Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Acitretine Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
10 mg, 25 mg

Neotigason Aurobindo Pharma bv

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
10 mg, 25 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Acitretine gebruiken in de tweedelijnszorg als inductietherapie voor matige tot ernstige psoriasis, waarbij lokale behandelingen of lichttherapie onvoldoende effectief zijn. Het kan ook worden toegepast bij erytrodermatische, pustuleuze of palmoplantaire psoriasis. Als er een indicatie bestaat voor conventionele systemische therapie is acitretine monotherapie geen eerste keus.

Offlabel: Identificeer bij contacteczeem primair de betreffende contactstoffen (allergenen, irritantia) en adviseer deze zoveel mogelijk te vermijden. Dagelijks gebruik van een indifferente (vet)crème of zalf meerdere keren per dag, vormt de basis van de behandeling en werkt tevens preventief. Dermatocorticosteroïden zijn de eerste keus in de medicamenteuze behandeling van contacteczeem naast de basisbehandeling. Bij contacteczeem op locaties elders dan de handen kan in milde gevallen veelal een indifferente (vet)crème, en bij matig contacteczeem een klasse 1- of 2-corticosteroïd volstaan. Bij mild tot matig contacteczeem aan de handen altijd starten met een klasse 2-corticosteroïd. Bij ernstig contacteczeem heeft starten met een klasse 3- of (in de tweedelijnszorg) met klasse 4-corticosteroïd de voorkeur. Bij onvoldoende effect, kunnen in de tweedelijnszorg intensievere vormen van lokale behandeling, lichttherapie of systemische middelen worden toegepast.

Acitretine kan worden overwogen bij ernstig therapieresistent hyperkeratotisch contacteczeem aan de handen in de tweedelijnszorg.

Indicaties

Uitgebreide en ernstige therapieresistente vormen van psoriasis, waaronder:

  • uitgebreide psoriasis vulgaris;
  • erytrodermische psoriasis;
  • psoriasis pustulosa generalisata;
  • psoriasis pustulosa palmoplantaris.

Keratinisatiestoornissen, waaronder:

  • ichtyose;
  • ichtyosiforme dermatosen zoals lamellaire ichtyose, congenitale erytrodermie, geslachtsgebonden ichtyose;
  • erythrokeratodermia variabilis;
  • dyskeratosis follicularis;
  • hyperkeratosis palmoplantaris;
  • pityriasis rubra pilaris;
  • lichen ruber planus;
  • porokeratose;
  • andere ernstige therapieresistente dermatose die wordt gekenmerkt door dyskeratose en/of hyperkeratose.

Offlabel:

  • Ernstig therapieresistent hyperkeratotisch contacteczeem aan de handen.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Bij combinatie met andere vormen van behandeling kan de dosering van acitretine soms worden verlaagd. Standaard uitwendige behandelingen kunnen in het algemeen worden voortgezet.

Bij aanvang van de behandeling kan een voorbijgaande verergering van de psoriasissymptomen optreden.

Klap alles open Klap alles dicht

Uitgebreide en ernstige therapieresistente vormen van psoriasis

Volwassenen

De aanbevolen begindosering is 25–30 mg 1×/dag gedurende 2–4 weken, vervolgens onderhoudsdosering vaststellen op geleide van de ernst van het klinisch beeld en bijwerkingen, meestal 25–50 mg 1×/dag; max. 75 mg per dag. Gewoonlijk treedt na 6–8 weken onderhoudsdosering een optimale therapeutische respons op. De toediening wordt gewoonlijk gestaakt wanneer de erupties (bijna) volledig zijn verdwenen. Nieuwe exacerbaties op de beschreven wijze behandelen. Een langetermijnbehandeling wordt niet aanbevolen.

Keratinisatiestoornissen

Volwassenen

De aanbevolen begindosering is 25–30 mg 1×/dag gedurende 2–4 weken, vervolgens onderhoudsdosering aanpassen tot zo laag mogelijk, meestal 10 mg per dag, max. 30 mg per dag. Voor de behandeling van dyskeratosis follicularis (ziekte van Darier) kan een begindosering van 10 mg voldoende zijn, vervolgens voorzichtig verhogen. Bij ernstige congenitale ichtyose en ernstige dyskeratosis follicularis kan een behandelduur van langer dan 3 maanden nodig zijn.

Offlabel: Ernstig therapieresistent hyperkeratotisch contacteczeem aan de handen

Volwassenen

Aanvangsdosering 0,3–0,5 mg/kg/dag (veelal overeenkomend met 25 mg of 30 mg per dag) gedurende 2–4 weken, vervolgens onderhoudsdosering vaststellen op geleide van de ernst van het klinisch beeld en bijwerkingen, meestal 0,5–1,0 mg/kg/dag, max. 75 mg per dag.

Toediening: de capsules innemen op hetzelfde tijdstip van de dag tijdens de maaltijd.

Bijwerkingen

De dosis, waarbij bijwerkingen optreden, ligt dicht bij de therapeutische dosis. De bijwerkingen zijn meestal reversibel bij verlaging van de dosering of stopzetten van de behandeling.

Zeer vaak (> 10%): droge slijmvliezen (van ogen, neus en mond), mucositis, cheilitis, neusbloeding, rinitis, intolerantie voor contactlenzen. Dorst. Jeuk, afschilfering van de huid (over het hele lichaam en vooral op de handpalmen en voetzolen), alopecia. Verhoging ASAT, ALAT en alkalische fosfatase (AF). Bij risicopatiënten, bij hoge dosering en bij langdurige behandeling verhoging van serum-triglyceriden en -cholesterol. Verhoging urinezuurspiegel.

Vaak (1-10%): stomatitis, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Fragiele huid, plakkerige huid, erytheem, dermatitis, abnormale haartextuur, brosse nagels, ontsteking van het nagelbed. Hoofdpijn. Perifeer oedeem. Gewrichtspijn, spierpijn.

Soms (0,1-1%): wazig zien. Duizeligheid. Gingivitis. Huidkloofjes, dermatitis met blaarvorming, lichtgevoeligheidsreactie, hepatitis.

Zelden (0,01-0,1%): perifere neuropathie.

Zeer zelden (< 0,01%): nachtblindheid, ulceratieve keratitis. Pijn in botten, exostose. Geelzucht. Benigne intracraniële hypertensie.

Verder zijn gemeld: allergische reactie (type 1). Capillaire-leksyndroom (hoge koorts, ademhalingsklachten, duizeligheid en gewichtstoename). Dysfonie. Gehoorstoornissen, oorsuizen. Smaakstoornis, rectale bloeding. Blozen. Madarose, exfoliatieve dermatitis, pyogeen granuloom. Hoge doseringen kunnen stemmingswisselingen veroorzaken zoals irritatie, agressie en depressie.

Interacties

Tetracyclinen kunnen ook aanleiding geven tot intracraniële hypertensie; daarom is gelijktijdig gebruik van tetracyclinen en acitretine gecontra-indiceerd. Vanwege de kans op hypervitaminose A is combinatie met vitamine A of andere retinoïden gecontra-indiceerd. Vanwege een mogelijk toegenomen kans op hepatitis is combinatie met methotrexaat gecontra-indiceerd. Geen laaggedoseerde progesteronpillen ('minipil') gebruiken, omdat het anticonceptieve effect onvoldoende kan zijn (zie ook de rubriek Zwangerschap).

Acitretine kan, bij gelijktijdig gebruik, mogelijk fenytoïne van zijn bindingsplaatsen aan plasma-eiwitten verdringen.

De gevoeligheid voor bloedglucoseverlagende middelen kan afnemen of toenemen.

Zwangerschap

Teratogenese: Acitretine is teratogeen en kan worden omgezet in het eveneens teratogene etretinaat. Gebruik van acitretine bij de mens geeft een hoog risico van ernstige aangeboren afwijkingen (craniofaciaal, centraal zenuwstelsel, cardiovasculair, skelet en thymus) bij het kind en spontane abortus met zich mee, ongeacht de duur van de behandeling of de gebruikte dosering.

Advies: Let op! Gebruik is absoluut gecontra-indiceerd bij zwangere vrouwen. Bij behandeling van vruchtbare vrouwen dient een protocollair zwangerschapspreventieprogramma (ZPP) te worden toegepast. Daarom moet ten minste 1 maand vóór, tijdens en tot ten minste 3 jaar na staken van de therapie met acitretine effectieve anticonceptie zijn gewaarborgd. Er dient ten minste één zeer effectieve anticonceptiemethode (dat wil zeggen een gebruikeronafhankelijke methode), of twee elkaar aanvullende gebruikerafhankelijke anticonceptiemethoden te worden toegepast (waaronder een barrièremiddel), zelfs bij vrouwen met amenorroe. Geen laaggedoseerde progesteronpillen ('minipil') gebruiken, omdat het anticonceptieve effect onvoldoende kan zijn. Vóórdat behandeling begint zwangerschap uitsluiten, tijdens de behandeling maandelijks, en gedurende 3 jaar na staken van de behandeling, elke 1–3 maanden. De behandeling op de tweede of derde dag van de volgende menstruele cyclus beginnen. Vervolgconsulten behoren om de 28 dagen plaats te vinden. Tijdens ieder vervolgconsult een zwangerschapstest (minimale gevoeligheid 25 mIU/ml) uitvoeren om zwangerschap uit te sluiten. Zwangerschapstest, recept (maximaal voor 30 dagen) en aflevering vinden bij voorkeur op dezelfde dag plaats; aflevering door de apotheek dient binnen 7 dagen na uitschrijven plaats te vinden. Vruchtbare vrouwen mogen

geen alcohol gebruiken (in drank, voedsel of geneesmiddelen) tijdens en tot 2 maanden na het staken van de therapie met acitretine, omdat daardoor de omzetting van acitretine in het (eveneens teratogene) etretinaat kan worden verhoogd. Zie additioneel risicominimalisatie materiaal op geneesmiddeleninformatiebank.nl voor voorlichtingsmateriaal t.a.v. het ZPP voor zorgverleners en patiënten.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja.

Advies: Let op! Gebruik is gecontra-indiceerd bij vrouwen die borstvoeding geven.

Contra-indicaties

  • bij een vruchtbare vrouw: zwangerschap, lactatie, kinderwens of onvoldoende garantie op effectieve voorbehoedsmaatregelen tot drie jaar na staken van de therapie. Er is een zwangerschapspreventieprogramma van kracht; zie de rubrieken Zwangerschap en Lactatie voor meer informatie;
  • ernstige gestoorde lever- en/of nierfunctie;
  • ernstige hyperlipidemie;
  • hypervitaminose A;
  • kinderen (vanwege de kans op botafwijkingen);
  • overgevoeligheid voor retinoïden.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Zwangerschap, Lactatie en Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Tijdens en tot 3 jaar na de behandeling met acitretine mogen patiënten geen bloeddonor zijn vanwege de teratogeniteit van acitretine en etretinaat. Een vruchtbare vrouw mag geen donorbloed ontvangen van patiënten die behandeld worden met acitretine.

De leverfunctie controleren vóór instelling van de therapie, tijdens de eerste 2 maanden van de therapie iedere 1–2 weken en daarna iedere 3 maanden; bij afwijkende waarden wekelijks controleren. Indien de waarden niet naar het normale bereik terugkeren of verslechteren, de behandeling staken en de leverfunctie gedurende ten minste 3 maanden blijven controleren.

De nuchtere plasmaconcentratie van triglyceriden en cholesterol controleren voorafgaand aan de behandeling, 1 maand daarna en vervolgens iedere 3 maanden; bij aanwezigheid van cardiovasculaire risicofactoren (zoals bij diabetes mellitus, alcoholisme, obesitas of stoornissen van het vetmetabolisme) frequenter controleren en tevens de bloeddruk controleren. Indien de meetwaarden van de cardiovasculaire risicofactoren niet terugkeren naar normaal of verder verslechteren, de dosis verminderen of overwegen de behandeling te staken.

Bij langdurige behandeling vooraf en regelmatig tijdens de behandeling controle uitvoeren met het oog op mogelijke afwijkingen in botvorming (bv. röntgenfoto's van de wervelkolom, pijpbeenderen, inclusief enkels en polsen). Bij het ontstaan van afwijkingen voortzetting van de behandeling opnieuw evalueren.

Bij diabetespatiënten kan de glucosetolerantie veranderen. Bloedsuikerspiegels aan het begin van de behandeling vaker controleren.

Bij optreden van ernstige hoofdpijn, misselijkheid, braken en visuele stoornissen onmiddellijk de behandeling staken en de diagnose benigne intracraniële hypertensie overwegen.

Zeer zeldzame gevallen van capillaire-leksyndroom (CLS) zijn gemeld. Laat de patiënt zich direct melden bij het optreden van symptomen van CLS, zoals bijvoorbeeld algehele zwelling van het lichaam, opgezette buik (minder frequent urineren), ademhalingsproblemen en vermoeidheid.

Retinoïden versterken het effect van UV-straling; uitgebreide blootstelling aan zonlicht en zonnebanken vermijden en zo nodig een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor gebruiken.

Wijs patiënten op een mogelijk verminderd zicht in het donker; visusproblemen nauwgezet volgen.

Geen contactlenzen dragen tijdens behandeling vanwege het mogelijk ontstaan van droge ogen.

Nog niet alle gevolgen van chronische toediening met acitretine zijn in kaart gebracht.

Overdosering

Therapie

Acute overdosering leidt tot het klinisch beeld van acute hypervitaminose A met als symptomen: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en/of braken, slaperigheid, prikkelbaarheid en jeuk.

Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Synthetisch aromatisch analogon van retinoïnezuur, een afgeleide van vitamine A. Normaliseert de epidermale celproliferatie, differentiatie en verhoorning. Het werkingsmechanisme is nog niet opgehelderd.

Kinetische gegevens

Resorptie ca. 60%. Grote interindividuele spreiding. Absorptie wordt bevorderd door inname met voedsel.
T max 1–4 uur.
Eiwitbinding > 99%.
Metabolisering isomerisatie tot het actieve cis-acetretine, β-oxidatie en glucuronidering. Bij een deel wordt het minder polaire en actieve (eveneens teratogene) etretinaat gevormd dat in het subcutane vetweefsel wordt opgeslagen. Deze omzetting kan worden verhoogd door gelijktijdig gebruik van alcohol. Zie verder de rubriek Zwangerschap.
Eliminatie bijna geheel als metabolieten, ca. 50% met de urine, 50% met de gal.
T 1/2el ca. 50 uur (acitretine); 60 uur (cis-acetretine) en ca. 120 dagen (etretinaat).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd