hydrocortison/ureum
Samenstelling
Hydrocortison-Ureum Zalf FNA (acetaat) XGVS Formularium der Nederlandse Apothekers
- Toedieningsvorm
- Zalf
- Verpakkingsvorm
- 30 g
Bevat per g: hydrocortisonacetaat 10 mg, ureum 100 mg. Basis: cetomacrogolzalf FNA.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
hydrocortison/ureum vergelijken met een ander geneesmiddel.
Advies
Hydrocortison/ureum kan worden geprobeerd, indien met hydrocortison alléén onvoldoende werking wordt verkregen.
Volgens de NVDV-Richtlijn Constitutioneel eczeem (p.77, 2019) is het niet zinvol om combinaties met penetratiebevorderende middelen voor te schrijven aangezien de huid bij constitutioneel eczeem vaak al een verminderde penetratiebarrière heeft. Zie voor de behandeling constitutioneel eczeem.
Bij seborroïsch eczeem kunnen niet-medicamenteuze maatregelen klachten verminderen. Overweeg bij milde vormen van hoofdroos, een behandeling met shampoo met zinkpyrithion of piroctone. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol of seleensulfide tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd, of bij onvoldoende effect een klasse 2–corticosteroïd toe. Voeg eventueel ureum of salicylzuur toe om dikke korsten sneller te laten verdwijnen. In geval van ‘berg’ bij kinderen kan meestal volstaan worden met het afweken van de schilferlaag met olie. Behandel bij onvoldoende effect met ketoconazol, tot de schilfering en/of korsten zijn verdwenen. Voeg bij roodheid en jeuk kortdurend een klasse 1-corticosteroïd toe.
Indicaties
- Behandeling van ontstekingsverschijnselen en jeuk van oppervlakkige, steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen zoals droog eczeem.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Oppervlakkige, steroïdgevoelige, niet-infectieuze dermatosen zoals droog eczeem:
Volwassenen en kinderen > 1 jaar:
Aanvankelijk veelal 2×/dag dun aanbrengen op de aangedane huid, na verbetering overgaan op 1×/dag en verder afbouwen tot gebruik enkele dagen achtereen/week. Hierbij de algemene richtlijnen voor het aanbrengen van corticosteroïdpreparaten in acht nemen en doseren aan de hand van vingertopeenheden (VTE): kinderen 1–2 jaar max. 30 g/week, kinderen ≥ 2 jaar max. 60 g/week en volwassenen max. 100 g/week gebruiken. Maximaal 2–3 weken dagelijks gebruiken.
Bij een vergeten dosis alsnog aanbrengen, echter niet vaker dan 1×/12 uur. Bij per ongeluk afwassen binnen een half uur na aanbrengen, kan de zalf wel opnieuw worden aangebracht.
Toedieningsinformatie: Wees voorzichtig bij gebruik in de buurt van de ogen; zie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen. Breng een indifferent middel één uur na het corticosteroïdpreparaat aan. Was na het opbrengen de handen of gebruik een vingercondoom.
Bijwerkingen
Voorbijgaande prikkeling, branderigheid en andere irritatie van de huid (verdwijnt meestal na enkele minuten), m.n. bij aanbrengen op het gezicht, in huidplooien of op een beschadigde en ontstoken huid. Soms lokale overgevoeligheidsreacties, huidinfecties. Zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Verder zijn gemeld na langdurig gebruik (> 3 weken): huidatrofie. Soms periorale dermatitis, teleangiëctasieën, striae atrophicae, hypo- of hyperpigmentatie, hypertrichose. Cataract en verhoogde oogdruk bij gebruik rond de ogen. (Zeer geringe) vertraging van de lengtegroei bij kinderen.
Bij langdurig (weken tot maanden) en overmatig gebruik kunnen systemische bijwerkingen optreden.
Verder kunnen nog bijwerkingen optreden zoals aangegeven in de geneesmiddelteksten van de afzonderlijke stoffen hydrocortison (in de dermatologie) en ureum.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Corticosteroïden passeren de placenta.
Teratogenese: Bij de mens is bij lokaal gebruik van corticosteroïden op de huid geen vergroot risico op congenitale afwijkingen aangetoond. Er is ruime ervaring met klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden en met ureum.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden zullen geen relevante bloedspiegels optreden die leiden tot systemische effecten bij de moeder of bij de foetus.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (hydrocortisonacetaat). Ureum is van nature aanwezig in moedermelk.
Farmacologisch effect: Bij gebruik van klasse 1 en 2 dermatocorticosteroïden zullen geen relevante bloedspiegels bij de moeder optreden en lijkt het risico van een ongewenst effect bij de zuigeling onwaarschijnlijk.
Advies: Kan volgens voorschrift worden gebruikt.
Overig: Indien behandeling van de borst noodzakelijk is, moeten de tepels goed worden schoongemaakt vóór het voeden.
Contra-indicaties
- onbehandelde huidinfecties, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, of parasiet;
- ongenezen wonden, ulcereuze huidaandoeningen;
- bijwerkingen door eerder toegepaste dermatocorticosteroïden (dermatitis perioralis, striae atrophicae);
- ichtyose, acne vulgaris, rosacea, juveniele plantaire dermatose, huidatrofie, fragiliteit van de huidvaten;
- overgevoeligheid voor corticosteroïden;
- kinderen < 1 j. in verband met irritatie en risico op uremie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Toedieningsinformatie: wees voorzichtig bij gebruik in de buurt van de ogen. Contact met de ogen vermijden; in geval van contact overvloedig spoelen met water. Wees voorzichtig bij gebruik op dunne huidgedeelten zoals in het gezicht, huidplooien en genitaliën, vanwege de toegenomen kans op irritatie (ureum) en andere lokale bijwerkingen. Wees voorzichtig bij het gebruik onder occlusie (niet onder luiers) en gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken en huidplooien (occlusie), vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op de symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert of verergert op een op zich juiste behandeling. Laat patiënt contact opnemen indien jeuk na twee weken niet is verminderd, bij aanhoudende of hevige irritatie, huidatrofie en periorale dermatitis; zie de rubriek Bijwerkingen.
Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen.
Het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren.
Wees voorzichtig bij het gebruik bij kinderen (relatief groot huidoppervlak en dunne huid) en ouderen (dunne huid) vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen. Niet onder luiers gebruiken vanwege het occlusieve effect.
Eigenschappen
Hydrocortisonacetaat is een zwak werkend corticosteroïd, klasse 1. Het heeft in combinatie met ureum een werking op de huid die vergelijkbaar is met de werking van matig-sterk werkende corticosteroïden (klasse 2). Het heeft een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Hydrocortisonacetaat onderdrukt de ontstekingsreactie en symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – aandoeningen. Ureum heeft hygroscopische en keratolytische eigenschappen, waardoor de dichte structuur van de hoornlaag wat losser wordt zodat de penetratie van het corticosteroïd in de huid wordt verhoogd. Bovendien wordt door ureum meer water vastgehouden, zodat de droogheid vermindert en de hydratatie van de huid toeneemt. Werking: erytheem, schilfering en jeuk verminderen binnen enkele dagen.
Kinetische gegevens
Resorptie | Hydrocortison kan systemisch worden opgenomen via een intacte, gezonde huid. Ureum, occlusie en pathogene processen als ontsteking en beschadiging van de huid verhogen de percutane absorptie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
hydrocortison/ureum hoort bij de groep corticosteroïden, combinatiepreparaten cutaan.
- betamethason/salicylzuur (D07XC01) Vergelijk
- calcipotriol/betamethason (D05AX52) Vergelijk
- flumetason/clioquinol (bij secundaire huidinfectie) (D07CB05) Vergelijk
- flumetason/salicylzuur (D07XB01) Vergelijk
- hydrocortison/cinchocaïne/framycetine (C05AA01) Vergelijk
- miconazol/hydrocortison (D01AC20) Vergelijk
- triamcinolon/salicylzuur (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolon/ureum (D07XB02) Vergelijk
- triamcinolonacetonide/lidocaïne (C05AA12) Vergelijk