Samenstelling
Opatanol (als hydrochloride) Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%)
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Allergodil Nevel
(hydrochloride)
Bijlage 2
Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Bevat 0,14 mg azelastinehydrochloride/verstuiving.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Bij gebruik van geneesmiddelen is bij incidentele klachten een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) eerste keus vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig ernstige tot ernstige klachten gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke, subcutane immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Aan de vergoeding van azelastine (bij allergische rinitis) zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Indicaties
- Behandeling van oculaire objectieve en subjectieve symptomen van seizoensgebonden allergische conjunctivitis.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Allergische rinitis bij volwassenen en kinderen > 6 jaar;
- Kortdurende behandeling van vasomotorische (niet-allergische) rinitis bij volwassenen en kinderen > 12 jaar.
Gerelateerde informatie
Dosering
Oculaire symptomen van allergische conjunctivitis:
Volwassenen en kinderen ≥ 3 jaar:
1 druppel 2×/dag (om de 8 uur) in de conjunctivale zak. Indien noodzakelijk kan de behandeling tot 4 maanden worden gecontinueerd.
Door tijdens en direct na toediening de traanbuis 1–3 minuten dicht te drukken, wordt voorkomen dat de druppeloplossing snel afvloeit naar neus- en keelholte; hierdoor neemt de kans op systemische reacties af.
Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Dosering
Allergische rinitis:
Volwassenen en kinderen > 6 jaar:
1 verstuiving in elk neusgat max. 2×/dag. De behandeling voortzetten tot de klachten geheel zijn verdwenen; onafgebroken gebruik > 6 maanden wordt afgeraden.
Niet-Allergische rinitis:
Volwassenen en kinderen > 12 jaar:
2 verstuivingen in elk neusgat max. 2×/dag. De behandeling voortzetten tot de klachten geheel zijn verdwenen. Onafgebroken gebruik van langer dan 8 weken wordt niet aanbevolen (wegens ontbrekende gegevens).
Voor gebruik de neus snuiten en tijdens de verstuiving het hoofd rechtop houden.
Bijwerkingen
Lokaal: Vaak (1-10%): oogklachten (pijn, irritatie, droogte, abnormaal gevoel).
Soms (0,1-1%): oogklachten (jeuk, ongemak, wazig zien), fotofobie, keratitis (punctata), cornea-erosie, corneakleuring, conjunctivale follikels, oculaire hyperemie, oogafscheiding, tranenvloed, ooglidklachten (jeuk, erytheem, spasme). Contactdermatitis.
Verder zijn gemeld: cornea-oedeem, mydriasis, conjunctivitis, oogzwelling, ooglidoedeem, korstvorming op de ooglidrand.
Systemisch: Vaak (1-10%): vermoeidheid. Dysgeusie, hoofdpijn. Droge neus.
Soms (0,1-1%): duizeligheid, hypo-esthesie. Branderig gevoel van de huid, droge huid. Rinitis.
Verder zijn gemeld: misselijkheid, braken. Malaise, asthenie. Slaperigheid. Dyspneu, sinusitis. Dermatitis, erytheem. Overgevoeligheid, zwelling van gelaat.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10 %): dysgeusie of bittere smaak, met name bij 2 verstuivingen per neusgat en als het hoofd te veel achterover wordt gehouden tijdens toediening.
Soms (0,1-1%): prikken, branden of jeuk in de neus, niezen, neusbloeding.
Zelden (0,01-0,1%): parosmie, misselijkheid.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (huiduitslag, jeuk, urticaria), anafylactische reactie. Duizeligheid, vermoeidheid, zwakte.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij gebruik van de oogdruppels zijn echter gezien de lage systemische belasting geen nadelige effecten bij de foetus te verwachten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren alleen schadelijk gebleken bij hoge orale doses die toxisch zijn voor het moederdier (groeivertraging, misvorming van het skelet, foetale sterfte). Bij de nasale toediening is de te verwachten systemische blootstelling minimaal.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Bij de mens onbekend, bij dieren wel.
Farmacologisch effect: Het is niet waarschijnlijk dat toepassing van de oogdruppels aanleiding geeft tot detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. De dosis is bij nasaal gebruik zo laag, dat het zeer onwaarschijnlijk is dat dit leidt tot klinisch relevante hoeveelheden in de moedermelk. Bij langdurig gebruik van antihistaminica in hoge doseringen kan er in theorie sufheid optreden bij de zuigeling.
Advies: Kan kortdurend waarschijnlijk veilig worden gebruikt; langdurig gebruik ontraden.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bij droge ogen of een beschadigde cornea is nauwlettend toezicht vereist, omdat het conserveermiddel benzalkoniumchloride bij langdurig gebruik keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie kan veroorzaken. Benzalkoniumchloride kan tevens zachte contactlenzen doen verkleuren; draag daarom geen zachte contactlenzen, harde contactlenzen pas 15 minuten na indruppelen indoen. Als een aanmerkelijk beschadigde cornea gemeld is, kan het gebruik van fosfaathoudende oogdruppels leiden tot corneacalcificaties. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij kinderen jonger dan drie jaar.
Overdosering
Bij accidentele orale inname door (kleine) kinderen kunnen systemische effecten optreden, zie vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Antihistaminicum. Olopatadine is een dibenzoxipinederivaat met hoge affiniteit voor de histamine H1-receptor. Na toepassing op het oog geeft het meestal snel verlichting van de symptomen van allergische conjunctivitis.
Kinetische gegevens
Resorptie | vanuit het oog gering, plasmaconcentraties zijn 50–200 keer lager dan na orale doses. |
Eliminatie | hoofdzakelijk via de urine, onveranderd. |
T 1/2el | 8–12 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antihistaminicum. Azelastine is een ftalazinonderivaat met sterke H1-antagonistische werking. Het remt de effecten van de mediatoren leukotrieen, histamine, plaatjes activerende factor (PAF) en serotonine. Werking: binnen 15 minuten, werkingsduur: minimaal 12 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal na nasale toediening (snel). |
F | ca. 81%. |
V d | 14,5 l/kg. |
Eiwitbinding | 80–90%, ca. 97% (desmethylazelastine). |
Metabolisering | tot actief desmethylazelastine. |
Eliminatie | met de feces 75%. |
T 1/2el | 20 uur, 45 uur (desmethylazelastine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
olopatadine hoort bij de groep antihistaminica, lokaal.
- azelastine (bij allergische rinitis) (R01AC03) Vergelijk
- azelastine (bij oogaandoening) (S01GX07) Vergelijk
- emedastine (S01GX06) Vergelijk
- ketotifen (in de oogheelkunde) (S01GX08) Vergelijk
- levocabastine (bij allergische rinitis) (R01AC02) Vergelijk
- levocabastine (in de oogheelkunde) (S01GX02) Vergelijk
- tripelennamine (D04AA04) Vergelijk
Groepsinformatie
azelastine (bij allergische rinitis) hoort bij de groep antihistaminica, lokaal.
- azelastine (bij oogaandoening) (S01GX07) Vergelijk
- emedastine (S01GX06) Vergelijk
- ketotifen (in de oogheelkunde) (S01GX08) Vergelijk
- levocabastine (bij allergische rinitis) (R01AC02) Vergelijk
- levocabastine (in de oogheelkunde) (S01GX02) Vergelijk
- olopatadine (S01GX09) Vergelijk
- tripelennamine (D04AA04) Vergelijk