antimycotica, overige

Werking

Werkingsmechanisme

Middelen in deze heterogene groep van overige antimycotica oefenen via verschillende aangrijpingspunten hun werking op de gist, schimmel of dermatofyt uit.

Ciclopirox

• werkt mogelijk door remming van het transport van essentiële substraten zoals aminozuren en ionen (bv. kalium) door de celmembraan heen;
• werkt fungistatisch of fungicide tegen schimmels en gisten, en heeft tevens een antibacteriële werking.

Methylrosaniline

• is werkzaam tegen Candida-species en sommige Gram-positieve bacteriën (m.n. stafylokokken).

Seleensulfide

• is werkzaam tegen de gist Malassezia furfur.

Terbinafine

• remt het enzym squaleenperoxidase in de celmembraan van de schimmel en remt daarmee specifiek de sterolsynthese in een vroeg stadium. Hierdoor ontstaat een tekort aan ergosterol en vindt een intracellulaire stapeling van squaleen plaats, wat tot celdood van de schimmel leidt;
• werkt fungicide tegen myceliumvormende schimmels (dermatofyten), en tegen enkele dimorfe schimmels;
• werkt, afhankelijk van de soort, fungicide of fungistatisch tegen gisten.

Effect

• klaring van de schimmel- en/of gistinfectie.

Typerende bijwerkingen

Omdat dit een heterogene groep antimycotica betreft, zie voor de bijwerkingen van deze middelen de betreffende geneesmiddelteksten.

Kosten

Zie ook

Indicaties

• dermatomycosen
• orofaryngeale candidiasis
• seborroisch eczeem