Geneesmiddelen

Stofnaam

Geneesmiddel

Indicatie

Toediening

clindamycine (cutaan)

Clindamycine gel/​oplossing FNA, Clindamycine lotion FNA, Clindamycine oplossing voor cutaan gebruik

acne vulgaris bacteriële huidinfecties (off-label)

cutaan

erytromycine (cutaan)

Inderm

acne vulgaris

cutaan

fusidinezuur (in de dermatologie)

Fucidin, Fucidin, Fusidinezuur

bacteriële huidinfecties

cutaan

mupirocine (bij huidinfectie)

Bactroban zalf, Mupirocine zalf

bacteriële huidinfecties

cutaan

tetracycline (cutaan)

Tetracycline Crème/​Smeersel/​Zalf FNA

bacteriële huidinfecties

cutaan

zilversulfadiazine

Zilversulfadiazine, Flammazine

bacteriële huidinfecties

cutaan

zilversulfadiazine/ceriumnitraat

Flammacerium

bacteriële huidinfecties

cutaan

Een volledig overzicht van alle indicaties per geneesmiddel kunt u vinden in de geneesmiddelteksten.

Werking

Werkingsmechanisme

De stoffen in deze heterogene groep van cutane antibacteriële middelen verschillen in aangrijpingspunt in het micro-organisme.

Erytromycine en clindamycine:

  • remmen de bacteriële eiwitsynthese door binding aan 50S-ribosomale subunits;
  • werken bacteriostatisch, o.a. tegen Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes);
  • werken mogelijk ook anti-inflammatoir en immunomodulerend.

Fusidinezuur:

  • remt de synthese van de bacteriële celwand door inhibitie van de verlengingsfactor G. Deze factor kan vervolgens niet meer binden aan de ribosomen en GTP, waardoor geen energie meer geleverd kan worden die noodzakelijk is voor de synthese van de bacteriële celwand;
  • werkt bacteriostatisch, in hoge concentratie ook bactericide.

Mupirocine:

  • remt de bacteriële eiwitsynthese door een reversibele en specifieke binding aan bacterieel iso–leucyl–transfer–RNA synthetase;
  • werkt bacteriostatisch, in hoge concentratie (2%) ook bactericide.

Tetracycline:

  • remt de bacteriële eiwitsynthese door binding aan 30S- en 50S-ribosomale subunits;
  • werkt bacteriostatisch.

Zilversulfadiazine:

  • grijpt aan op de celmembraan en celwand van de bacteriecel;
  • zilverionen verstoren de werking van enzymen door binding aan disulfide– en sulfhydrylgroepen van eiwitten. Hierdoor verlopen de normale metabole processen in de bacteriecel niet goed meer en sterft de cel;
  • zilverionen verhinderen de replicatie door binding aan DNA van de bacteriecel;
  • werkt zowel bactericide als bacteriostatisch;
  • ceriumnitraat versterkt de antibacteriële eigenschappen van zilversulfadiazine.

Effect

Bij bacteriële huidinfecties:

  • klaring van de bacteriële huidinfectie.

Bij acne vulgaris (erytromycine en clindamycine):

  • afname van de bacteriële kolonisatie met Cutibacterium acnes in de talgklieruitgang;
  • afname van ontstekingsverschijnselen (pustels en papels);
  • minder werkzaam tegen comedonen.

Offlabel: mild stadium I hidradenitis suppurativa (clindamycine):

  • kan vermindering van pijn, noduli en abcessen geven.

Typerende bijwerkingen

Relatief frequent:

  • lichte huidklachten zoals jeuk, irritatie, branderigheid en/of roodheid;
  • tetracycline: geelkleuring van de huid (bij dun uitsmeren meestal niet zichtbaar), fluorescentie onder UV-stralen.

Minder frequent (bij zilversulfadiazine):

  • ernstige huidreacties zoals Stevens‐Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse;
  • leukopenie en methemoglobinemie.