Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

follitropine/​lutropine

gonadotrofinen G03GA30

Sluiten

follitropine delta

gonadotrofinen G03GA10

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Pergoveris XGVS Merck bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Verpakkingsvorm
met solvens 1 ml

Bevat per flacon: follitropine α 150 IE en lutropine α 75 IE.

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
pen 0,48 ml

Bevat per pen: follitropine α 300 IE en lutropine α 150 IE (per ml: 625 IE resp. 312,5 IE).

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
pen 0,72 ml

Bevat per pen: follitropine α 450 IE en lutropine α 225 IE (per ml: 625 IE resp. 312,5 IE).

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Verpakkingsvorm
pen 1,44 ml

Bevat per pen: follitropine α 900 IE en lutropine α 450 IE (per ml: 625 IE resp. 312,5 IE).

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Rekovelle XGVS Ferring bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
33,3 microg/ml
Verpakkingsvorm
patroon 0,36 ml = 12 microg, 1,08 ml = 36 microg, 2,16 ml = 72 microg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.

Advies

Fertiliteitsbehandeling vindt plaats in de tweede- of derdelijnszorg. Medicamenteuze ovulatie-inductie wordt toegepast bij ovulatiestoornissen zoals polycysteus ovarium syndroom (PCOS). Bij de behandeling van PCOS is letrozol (offlabel) eerste en clomifeen tweede keus. Andere fertiliteitsbehandelingen, die bij diverse indicaties kunnen worden toegepast, zijn intra‐uteriene inseminatie (met of zonder milde ovariële hyperstimulatie), in-vitro fertilisatie (IVF) en intracytoplasmatische sperma‐injectie (ICSI). Bij IVF/ICSI vindt gecontroleerde ovariële hyperstimulatie plaats met gonadotrofinen, in combinatie met gonadoreline-agonisten of gonadoreline-antagonisten, afhankelijk van het gekozen schema.

Indicaties

  • Stimulatie van de follikelontwikkeling bij volwassen vrouwen met een ernstig tekort aan LH en FSH.

Gerelateerde informatie

  • fertiliteitsbehandeling

Indicaties

  • Gecontroleerde ovariumhyperstimulatie voor de ontwikkeling van meerdere follikels bij vrouwen die geassisteerde voortplantingstechnieken (ART) ondergaan, zoals in vitro fertilisatie (IVF) of intracytoplasmatische sperma-injectiecyclus (ICSI).

Gerelateerde informatie

  • fertiliteitsbehandeling

Doseringen

Gezien de indicatie kan de behandeling op elk moment worden begonnen. Individueel doseren, afhankelijk van de reactie van het ovarium. Dit vereist echoscopie en controle van estradiolplasmaspiegels.

Klap alles open Klap alles dicht

Stimulatie follikelontwikkeling bij ernstig tekort aan LH en FSH

Volwassenen

Aanbevolen begindosis: s.c. 150 IE follitropine α in combinatie met 75 IE lutropine α per dag. Daarna afhankelijk van de respons zo nodig FSH verhogen met 37,5–75 IE follitropine-α/dag, met een interval van 7–14 dagen. Een behandelduur tot 5 weken is aanvaardbaar. Bij een optimale reactie de toediening staken en binnen 24–48 uur de ovulatie opwekken met 5.000–10.000 IE hCG of 250 microg r-hCG, waarbij wordt aangeraden om gemeenschap te hebben op zowel de dag van hCG-toediening als de dag erna. Als alternatief kan intra-uteriene inseminatie of een andere medische kunstmatige voortplantingsprocedure worden toegepast. Eventueel ondersteuning van de luteale fase overwegen, omdat een tekort aan luteotrope activiteit (LH/hCG) na de ovulatie kan leiden tot prematuur falen van het corpus luteum. Bij een excessieve reactie op de gebruikelijke dosering follitropine-α/lutropine-α, hCG niet toedienen en de behandeling in de volgende cyclus beginnen met een lagere dosis FSH.

Toediening

  • Subcutaan toedienen elke dag op hetzelfde tijdstip;
  • De eerste injectie onder directe medische supervisie geven; na adequate instructie kan de toediening worden uitgevoerd door de patiënt zelf;
  • Het poeder voor injectievloeistof direct vóór gebruik reconstitueren met de meegeleverde oplossing;
  • De injectieplaats dagelijks afwisselen om huidirritatie te voorkomen.

Doseringen

Individueel doseren op geleide van de follikelgrootte en de estradiolconcentratie.

Klap alles open Klap alles dicht

Gecontroleerde ovariële hyperstimulatie bij kunstmatige voortplantingstechnieken

Volwassenen

Het tijdstip waarop de behandeling wordt gestart is afhankelijk van het type protocol: in een protocol met een GnRH-antagonist (kort schema), de behandeling 2 of 3 dagen na het begin van de menstruatie starten; in een protocol met een GnRH-agonist (lang schema), de behandeling ca. 2 weken na aanvang van de agonistbehandeling starten.

Voor de eerste behandelcyclus de individuele dagelijkse dosis bepalen op basis van de serumspiegels van het anti-Müller-hormoon (AMH) en het lichaamsgewicht van de vrouw. Deze dagelijkse dosis de hele stimulatieperiode handhaven. Bij een AMH-concentratie < 15 pmol/l: s.c. 12 microg/dag (ongeacht het lichaamsgewicht). Bij een AMH-concentratie ≥ 15 pmol/l: zie tabel 1. De max. dosering bij de eerste behandelcyclus is 12 microg/dag. De behandeling voortzetten tot een adequate follikelontwikkeling (≥ 3 follikels ≥ 17 mm) is bereikt, wat gemiddeld op de negende of tiende behandeldag het geval is (spreiding 5–20 dagen). Bij downregulatie van de hypofyse door een GnRH-agonist kan een langere stimulatieduur en dus een hogere totale dosis follitropine delta nodig zijn om adequate follikelrespons te verkrijgen. Vervolgens een enkelvoudige injectie van 250 microg r-hCG of 5.000 IE hCG toedienen om volledige follikelrijping te bewerkstelligen. Bij volgende behandelcycli de dagelijkse dosis zo nodig aanpassen op grond van de ovariële respons in de vorige cyclus: bij een ovariële hyporespons de dosering verhogen met 25–50%; bij een ovariële hyperrespons de dosering verlagen met 20–33%. De max. dosering bij volgende behandelcycli is 24 microg/dag.

AMH (pmol/l)

Dagelijkse dosis

< 15

12 microg

15–16

0,19 microg/kg

17

0,18 microg/kg

18

0,17 microg/kg

19–20

0,16 microg/kg

21–22

0,15 microg/kg

23–24

0,14 microg/kg

25–27

0,13 microg/kg

28–32

0,12 microg/kg

33–39

0,11 microg/kg

≥ 40

0,10 microg/kg

Dosering follitropine-delta bij gecontroleerde ovariële hyperstimulatie Vergroot tabel

Toediening

  • Subcutaan toedienen, bij voorkeur in de buikwand.
  • De eerste injectie onder directe medische supervisie geven; na adequate instructie kan de toediening worden uitgevoerd door de patiënt zelf.
  • De injectieplaats dagelijks afwisselen om lipo-atrofie te voorkomen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): ovariumcysten. Hoofdpijn. Lokale reacties op de injectieplaats (bv. pijn, erytheem, hematoom, zwelling en irritatie).

Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, buikpijn, opgezette buik, diarree. Mild tot matig ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS), gekenmerkt door maag-darmstoornissen en cysteus vergrote ovaria. Pijnlijke borsten, bekkenpijn.

Soms (0,1-1%): ernstig OHSS, gekenmerkt door ernstige ovariële vergroting, acute buikpijn, ascites, pleurale effusie, hydrothorax, dyspneu, oligurie, hematologische afwijkingen en gewichtstoename.

Zeer zelden (< 0,01%): ovariumtorsie en trombo-embolische aandoeningen (longembolie, ischemisch CVA, myocardinfarct) als gevolg van ernstig OHSS. Astma-longaanval. Milde tot ernstige overgevoeligheidsreacties, inclusief anafylactische reacties en shock.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid. Ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS), bekkenpijn of -klachten. Vermoeidheid.

Soms (0,1-1%): stemmingswisselingen. Slaperigheid, duizeligheid. Braken, buikklachten, diarree, obstipatie. Pijnlijke of gevoelige borsten, vaginale bloedingen.

Een milde tot matige vorm van OHSS kan samengaan met buikklachten, misselijkheid, braken, diarree en cysteus vergrote ovaria.

Ernstige OHSS kan samengaan met sterke vergroting van de ovaria, gewichtstoename, dyspneu, oligurie, hypovolemie, hemoconcentratie, verstoring van de elektrolytenbalans, ascites, pleura-effusie of acuut longlijden. Zeer zelden ovariumtorsie of trombo-embolische voorvallen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er zijn van dit middel geen interacties bekend.

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen dat gonadotrope hormonen meer kans op aangeboren afwijkingen geven. Gegevens over toediening tijdens een al bestaande zwangerschap zijn niet beschreven, waardoor het niet mogelijk is de eventuele risico's hiervan in te schatten.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Teratogenese: Er zijn geen aanwijzingen dat gonadotrope hormonen meer kans op aangeboren afwijkingen geven. Gegevens over toediening tijdens een al bestaande zwangerschap zijn niet bekend, waardoor het niet mogelijk is de eventuele risico's hiervan in te schatten.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gonadotrofinen zijn grote moleculen; opname in de moedermelk lijkt daarom niet waarschijnlijk. Daarbij worden deze middelen slecht tot niet opgenomen uit het maag-darmkanaal van de zuigeling.

Overige: Gonadotrofinen remmen mogelijk de borstvoeding.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Gonadotrofinen zijn grote moleculen; opname in de moedermelk lijkt daarom niet waarschijnlijk. Daarbij worden deze middelen slecht tot niet opgenomen uit het maag-darmkanaal van de zuigeling.

Farmacologisch effect: Gonadotrofinen remmen mogelijk de borstvoeding.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • ovarium-, uterus- of mammacarcinoom;
  • hypofyse- of hypothalamustumor;
  • vergroting van de ovaria of cysten, anders dan door polycysteus ovariumsyndroom;
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • indien geen effect kan worden verwacht, bv. bij primaire ovariuminsufficiëntie, misvormingen van de geslachtsorganen die zwangerschap onmogelijk maken en myomen die zwangerschap in de weg staan.

Contra-indicaties

  • hypofyse- of hypothalamustumor;
  • ovarium-, uterus- of mammacarcinoom;
  • primaire gonadale insufficiëntie;
  • misvormingen van de geslachtsorganen of baarmoedermyomen die zwangerschap in de weg staan;
  • vergroting van de ovaria of cysten, anders dan door polycysteus ovariumsyndroom;
  • onverklaarde vaginale bloedingen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Algemeen: Onderzoek vooraf op aanwezigheid van niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bv. ziekten van schildklier, bijnier of hypofyse) en behandel deze. Controleer patiënten met (een familiaire geschiedenis van) porfyrie zorgvuldig; overweeg bij achteruitgang of een eerste symptoom van deze aandoening, de toediening te staken.

Het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) kan optreden bij stimulering van follikelgroei. Beoordeel vóór en regelmatig tijdens de behandeling de follikelontwikkeling door echoscopie en bepaling van de serum-oestradiolspiegel. Risicofactoren voor het ontwikkelen van OHSS zijn een laag lichaamsgewicht bij een leeftijd < 35 jaar, polycysteus-ovariumsyndroom, hogere doses exogene gonadotrofinen, hoge absolute of snel stijgende serumspiegels van estradiol, een groot aantal ontwikkelende ovariële follikels en eerdere episoden van OHSS. Bij aanwijzingen voor ongewenste ovariële hyperstimulatie tijdens de behandeling, geen humaan choriongonadotrofine (hCG) toedienen en de patiënt adviseren ten minste 4 dagen geen gemeenschap te hebben of barrière-contraceptiemethoden te gebruiken. OHSS kan snel verergeren en treedt meestal op na het stoppen van de behandeling, met als hoogtepunt ca. 7 tot 10 dagen na de behandeling; daarom de patiënt ten minste gedurende 2 weken na de hCG-toediening volgen. Bij ernstig OHSS de behandeling met gonadotrofine staken (indien nog gaande); ziekenhuisopname is aangewezen.

Risico's bij ART: De kans op een meerlingzwangerschap na ovulatie-inductie is toegenomen en daarmee het risico op maternale en perinatale complicaties; volg daarom de ovariële respons zorgvuldig. Er is meer kans op een miskraam en extra-uteriene graviditeit gerapporteerd; dit risico hangt niet direct samen met gebruik van gonadotrofinen maar met de onderliggende aandoening.

Trombose: Wees voorzichtig bij vrouwen met risicofactoren voor trombose, zoals een trombose in de (familie)anamnese, overgewicht (BMI > 30) of trombofilie, vanwege de toegenomen kans op trombo-embolische voorvallen bij behandeling met gonadotrofinen.

Tumoren: Zowel benigne als maligne tumoren van de ovaria of andere delen van het reproductiesysteem zijn gemeld bij vrouwen die veelvuldig therapie kregen voor behandeling van onvruchtbaarheid. Het is onduidelijk of behandeling met gonadotrofinen de kans op dit soort tumoren vermeerdert bij onvruchtbare vrouwen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Onderzoek vooraf op aanwezigheid van niet-gonadale endocrinologische afwijkingen (bv. ziekten van schildklier, bijnier of hypofyse) en behandel deze.

Controleer patiënten met (een familiaire geschiedenis van) porfyrie zorgvuldig; overweeg bij achteruitgang of een eerste symptoom van deze aandoening, de toediening te staken.

Het ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS) is een complicatie van een fertiliteitsbehandeling. Beoordeel vóór en regelmatig tijdens de behandeling de follikelontwikkeling door echoscopie en bepaling van de serum-oestradiolspiegel. Risicofactoren voor het ontwikkelen van OHSS zijn een laag lichaamsgewicht bij een leeftijd < 35 jaar, polycysteus-ovariumsyndroom, hogere doses exogene gonadotrofinen, hoge absolute of snel stijgende serumspiegels van estradiol, een groot aantal ontwikkelende ovariële follikels en eerdere episoden van OHSS. In geval van ovariële hyperstimulatie tijdens de behandeling geen humaan choriongonadotrofine (hCG) toedienen en de patiënt adviseren ten minste 4 dagen geen gemeenschap te hebben of een condoom te gebruiken. OHSS kan optreden binnen 9 dagen nadat de laatste fase van follikelrijping is geïnduceerd, middels toediening van hCG. Laat OHSS kan optreden 10 of meer dagen hierna, als gevolg van hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap. Volg de patiënt ten minste gedurende 2 weken na hCG-toediening in verband met dit risico.

De kans op een meerlingzwangerschap na ovulatie-inductie is toegenomen en daarmee het risico op maternale en perinatale complicaties; volg daarom de ovariële respons zorgvuldig. Er is meer kans op een miskraam en extra-uteriene graviditeit gerapporteerd; dit risico hangt niet direct samen met gebruik van gonadotrofinen maar met de onderliggende aandoening.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor trombose, zoals een trombose in de (familie)anamnese, overgewicht (BMI > 30) of trombofilie, vanwege de toegenomen kans op trombo-embolische voorvallen bij behandeling met gonadotrofinen.

Zowel benigne als maligne tumoren van de ovaria of andere delen van het reproductiesysteem zijn gemeld bij vrouwen die veelvuldig therapie kregen voor behandeling van onvruchtbaarheid. Het is onduidelijk of behandeling met gonadotrofinen de kans op dit soort tumoren vermeerdert bij onvruchtbare vrouwen.

Er is geen onderzoek gedaan naar anovulatoire patiënten met polycysteus-ovariumsyndroom.

Potentiële hoog-responders (patiënten met AMH > 35 pmol/l) zijn niet onderzocht in een protocol waarin downregulatie met een GnRH-agonist toegepast wordt.

Eigenschappen

Combinatie van via DNA-recombinanttechniek vervaardigd humaan follikelstimulerend hormoon (r-hFSH) en humaan luteïniserend hormoon (r-hLH). In de thecacellen stimuleert LH de uitscheiding van androgenen, die worden overgebracht naar granulosacellen, waar zij door aromatase worden omgezet in estradiol. In granulosacellen stimuleert FSH de ontwikkeling van ovariële follikels. Het doel van de behandeling is de follikelontwikkeling gevolgd door volle rijping te bevorderen na toediening van humaan choriongonadotrofine (hCG).

De estradiolspiegel begint vanaf de vierde dag van behandeling te stijgen. Het totale follikelvolume begint toe te nemen na ca. 4-5 dagen en het max. effect wordt bereikt na ca. 10 dagen, afhankelijk van de individuele respons.

Kinetische gegevens

follitropine α
F s.c. ca. 66%.
V d ca. 0,14 l/kg.
Eliminatie ca. 12% met de urine.
T 1/2el 24-59 uur.
lutropine α
F s.c. ca. 56%.
V d ca. 0,07–0,2 l/kg.
Eliminatie < 5% met de urine.
T 1/2el 8-21 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Recombinant humaan follikelstimulerend hormoon (r-hFSH) geproduceerd door middel van DNA-recombinanttechniek in een menselijke cellijn (PER.C6). FSH is noodzakelijk voor normale follikelgroei en -rijping en voor de gonadale steroïdproductie.

Kinetische gegevens

T max ca. 10 uur.
F ca. 64%.
V d ca. 0,36 l/kg.
Eliminatie hoofzakelijk met de urine (ca. 9% onveranderd).
T 1/2el ca. 28 uur (na meerdere toedieningen).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

follitropine/lutropine hoort bij de groep gonadotrofinen.

  • choriongonadotrofine (G03GA01) Vergelijk
  • choriongonadotropine alfa (G03GA08) Vergelijk
  • corifollitropine alfa (G03GA09) Vergelijk
  • follitropine alfa (G03GA05) Vergelijk
  • follitropine bèta (G03GA06) Vergelijk
  • follitropine delta (G03GA10) Vergelijk
  • lutropine (G03GA07) Vergelijk
  • menopauzegonadotrofine (G03GA02) Vergelijk
  • urofollitropine (G03GA04) Vergelijk

Groepsinformatie

follitropine delta hoort bij de groep gonadotrofinen.

  • choriongonadotrofine (G03GA01) Vergelijk
  • choriongonadotropine alfa (G03GA08) Vergelijk
  • corifollitropine alfa (G03GA09) Vergelijk
  • follitropine alfa (G03GA05) Vergelijk
  • follitropine bèta (G03GA06) Vergelijk
  • follitropine/lutropine (G03GA30) Vergelijk
  • lutropine (G03GA07) Vergelijk
  • menopauzegonadotrofine (G03GA02) Vergelijk
  • urofollitropine (G03GA04) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • gonadotrofinen

Indicaties

  • fertiliteitsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • gonadotrofinen

Indicaties

  • fertiliteitsbehandeling

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".