Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

ceftolozaan/​tazobactam

cefalosporinen J01DI54

Sluiten

cefepim

cefalosporinen J01DE01

Sluiten

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Zerbaxa (als sulfaat; ceftolozaan), (als Na-zout; tazobactam). XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof '1000/500 mg'

Bevat per flacon: ceftolozaan 1 g, tazobactam 0,5 g. Na reconstitutie met 10 ml natriumchloride-oplossing 0,9% voor injectie, bevat de flacon 88 mg/ml ceftolozaan en 44 mg/ml tazobactam; de flacon bevat na reconstitutie ook 265 mg = 11,5 mmol natrium.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Alleen de belangrijkste hulpstoffen worden genoemd. Raadpleeg altijd de productinformatie van CBG/EMA voor een compleet overzicht van hulpstoffen.

Cefepim (als dihydrochloride-monohydraat) XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
2000 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Gecompliceerde urineweginfectie: Ceftolozaan/tazobactam komt pas voor behandeling van een gecompliceerde urineweginfectie in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie hieronder).

De farmacotherapie van acute urineweginfecties is gebaseerd op: de ernst van de aandoening (wel of geen weefselinvasie), lokale resistentiepatronen en specifieke patiëntkenmerken (leeftijd, geslacht, risicokenmerken). Een cystitis bij gezonde niet-zwangere vrouwen gaat mogelijk vanzelf over; voer daarom een afwachtend beleid. Ga echter bij risicogroepen, waaronder kinderen, direct over tot medicamenteuze therapie om complicaties te voorkomen. De belangrijkste middelen zijn: nitrofurantoïne (1e keus), fosfomycine (2e keus), trimethoprim (3e keus) en bij zwangeren ook amoxicilline/clavulaanzuur (dan 2e keus). Gebruik in geval van weefselinvasie antibacteriële middelen met voldoende weefselpenetratie. Start eventueel, in afwachting van een antibiogram, de behandeling met middelen zoals ciprofloxacine (1e keus), amoxicilline/clavulaanzuur (2e keus) of cotrimoxazol (3e keus) of en intramuraal met aminoglycosiden en i.v. cefalosporinen (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim).

Gecompliceerde intra-abdominale infecties: Voor ceftolozaan/tazobactam is geen advies over de plaats in de medicamenteuze behandeling van gecompliceerde intra-abdominale infecties vastgesteld.

Bij een nosocomiale pneumonie (zoals HAP/VAP) wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Advies

Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Cefepim komt pas in aanmerking voor de behandeling van acute urineweginfecties op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling. Zie voor de standaardbehandeling: urineweginfecties.

Voor de overige indicaties is er voor dit geneesmiddel geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

Behandeling bij volwassenen van:

  • gecompliceerde intra-abdominale infecties;
  • gecompliceerde urineweginfecties (incl. acute pyelonefritis);
  • in het ziekenhuis opgelopen pneumonie ('hospital-acquired' pneumonie; HAP), waaronder beademingspneumonie (ook wel 'ventilator-associated' pneumonie; VAP).

Gerelateerde informatie

  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Indicaties

Behandeling van ernstige infecties:

  • Nosocomiale pneumonie;
  • Gecompliceerde urineweginfecties;
  • Gecompliceerde intra-abdominale infecties;
  • Peritonitis als gevolg van dialyse bij patiënten die CAPD ondergaan.
  • Bacteriëmie die (vermoedelijk) samenhangt met de hierboven genoemde infecties.

Verder:

  • Behandeling van patiënten met neutropenie en koorts, waarbij dit vermoedelijk het gevolg is van een bacteriële infectie.

Cefepim kan zo nodig gecombineerd worden met andere antibacteriële middelen wanneer het bereik van mogelijke veroorzakende bacteriën niet valt binnen het werkingsspectrum (zie rubriek Eigenschappen).

Gerelateerde informatie

  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Dosering

Bij toepassing van ceftolozaan/tazobactam kan een vermindering van de nierfunctie optreden; controleer regelmatig de nierfunctie bij patiënten met een pre-existente nierfunctiestoornis en pas zonodig de dosis aan.

Klap alles open Klap alles dicht

Gecompliceerde intra-abdominale infectie:

Volwassenen:

Eén dosis 1 g/0,5 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met metronidazol bij verdenking op anaerobe pathogenen. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 4–14 dagen.

Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 500 mg/250 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 250 mg/125 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg/50 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.

Gecompliceerde urineweginfectie (incl. acute pyelonefritis):

Volwassenen:

Eén dosis 1 g/0,5 g elke 8 uur. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 7 dagen.

Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 500 mg/250 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 250 mg/125 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 500 mg/250 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 100 mg/50 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.

Pneumonie (HAP of VAP):

Volwassenen:

Eén dosis 2 g/1 g elke 8 uur. Te gebruiken in combinatie met een antibioticum dat werkzaam is tegen Gram-positieve pathogenen bij verdenking op of wanneer bekend is dat dergelijke pathogenen een bijdrage leveren aan het ontstekingsproces. De behandelduur is afhankelijk van de ernst van de infectie, de pathogenen en de bacteriologische progressie van de patiënt, meestal 8–14 dagen.

Verminderde nierfunctie: creatinineklaring 30–50 ml/min: 1 g/500 mg (halve dosis) elke 8 uur; 15–30 ml/min: 500 mg/250 mg (kwart dosis) elke 8 uur; terminale nierinsufficiëntie met hemodialyse: eenmalige oplaaddosis van 1500 mg/750 mg gevolgd door een onderhoudsdosis van 300 mg/150 mg elke 8 uur, gedurende de resterende behandelperiode. Op dagen van hemodialyse de dosis zo snel mogelijk na de hemodialyse toedienen.

Ouderen er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.

Verminderde nierfunctie: zie het voorschrift binnen iedere indicatie, omdat de voorschriften voor de indicaties verschillen.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toedieningsinformatie: Toedienen via i.v.-infusie met een inlooptijd voor alle doses van 60 minuten.

Dosering

De dosering hangt af van de ernst, plaats en type van de infectie, de gevoeligheid (van het pathogeen) en van het lichaamsgewicht, de nierfunctie en leeftijd van de patiënt.

Klap alles open Klap alles dicht

Nosocomiale pneumonie:

Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg:

I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.

Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Indien mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.

Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg:

I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur. Behandelduur: 10 dagen.

Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 12,5 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Indien mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.

Gecompliceerde urineweginfecties:

Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg:

I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.

Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Indien mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.

Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg:

I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht elke 12 uur. Behandelduur: 10 dagen.

Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 12,5 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Indien mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.

Gecompliceerde intra-abdominale infecties:

Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg:

I.v.: 2 g iedere 12 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.

Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 24 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 1 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 500 mg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Indien mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.

Zeer ernstige of mogelijk fatale infecties (incl. bacteriëmie en incl. neutropene koorts (mogelijk) veroorzaakt door bacteriële infectie):

Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg:

I.v.: 2 g iedere 8 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer. Voor de empirische behandeling van febriele neutropenie doorgaans 7 dagen of totdat de neutropenie verdwenen is.

Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 2 g, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 2 g iedere 12 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 2 g elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 1 g elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 1 g op de eerste dag, daarna 500 mg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Indien mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 2 g iedere 48 uur.

Kinderen vanaf 2 mnd., lichaamsgewicht ≤ 40 kg:

I.v.: 50 mg/kg lichaamsgewicht (max. 2 g) elke 8 uur. Behandelduur: Voor de empirische behandeling van febriele neutropenie duurt de behandeling 7–10 dagen.

Verminderde nierfunctie: aanvankelijk één oplaaddosis van 50 mg/kg, daarna onderhoudsdoses: bij creatinineklaring 30–50 ml/min: 50 mg/kg g iedere 8 uur, creatinineklaring 11–29 ml/min: 50 mg/kg elke 24 uur, creatinineklaring ≤ 10 ml/min: 25 mg/kg elke 24 uur. Bij een creatinineklaring > 50 ml/min gebruikelijke dosis, geen aanpassing vereist. Hemodialyse: één oplaaddosis van 25 mg/kg op de eerste dag, daarna 12,5 mg/kg/24 uur. Op hemodialysedagen, toedienen ná de hemodialyse. Indien mogelijk cefepim alle dagen op hetzelfde tijdstip toedienen. Peritoneale dialyse: 50 mg/kg lichaamsgewicht iedere 48 uur.

Peritonitis als gevolg van dialyse bij CAPD-patienten:

Volwassenen en kinderen met een lichaamsgewicht > 40 kg:

I.v.: 2 g iedere 48 uur. Behandelduur: doorgaans 7–10 dagen, bij ernstigere infecties mogelijk langer.

Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig op basis van alleen de leeftijd.

Verminderde leverfunctie: geen dosisaanpassing nodig.

Toedieningsinformatie:

  • Directe i.v. injectie over een periode van 3–5 min, of ingespoten in het slangetje van een infusiesysteem, terwijl de patiënt een compatibele i.v. vloeistof toegediend krijgt, óf;
  • Via i.v. infusie over een periode van 30 minuten.
  • Voor instructies over reconstitutie en verdunning van het product voorafgaand aan de toediening zie rubriek 6.6 van de officiële productinformatie CBG/EMA via de link onder 'Zie ook'.

Bijwerkingen

Vaak (1–10%): hypotensie. Slapeloosheid, angst, hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Koorts, reacties op de toedieningsplaats. Trombocytose, hypokaliëmie, verhoogde waarden van ALAT en ASAT.

Soms (0,1–1%): atriumfibrilleren, tachycardie, angina pectoris. Ischemisch CVA. Anemie. Clostridioides difficile-infecties (waaronder colitis), orofaryngeale en vulvovaginale candidiase, fungale urineweginfecties. Flebitis, veneuze trombose. Dyspneu. Gastritis, abdominale distensie, dyspepsie, flatulentie, paralytische ileus. Urticaria. Verminderde nierfunctie, nierfalen. Hyperglykemie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie. Positieve Coombs-test (DAGT), verhoogd serum-γGT, verhoogd serum-alkalinefosfatase (AF).

Verder is vermindering van de nierfunctie gemeld.

Bij toepassing voor de indicatie HAP/VAP worden Clostridioides difficile-colitis, verhoogde serumwaarden van γGT en AF vaker gezien (1–10%).

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): positieve Coombs-test.

Vaak (1-10%): diarree. Verlengde protrombinetijd (PT) of APTT. Anemie, eosinofilie. Verhoogde waarden van ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, bilirubine. Huiduitslag. Reacties op de infusieplaats (incl. pijn, ontsteking, flebitis).

Soms (0,1-1%): hoofdpijn. Orale candidiasis, vaginale infectie. Misselijkheid, braken, colitis (incl. pseudomembraneuze colitis). Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie. Erytheem, urticaria, jeuk. Koorts. Verhoogde waarden van creatinine en/of ureum. Ontsteking op de plaats van infusie.

Zelden (0,01-0,1%): anafylactische reactie, angio-oedeem. Vasodilatatie. Dyspneu. Rillingen. Duizeligheid, convulsies, niet-convulsieve status epilepticus, paresthesie, dysgeusie. Obstipatie, buikpijn. Candidiasis. Genitale jeuk.

Verder zijn gemeld: anafylactische shock. Bloeding. Verwardheid, hallucinaties. Myoclonus, bewustzijnsveranderingen, encefalopathie, stupor, coma. Nierinsufficiëntie, toxische nefropathie. Toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnson-syndroom (SJS), erythema multiforme. Hemolytische anemie, aplastische anemie, agranulocytose. Gastro-intestinale aandoening. Fout-positieve uitslag urineglucose.

  • Informatie bijwerkingen Lareb
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

De werking van cefalosporinen wordt (in vitro) geantagoneerd door bacteriostatische antibiotica (tetracyclinen, macroliden); in de kliniek is het belang hiervan alleen gezien bij levensbedreigende infecties als meningitis, endocarditis, sepsis en daarnaast bij patiënten met ernstige neutropenie.

De kans op hypokaliëmie neemt toe bij de combinatie met geneesmiddelen die de kaliumspiegel kunnen verlagen.

Tazobactam is substraat voor OAT1 en OAT3; theoretisch kunnen werkzame stoffen die OAT1 en OAT3 remmen, de plasmaconcentratie van tazobactam verhogen.

Interacties

Controleer de nierfunctie bij combinatie met nefrotoxische geneesmiddelen, zoals aminoglycosiden en krachtige diuretica (bv. lisdiuretica).

Cefalosporinen (zoals cefepim) kunnen de werking van vitamine K-antagonisten versterken.

Gelijktijdige behandeling met bacteriostatische antibiotica kan invloed hebben op de werking van β-lactamantibiotica (zoals cefepim).

Zwangerschap

Het is onbekend of ceftolozaan de placenta passeert. Tazobactam passeert de placenta.

Teratogenese: Ceftolozaan: bij dieren aanwijzingen voor afname van de auditieve schrikrespons 60 dagen na de geboorte bij blootstelling van het moederdier tijdens zwangerschap en lactatie. Tazobactam: Bij dieren zijn bij i.v.-toediening in doses toxisch voor het moederdier geen teratogene afwijkingen gezien. Wel zijn bij intraperitoneale toediening van toxische doses bij dieren een verminderd geboortegewicht, een verhoogd aantal doodgeboren dieren én een gestegen mortaliteit bij de jonge dieren gezien.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens uit gecontroleerde studies met cefepim. Met de groep cefalosporinen wordt in de meeste studies geen toegenomen kans op aangeboren afwijkingen in het algemeen gezien, een kleine kans op specifieke aangeboren afwijkingen is vooralsnog niet uitgesloten. Bij dieren geen tekenen van foetale toxiciteit door cefepim.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend (ceftolozaan en tazobactam). Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Weeg het risico van het gebruik van dit geneesmiddel in combinatie met het geven van borstvoeding af.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer geringe mate.

Farmacologisch effect: In theorie is het mogelijk dat de darmflora van de zuigeling wordt beïnvloed. Dit leidt hooguit tot diarree.

Advies: Kan worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • ernstige overgevoeligheid (anafylaxie, ernstige huidreactie) voor andere β-lactamantibiotica (bv. penicillinen of carbapenems).

Contra-indicaties

  • eerdere overgevoeligheidsreactie door een cefalosporine of ander β-lactamantibioticum (zoals een penicilline, carbapenem of monobactam).

Waarschuwingen en voorzorgen

β-lactamantibiotica kunnen ernstige allergische reacties veroorzaken; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheidsreactie bij eerder gebruik van een β-lactamantibioticum. Wanneer een ernstige allergische reactie optreedt, het geneesmiddel staken en passende maatregelen nemen.

Nierfunctie: Bij toepassing van ceftolozaan/tazobactam kan een vermindering van de nierfunctie optreden; controleer regelmatig de nierfunctie bij patiënten met een pre-existente nierfunctiestoornis en pas zonodig de dosis aan (zie rubriek Dosering). In de klinische studies naar de toepassing voor gecompliceerde intra-abdominale infecties en urineweginfecties (incl. pyelonefritis) was de werkzaamheid lager bij patiënten met een matig verminderde nierfunctie ten opzichte van een normale of licht verminderde nierfunctie.

Overweeg bij diarree die ernstig en/of aanhoudend is en tijdens of na de behandeling optreedt, zowel de diagnose antibiotica-geassocieerde colitis als pseudomembraneuze colitis.

Beïnvloeding diagnostische test: De Coombs-test (DAGT) kan fout-positief zijn. Seroconversie naar een positieve DAGT is bij ca. 32% van de patienten gezien. In de klinische studies werden verder geen aanwijzingen voor hemolyse gezien.

Onderzoeksgegevens en ervaring: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen (< 18 jaar). Ceftolozaan/tazobactam is niet onderzocht bij:

  • immuungecompromitteerden;
  • ernstige neutropenie;
  • patiënten met terminale nierinsufficiëntie met toepassing van hemodialyse.

Waarschuwingen en voorzorgen

Door het relatief beperkte werkingsspectrum van cefepim is het alleen in te zetten bij gebleken gevoeligheid van het pathogeen, of bij een zeer sterk vermoeden hiervan (zie ook rubriek Eigenschappen).

Verminderde nierfunctie en neurotoxiciteit: Controleer de nierfunctie en pas de dosis van cefepim aan bij een creatinineklaring ≤ 50 ml/min, om te compenseren voor de tragere klaring (zie rubriek Dosering). Houd bij de verdere dosering rekening met de mate van nierfunctiestoornis, ernst van de infectie en de (vermoedelijke) pathogenen. De volgende ernstige bijwerkingen zijn gerapporteerd (incl. bij ouderen): reversibele encefalopathie (bewustzijnsstoornis incl. verwardheid, hallucinaties, stupor en coma), myoklonieën, convulsies (met inbegrip van non-convulsieve status epilepticus) en/of nierfalen. De meeste van deze gevallen deden zich voor bij patiënten met een nierfunctiestoornis (incl. ouderen) waarbij de aanbevolen dosering cefepim werd overschreden. Doorgaans verdwijnen symptomen van neurotoxiciteit na staken van cefepim en/of hemodialyse, maar er zijn ook gevallen met een fatale afloop beschreven.

Overgevoeligheidsreacties: Ernstige, soms fatale, overgevoeligheidsreacties zijn gemeld. Voor aanvang van de behandeling zorgvuldig nagaan of de patiënt eerder overgevoeligheidsreacties vertoonde op β-lactamantibiotica of andere geneesmiddelen. Wees voorzichtig bij astma of een allergische diathese. Monitor nauwlettend tijdens de eerste toediening. Indien een allergische reactie optreedt de behandeling onmiddellijk staken. Bij ernstige overgevoeligheidsreacties kan behandeling met adrenaline en andere ondersteunende therapie nodig zijn.

Superinfecties: langdurig gebruik kan leiden tot overmatige groei van niet-gevoelige micro-organismen. Indien een superinfectie optreedt tijdens de behandeling, passende maatregelen nemen. Diarree door Clostridioides difficile (CDAD) is gemeld, in ernst variërend van beperkte diarree tot fatale colitis. CDAD kan tot 2 maanden na toediening van antibiotica optreden; houd hier rekening mee bij alle patiënten met diarree na antibioticumgebruik. Bij vermoeden of bevestiging van CDAD moet het huidige antibioticumgebruik dat niet gericht is tegen C. diffile mogelijk worden gestaakt.

Invloed op diagnostische testen: gevallen van een positieve Coombs-test, zonder tekenen van hemolyse, zijn gemeld. Cefalosporinen kunnen fout-positieve reacties voor glucose in de urine veroorzaken bij gebruik van koper-reductie-testen (Benedict's of Fhelingsoplossing of Clinitest tabletten), maar niet bij enzymatische testen voor glucosurie. Gebruik daarom glucosetesten gebaseerd op enzymatische glucose-oxidase-reacties.

Onderzoeksgegevens en ervaring: er zijn onvoldoende gegevens voor het gebruik van cefepim bij zuigelingen < 2 maanden.

Overdosering

Therapie

Ceftolozaan en tazobactam kunnen door hemodialyse worden verwijderd.

Neem voor meer informatie over een overdosering van ceftolozaan/tazobactam, contact op met het ffNationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

o.a. encefalopathie (bewustzijnsstoornis, met inbegrip van verwardheid, hallucinaties, stupor en coma).

Neem voor meer informatie over een overdosering van cefepim contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Ceftolozaan is een bactericide cefalosporine, structureel lijkend op ceftazidim (een derdegeneratie cefalosporine). Het bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Tazobactam is een β–lactam en structureel verwant met de penicillinen. Het remt de werking van een aantal β-lactamasen. De combinatie wordt gebruikt bij infecties door bacteriën die resistent zijn tegen ceftolozaan door vorming van β-lactamasen; door de combinatie wordt ceftolozaan beschermd tegen afbraak door de meeste algemeen voorkomende β-lactamasen. De productie van deze β-lactamantibiotica-hydrolyserende-enzymen veroorzaakt vaak resistentie van bacteriën tegen penicillinen en cefalosporinen. Voor ceftolozaan is de tijd dat de plasmaconcentratie hoger is dan de MIC van het infecterend micro-organisme, de belangrijkste voorspeller voor de werkzaamheid.

Doorgaans gevoelig (gebaseerd op in vitro onderzoek) zijn: Streptococcus anginosus, Streptococcus constellatus, Streptococcus salivarius, voorts; Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis en Pseudomonas aeruginosa.

  • In klinisch onderzoek is de werkzaamheid tegen deze pathogenen ook vastgesteld bij gecompliceerde intra-abdominale infecties en bij in het ziekenhuis opgelopen pneumonie (waaronder VAP); bij beide indicaties indien vooraf was vastgesteld dat het pathogeen in vitro gevoelig was.
  • Bij in het ziekenhuis opgelopen pneumonie is de werkzaamheid daarnaast ook vastgesteld tegen Haemophilus influenzae en Serratia marcescens.
  • Bij gecompliceerde urineweginfecties is de werkzaamheid alleen vastgesteld tegen Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae en Proteus mirabilis.

De klinische werkzaamheid is niet vastgesteld bij de volgende pathogenen, hoewel in vitro onderzoek aangeeft dat ze gevoelig zouden zijn in afwezigheid van verworven resistentiemechanismen: Citrobacter freundii, Citrobacter koseri, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus vulgaris en Serratia liquefaciens.

Ongevoelig (in vitro) zijn: Staphylococcus aureus, Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,19 l/kg (ceftolozaan), ca. 0,26 l/kg (tazobactam).
Metabolisering niet (ceftolozaan), door middel van hydrolyse tot een onwerkzame metaboliet (tazobactam).
Eliminatie met de urine: > 95% onveranderd, via glomerulaire filtratie (ceftolozaan), > 80% onveranderd en 20% als metaboliet (tazobactam). Ceftolozaan en tazobactam kunnen door hemodialyse worden verwijderd.
T 1/2el ca. 3 uur (ceftolozaan), ca. 1 uur (tazobactam). De blootstelling aan beide middelen is verhoogd bij een verminderde nierfunctie.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Cefepim is een bactericide breedspectrum antibioticum uit de groep van cefalosporinen (vierde generatie). Cefepim bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan (onderdeel van de bacteriële celwand) wordt geremd. Dit resulteert in bacteriële celdood. Cefepim heeft een breder werkingsspectrum dan cefalosporinen van de derde generatie en is in hoge mate resistent tegen de meeste β-lactamasen.

Doorgaans gevoelig zijn:

  • Aeroob en Gram-positief: meticilline-sensitieve Staphylococcus aureus ('MSSA'), Streptococcus pyogenes, Streptococcus pneumoniae (incl. penicilline-resistente stammen).
  • Aeroob en Gram-negatief: Citrobacter freundii, Klebsiella aerogenes, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Morganella morganii, Proteus mirabilis (de ESBL-producerende stammen zijn echter altijd resistent), Proteus vulgaris, Serratia marcescens, Serratia liquefaciens.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:

  • Aeroob en Gram-positief: Staphylococcus aureus (resistentie < 10% bij niet in het ziekenhuis verpleegde patiënten); het voorkomen van resistentie bedraagt > 50% voor de volgende micro-organismen in minstens één EU-regio: Staphylococcus epidermidis, Staphylococcus haemolyticus, Staphylococcus hominis.
  • Aeroob en Gram-negatief: Acinetobacter baumannii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae, Pseudomonas aeruginosa. De ESBL-producerende stammen van E. coli, K. oxytoca en K. pneumoniae zijn echter altijd resistent.

Inherent resistent zijn:

  • Aeroob en Gram-positief: Enterococcus spp., Listeria monocytogenes, meticilline-resistente Staphylococcus aureus ('MRSA').
  • Aeroob en Gram-negatief: Stenotrophomonas maltophilia, en de ESBL-producerende stammen van: Proteus mirabilis, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae.
  • Anaeroob: Bacteroides spp., Clostridioides difficile.
  • Andere micro-organismen: Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella spp. en Mycoplasma spp.

Kinetische gegevens

V d ca. 0,26 l/kg.
Overig voldoende therapeutische concentraties voor gebruikelijke pathogenen worden bereikt in: sputum, bronchiale mucosa, interstitiële vloeistof, peritoneaal vocht, urine, gal, galblaas, appendix, prostaat. Er is (enige) penetratie in de cerebrospinale vloeistof.
Metabolisering ja, tot N-methylpyrrolidine dat snel wordt omgezet door oxidatie.
Eliminatie vnl. onveranderd met de urine (ca. 85%), deels als metabolieten (ca. 7% als N-oxide en < 1% als N-methylpyrrolidine). Hemodialyse kan cefepim uit de circulatie verwijderen; ca. 68% wordt tijdens een dialyseperiode van 3 uur geëlimineerd. Peritoneale dialyse beïnvloedt de eliminatie niet.
T 1/2el ca. 2 uur, beduidend langer bij een verminderde nierfunctie, bij hemodialyse ca. 13 uur, bij peritoneale dialyse ca. 19 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

ceftolozaan/tazobactam hoort bij de groep cefalosporinen.

  • cefaclor (J01DC04) Vergelijk
  • cefalexine (J01DB01) Vergelijk
  • cefazoline (J01DB04) Vergelijk
  • cefepim (J01DE01) Vergelijk
  • cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
  • ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
  • ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
  • ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
  • ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
  • ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
  • cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
  • cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk

Groepsinformatie

cefepim hoort bij de groep cefalosporinen.

  • cefaclor (J01DC04) Vergelijk
  • cefalexine (J01DB01) Vergelijk
  • cefazoline (J01DB04) Vergelijk
  • cefotaxim (J01DD01) Vergelijk
  • ceftarolinefosamil (J01DI02) Vergelijk
  • ceftazidim (J01DD02) Vergelijk
  • ceftazidim/avibactam (J01DD52) Vergelijk
  • ceftibuten (J01DD14) Vergelijk
  • ceftolozaan/tazobactam (J01DI54) Vergelijk
  • ceftriaxon (J01DD04) Vergelijk
  • cefuroxim (systemisch) (J01DC02) Vergelijk
  • cefuroximaxetil (J01DC02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • cefalosporinen

Indicaties

  • cystitis bij risicogroepen ouder dan 12 jaar
  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • cefalosporinen

Indicaties

  • urineweginfectie met weefselinvasie (pyelonefritis, acute prostatitis)

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".