medroxyprogesteron (bij maligne aandoening)

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Depo-Provera '500' (acetaat) Pfizer bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
150 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 3,3 ml

Provera tablet 200/250 mg (acetaat) Pfizer bv

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
200 mg, 250 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Zie voor de behandeling van de betreffende indicaties de geldende behandelrichtlijnen.

Indicaties

Hormoongevoelige tumoren bij vrouwen in de menopauze, zoals:

  • inoperabel endometriumcarcinoom;
  • gemetastaseerd mammacarcinoom.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Endometriumcarcinoom

Volwassenen

Oraal: 200–500 mg per dag.

Intramusculair: 400–1000 mg per week; bij verbetering binnen enkele weken of maanden en stabilisatie van de ziekte, zo mogelijk een onderhoudsdosering van 400 mg per maand.

Mammacarcinoom

Volwassenen

Oraal: ten minste 500 mg per dag.

Intramusculair: 500–1000 mg per dag gedurende 4 weken; vervolgens overgaan op een onderhoudsdosering van 500 mg 2×/week. Respons treedt soms pas op na 8-10 weken; de behandeling daarna voortzetten tot aan ziekteprogressie.

Toediening

  • Tabletten innemen tijdens of na de maaltijd.
  • De injectievloeistof krachtig schudden voor gebruik.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): oedeem, vochtretentie. Vermoeidheid. Hoofdpijn, duizeligheid, trillen. Slapeloosheid. Misselijkheid, braken, obstipatie. Toegenomen eetlust, gewichtsfluctuaties. Hyperhidrose. Reactie op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): trombo-embolie (o.a. longembolie), tromboflebitis. Hartfalen. Angio-oedeem, acne, hirsutisme. Droge mond, diarree. Depressie, euforische stemming, libidoverlies. Spierspasmen. Menstruatiestoornis (onregelmatig, toe- of afname, 'spotting'), pijnlijke borsten. Cushing-achtige verschijnselen. Verlaagde glucosetolerantie, verergering diabetes mellitus. Hypercalciëmie. Pijn of gevoeligheid op de injectieplaats.

Zelden (0,01-0,1%): myocardinfarct, herseninfarct. Hypertensie. Geelzucht. Overgevoeligheid. Huiduitslag, alopecia. Nervositeit. Malaise, koorts.

Verder zijn gemeld: tachycardie, hartkloppingen. Anafylactische of anafylactoïde reactie. Urticaria, jeuk, verworven lipodystrofie. Retinale embolie, diabetisch cataract, afgenomen zicht. Adrenerg syndroom, epilepsie, migraine, aandachtsstoornis. Verwardheid. Veranderde cervixslijmsecretie, portio-erosie, galactorroe. Anovulatie. Osteoporose. Verhoging aantal leukocyten en/of trombocyten, afwijkende leverfunctiewaarden. Persistente atrofie, indeuking of vorming van kuiltjes op de injectieplaats, nodus op de injectieplaats.

Na herhaalde injecties ontstaan in de meeste gevallen amenorroe en anovulatie, welke 18 maanden of soms langer na staken van de behandeling kunnen aanhouden. Verder treden bij herhaalde injecties frequent op: pijn en gluteaal abces.

Interacties

Mogelijk kunnen sterke CYP3A4-remmers (zoals claritromycine, ketoconazol, itraconazol, sommige HIV-proteaseremmers) de bloedspiegel van medroxyprogesteron verhogen en sterke CYP3A4-inductoren (zoals rifampicine, fenytoïne, carbamazepine, fenobarbital, sint-janskruid) die verlagen.

Een verandering van de bloedglucosespiegel door medroxyprogesteron kan optreden; controleer nauwlettend de patiënten die bloedglucoseverlagende geneesmiddelen gebruiken.

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.

Teratogenese: Bij de mens, aanwijzingen voor schadelijkheid. Gegevens over progestagenen, toegediend in hogere doses dan die in de anticonceptiepillen en na de tiende zwangerschapweek, wijzen op nadelige effecten op de foetus (vooral hypertrofie van de clitoris).

Advies: Gebruik valt niet binnen de indicatie, offlabel-gebruik is omwille van voorgaande, gecontra-indiceerd.

Lactatie

Gezien de geregistreerde indicatie in principe niet van toepassing.

Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate. Er zijn geen gegevens over het effect van hoge doses progestageen op de zuigeling. Mogelijk wordt de lactatie geremd en/of verandert de samenstelling van de moedermelk.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden indien de zuigeling jonger is dan 6 weken (vanwege een onvoldoende ontwikkeld enzymsysteem), daarna afwegen.

Contra-indicaties

  • ernstig hartfalen;
  • hypertensie en recidiverende trombo-embolische aandoeningen;
  • ernstig gestoorde leverfunctie (o.a. bij icterus, hepatitis, levertumoren);
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • onverklaarde urinewegbloeding;
  • onverklaarde borstafwijking;
  • In de anamnese: een zeldzame aandoening die verergerde tijdens zwangerschap of door gebruik van geslachtshormonen, zoals icterus, herpes gestationis, porfyrie, otosclerose of hevige jeuk.

Zie ook de rubriek Zwangerschap.

Waarschuwingen en voorzorgen

Comorbiditeit: Controleer patiënten met astma, hart- of nierfunctiestoornis, migraine of epilepsie regelmatig, omdat progestagenen een zekere mate van vochtretentie kunnen veroorzaken. Bij diabetes mellitus extra controleren, omdat de glucosetolerantie kan afnemen. Bij depressie in de voorgeschiedenis controleren op symptomen hiervan en staak de behandeling indien een ernstige depressie optreedt.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor trombo-embolie zoals een hogere leeftijd (> 60 j.), roken, adipositas, recente operatie, recent trauma, langdurige immobilisatie en aanwezigheid van spataderen, acute inflammatoire darmziekten of longaandoeningen. Controleer op symptomen van trombo-embolische aandoeningen en staak de behandeling definitief indien deze optreden.

Sluit met oftalmologisch onderzoek vaatlaesies en papiloedeem uit bij acute visusstoornis, exoftalmie, dubbelzien of migraine-achtige hoofdpijn.

Tijdens de behandeling en na staken van de behandeling kunnen (vooral bij hoge doses) symptomen optreden van adrenale insufficiëntie zoals hypotensie, duizeligheid, misselijkheid, braken, diarree of langdurige vermoeidheid. Evaluatie van laboratoriumgegevens en hoge doseringen van een snel werkend glucocorticoïd kunnen geïndiceerd zijn.

Het gebruik hangt samen met verlies van botdichtheid, als gevolg van daling van de oestrogeenspiegel. Botverlies wordt groter bij een langere gebruiksduur. De botdichtheid lijkt toe te nemen na staken van de behandeling. Heroverweeg het gebruik na 2 jaar, vooral bij risicofactoren voor osteoporose. Tijdens de behandeling wordt voldoende inname van calcium en vitamine D aangeraden.

Het gebruik kan bepaalde laboratoriumonderzoeken beïnvloeden.

Meld het gebruik van medroxyprogesteron aan de klinisch patholoog, indien weefselonderzoek van endometrium of endocervix verricht wordt.

Hulpstoffen: parahydroxybenzoaten, in de injectievloeistof, kunnen in zeldzame gevallen bronchospasmen geven.

Eigenschappen

Synthetisch progestageen met een anti-oestrogene werking en geen of slechts geringe androgene werking. Medroxyprogesteron remt de secretie van de hypofysaire gonadotrofinen waardoor follikelrijping wordt voorkomen. De remmende werking op de hypofysaire-gonadale as, oestrogeenreceptoren en op het steroïdenmetabolisme verklaart mogelijk het effect bij hormoongevoelige tumoren.

Kinetische gegevens

Overig na i.m.-injectie wordt medroxyprogesteron langzaam afgegeven, resulterend in lage maar aanhoudende waarden in de circulatie.
T max 2–7 uur (oraal); 4–20 dagen (i.m.-toediening).
Eiwitbinding 90–95%.
V d ca. 0,3 l/kg.
Overig medroxyprogesteron wordt ruim verspreid in de weefsels.
Metabolisering uitgebreid in de lever, vooral door CYP3A4.
Eliminatie vnl. met de feces; ca. 44% (oraal) of 30% (i.m.) met de urine, vnl. als geconjugeerd glucuronide.
T 1/2el 6 weken na een enkelvoudige i.m.-injectie.
T 1/2el 30–60 uur (oraal).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

medroxyprogesteron (bij maligne aandoening) hoort bij de groep progestagenen, excl. anticonceptiva.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Externe links