Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

estriol (vaginaal)

oestrogenen G03CA04

Sluiten

estriol (oraal)

oestrogenen G03CA04

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Synapause-E3 Aspen Netherlands bv

Toedieningsvorm
Ovule
Sterkte
0,5 mg
Toedieningsvorm
Crème voor vaginaal gebruik
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
15 g + applicator

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Synapause-E3 tablet Aspen Netherlands bv

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
1 mg, 2 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.

Offlabel: Estriol (vaginaal) kan offlabel als profylaxe worden toegepast bij recidiverende cystitis; het beperkt het aantal recidieven bij postmenopauzale vrouwen. Lokale oestrogenen hebben de voorkeur bij postmenopauzale vrouwen indien er geen contra-indicaties zijn.

Advies

Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.

Indicaties

  • Symptomen van vaginale atrofie als gevolg van oestrogeendeficiëntie bij postmenopauzale vrouwen.
  • Pre- en postoperatieve therapie bij postmenopauzale vrouwen die een vaginale operatie moeten ondergaan.
  • Als diagnostische hulp bij een verdacht cervixuitstrijkje (Pap-klasse IIIa) bij vrouwen in de menopauze, indien afwijkende cellen wijzend op epitheelatrofie worden aangetroffen.
  • Offlabel: recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen (≥ 3 urineweginfecties per jaar).

Gerelateerde informatie

  • climacterische klachten
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw

Indicaties

  • Hormoonsuppletietherapie (HST) bij symptomen van oestrogeendeficiëntie in de postmenopauze.
  • Pre- en postoperatieve therapie bij postmenopauzale vrouwen die een vaginale operatie moeten ondergaan.
  • Als diagnostische hulp bij een verdacht cervixuitstrijk (Pap-klasse IIIa) bij vrouwen in de menopauze, indien afwijkende cellen wijzend op epitheelatrofie worden aangetroffen.
  • Infertiliteit door insufficiënt cervixslijm.

Gerelateerde informatie

  • climacterische klachten

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Atrofie van het lagere urogenitale gebied in de postmenopauze

Volwassenen

Volgens de fabrikant: 0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag inbrengen gedurende de eerste weken (max. 4 weken), vervolgens geleidelijk verminderen tot een onderhoudsdosering (max. 0,5 mg 2×/week).

Volgens de NHG-Standaard De overgang (2024): 0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag inbrengen gedurende 2 weken, daarna overgaan op 0,5 mg 2×/week.

Pre- en postoperatief bij vaginale operaties in de postmenopauze

Volwassenen

0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag tijdens de 2 weken voorafgaande aan de operatie, vervolgens 0,5 mg 2×/week gedurende 2 weken na de operatie.

Als diagnostische hulp bij een verdacht cervixuitstrijkje

Volwassenen

0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) elke 2 dagen in de week voorafgaande aan het nemen van de volgende uitstrijk.

Offlabel: recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen

Volwassenen

Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): 0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag gedurende 2 weken, vervolgens afbouwen tot max. 0,5 mg 2×/week. Evalueer ten minste jaarlijks en overweeg de behandeling te stoppen.

Een gemiste dosis alleen toedienen indien dit op dezelfde dag wordt bemerkt.

Toediening: de crème of ovule 's avonds voor het slapen gaan in liggende houding zo diep mogelijk in de vagina inbrengen.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Symptomen van oestrogeendeficiëntie

Volwassenen

4–8 mg 1×/dag gedurende de eerste weken (max. 4 weken), vervolgens geleidelijk verminderen op geleide van de symptomen tot een onderhoudsdosering van maximaal 2 mg 1×/dag. Als begin- en onderhoudsdosis de laagst mogelijke effectieve dosis aanhouden. Bij vrouwen met een intacte uterus of endometriose in de anamnese: combineren met progestageen gedurende ten minste 12–14 dagen per behandelcyclus van 28 dagen. Een onttrekkingsbloeding kan optreden als het progestageen wordt gestaakt.

Wanneer beginnen: Bij geen voorafgaande hormoonsuppletietherapie (HST) of bij overschakeling van een continu gecombineerd HST-product, de behandeling starten op een willekeurige dag. Bij overstappen van een sequentiële HST de behandeling starten op de dag direct na afronding van de voorafgaande cyclus.

Bij vaginale operatie

Volwassenen

4–8 mg 1×/dag tijdens de 2 weken voorafgaande aan de operatie; vervolgens 1–2 mg 1×/dag gedurende 2 weken na de operatie.

Als diagnostische hulp bij verdachte cervixuitstrijk

Volwassenen

2–4 mg 1×/dag gedurende 7 dagen voorafgaande aan het nemen van de volgende uitstrijk.

Bij infertiliteit door insufficiënt cervixslijm

Volwassenen

in het algemeen: 1–2 mg 1×/dag van dag 6 t/m dag 15 van de cyclus. Zonodig elke maand verhogen totdat een optimaal effect op het cervixslijm is bereikt. De benodigde dosis varieert van 1–8 mg per dag.

Een vergeten dosis kan tot 12 uur later worden ingenomen. Indien > 12 uur zijn verstreken, de gemiste dosis overslaan en de volgende dosis op het normale tijdstip innemen.

Toediening: de tabletten iedere dag op hetzelfde tijdstip innemen.

Bijwerkingen

Gemeld zijn: irritatie of jeuk op de toedieningsplaats. Pijnlijke of gevoelige borsten, 'spotting', overvloedige productie van cervixslijm. Misselijkheid. Vochtretentie. Griepachtig beeld.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Soms (0,1-1%): misselijkheid, pijnlijke of gespannen borsten, 'spotting', overvloedige productie van cervixslijm, vochtretentie.

Zelden (0,01-0,1%): hoofdpijn, hypertensie, visusstoornissen, beenkrampen.

Verder is gemeld: griepachtig beeld.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vanwege de minimale systemische absorptie bij vaginale toediening, zijn klinisch relevante geneesmiddelinteracties onwaarschijnlijk. Overweeg echter wel interacties met andere lokaal toegediende vaginale behandelingen.

Interacties

Gelijktijdig gebruik van leverenzyminducerende stoffen zoals bosentan, sint-janskruid, anti-epileptica (bv. fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine) en antibacteriële/antivirale middelen (bv. rifampicine, rifabutine, nevirapine, efavirenz) kan de werkzaamheid doen afnemen. Ritonavir heeft ook een inducerend effect.

Bij gelijktijdig gebruik van HST en lamotrigine neemt naar verwachting de plasmaspiegel van lamotrigine af, wat kan leiden tot een verminderde controle van epilepsie. Deze interactie is onderzocht bij gelijktijdig gebruik van oestrogeenbevattende hormonale anticonceptiva en lamotrigine.

Wees voorzichtig bij gelijktijdige toediening met de combinatietherapie glecaprevir/pibrentasvir; bij combinatie met ethinylestradiolbevattende geneesmiddelen is ALAT-verhoging waargenomen.

Oestrogenen verhogen hormoonbindende globulineconcentraties, waaronder corticosteroïdenbindend globuline, geslachtshormoonbindend globuline en thyroxinebindend globuline. Oestrogenen verminderen mogelijk het therapeutisch effect van thyromimetica. Controleer daarom bij start, dosiswijziging of stoppen van een oestrogeen, de schildklierfunctie en pas zo nodig de dosering thyromimeticum aan.

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Advies: Als tijdens behandeling zwangerschap optreedt, de behandeling onmiddellijk staken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Oestrogenen mogen in de zwangerschap alleen gebruikt worden tijdens een fertiliteitstraject. Het per ongeluk gebruiken geeft waarschijnlijk geen nadelige effecten op de zwangerschap of het ongeboren kind.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Overgang in de moedermelk: Ja, weinig.

Farmacologisch effect: Oestrogenen kunnen invloed hebben op de productie en samenstelling van de moedermelk. Daarbij kan het gebruik van oestrogenen de kans op trombose (bij de moeder) in de eerste weken na de bevalling verder verhogen.

Advies: kan vanaf 6 weken na de bevalling waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, weinig.

Farmacologisch effect: Oestrogenen kunnen invloed hebben op de productie en samenstelling van de moedermelk. Daarbij kan het gebruik van oestrogenen de kans op trombose (bij de moeder) in de eerste weken na de bevalling verder verhogen.

Advies: Gebruik ontraden tijdens de eerste 6 weken na de bevalling; daarna kan dit middel waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • (voorgeschiedenis van) mammacarcinoom;
  • oestrogeenafhankelijke tumor (zoals endometriumcarcinoom);
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • onbehandelde endometriumhyperplasie;
  • actuele of doorgemaakte veneuze trombo–embolie (diepveneuze trombose, longembolie);
  • trombofiele aandoening (zoals proteïne C-, proteïne S- of antitrombinedeficiëntie);
  • actuele of recent doorgemaakte arteriële trombo–embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct);
  • acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
  • acute porfyrie.

Contra-indicaties

  • actuele of doorgemaakte veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombose, longembolie);
  • actuele of recent doorgemaakte arteriële trombo-embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct);
  • trombofiele aandoening (bv. proteine C-, proteine S-, of antitrombinedeficiëntie);
  • acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
  • oestrogeenafhankelijke tumor (zoals endometriumcarcinoom);
  • voorgeschiedenis van mammacarcinoom;
  • onbehandelde hyperplasie van het endometrium;
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • acute porfyrie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Beoordeel voortzetting van de behandeling van oestrogeendeficiëntie periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen in de voorgeschiedenis (vanwege terugkeren of verergeren):

  • uterusmyomen of endometriose,
  • endometriumhyperplasie,
  • risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen,
  • risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (zoals mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
  • hypertensie,
  • leveraandoening,
  • cholelithiase,
  • diabetes mellitus,
  • migraine of ernstige hoofdpijn,
  • systemische lupus erythematodes,
  • epilepsie,
  • astma,
  • otosclerose.

Staak direct de behandeling in de volgende gevallen:

  • tekenen van trombose;
  • significante stijging van de bloeddruk;
  • geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
  • voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn.

De volgende risico's zijn geassocieerd met systemische oestrogeensuppletie en gelden in mindere mate voor vaginaal gebruik van oestrogenen. Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom geleidelijk iets toe. De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), systemische lupus erythematodes, carcinoom en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, eventueel de hormoonsuppletie vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken. Systemische oestrogeensuppletie wordt in verband gebracht met een tot 1,5 × hoger risico op een ischemisch CVA. Oestrogenen kunnen vochtretentie veroorzaken; wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie. Bij een bestaande hypertriglyceridemie heeft oestrogeentherapie in zeldzame gevallen geleid tot een sterke stijging van triglyceriden in plasma, met pancreatitis tot gevolg. Exogene oestrogenen kunnen symptomen van erfelijk en verworven angio-oedeem induceren of verergeren.

De kans op mammacarcinoom lijkt bij gebruik van een lage dosis vaginaal toegediend oestrogeen niet toe te nemen.

Bij vrouwen met een intacte uterus neemt de kans op endometriumhyperplasie en -carcinoom toe wanneer over langere tijd alleen oestrogenen (systemisch) zijn toegediend. Bij lokaal vaginaal gebruik van estriol (2×/week) blijft de systemische blootstelling dicht bij het normale postmenopauzale bereik, en is gelijktijdige progestageenbehandeling niet nodig. De endometriale veiligheid van langdurig (> 1 jaar) of herhaald lokaal gebruik is onzeker. Als doorbraakbloedingen of 'spotting' voorkomen op enig moment gedurende de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.

Bij hysterectomie vanwege endometriose in de voorgeschiedenis, kan het gebruik van oestrogenen leiden tot premaligne en maligne transformatie in achtergebleven endometriosehaarden.

Waarschuwingen en voorzorgen

Beoordeel voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen (i.v.m. terugkeren of verergeren) in de voorgeschiedenis:

  • uterusmyomen of endometriose,
  • endometriumhyperplasie,
  • risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen (zie hierna),
  • risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
  • hypertensie,
  • leveraandoening,
  • cholelithiase,
  • diabetes mellitus,
  • migraine of ernstige hoofdpijn,
  • systemische lupus erythematodes,
  • epilepsie,
  • astma,
  • otosclerose.

Wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie, omdat oestrogenen vochtretentie kunnen veroorzaken. Wees voorzichtig bij bestaande hypertriglyceridemie wegens meer kans op pancreatitis. Exogene oestrogenen kunnen symptomen van erfelijk en verworven angio-oedeem induceren of verergeren. Bij predispositie voor chloasma direct zonlicht vermijden.

Staak de behandeling direct in de volgende gevallen:

  • tekenen van trombose;
  • significante stijging van de bloeddruk;
  • geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
  • voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn.

De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), zwangerschap/post-partumperiode, systemische lupus erythematodes, carcinoom en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, eventueel de suppletie vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken.

De kans op mammacarcinoom neemt geleidelijk toe bij gebruik van oestrogeensuppletie, vooral in combinatie met een progestageen (in studies werd dit na 1–4 jaar van gebruik statistisch waarneembaar). Deze toegenomen kans neemt geleidelijk af na staken van de hormoonsuppletie. Indien langer dan 5 jaar gebruikt, kan het extra risico nog 10 jaar of langer aanhouden. De radiologische detectie van mammacarcinoom kan worden bemoeilijkt door toename van de dichtheid van weefsel op mammografische beelden, vooral door gecombineerd oestrogeen-progestageen gebruik.

Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom geleidelijk iets toe.

Bij vrouwen met een intacte uterus is er meer kans op endometriumhyperplasie en -carcinoom, wanneer gedurende een langere periode alleen oestrogenen worden gebruikt. Additionele toediening van een progestageen beschermt tegen dit vergrote risico. Als doorbraakbloedingen of 'spotting' optreden na geruime tijd van therapie of aanhouden na het stoppen van de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.

De kans op een ischemisch CVA neemt vooral toe bij een hogere leeftijd.

Er zijn enige aanwijzingen voor een toegenomen kans op dementie bij vrouwen die zijn gestart met hormoonsuppletietherapie boven een leeftijd van 65 jaar.

Eigenschappen

Natuurlijk kortwerkend oestrogeen. Oestrogenen stimuleren de rijping van het vagina-epitheel en de glycogeenhoeveelheid in de cellen, waardoor de normale bacteriële flora verbetert en de pH van de vagina normaliseert.

Kinetische gegevens

Resorptie door de vaginawand.
T max 1–2 uur.
Eiwitbinding 90%.
Overig ondergaat enterohepatische kringloop.
Eliminatie vnl. met de urine als conjugaten.
T 1/2el na vaginale toediening 6–9 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Natuurlijk kortwerkend oestrogeen. Het substitueert voor het verlies aan eigen oestrogeenproductie bij postmenopauzale vrouwen, waardoor menopauzale klachten worden verlicht.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en vrijwel volledig.
T max binnen 1 uur (ongeconjugeerd).
Eiwitbinding 90% aan albumine, nauwelijks aan geslachtshormoonbindende globuline (SHBG).
Overig enterohepatische kringloop.
Eliminatie vnl. met de urine in geconjugeerde vorm.
T 1/2el ca. 1½ uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

estriol (vaginaal) hoort bij de groep oestrogenen.

  • estradiol (bij puberteitsinductie) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (oraal) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (transdermaal) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (vaginaal) (G03CA03) Vergelijk
  • estriol (oraal) (G03CA04) Vergelijk
  • ethinylestradiol (G03CA01) Vergelijk

Groepsinformatie

estriol (oraal) hoort bij de groep oestrogenen.

  • estradiol (bij puberteitsinductie) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (oraal) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (transdermaal) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (vaginaal) (G03CA03) Vergelijk
  • estriol (vaginaal) (G03CA04) Vergelijk
  • ethinylestradiol (G03CA01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oestrogenen

Indicaties

  • climacterische klachten
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oestrogenen

Indicaties

  • climacterische klachten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".