humaan luteïniserend hormoon (r-hLH). In de thecacellen stimuleert LH de uitscheiding van androgenen, die worden overgebracht naar granulosacellen, waar zij door aromatase worden omgezet in estradiol. In granulosacellen stimuleert FSH de ontwikkeling van ovariële follikels. Het doel van de behandeling is de follikelontwikkeling gevolgd door volle rijping te bevorderen na toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG).

De estradiolspiegel begint vanaf de vierde dag van behandeling te stijgen. Het totale follikelvolume begint toe te nemen na ca. 4-5 dagen en het max. effect wordt bereikt na ca. 10 dagen, afhankelijk van de individuele respons.

Kinetische gegevens

follitropine α
F s.c. ca. 66%.
V d ca. 0,14 l/kg.
Eliminatie ca. 12% met de urine.
T 1/2el 24-59 uur.
lutropine α
F s.c. ca. 56%.
V d ca. 0,07–0,2 l/kg.
Eliminatie < 5% met de urine.
T 1/2el 8-21 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

corifollitropine alfa hoort bij de groep gonadotrofinen.

  • choriongonadotrofine (G03GA01) Vergelijk
  • choriongonadotropine alfa (G03GA08) Vergelijk
  • follitropine alfa (G03GA05) Vergelijk
  • follitropine bèta (G03GA06) Vergelijk
  • follitropine delta (G03GA10) Vergelijk
  • follitropine/lutropine (G03GA30) Vergelijk
  • lutropine (G03GA07) Vergelijk
  • menopauzegonadotrofine (G03GA02) Vergelijk
  • urofollitropine (G03GA04) Vergelijk

Groepsinformatie

follitropine/lutropine hoort bij de groep gonadotrofinen.

  • choriongonadotrofine (G03GA01) Vergelijk
  • choriongonadotropine alfa (G03GA08) Vergelijk
  • corifollitropine alfa (G03GA09) Vergelijk
  • follitropine alfa (G03GA05) Vergelijk
  • follitropine bèta (G03GA06) Vergelijk
  • follitropine delta (G03GA10) Vergelijk
  • lutropine (G03GA07) Vergelijk
  • menopauzegonadotrofine (G03GA02) Vergelijk
  • urofollitropine (G03GA04) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • gonadotrofinen

Indicaties

  • fertiliteitsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • gonadotrofinen

Indicaties

  • fertiliteitsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".