Samenstelling
Repatha
Bijlage 2
Amgen bv
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 140 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerpspuit 1 ml
De beschermdop van de naald is gemaakt van natuurlijk rubber (een derivaat van latex).
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Praluent
Bijlage 2
Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 75 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerppen 1 ml
- Toedieningsvorm
- Oplossing voor injectie
- Sterkte
- 150 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- wegwerppen 1 ml, wegwerppen 2 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine heeft de voorkeur. Intensiveer de lipidenverlagende therapie wanneer de streefwaarde niet bereikt wordt door het ophogen van de dosis als de maximumdosering nog niet bereikt is of door te switchen naar een potentere statine. Bij onvoldoende effect van een statine in de maximale (te verdragen) dosering kan bij een patiënt ≤ 70 jaar of bij niet-kwetsbare ouderen met hart- en vaatziekten (HVZ), ezetimib worden toegevoegd.
Een PCSK9-remmer, zoals evolocumab, heeft alleen een plaats in de behandeling bij hoog-risicopatiënten (familiaire heterozygote hypercholesterolemie, secundaire preventie) als toevoeging aan de combinatie van een maximaal te verdragen statine + ezetimib, indien hiermee onvoldoende effect wordt bereikt. Evolocumab verlaagt het LDL-cholesterol en het relatief risico op hart- en vaatziekten. Over de lange-termijnveiligheid is nog weinig bekend.
Aan de vergoeding van evolocumab zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bij hypercholesterolemie is een statine de eerste keus ter verlaging van het LDL-cholesterol; atorvastatine, rosuvastatine of simvastatine heeft de voorkeur. Intensiveer de lipidenverlagende therapie wanneer de streefwaarde niet bereikt wordt door het ophogen van de dosis als de maximumdosering nog niet bereikt is of door te switchen naar een potentere statine. Bij onvoldoende effect van een statine in de maximale (te verdragen) dosering kan bij een patiënt ≤ 70 jaar of bij niet-kwetsbare ouderen met hart- en vaatziekten (HVZ), ezetimib worden toegevoegd.
Een PCSK9-remmer zoals alirocumab heeft alleen een plaats in de behandeling bij hoog-risicopatiënten (familiaire heterozygote hypercholesterolemie, secundaire preventie) als toevoeging aan de combinatie van een maximaal te verdragen statine + ezetimib, indien hiermee onvoldoende effect wordt bereikt. Alirocumab verlaagt het (LDL-)cholesterol en het relatief risico op hart-en vaatziekten. Over de lange-termijnveiligheid is nog weinig bekend.
Aan de vergoeding van alirocumab zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Aanvulling op het dieet bij volwassenen met primaire (heterozygote familiaire en niet-familiaire) hypercholesterolemie of gemengde dyslipidemie:
- in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering en eventueel andere lipidenverlagende behandelingen als de LDL-streefwaarde niet bereikt wordt;
- als monotherapie of in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.
- Behandeling van homozygote familiaire hypercholesterolemie bij jongeren ouder dan 12 jaar en volwassen in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen.
- Vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen (myocardinfarct, beroerte, perifeer arterieel vaatlijden) bij volwassenen:
- in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering en eventueel andere lipidenverlagende behandelingen;
- als monotherapie of in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Aanvulling op het dieet bij volwassenen met primaire (heterozygote familiaire en niet-familiaire) hypercholesterolemie of gemengde dyslipidemie:
- in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering en eventueel andere lipidenverlagende behandelingen als de LDL-streefwaarde niet bereikt wordt;
- als monotherapie of in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.
- Secundaire preventie als aanvulling op correctie van andere risicofactoren bij vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen bij volwassenen:
- in combinatie met een statine in de maximaal te verdragen dosering en eventueel andere lipidenverlagende behandelingen;
- als monotherapie of in combinatie met andere lipidenverlagende behandelingen als statinen gecontra-indiceerd zijn of niet verdragen worden.
Gerelateerde informatie
Dosering
Primaire hypercholesterolemie en gemengde dyslipidemie
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 j.)
s.c. 140 mg 1×/2 weken of 420 mg 1×/maand; deze 2 doseerregimes zijn klinisch gelijkwaardig.
Homozygote familiaire hypercholesterolemie
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 j.) en kinderen ≥ 12 jaar
s.c. 420 mg 1×/maand. Bij onvoldoende effect na 12 weken de dosering verhogen naar 420 mg 1×/2 weken. Bij aferese kan de behandeling gestart worden met 420 mg 1×/2 weken.
Vastgestelde atherosclerotische cardiovasculaire aandoeningen
Volwassenen (incl. ouderen ≥ 65 j.)
s.c. 140 mg 1×/2 weken of 420 mg 1×/maand; deze 2 doseerregimes zijn klinisch gelijkwaardig.
Verminderde nierfunctie (incl. ernstige nierinsufficiëntie en dialyse)): geen dosisaanpassing nodig.
Verminderde leverfunctie: bij een lichte leverfunctiestoornis is geen dosisaanpassing nodig. Bij een matig-ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9) is de blootstelling aan evolocumab lager; een dosisaanbeveling kan niet worden gedaan. Evolocumab is niet onderzocht bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15); met voorzichtigheid toepassen.
Dosering van 420 mg met 3 voorgevulde spuiten; binnen 30 minuten achter elkaar toedienen.
Injectie subcutaan toedienen in buik, dijbeen of bovenarm; niet toedienen in een bloeduitstorting of op drukgevoelige, rode of harde huid. Injectieplaats afwisselen.
Dosering
Primaire hypercholesterolemie, gemengde dyslipidemie of als secundaire preventie
Volwassenen (incl. ouderen)
S.c. 75 mg 1×/2 weken. Als een sterkere LDL-cholesterol verlaging nodig is (> 60%): s.c. 150 mg 1×/2 weken of 300 mg 1×/4 weken. Vervolgens na 4–8 weken de dosering verhogen of verlagen op basis van lipidenconcentraties; max. dosering 150 mg 1×/2 weken.
Verminderde nierfunctie: Bij een licht tot matig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn relatief weinig gegevens over toepassing bij een ernstige nierinsufficiëntie; in onderzoek is de blootstelling aan alirocumab ca. 2× hoger gebleken dan bij een normale nierfunctie; er kan echter geen dosisaanbeveling gedaan worden.
Verminderde leverfunctie: Bij een licht tot matig verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over toepassing bij een ernstige leverinsufficiëntie.
Vergeten dosis: Deze zo snel mogelijk toedienen en de behandeling hervatten volgens het originele schema.
Toediening: Injectie subcutaan toedienen in buik, dijbeen of bovenarm; niet toedienen in een actieve huidaandoening, zoals zonnebrand, huiduitslag of ontsteking. Injectieplaats afwisselen. Voor toedienen van 300 mg in één keer: 1 injectie van 300 mg geven of 2 opeenvolgende injecties (van 150 mg) geven op 2 verschillende injectieplaatsen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): nasofaryngitis, infectie van de bovenste luchtwegen, influenza. Misselijkheid. Rugpijn, artralgie. Overgevoeligheid. Huiduitslag. Reacties op de injectieplaats (zoals erytheem, zwelling, pijn, bloeding, bloeduitstorting).
Soms (0,1-1%): urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem.
Verder is gemeld: spierpijn.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): jeuk (meestal voorbijgaand). Reacties op de injectieplaats (vaker bij dosering 300 mg 1×/4 weken, dan bij ca. 17%), zoals erytheem/roodheid, zwelling, pijn, gevoeligheid (meestal voorbijgaand). Verschijnselen van de bovenste luchtwegen (o.a. orofaryngeale pijn, rinorroe, niezen).
Zelden (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties (o.a. urticaria, nummulair eczeem, vasculitis).
Verder zijn gemeld: spierpijn, griepachtige ziekte, angio–oedeem.
Interacties
Statinen en andere lipidenverlagende middelen kunnen de productie van PCSK9 verhogen, waardoor de systemische blootstelling aan evolocumab met ca. 20% verlaagd kan worden; het effect op de lipiden blijft echter gehandhaafd.
Interacties
Statinen en andere lipidenverlagende middelen kunnen de productie van PCSK9 verhogen, waardoor de systemische blootstelling aan alirocumab met 15–40% verlaagd kan worden. Bij een toediening van alirocumab 1× per 2 weken blijft de LDL-cholesterol verlaging echter gehandhaafd.
Zwangerschap
Monoklonale antilichamen passeren geleidelijk in toenemende mate tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Monoklonale antilichamen passeren geleidelijk in toenemende mate tijdens het 2e en 3e trimester de placenta.
Teratogenese: Bij de mens, geen gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor teratogene effecten bij gebruik van hoge doseringen.
Farmacologisch effect: Bij hoge doseringen: wel maternale toxiciteit bij ratten en een verminderde secundaire immuunrespons bij de nakomelingen van apen.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Nauwelijks vanwege de molecuulgrootte. Eventueel via de moedermelk ingenomen antilichamen worden waarschijnlijk in het maag-darmkanaal van de pasgeborene geïnactiveerd.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk.
Advies: Ondanks het voorgaande wordt het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Nauwelijks vanwege de molecuulgrootte. Eventueel via de moedermelk ingenomen antilichamen worden waarschijnlijk in het maag-darmkanaal van de pasgeborene geïnactiveerd.
Farmacologisch effect: Onwaarschijnlijk.
Advies: Ondanks het voorgaande wordt het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen (relevante) contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Sluit voorafgaand aan het starten van de therapie, secundaire oorzaken van hyperlipidemie of gemengde dyslipidemie uit (bv. nefrotisch syndroom of hypothyroïdie).
Bij matige leverfunctiestoornis is een 40–50 % lagere totale blootstelling aan evolocumab gezien, dit kan leiden tot een verminderd effect op de LDL-cholesterolverlaging.
Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15).
Waarschuwingen en voorzorgen
Sluit voor het starten van de therapie secundaire oorzaken van hyperlipidemie of gemengde dyslipidemie uit (bv. nefrotisch syndroom of hypothyroïdie).
Bij optreden van een allergische reactie de behandeling staken.
Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens betreffende werkzaamheid en veiligheid bij een ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) en relatief weinig gegevens bij een ernstige nierfunctiestoornis (eGFR < 30 ml/min/1,73 m²). Bij ernstige nierfunctiestoornis is een 2× hogere blootstelling aan alirocumab gezien.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met evolocumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met alirocumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Humaan monoklonaal IgG2 antilichaam, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van de Chinese hamster, dat selectief bindt aan PCSK9. PCSK9 is een eiwit dat de hoeveelheid LDL-receptoren op de levercellen reguleert. Binding van evolocumab aan circulerend PCSK9 voorkomt dat PCSK9 zich bindt aan LDL-receptoren (LDLR) en verhindert PCSK9-gemedieerde LDLR-degeneratie. Hogere expressie van LDL-receptoren op de levercellen, leidt tot verlaging van de LDL-cholesterolconcentratie in het bloed. Naast verlaging van de concentratie van PCSK9 en LDL-cholesterol verlaagt het tevens die van totaal cholesterol, ApoB, niet-HDL-cholesterol, VLDL-cholesterol, triglyceriden en lipoproteïne a, en verhoogt het die van HDL-cholesterol en ApoA1. De werking treedt in binnen 1 week, maximaal na 1–2 weken.
Kinetische gegevens
F | 72 %. |
T max | 3–4 dagen. |
V d | 0,047 l/kg. |
Metabolisering | waarschijnlijk volgens route van immunoglobulineklaring: afbraak tot kleine peptiden en afzonderlijke aminozuren. |
T 1/2el | 11–17 dagen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Humaan monoklonaal IgG1 antilichaam, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van de Chinese hamster, dat selectief bindt aan PCSK9. PCSK9 is een eiwit dat de hoeveelheid LDL-receptoren op de levercellen reguleert. Binding van alirocumab aan circulerend PCSK9 voorkomt dat PCSK9 zich bindt aan LDL-receptoren (LDLR) en verhindert PCSK9-gemedieerde LDLR-degeneratie. Hogere expressie van LDL-receptoren op de levercellen, leidt tot verlaging van de LDL-cholesterolconcentratie in het bloed. Naast verlaging van de concentratie van PCSK9 en LDL-cholesterol, verlaagt het tevens die van ApoB, niet-HDL-cholesterol, VLDL-cholesterol, triglyceriden en lipoproteïne a.
De werking treedt in binnen 15 dagen, is maximaal na ca. 4 weken en houdt ten minste 2 jaar aan mits de therapie gecontinueerd wordt.
Kinetische gegevens
F | s.c. ca. 85%. |
T max | 3–7 dagen. |
Overig | maandelijkse blootstelling aan 300 mg 1×/4 weken is vergelijkbaar met 150 mg 1×/2 weken. |
V d | 0,04–0,05 l/kg. |
Metabolisering | waarschijnlijk volgens de route van immunoglobulineklaring: afbraak tot kleine peptiden en afzonderlijke aminozuren. |
Eliminatie | bij lage concentraties vnl. via verzadigbare binding aan PCSK9, bij hoge concentraties vnl. via onverzadigbare proteolytische route. |
T 1/2el | 17–20 dagen (monotherapie); 12 dagen (bij combinatie met een statine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
evolocumab hoort bij de groep PCSK9-remmers.
Groepsinformatie
alirocumab hoort bij de groep PCSK9-remmers.