Samenstelling
Zerbaxa (als sulfaat; ceftolozaan), (als Na-zout; tazobactam). XGVS Merck Sharp & Dohme bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor concentraat voor infusievloeistof '1000/500 mg'
Bevat per flacon: ceftolozaan 1 g, tazobactam 0,5 g. Na reconstitutie met 10 ml natriumchloride-oplossing 0,9% voor injectie, bevat de flacon 88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam; de flacon bevat na reconstitutie ook 265 mg = 11,5 mmol natrium.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Zinnat (als axetil) GlaxoSmithKline bv
- Toedieningsvorm
- Poeder voor orale suspensie
- Sterkte
- 25 mg/ml
- Verpakkingsvorm
- 50 ml
Bevat tevens: aspartaam 4,20 mg/ml (overeenkomend met 2,33 mg/ml fenylalanine), benzylalcohol 0,9 mg/ml, propyleenglycol 1,2 mg/ml en saccharose 0,6 g/ml.
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 250 mg, 500 mg
De tablet bevat tevens: methyl- en propylparahydroxybenzoaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Gecompliceerde urineweginfectie: Ceftolozaan/tazobactam komt pas voor behandeling van een gecompliceerde urineweginfectie in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie hieronder).
De farmacotherapie van acute urineweginfecties is gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur (dan 2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start eventueel, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus) of cotrimoxazol (3e keus) of en intramuraal met aminoglycosiden en i.v. cefalosporinen (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim).
Gecompliceerde intra-abdominale infecties: Voor ceftolozaan/tazobactam is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling van gecompliceerde intra-abdominale infecties vastgesteld.
Bij een nosocomiale pneumonie (zoals HAP/VAP) wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.
Advies
Algemeen: De cefalosporinen dienen als reserve antimicrobiële middelen te worden beschouwd.
Cefuroximaxetil komt pas voor behandeling van infecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling.
Kijk in pneumonie (CAP) voor informatie over de empirische behandeling ervan. Cefuroximaxetil is alleen geïndiceerd voor hoger gelegen luchtweginfecties.
Kijk in acute faryngotonsillitis voor tonsillitis en faryngitis, in acute rinosinusitis voor sinusitis en in otitis media acuta voor informatie over de empirische behandeling ervan.
Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.
Voor de plaats van cefuroximaxetil bij de behandeling van de ziekte van Lyme in een vroeg stadium, zie de CBO-richtlijn Lymeziekte via RIVM op pag. 139.
Indicaties
Behandeling bij volwassenen van:
- gecompliceerde intra-abdominale infecties;
- gecompliceerde urineweginfecties (incl. acute pyelonefritis);
- in het ziekenhuis opgelopen pneumonie ('hospital-acquired' pneumonie; HAP), waaronder beademingspneumonie (ook wel 'ventilator-associated' pneumonie; VAP).
Gerelateerde informatie
Indicaties
Behandeling van infecties, veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor cefuroxim, bij volwassenen en kinderen van 3 maanden of ouder:
- hogere luchtweginfecties van acute aard ; streptokokken-tonsillitis, streptokokken-faryngitis, bacteriële sinusitis, acute otitis media, acute exacerbaties van chronische bronchitis;
- cystitis, pyelonefritis;
- ongecompliceerde infecties van huid en weke delen;
- vroeg stadium van de ziekte van Lyme.
Gerelateerde informatie
Dosering
Bij toepassing van ceftolozaan/tazobactam kan een vermindering van de nierfunctie optreden; controleer regelmatig de nierfunctie bij patiënten met een pre-existente nierfunctiestoornis en pas zonodig de dosis aan.
Gecompliceerde intra-abdominale infectie:
Volwassenen:
Eén dosis 1 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met metronidazol bij verdenking op anaerobe pathogenen. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 4–14 dagen.
Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 500 mg/250 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 250 mg/125 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg/50 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.
Gecompliceerde urineweginfectie (incl. acute pyelonefritis):
Volwassenen:
Eén dosis 1 g/0,5 g elke 8 uur. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 7 dagen.
Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 500 mg/250 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 250 mg/125 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg/50 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.
Pneumonie (HAP of VAP):
Volwassenen:
Eén dosis 2 g/1 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibioticum dat werkzaam is tegen Gram-positieve pathogenen bij verdenking op of wanneer bekend is dat dergelijke pathogenen een bijdrage leveren aan het ontstekingsproces. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 8–14 dagen.
Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 1 g/500 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 500 mg/250 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 1500 mg/750 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 300 mg/150 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.
Ouderen er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde nierfunctie: zie het voorschrift binnen iedere indicatie, omdat de voorschriften voor de indicaties verschillen.
Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.
Toedieningsinformatie: Toedienen via i.v.-infusie met een inlooptijd voor alle doses van 60 minuten.
Dosering
Let op: de orale suspensie is biologisch niet equivalent aan de tabletten: deze zijn daarom niet zonder meer uitwisselbaar.
De gebruikelijke behandelduur is ca. 7 dagen (variërend van 5–10 dagen); een afwijkende behandelduur wordt bij de indicatie vermeld.
Acute hogere luchtweginfecties:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Tablet: 250 mg 2×/dag.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:
Tablet: 10 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 125 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 40–60 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 60–120 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 125 mg 2×/dag.
Acute otitis media:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Tablet: 500 mg 2×/dag.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:
Bij otitis media of ernstiger infecties: Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag.
Acute exacerbatie van chronische bronchitis:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Tablet: 500 mg 2×/dag.
Cystitis en pyelonefritis:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Tablet: 250 mg 2×/dag. Behandelduur: bij pyelonefritis 10–14 dagen.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:
Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag. Bij minder ernstige infecties kan een lagere dosering van de suspensie voldoende zijn: zie hiervoor het voorschrift onder de indicatie 'Acute hogere luchtweginfecties'. Behandelduur: bij pyelonefritis 10–14 dagen.
Ongecompliceerde infectie van huid en weke delen:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Tablet: 250 mg 2×/dag.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:
Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag. Bij minder ernstige infecties kan een lagere dosering van de suspensie voldoende zijn: zie hiervoor het voorschrift onder de indicatie 'Acute hogere luchtweginfecties'.
Vroeg stadium van ziekte van Lyme:
Volwassenen en kinderen ≥ 40 kg:
Tablet: 500 mg 2×/dag gedurende 10–21 dagen.
Kinderen < 40 kg én 3 maanden of ouder:
Tablet: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag, max. 250 mg 2×/dag. Suspensie: 3–6 maanden: 60–90 mg 2×/dag; 6 maanden–2 jaar: 90–180 mg 2×/dag; 2–18 jaar: 180–250 mg 2×/dag. Behandelduur: 10–21 dagen.
Ouderen: geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.
Verminderde nierfunctie: volgens de fabrikant: bij een creatinineklaring van 10–29 ml/min de aangegeven dosis 1×/24 uur toepassen; bij een klaring < 10 ml/min de aangegeven dosis 1×/48 uur; bij hemodialyse: aan het eind van elke dialyse één additionele individuele standaarddosis geven (NB. cefuroxim wordt effectief verwijderd door dialyse).
Verminderde leverfunctie: geen gegevens beschikbaar. Omdat cefuroxim voornamelijk renaal wordt uitgescheiden, zal een afgenomen leverfunctie naar verwachting geen effect hebben op de farmacokinetiek van cefuroxim.
Toedieningsinformatie: Bij de multidosis-fles kan een doseerspuitje worden meegeleverd om bij kinderen nauwkeuriger te kunnen doseren. Voor een dosering van 10 mg/kg/dosis (voor de meeste infecties) is het benodigde aantal ml/dosis van de 125 mg/5 ml suspensie: 10 × lichaamsgewicht × 5/125. Bij een gewicht van bv. 8 kg: 10 × 8 × 5/125 = 3,2 ml/dosis. Voor een dosering van 15 mg/kg/dosis (voor otitis media en ernstige infecties) is het benodigde aantal ml van de 125 mg/5 ml suspensie: 15 × gewicht × 5/125. Bij een gewicht van bv. 12 kg: 15 × 12 × 5/125 = 7,2 ml/dosis.
De suspensie krachtig schudden voor gebruik. Voor een goede resorptie de suspensie tijdens de maaltijd innemen. Indien gewenst kan een dosis suspensie verder worden verdund in koude vruchtensappen of melkdranken; na de verdunning onmiddellijk innemen. De tabletten vlak na de maaltijd innemen en niet kauwen.
Bijwerkingen
Vaak (1–10%): hypotensie. Slapeloosheid, angst, hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Koorts, reacties op de toedieningsplaats. Trombocytose, hypokaliëmie, verhoogde waarden van ALAT en ASAT.
Soms (0,1–1%): atriumfibrilleren, tachycardie, angina pectoris. Ischemisch CVA. Anemie. Clostridioides difficile-infecties (waaronder colitis), orofaryngeale en vulvovaginale candidiase, fungale urineweginfecties. Flebitis, veneuze trombose. Dyspneu. Gastritis, abdominale distensie, dyspepsie, flatulentie, paralytische ileus. Urticaria. Verminderde nierfunctie, nierfalen. Hyperglykemie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie. Positieve Coombs-test (DAGT), verhoogd serum-γGT, verhoogd serum-alkalinefosfatase (AF).
Verder is vermindering van de nierfunctie gemeld.
Bij toepassing voor de indicatie HAP/VAP worden Clostridioides difficile-colitis, verhoogde serumwaarden van γGT en AF vaker gezien (1–10%).
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, diarree, buikpijn. Candida-infectie. Hoofdpijn, duizeligheid. Eosinofilie, voorbijgaande stijging van de leverenzymen (ALAT en ASAT).
Soms (0,1-1%): braken. Huiduitslag. Trombocytopenie, leukopenie. Positieve Coombs-test.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylactische reactie, geneesmiddelenkoorts, serumziekte. Geelzucht (overwegend cholestatisch), hepatitis. Pseudomembraneuze colitis. Urticaria, jeuk, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Jarisch-Herxheimer-reactie (bij behandeling van de ziekte van Lyme; reactie met hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, spierstijfheid, hoofd- en spierpijn). Hemolytische anemie.
Bij gebruik van cefuroxim injecties zijn tevens nog gemeld: cutane vasculitis, interstitiële nefritis.
Interacties
De werking van cefalosporinen wordt (in vitro) geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden); in de kliniek is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.
De kans op hypokaliëmie neemt toe bij de combinatie met geneesmiddelen die de kaliumspiegel kunnen verlagen.
Tazobactam is substraat voor OAT1 en OAT3; theoretisch kunnen werkzame stoffen die OAT1 en OAT3 remmen, de plasmaconcentratie van tazobactam verhogen.
Interacties
Bacteriostatische antibiotica (bv. tetracyclinen) antagoneren de werking van cefuroxim; dit is klinisch alleen van belang gebleken bij levensbedreigende infecties zoals meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.
Door gelijktijdig gebruik van andere nefrotoxische stoffen zoals aminoglycosiden, furosemide en amfotericine is er meer kans op nefrotoxiciteit; controleer de nierfunctie, vooral bij een pre-existente verminderde nierfunctie en bij ouderen.
Zwangerschap
Het is onbekend of ceftolozaan de placenta passeert. Tazobactam passeert de placenta.
Teratogenese: Ceftolozaan: bij dieren aanwijzingen voor afname van de auditieve schrikrespons 60 dagen na de geboorte bij blootstelling van het moederdier tijdens zwangerschap en lactatie. Tazobactam: Bij dieren zijn bij i.v.-toediening in doses toxisch voor het moederdier geen teratogene afwijkingen gezien. Wel zijn bij intraperitoneale toediening van toxische doses bij dieren een verminderd geboortegewicht, een verhoogd aantal doodgeboren dieren én een gestegen mortaliteit bij de jonge dieren gezien.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.
Zwangerschap
Cefuroxim passeert de placenta met therapeutische concentraties in navelstrengbloed en amnionvocht.
Teratogenese: Zowel bij de mens als bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend (ceftolozaan en tazobactam). Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in geringe mate.
Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed; diarree of een lokale schimmelinfectie na orale inname van de melk kan daarom niet geheel worden uitgesloten. Ook sensibilisatie is mogelijk.
Advies: Kan desondanks worden gebruikt.
Contra-indicaties
- overgevoeligheid voor cefalosporinen;
- ernstige overgevoeligheid (anafylaxie, ernstige huidreactie) voor andere β-lactamantibiotica (bv. penicillinen of carbapenems).
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor cefalosporinen;
- een geschiedenis van ernstige overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica (zoals penicillinen, carbapenems).
Waarschuwingen en voorzorgen
β-lactamantibiotica kunnen ernstige allergische reacties veroorzaken; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheidsreactie bij eerder gebruik van een β-lactamantibioticum. Wanneer een ernstige allergische reactie optreedt, het geneesmiddel staken en passende maatregelen nemen.
Nierfunctie: Bij toepassing van ceftolozaan/tazobactam kan een vermindering van de nierfunctie optreden; controleer regelmatig de nierfunctie bij patiënten met een pre-existente nierfunctiestoornis en pas zonodig de dosis aan (zie rubriek Dosering). In de klinische studies naar de toepassing voor gecompliceerde intra-abdominale infecties en urineweginfecties (incl. pyelonefritis) was de werkzaamheid lager bij patiënten met een matig verminderde nierfunctie ten opzichte van een normale of licht verminderde nierfunctie.
Overweeg bij diarree die ernstig en/of aanhoudend is en tijdens of na de behandeling optreedt, zowel de diagnose antibiotica-geassocieerde colitis als pseudomembraneuze colitis.
Beïnvloeding diagnostische test: De Coombs-test (DAGT) kan fout-positief zijn. Seroconversie naar een positieve DAGT is bij ca. 32% van de patienten gezien. In de klinische studies werden verder geen aanwijzingen voor hemolyse gezien.
Onderzoeksgegevens en ervaring: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 jaar). Ceftolozaan/tazobactam is niet onderzocht bij:
- immuungecompromitteerden;
- ernstige neutropenie;
- patiënten met terminale nierinsufficiëntie met toepassing van hemodialyse.
Waarschuwingen en voorzorgen
Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en penicillinen komt voor; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheid voor penicillinen of carbapenems. Superinfecties kunnen optreden.
Tijdens de behandeling van Lymeborreliose kunnen binnen enkele uren na toediening Jarisch-Herxheimer-achtige reacties optreden (hypotensie, tachycardie, vasodilatatie, koorts, rillingen, hoofd- en spierpijn, spierstijfheid). Dit is het gevolg van een inflammatiereactie na het vrijkomen van endotoxinen en lipoproteïnen na de cellysis van deze bacteriën (spirocheten). De reactie gaat gewoonlijk vanzelf over.
Diagnostische testen: door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).
Onderzoeksgegevens: de veiligheid en werkzaamheid bij een verminderde nier- of leverfunctie zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Therapie
Ceftolozaan en tazobactam kunnen door hemodialyse worden verwijderd.
Neem voor meer informatie over een overdosering van ceftolozaan/tazobactam, contact op met het ffNationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Ceftolozaan is een bactericide cefalosporine, structureel lijkend op ceftazidim (een derdegeneratie cefalosporine). Het bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Tazobactam is een β–lactam en structureel verwant met de penicillinen. Het remt de werking van een aantal β-lactamasen. De combinatie wordt gebruikt bij infecties door bacteriën die resistent zijn tegen ceftolozaan door vorming van β-lactamasen; door de combinatie wordt ceftolozaan beschermd tegen afbraak door de meeste algemeen voorkomende β-lactamasen. De productie van deze β-lactamantibiotica-hydrolyserende-enzymen veroorzaakt vaak resistentie van bacteriën tegen penicillinen en cefalosporinen. Voor ceftolozaan is de tijd dat de plasmaconcentratie hoger is dan de MIC van het infecterend micro-organisme, de belangrijkste voorspeller voor de werkzaamheid.
Doorgaans gevoelig (gebaseerd op in vitro onderzoek) zijn: Streptococcus anginosus, Streptococcus constellatus, Streptococcus salivarius, voorts; Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis en Pseudomonas aeruginosa.
- In klinisch onderzoek is de werkzaamheid tegen deze pathogenen ook vastgesteld bij gecompliceerde intra-abdominale infecties en bij in het ziekenhuis opgelopen pneumonie (waaronder VAP); bij beide indicaties indien vooraf was vastgesteld dat het pathogeen in vitro gevoelig was.
- Bij in het ziekenhuis opgelopen pneumonie is de werkzaamheid daarnaast ook vastgesteld tegen Haemophilus influenzae en Serratia marcescens.
- Bij gecompliceerde urineweginfecties is de werkzaamheid alleen vastgesteld tegen Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae en Proteus mirabilis.
De klinische werkzaamheid is niet vastgesteld bij de volgende pathogenen, hoewel in vitro onderzoek aangeeft dat ze gevoelig zouden zijn in afwezigheid van verworven resistentiemechanismen: Citrobacter freundii, Citrobacter koseri, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus vulgaris en Serratia liquefaciens.
Ongevoelig (in vitro) zijn: Staphylococcus aureus, Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium.
Kinetische gegevens
V d | ca. 0,19 l/kg (ceftolozaan), ca. 0,26 l/kg (tazobactam). |
Metabolisering | niet (ceftolozaan), door middel van hydrolyse tot een onwerkzame metaboliet (tazobactam). |
Eliminatie | met de urine: > 95% onveranderd, via glomerulaire filtratie (ceftolozaan), > 80% onveranderd en 20% als metaboliet (tazobactam). Ceftolozaan en tazobactam kunnen door hemodialyse worden verwijderd. |
T 1/2el | ca. 3 uur (ceftolozaan), ca. 1 uur (tazobactam). De blootstelling aan beide middelen is verhoogd bij een verminderde nierfunctie. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Bactericide antibioticum uit de groep van cefalosporinen (tweede generatie). Cefuroximaxetil is een prodrug, het wordt na snelle hydrolyse omgezet in het actieve cefuroxim. Cefuroxim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in bacteriële celdood.
Doorgaans gevoelig (in vitro) zijn: Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelig; 'MSSA'), coagulase-negatieve stafylokok (meticilline-gevoelig), Streptococcus pyogenes, Streptococcus agalactiae, Haemophilus influenzae, Haemophilus parainfluenzae, Moraxella catarrhalis en Borrelia burgdorferi.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Streptococcus pneumoniae, Citrobacter freundii, Klebsiella aerogenes, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus spp. (P. vulgaris is echter inherent resistent), Peptostreptococcus spp., Cutibacterium (voorheen Propionibacterium) spp., Fusobacterium spp. en Bacteroides spp. (B. fragilis is echter inherent resistent).
Inherent resistent zijn: Staphylococcus aureus (meticilline-resistent; 'MRSA'), Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium, Acinetobacter spp., Campylobacter spp., Morganella morganii, Proteus vulgaris, Providencia spp., Pseudomonas aeruginosa, Serratia marcescens, Bacteroides fragilis, Chlamydia spp., Mycoplasma spp. en Legionella spp.
Cefuroxim is gevoelig voor β-lactamasen waaronder ESBL's en AmpC-enzymen.
Kinetische gegevens
Resorptie | tijdens resorptie wordt cefuroximaxetil in het darmslijmvlies en in het bloed snel gehydrolyseerd tot cefuroxim. De beste resorptie vindt plaats indien ingenomen kort na een maaltijd. |
F | bij de suspensie 4–17% lager dan bij de tablet. |
T max | tabl. 2–3 uur, susp. langer met een lagere topspiegel. |
V d | ca. 0,71 l/kg. |
Overig | voldoende concentraties worden doorgaans bereikt in de amandelen, sinusweefsel, bronchusslijmvliezen, sputum, pleuravocht, gewrichtsvocht, synoviaal vocht, botweefsel, interstitieel vocht, oogkamervocht en gal. Cefuroxim passeert alleen de bloed-hersenbarrière bij ontstoken meninges. |
Metabolisering | cefuroxim wordt niet verder gemetaboliseerd. |
Eliminatie | vnl. met de urine, 95% onveranderd (50% via tubulaire secretie, 45% via glomerulaire filtratie), 5% via de gal. Cefuroxim wordt effectief verwijderd door dialyse. |
T 1/2el | 1–1½ uur (serum), bij een creatinineklaring 10-29 ml/min: ca. 4,5 uur, bij een creatinineklaring < 10 ml/min: ca. 17 uur, tijdens hemodialyse 2-4 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
ceftolozaan/tazobactam hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
- cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk
Groepsinformatie
cefuroximaxetil hoort bij de groep cefalosporinen.
- cefaclor (J01DC04) Vergelijk
- cefalexine (J01DB01) Vergelijk
- cefazoline (J01DB04) Vergelijk
- cefepim (J01DE01) Vergelijk
- cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
- ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
- ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
- ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
- ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
- ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
- ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
- cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
Kosten
Kosten
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)
Externe links
Zie ook
Geneesmiddelgroep
Indicaties
- acute faryngotonsillitis
- acute rinosinusitis
- bacteriële huidinfecties
- cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
- ongecompliceerde urineweginfectie
- otitis media acuta
- urineweginfectie bij kinderen jonger dan 12 jaar
- urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)