Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

protrombinecomplex

bloedstollingsfactoren B02BD01

Sluiten

emicizumab

bloedstollingsfactoren B02BX06

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Beriplex P/N XGVS CSL Behring bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
250 IE
Verpakkingsvorm
flacon + solvens 10 ml
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 IE
Verpakkingsvorm
flacon + solvens 20 ml

Bevat na oplossen per ml ten minste: 20 IE factor II, 10 IE factor VII, 20 IE factor IX, 22 IE factor X, 15 IE proteïne C en 12 IE proteïne S. Het totale proteïnegehalte is 6–14 mg/ml bereide oplossing. De specifieke factor IX-activiteit is 2,5 IE per mg totaal proteïne. Bevat tevens: sporen humaan albumine, heparine en humaan antitrombine III en tot 15 mmol natrium per 100 ml.

Cofact Sanquin, CLB, divisie Producten

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
250 IE
Verpakkingsvorm
flacon + solvens 10 ml
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 IE
Verpakkingsvorm
flacon + solvens 20 ml

Bevat na oplossen per ml ten minste: 14 IE factor II, 7 IE factor VII, 25 IE factor IX, 14 IE factor X, 11 IE proteïne C en 1 IE proteïne S. Het totale proteïnegehalte/flacon is 13–35 mg/ml bereide oplossing. De specifieke factor IX-activiteit is 0,6 IE per mg totaal proteïne. Bevat tevens: sporen humaan antitrombine III en 12,5–19,5 mmol natrium per 100 ml.

Octaplex XGVS Octapharma GmbH

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
500 IE
Verpakkingsvorm
flacon + solvens 20 ml
Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
1000 IE
Verpakkingsvorm
flacon + solvens 40 ml

Bevat na oplossen per ml ten minste: 14 IE factor II, 9 IE factor VII, 25 IE factor IX, 18 IE factor X, 13 IE proteïne C en 12 IE proteïne S. Het totale proteïnegehalte/flacon is 13–41 mg/ml bereide oplossing. De specifieke factor IX-activiteit is minimaal 0,6 IE per mg totaal proteïne. Bevat tevens: sporen heparine en tot 16,3–27,2 mmol natrium per 100 ml.

Prothromplex XGVS Takeda Nederland bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
600 IE
Verpakkingsvorm
flacon + solvens 20 ml

Bevat na oplossen per ml ten minste: 24-45 IE factor II, 25 IE factor VII, 30 IE factor IX, 30 IE factor X, 20 IE proteïne C. Het totale proteïnegehalte/flacon is 15-38 mg/ml bereide oplossing. De specifieke factor IX-activiteit is 0,6 IE per mg van de activiteit van factor IX. Bevat tevens: sporen heparine (max. 0,5 IE/IE factor IX), antitrombine III (0,75-1,5 IE/ml) en 17 mmol natrium per 100 ml.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Hemlibra XGVS Aanvullende monitoring Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Oplossing voor injectie
Sterkte
30 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 1 ml
Toedieningsvorm
Oplossing voor injectie
Sterkte
150 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 0,4 ml, flacon 0,7 ml, flacon 1 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van hemofilie en aanverwante hemostasestoornissen de richtlijn: Diagnostiek en behandeling van hemofilie en aanverwante hemostasestoornissen (2009) op hematologienederland.nl.

Advies

Profylaxe met subcutaan emicizumab is minstens even effectief in het voorkomen van bloedingen bij ernstige hemofilie A zonder remmers, als profylactische behandeling met intraveneus factor VIII (elke 2–3 dagen) zonder een toename van de ongunstige effecten. De s.c.-toediening van emicizumab (1×/week, 1×/2 weken óf 1×/4 weken) heeft een groter gebruiksgemak en kan van voordeel zijn voor patiënten die slecht perifeer te prikken zijn of zelf niet in staat zijn de reguliere intraveneuze profylaxe met factor VIII toe te dienen. De langetermijnervaring met emicizumab is relatief beperkt, met factor VIII is die ruim. Zie voor meer informatie over de behandeling van hemofilie A de richtlijn: Diagnostiek en behandeling van hemofilie en aanverwante hemostasestoornissen (pdf 1,9 MB, 2009) op hematologienederland.nl.

  • Farmacotherapeutisch rapport 2020 emicizumab Hemlibra® als routineprofylaxe van bloedingen bij patiënten met ernstige hemofilie A zonder remmers tegen factor VIII

Indicaties

Behandeling van bloedingen of het voorkomen van bloedingen peri-operatief als gevolg van:

  • Verworven deficiëntie van de protrombinecomplex-stollingsfactoren. Bijvoorbeeld bij deficiëntie ontstaan door behandeling met vitamine K-antagonisten of door overdosering van vitamine K-antagonisten, wanneer acute correctie van de deficiëntie nodig is.
  • Aangeboren deficiënties van een van de vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren (Octaplex: factor II en X), wanneer de gezuiverde specifieke stollingsfactor niet beschikbaar is.

Indicaties

Routineprofylaxe van bloedingen bij patiënten met:

  • Hemofilie A met remmers tegen stollingsfactor VIII.
  • Ernstige hemofilie A (FVIII < 1%) zonder remmers tegen stollingsfactor VIII.

Dosering

De dosering is afhankelijk van de ernst van het stollingsdefect, de klinische toestand en het gewicht van de patiënt. Tevens moet rekening worden gehouden met de halfwaardetijd van de stollingsfactor, die men in hoofdzaak wil toedienen.

Klap alles open Klap alles dicht

Behandeling van bloedingen of het voorkómen van bloedingen peri-operatief als gevolg van verworven deficiëntie van de protrombinecomplex-stollingsfactoren:

Algemeen:

De dosering hangt af van de INR voor de behandeling (zo kort mogelijk voor toediening gemeten), de gewenste INR na de behandeling en het lichaamsgewicht.

Cofact: De dosering wordt soms berekend op basis van het gebruik bij hemofilie B wegens de relatief korte halfwaardetijd en de lage opbrengst na infusie van factor IX in vergelijking met de andere stollingsfactoren in protrombinecomplex. Hierbij wordt aangenomen dat een gemiddelde plasmaconcentratie van factor IX ≥ 30% voldoende is om een INR ≤ 2,1 te bereiken, en ≥ 60% voldoende is voor een INR ≤ 1,5. De maximale dosering is 1500 IE (= 60 ml) voor een INR ≤ 2,1 en max. 2500 IE (= 100 ml) voor een INR ≤ 1,5. Zie voor een doseringstabel met algemene doseringsadviezen voor Cofact de officiële productinformatie van CBG/EMA (rubriek 4.2).

Beriplex: volwassenen max. 5000 IE per keer bij een lichaamsgewicht > 100 kg en bij een INR > 6. Zie voor een doseringstabel met algemene doseringsadviezen voor Beriplex de officiële productinformatie van CBG/EMA (rubriek 4.2).

Octaplex: volwassenen: max. enkelvoudige dosering: 3000 IE (= 120 ml). Zie voor een doseringstabel met algemene doseringsadviezen voor Octaplex de officiële productinformatie van CBG/EMA (rubriek 4.2).

Prothromplex: volwassenen: max. 50 IE factor IX/kg bij een INR > 6. Bij ernstige bloedingen kan een hogere dosering overwogen worden. Zie voor een doseringstabel met algemene doseringsadviezen voor Prothromplex de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2).

Bij hemofilie B (factor IX-tekort):

Beriplex, Cofact, Prothromplex: 1 IE factor IX/kg lichaamsgewicht heeft in het algemeen een stijging van factor IX in het bloed van 0,013 IE/ml (Beriplex) of 0,01 IE/ml (Cofact) of 0,015 IE/ml (Prothromplex) tot gevolg.

Bij factor II-tekort:

Beriplex, Cofact, Octaplex, Prothromplex: bij dosering van 1 IE factor II per kg mag een stijging van 0,019 IE/ml (Beriplex) of 0,02 IE/ml (Cofact, Octaplex) of 0,021 IE/ml (Prothromplex) worden verwacht.

Bij factor VII-tekort:

Beriplex, Cofact, Prothromplex: bij toediening van 1 IE factor VII per kg mag stijging van factor VII in het bloed van ca. 0,017 IE/ml (Beriplex) of 0,01 IE/ml (Cofact) of 0,024 IE/ml (Prothromplex) worden verwacht.

Bij factor X-tekort:

Beriplex, Cofact, Octaplex, Prothromplex: bij dosering van 1 IE factor X per kg mag een stijging van 0,019 IE/ml (Beriplex) of 0,017 IE/ml (Cofact, Octaplex, Prothromplex) in het bloed worden verwacht.

Toedieningsinformatie: Het preparaat moet intraveneus worden toegediend, en vanuit microbiologisch oogpunt, moet dit direct na het oplossen gebeuren. De infusiesnelheid verschilt per preparaat, deze zijn:

  • Beriplex: ≤ 8 ml/min;
  • Cofact: ca. 2 ml/min;
  • Octaplex: beginsnelheid 1 ml/min, vervolgens 2–3 ml/min;
  • Prothromplex: max. 2 ml/min.

Dosering

Behandeling met 'bypassing agents', zoals geactiveerd protrombinecomplex of geactiveerd eptacog α, de dag vóór de toediening van emicizumab staken. Profylaxe met FVIII kan gedurende de eerste 7 dagen van de behandeling met emicizumab worden voorgezet.

Klap alles open Klap alles dicht

Routineprofylaxe van bloedingen bij hemofilie A:

Volwassenen en kinderen ≥ 1 jaar:

s.c.: aanbevolen oplaaddosis: 3 mg/kg 1×/week gedurende de eerste 4 weken. Onderhoudsdosering: 1,5 mg/kg 1×/week of 3 mg 1×/2 weken of 6 mg 1×/4 weken. Per injectie maximaal 2 ml injectievloeistof toedienen en de verschillende concentraties van emicizumab (30 mg/ml en 150 mg/ml) niet combineren in dezelfde injectiespuit.

Bij ouderen (≥ 65 jaar) en bij een licht verminderde nierfunctie of een licht verminderde leverfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn weinig gegevens over gebruik bij een matig verminderde nier- of leverfunctie en geen gegevens bij een leeftijd > 77 jaar of bij een ernstig verminderde nier- of leverfunctie.

Een gemiste dosis zo snel mogelijk alsnog toedienen tot 1 dag vóór de volgende geplande dosis; er mag geen dubbele dosis toegediend worden.

Toedieningsinformatie: Subcutaan toedienen in dij, buik of achterkant van de bovenarm (bovenarm voor verzorger of medisch personeel). Niet injecteren in gebieden waar de huid rood, beschadigd, pijnlijk of verhard is of in moedervlekken of littekens. Patiënten > 7 jaar, mogen na de juiste training en voorlichting het middel in principe zelf (of door hun mantelzorger laten) toedienen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): (fatale) trombo-embolische complicaties. Hoofdpijn. Verhoogde lichaamstemperatuur.

Soms (0,1-1%): overgevoeligheid of allergische reacties.

Verder zijn gemeld: anafylactoïde of anafylactische reacties (incl. anafylactische shock, angio-oedeem). Paresthesie. Diffuse intravasculaire stolling. Cerebrovasculair accident. Hartfalen, acuut myocardinfarct, tachycardie. Hypotensie, overmatig blozen. Dyspneu, piepende ademhaling. Misselijkheid, braken. Huiduitslag, jeuk. Reacties op de infusieplaats. Lethargie. Rusteloosheid. Ontwikkeling van neutraliserende remmers van de stollingsfactoren (remmers). Nefrotisch syndroom is gemeld bij hemofilie B–patiënten met factor IX–remmers en allergische reacties in de voorgeschiedenis. Heparine-geïnduceerde trombocytopenie type II (Beriplex, Octaplex). Voorbijgaande stijging transaminasewaarden.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Artralgie. Reactie op de injectieplaats (erytheem, pijn, jeuk).

Vaak (1-10%): diarree. Myalgie. Koorts.

Soms (0,1-1%): trombotische microangiopathie (bij combinatie met geactiveerd protrombinecomplex in een dosering > 100 E/kg lichaamsgewicht per dag gedurende 24 uur of langer) met als symptomen trombocytopenie, microangiopathische hemolytische anemie en acute nierschade zonder ernstige deficiëntie van de ADAMTS13-activiteit. Sinus cavernosus-trombose. Oppervlakkige tromboflebitis. Huidnecrose.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Humaan protrombinecomplex neutraliseert het effect van vitamine K-antagonisten.

Interacties

Behandeling van bloedingen met 'bypassing agents', zoals geactiveerd protrombinecomplex (aPCC) of geactiveerd eptacog α (rFVIIa), de dag vóór de toediening van emicizumab staken. Bij toepassing van 'bypassing agents', zoals aPCC of rFVIIa, moet de dosering van deze middelen veelal worden verlaagd tijdens en gedurende 6 maanden na de toepassing van emicizumab, doordat emicizumab het stollingspotentieel verhoogt en vanwege de lange halfwaardetijd van emicizumab. Bij patiënten die emicizumab ontvangen het gebruik van aPCC bij voorkeur vermijden; als een alternatief niet beschikbaar is, is de maximale aanvangsdosis van aPCC 50 E/kg lichaamsgewicht met laboratoriumcontroles (incl. maar niet beperkt tot controle van nieren, trombocytenaantal en controle op trombose) vanwege meer kans op trombotische micro-angiopathie (TMA) en trombo-embolie. Als een bloeding niet onder controle komt met een aanvangsdosis van 50 E/kg aPCC controleer dan middels laboratoriumonderzoek op TMA en trombo-embolie en verifieer de bloeding voordat de toediening van aPCC wordt herhaald. Gedurende de eerste 24 uur is de maximale totale dosis aPCC 100 E/kg; weeg het risico op TMA en trombo-embolie zorgvuldig af tegen het risico op bloeding als overwogen wordt meer aPCC toe te dienen dan het maximum van 100 E/kg. Zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

De ervaring met gelijktijdig gebruik van antifibrinolytica (bv. tranexaminezuur) met aPCC of geactiveerd eptacog α (rFVIIa) bij patiënten die profylaxe met emicizumab ontvangen is beperkt; houd rekening met de mogelijkheid van het optreden van trombotische aandoeningen.

Wees voorzichtig bij combinatie met middelen die het risico op trombotische microangiopathie verhogen, zoals ciclosporine, kinine, tacrolimus.

Interacties kunnen nog enige tijd na staken van emicizumab optreden vanwege de lange halfwaardetijd.

Zwangerschap

Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren, onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Onvoldoende gegevens.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 6 maanden na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Humaan IgG wordt echter wel uitgescheiden in de moedermelk. Een nadelig effect op de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • Beriplex: gedissemineerde intravasale stolling in de verbruikfase;
  • Beriplex, Octaplex, Prothromplex: heparine-geïnduceerde trombocytopenie in de voorgeschiedenis.

Contra-indicaties

  • Er zijn van dit middel geen contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vanwege het risico van trombo-embolische complicaties zorgvuldige controle uitvoeren bij coronaire hartziekten in de voorgeschiedenis, leverziekten, tijdens en na een operatie, bij pasgeborenen, kinderen en bij meer kans op trombose of gedissemineerde intravasale stolling.

Overweeg de mogelijkheid van heparine-geïnduceerde trombocytopenie bij een daling van het aantal bloedplaatjes > 50% en/of het optreden van nieuwe of onverklaarbare trombo-embolische complicaties tijdens de behandeling; dit treedt meestal op binnen 4–14 dagen, maar bij recentelijk gebruik van heparine (in de afgelopen 100 dagen) kan het binnen 10 uur optreden.

Correctie van een stoornis in de hemostase veroorzaakt door vitamine K-antagonisten treedt meestal 30 minuten na injectie op; overweeg gelijktijdig vitamine K te geven, omdat het effect van vitamine K na 4–6 uur optreedt; monitoring van de INR is vereist, herhaalde toediening van protrombinecomplex wordt niet aanbevolen. Er zijn geen gegevens bekend over het gebruik bij een perinatale bloeding door vitamine K-tekort bij neonaten.

Wanneer patiënten met congenitale of verworven deficiëntie met protrombinecomplex worden behandeld is er kans op een trombose of gedissemineerde intravasale stolling, met name bij herhaalde dosering. Die kans neemt toe bij een geïsoleerde factor VII-deficiëntie.

Indien allergische of anafylactische reacties optreden, de behandeling direct staken.

Bij vorming van antistoffen die één of meerdere factoren van humaan protrombinecomplex remmen (herkenbaar aan een verminderde werkzaamheid), overleggen met een gespecialiseerd centrum.

Het risico van overdracht van met bloed overdraagbare agentia kan niet geheel worden uitgesloten. Voor 'non-enveloped' virussen (met uitzondering van hepatitis A-virus, parvovirus) is de chemische virusinactivering mogelijk beperkt effectief.

Waarschuwingen en voorzorgen

Trombotische microangiopathie en trombo-embolie: Indien toepassing van geactiveerd protrombinecomplex (aPCC) noodzakelijk is (dit wordt bij voorkeur vermeden, zie rubriek interacties) de patiënt controleren op symptomen van trombotische microangiopathie (TMA) en trombo-embolie. Bij combinatie met aPCC in een hoeveelheid van meer dan 100 E/kg lichaamsgewicht per dag gedurende 24 uur of langer zijn veelal reversibele ernstige trombotische aandoeningen en TMA gemeld; bij toepassing van geactiveerd eptacog α is dit nog niet gemeld. Bij optreden van TMA of trombo-embolie de toediening van aPCC direct staken en de behandeling met emicizumab onderbreken; deze eventueel hervatten na volledig herstel. Houd er rekening mee dat vanwege de lange halfwaardetijd van emicizumab het onderbreken ervan mogelijk niet direct effect heeft. Wees extra voorzichtig bij een verhoogd risico op TMA (zoals een voorgeschiedenis of familie-anamnese van TMA) of gebruik van geneesmiddelen met een hoger risico op TMA. Zie ook de rubriek Interacties.

Emicizumab beïnvloedt stollingstesten (sterk verkorte stollingstijd) op basis van de intrinsieke stollingsroute (zoals geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT), Bethesda-assays (stollingsgebaseerd) voor FVIII-remmertiters, 'one stage', aPTT-gebaseerde, enkelvoudige factortesten, aPTT-gebaseerde geactiveerde proteïne C-resistentie (APC-R) of geactiveerde stollingstijd (ACT)). De uitslagen van deze testen mogen daarom niet worden gebruikt om bijvoorbeeld de activiteit van emicizumab te monitoren of de titer van factor VIII-remmers te meten. Gezien de lange halfwaardetijd kunnen de effecten op genoemde stollingstesten tot een half jaar na de laatste dosis aanhouden. Stollingstesten die niet door emicizumab worden beïnvloed: Bethesda assays (bovien chromogeen) voor FVIII-remmertiters, trombinetijd (TT), 'one stage', protrombinetijd-gebaseerde, enkelvoudige factortesten, chromogeen gebaseerde enkelvoudige factortesten anders dan FVIII, immuungebaseerde testen (zoals ELISA, turbidimetrische methoden), genetische testen van stollingsfactoren (zoals factor V Leiden, Protrombine 20210).

Onderzoeksgegevens: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 1 jaar, ouderen > 77 jaar, een ernstig verminderde nier- of leverfunctie. Tevens is geen informatie beschikbaar bij combinatie met immuuntolerantie-inductie. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet formeel beoordeeld in de perioperatieve setting; in klinische onderzoeken is profylactisch gebruik van emicizumab gecontinueerd tijdens de operatie.

Overdosering

Symptomen

Myocardinfarct, diffuse intravasculaire stolling, veneuze trombose, pulmonale embolie.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met protrombinecomplex contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

Hypercoagulabiliteit.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met emicizumab contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Bereid uit normaal humaan vers plasma. Protrombinecomplex kan de stollingsstoornissen die kunnen optreden bij afwezigheid of verlaagde concentratie van één of meer van de stollingsfactoren II, VII, IX en X behandelen of voorkomen. Dit zijn de stollingsfactoren die endogeen met behulp van vitamine K in de lever worden gesynthetiseerd. Proteïne C en S zijn vitamine K–afhankelijke stollingsremmers die ook in de lever worden gesynthetiseerd. De biologische activiteit van proteïne C wordt versterkt door de cofactor proteïne S. Werking: na ca. 30 min (correctie hemostase bij verworven deficiëntie). Werkingsduur: 6–8 uur (correctie hemostase bij verworven deficiëntie).

Kinetische gegevens

T 1/2el Beriplex: ca. 60 uur (factor II), ca. 4 uur (factor VII), ca. 17 uur (factor IX), ca. 31 uur (factor X), ca. 47 uur (proteïne C), ca. 49 uur (proteïne S). Cofact: 40–60 uur (factor II), 4–6 uur (factor VII), 18–25 uur (factor IX), 30–60 uur (factor X). Octaplex: 48–60 uur (factor II), 1,5–6 uur (factor VII), 20–24 uur (factor IX), 24–48 uur (factor X). Prothromplex: 40–60 uur (factor II), 3–5 uur (factor VII), 16–30 uur (factor IX), 30–60 uur (factor X).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, IgG4, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van de Chinese hamster. Emicizumab vormt een brug tussen geactiveerde factor IX en X om zo de functie van de ontbrekende geactiveerde factor VIII te herstellen. Dit is nodig voor een effectieve hemostase. Emicizumab versterkt of induceert niet de ontwikkeling van directe remmers tegen factor VIII, doordat het geen structurele relatie of sequentiehomologie met factor VIII heeft.

Kinetische gegevens

F 80–93%.
V d 0,15 l/kg.
Metabolisering waarschijnlijk door lysosomale proteolyse.
T 1/2el ca. 27 dagen.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

protrombinecomplex hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • albutrepenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • damoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • emicizumab (B02BX06) Vergelijk
  • eptacog alfa, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog beta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • susoctocog alfa (B02BD14) Vergelijk
  • turoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk
  • vonicog alfa (B02BD10) Vergelijk

Groepsinformatie

emicizumab hoort bij de groep bloedstollingsfactoren.

  • albutrepenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • damoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • efmoroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • eftrenonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • eptacog alfa, geactiveerd (B02BD08) Vergelijk
  • factor VIII (B02BD02) Vergelijk
  • factor VIII/von Willebrand-factor (B02BD06) Vergelijk
  • factor XIII (B02BD07) Vergelijk
  • fibrinogeen (B02BB01) Vergelijk
  • lonoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • moroctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • nonacog alfa (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog beta pegol (B02BD04) Vergelijk
  • nonacog gamma (B02BD04) Vergelijk
  • octocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • protrombinecomplex (B02BD01) Vergelijk
  • protrombinecomplex (geactiveerd) (B02BD03) Vergelijk
  • rurioctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • simoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • susoctocog alfa (B02BD14) Vergelijk
  • turoctocog alfa (B02BD02) Vergelijk
  • turoctocog alfa pegol (B02BD02) Vergelijk
  • von Willebrand-factor (B02BD10) Vergelijk
  • vonicog alfa (B02BD10) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • bloedstollingsfactoren

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".