Samenstelling
Allergodil Nevel
(hydrochloride)
Bijlage 2
Mylan bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Bevat 0,14 mg azelastinehydrochloride/verstuiving.
Carelastin neusspray
(hydrochloride)
OTC
Bijlage 2
Cooper Consumer Health International
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Bevat: 0,14 mg azelastinehydrochloride/verstuiving.
- Toedieningsvorm
- Neusspray Extra Sterk
- Sterkte
- 1,5 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Bevat: 0,21 mg azelastinehydrochloride/verstuiving.
Pollispray
(hydrochloride)
OTC
Bijlage 2
Ursapharm Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Neusspray
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 10 ml
Bevat: 0,14 mg azelastinehydrochloride/verstuiving.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Opatanol (als hydrochloride) Novartis Europharm ltd.
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%)
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Optamont (als hydrochloride) Pharmamedic bv
- Toedieningsvorm
- Oogdruppels (0,1%)
- Sterkte
- 1 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 5 ml
Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Vermijd bij allergische rinitis zoveel mogelijk de prikkels die klachten veroorzaken. Incidentele klachten kunnen medicamenteus behandeld worden met een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) vanwege de snelle werking. Bij intermitterende en milde klachten kan een niet-sederend antihistaminicum (oraal of nasaal) of een nasaal corticosteroïd worden gebruikt. Bij een verstopte neus en bij persisterende en matig-ernstige tot ernstige klachten, gaat de voorkeur uit naar een nasaal corticosteroïd dat bij onvoldoende effect kan worden gecombineerd met een antihistaminicum (oraal niet-sederend of nasaal). Faalt ook de combinatietherapie en zijn de klachten ernstig, dan kan een allergeen-specifieke immunotherapie in aanmerking komen, na zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen samen met de patiënt.
Aan de vergoeding van azelastine (bij allergische rinitis) zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.
Advies
Bij een allergische conjunctivitis geven oogdruppels met een antihistaminicum veelal verlichting van de klachten. Voeg bij hardnekkige en hevige conjunctivitisklachten, prednisolon-oogdruppels toe (max. 3 dagen). Bij hevige klachten aan de oogleden, kan aanbrengen van hydrocortisoncrème gedurende enkele dagen effectief zijn. Overweeg bij frequent recidiverende conjunctivitis een onderhoudsbehandeling met een antihistaminicum-oogdruppel; combineer met een (‘niet-sederend’) oraal antihistaminicum bij onvoldoende effect. Behandel een rinoconjunctivitis in eerste instantie met een corticosteroïdneusspray, aangezien de oogklachten hierdoor vaak al afnemen.
Indicaties
- Allergische rinitis bij volwassenen en kinderen > 6 jaar;
- Allergodil Nevel ook: Kortdurende behandeling van vasomotorische (niet-allergische) rinitis bij volwassenen en kinderen > 12 jaar.
Gerelateerde informatie
Indicaties
- Behandeling van oculaire objectieve en subjectieve symptomen van seizoensgebonden allergische conjunctivitis.
Gerelateerde informatie
Doseringen
Allergische rinitis
Volwassenen en kinderen > 6 jaar
neusspray 1 mg/ml: 1 verstuiving in elk neusgat 2×/dag. De behandeling voortzetten tot de klachten geheel zijn verdwenen; onafgebroken gebruik > 6 maanden wordt afgeraden.
Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar
neusspray 1,5 mg/ml: 2 verstuivingen in elk neusgat 1×/dag, maximaal 2×/dag.
Kinderen 6–11 jaar
neusspray 1,5 mg/ml: 1 verstuiving in elk neusgat 2×/dag. Niet langer dan 4 weken gebruiken, wegens het ontbreken van klinische data.
Niet-Allergische rinitis
Volwassenen en kinderen > 12 jaar
neusspray 1 mg/ml: 2 verstuivingen in elk neusgat max. 2×/dag. De behandeling voortzetten tot de klachten geheel zijn verdwenen. Onafgebroken gebruik van langer dan 8 weken wordt niet aanbevolen (wegens ontbrekende gegevens).
Toediening
- Voor gebruik de neus snuiten;
- Tijdens de verstuiving het hoofd rechtop houden.
Doseringen
Oculaire symptomen van allergische conjunctivitis
Volwassenen en kinderen ≥ 3 jaar
1 druppel 2×/dag (om de 8 uur) in de conjunctivale zak. Indien noodzakelijk kan de behandeling tot 4 maanden worden gecontinueerd.
Toediening
- Druk de traanbuis 1–3 minuten dicht tijdens en direct na toediening; dit voorkomt dat de oogdruppel afvloeit naar de neus- en keelholte wat systemische reacties tot gevolg kan hebben.
- Bij gebruik van meerdere soorten oogpreparaten deze toedienen met een interval van ten minste vijf minuten. De oogdruppels die de minste irritatie geven als eerste en viskeuze oogdruppels of oogzalven als laatste toedienen.
Bijwerkingen
Vaak (1-10 %): dysgeusie of bittere smaak, met name bij 2 verstuivingen per neusgat en als het hoofd te veel achterover wordt gehouden tijdens toediening.
Soms (0,1-1%): prikken, branden of jeuk in de neus, niezen, neusbloeding.
Zelden (0,01-0,1%): parosmie, misselijkheid.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (huiduitslag, jeuk, urticaria), anafylactische reactie. Duizeligheid, vermoeidheid, zwakte.
Bijwerkingen
Lokaal: Vaak (1-10%): oogklachten (pijn, irritatie, droogte, abnormaal gevoel).
Soms (0,1-1%): oogklachten (jeuk, ongemak, wazig zien), fotofobie, keratitis (punctata), cornea-erosie, corneakleuring, conjunctivale follikels, oculaire hyperemie, oogafscheiding, overmatig traanvocht, ooglidklachten (jeuk, erytheem, spasme). Contacteczeem.
Verder zijn gemeld: cornea-oedeem, mydriase, conjunctivitis, oogzwelling, ooglidoedeem, korstvorming op de ooglidrand, corneacalcificatie als hoornvlies aanzienlijk is beschadigd.
Systemisch: Vaak (1-10%): vermoeidheid. Dysgeusie, hoofdpijn. Droge neus.
Soms (0,1-1%): duizeligheid, hypo-esthesie. Branderig gevoel van de huid, droge huid. Rinitis.
Verder zijn gemeld: misselijkheid, braken. Malaise, asthenie. Slaperigheid. Dyspneu, sinusitis. Dermatitis, erytheem. Overgevoeligheid, zwelling van gelaat.
Interacties
Er zijn van dit middel geen interacties bekend.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren alleen schadelijk gebleken bij hoge orale doses die toxisch zijn voor het moederdier (groeivertraging, misvorming van het skelet, foetale sterfte). Bij de nasale toediening is de te verwachten systemische blootstelling minimaal.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij gebruik van de oogdruppels zijn echter gezien de lage systemische belasting geen nadelige effecten bij de foetus te verwachten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden. De dosis is bij nasaal gebruik zo laag, dat het zeer onwaarschijnlijk is dat dit leidt tot klinisch relevante hoeveelheden in de moedermelk. Bij langdurig gebruik van antihistaminica in hoge doseringen kan er in theorie sufheid optreden bij de zuigeling.
Advies: Kan kortdurend waarschijnlijk veilig worden gebruikt; langdurig gebruik ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Bij de mens onbekend, bij dieren wel.
Farmacologisch effect: Het is niet waarschijnlijk dat toepassing van de oogdruppels aanleiding geeft tot detecteerbare hoeveelheden in de moedermelk.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.
Contra-indicaties
Er zijn geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Contra-indicaties
Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.
Waarschuwingen en voorzorgen
Er zijn geen gegevens over het gebruik bij kinderen < 3 jaar en bij patiënten met een nier- of leverziekte.
Hulpstoffen
- Wees voorzichtig met benzalkoniumchloride bij droge ogen of een beschadigde cornea, vanwege het risico op keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie bij langdurig gebruik.
- Fosfaathoudende oogdruppels kunnen bij een ernstig beschadigde cornea leiden tot corneacalcificaties.
- Zachte contactlenzen kunnen verkleuren door benzalkoniumchloride. Contactlenzen, zowel harde als zachte, voor het indruppelen uitnemen en na 15 minuten weer indoen. Verder kan benzalkoniumchloride irritatie veroorzaken, wat aanleiding kan geven tot het minder goed verdragen van contactlenzen.
Overdosering
Bij accidentele orale inname door (kleine) kinderen kunnen systemische effecten optreden, zie vergiftigingen.info.
Eigenschappen
Antihistaminicum. Azelastine is een ftalazinonderivaat met sterke H1-antagonistische werking. Het remt de effecten van de mediatoren leukotrieen, histamine, plaatjes activerende factor (PAF) en serotonine. Werking: binnen 15 minuten, werkingsduur: minimaal 12 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | minimaal na nasale toediening (snel). |
F | ca. 81%. |
V d | 14,5 l/kg. |
Eiwitbinding | 80–90%, ca. 97% (desmethylazelastine). |
Metabolisering | tot actief desmethylazelastine. |
Eliminatie | met de feces 75%. |
T 1/2el | 20 uur, 45 uur (desmethylazelastine). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Antihistaminicum. Olopatadine is een dibenzoxipinederivaat met hoge affiniteit voor de histamine H1-receptor. Na toepassing op het oog geeft het meestal snel verlichting van de symptomen van allergische conjunctivitis.
Kinetische gegevens
Resorptie | vanuit het oog gering, plasmaconcentraties zijn 50–200 keer lager dan na orale doses. |
Eliminatie | hoofdzakelijk via de urine, onveranderd. |
T 1/2el | 8–12 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
azelastine (nasaal) hoort bij de groep antihistaminica, lokaal.
Groepsinformatie
olopatadine hoort bij de groep antihistaminica, lokaal.