Samenstelling
Suprane XGVS Baxter bv
- Toedieningsvorm
- Vloeistof voor inhalatiedamp
- Sterkte
- 100 %
- Verpakkingsvorm
- glazen of aluminium flacon 240 ml
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
distikstofoxide zuurstof Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- medicinaal inhalatiegas, samengeperst
- Verpakkingsvorm
- metalen gascilinder
Bevat: 50% v/v distikstofoxide en 50% v/v zuurstof.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.
Advies
Voor de toepassing van distikstofoxide met zuurstof is geen advies vastgesteld.
Indicaties
- Instandhouding van de anesthesie bij reeds geïntubeerde volwassenen en kinderen tijdens klinische en poliklinische operatieve ingrepen.
Indicaties
- Volwassenen en kinderen > 1 maand: behandeling van kortdurende pijn met lichte tot matige intensiteit, wanneer een snelle analgetische werking en snelle uitwerking gewenst zijn.
Doseringen
Inhalatie anesthesie
Volwassenen en kinderen:
De MAC is afhankelijk van de leeftijd en de aanwezigheid van N 2O. Raadpleeg de tabel hieronder. Tijdens de ingreep wordt anesthesie gehandhaafd met 2–6% desfluraan in combinatie met lachgas; of met 2,5–8,5% desfluraan in combinatie met (lucht verrijkt met) zuurstof. Bij kinderen: 5–10 % desfluraan, al dan niet met lachgas; het inhalatiemengsel dient ten minste 25% zuurstof te bevatten. De MAC voor desfluraan neemt geleidelijk af met de leeftijd (zie tabel). Bij nierfunctiestoornissen is 1–4% desfluraan in lachgas/zuurstof toegepast; vanwege de zeer minimale metabolisering wordt niet verwacht dat de dosis hoeft te worden aangepast.Bij leverfunctiestoornissen is 1–4% desfluraan in lachgas/zuurstof toegepast; vanwege de zeer minimale metabolisering wordt niet verwacht dat de dosis hoeft te worden aangepast. Na beëindiging van de toediening de patiënt beademen met 100% zuurstof tot deze volledig wakker is.
leeftijd |
MAC bij 100% O2 |
MAC bij 60% N2O |
---|---|---|
0–1 j. |
8,95–10,65% |
5,75–7,75% (3–12 mnd.) |
1–12 j. |
7,20–9,40% |
5,75–7,00% (1–5 j.) |
18–30 j. |
6,35–7,25% |
3,75–4,25% |
30–65 j. |
5,75–6,25% |
1,75–3,25% |
> 65 j. |
5,17 ± 0,6% |
1,67 ± 0,4% |
Doseringen
Pijn
Volwassenen en kinderen
Kort voor het gewenste analgetische effect toedienen, bij voorkeur door de patiënt zelf. Het effect start na 4–5 ademhalingen en is maximaal na 2–3 minuten. Na stoppen neemt het effect binnen een paar minuten af. Geef de patiënt 5 minuten onder rustige omstandigheden om te herstellen. Max. 1 uur aaneengesloten toedienen en max. op 15 opeenvolgende dagen worden herhaald. Bij toediening ≥ 6 uur (aan patiënten zonder risicofactoren) is hematologische monitoring aangewezen (raadpleeg een hematoloog).
Toediening: Uitsluitend toedienen in aanwezigheid van reanimatie apparatuur. Lokale voorschriften ten aanzien van veiligheid in acht nemen. Toedienen via een gezichtsmasker; in de tandheelkunde wordt een dubbelmasker geadviseerd, of als alternatief een nasaal masker of nasobuccaal masker met adequate afzuiging/ventilatie. Bij de behandeling van jongere kinderen die niet in staat zijn instructies op te volgen, kan het gebruik van constante gasstroom noodzakelijk zijn. Continue gasstroom alleen toepassen in aanwezigheid van deskundig personeel, kunstmatige beademing moet beschikbaar zijn. Bij toediening m.b.v. apparatuur die kouder is dan – 5 graden °C kan scheiding van het gasmengsel optreden met als gevolg overdosering van distikstofoxide.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): braken, misselijkheid.
Vaak (1-10%): hoofdpijn. Conjunctivitis. Bradycardie, tachycardie, hypertensie, (nodale) aritmie. Apneu, hoesten, laryngospasmen, adem inhouden, faryngitis. Hypersecretie van speeksel. Verhoogd creatinekinase. Afwijkend elektrocardiogram.
Soms (0,1-1%): agitatie, duizeligheid. Myocardinfarct, myocardischemie. Vasodilatatie. Hypoxie. Myalgie.
Verder zijn gemeld: coagulopathie, leukocytose. Metabole acidose. Convulsies. Oculaire icterus. Hartstilstand, ventrikelfalen, ventriculaire hypokinesie, atriumfibrilleren, verlengd QT-interval, 'torsade de pointes'. Maligne hypertensie, bloedingen, hypotensie, shock. Ademhalingsstilstand, ademhalingsinsufficiëntie, ademnood, bronchospasmen, hemoptoë. Acute pancreatitis, buikpijn. Leverfalen, levernecrose, hepatitis, cytolytische hepatitis, fulminante hepatitis, cholestase, geelzucht, abnormale leverfunctie. Urticaria, erytheem. Rabdomyolyse. Maligne hyperthermie, asthenie. Postoperatieve agitatie (ook bij kinderen; bij hen kan na het ontwaken zich slaande bewegingen voordoen, desoriëntatie en huilerig gedrag). Delier. Hyperkaliëmie, hypokaliëmie. Verhoogde waarden van: ALAT, ASAT, bilirubinespiegel, ammoniakgehalte. Abnormale stollingstest. ECG: wijziging ST-T-segment, T-golfinversie.
Bijwerkingen
Vaak (1-10%): Euforie. Duizeligheid. Misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): Ernstige vermoeidheid. Gevoel van druk in het middenoor. Opgeblazen gevoel, toegenomen hoeveelheid gas in de darmen.
Zeer zelden (< 0,01%): Paraparese.
Verder zijn gemeld: megaloblastaire anemie, leukopenie. Psychose, verwardheid, angst, verslaving. Hoofdpijn, myeloneuropathie, neuropathie, subacute degeneratie van het ruggenmerg, gegeneraliseerde aanvallen. Ademhalingsdepressie.
Interacties
De MAC voor desfluraan neemt af door gelijktijdige toediening van N2O.
Desfluraan versterkt het effect van spierrelaxantia; het herstel van een neuromusculair blok duurt enige tijd.
Opioïden en benzodiazepinen verlagen de hoeveelheid desfluraan die nodig is voor behoud van anesthesie; fentanyl (3–6 micro/kg) geeft een grotere afname in de MAC (46–64% bij volwassenen tot 65 j.) dan de toepassing van midazolam (ca. 16–17%).
Gehalogeneerde anesthetica geven een lichte intraoperatieve stijging van de bloedglucosespiegel.
Het hepatotoxische effect van isoniazide kan toenemen; staak indien mogelijk isoniazide tijdelijk van 1 week voor tot 2 weken na de ingreep of kies een ander anestheticum.
Bij combinatie met β-sympathicomimetica of α- en β-sympathicomimetica neemt de kans op ernstige ventriculaire aritmie toe, als gevolg van de toegenomen hartfrequentie.
Bij combinatie met een β-blokker neemt de kans op blokkering van het cardiovasculaire compensatiemechanisme toe, met versterkt negatief inotroop en negatief chronotroop effect. Staken van de β-blokker is in het algemeen niet nodig, vermijd plotselinge verlaging van de dosering; tijdens de ingreep kunnen β-sympathicomimetica toegepast worden om de blokkering tegen te gaan.
Beperk het gebruik van adrenaline (óók lokaal bv. subcutaan of gingivaal) tot 0,1 mg binnen 10 minuten of 0,3 mg binnen een uur, vanwege de kans op ernstige ventriculaire aritmie als gevolg van een toegenomen hartfrequentie.
Indirectwerkende sympathicomimetica (psychostimulantia, eetlustremmers, efedrinederivaten): kans op een intraoperatieve hypertensieve episode. Onderbreek de behandeling vanaf enkele dagen voor de ingreep.
Interacties
Combinatie met andere centraal werkende middelen, zoals andere inhalatie-anesthetica, i.v.-anesthetica, opioïden of benzodiazepinen, vermeerdert de kans op een uitgesproken sedatie en onderdrukking van beschermende reflexen.
Distikstofoxide inactiveert vitamine B12. Hierdoor kunnen megaloblastaire beenmergveranderingen, polyneuropathie en/of subacute gecombineerde degeneratie van het ruggenmerg ontstaan. Daarom slechts kortdurend toepassen.
Distikstofoxide versterkt het remmende effect van methotrexaat op methioninesynthetase en foliumzuurmetabolisme.
De pulmonale toxiciteit van bv. bleomycine, amiodaron, nitrofurantoïne en verwante antibiotica kan toenemen door inhalatie van verhoogde zuurstofconcentraties.
Zwangerschap
Desfluraan passeert de placenta.
Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Bij dieren veroorzaken anesthetica tijdens de periode van snelle hersengroei of synaptogenese, celverlies in de ontwikkelende hersenen; dit wordt geassocieerd met langdurige cognitieve tekortkomingen.
Farmacologisch effect: Desfluraan relaxeert de baarmoeder (met kans op weeënremming) en verlaagt de doorbloeding van baarmoeder en placenta.
Advies: Kan volgens Lareb kortdurend (< 3 uur) gebruikt worden; de fabrikant adviseert om het alleen indien strikt noodzakelijk toe te passen bij zwangeren en bij vruchtbare vrouwen die geen adequate anticonceptie toepassen.
Zwangerschap
Teratogenese: bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Bij dieren invloed op de vorming van bloed en beschadiging van de foetus, waarschijnlijk door effect op de DNA-synthese.
Farmacologisch effect: Bij de pasgeborene kan ademhalingsdepressie optreden. Bij gebruik vlak voor of tijdens de bevalling kan de relaxerende werking van inhalatie-anesthetica op de baarmoeder leiden tot weeënremming en een verhoogd bloedverlies bij de moeder.
Advies: Kan kortdurend (< 3 uur) worden gebruikt. Bij toepassing rondom de partus, de pasgeborene controleren, m.n. op ademhalingsdepressie.
Vruchtbaarheid: Bescherming van vrouwelijke beroepsbeoefenaren d.m.v. een geschikt reinigings- of ventilatiesysteem is noodzakelijk.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Onbekend.
Advies: Desfluraan kan volgens Lareb (voor zover bekend zonder gevaar) volgens voorschrift worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: onbekend, hoogstwaarschijnlijk slechts een kleine hoeveelheid.
Farmacologisch effect: onwaarschijnlijk vanwege de snelle eliminatie via de longen en de slechte oplosbaarheid in bloed en weefsel.
Advies: Het geven van borstvoeding na gebruik van distikstofoxide is waarschijnlijk veilig. Na kortdurende toepassing is onderbreking van de borstvoeding niet nodig. Niet toepassen tijdens het geven van borstvoeding.
Contra-indicaties
- bekende overgevoeligheid voor (andere) gehalogeneerde anesthetica;
- bekende of vermoede genetische aanleg voor maligne hyperthermie;
- voorgeschiedenis van bevestigde hepatitis door, of onverklaarde matige tot ernstige leverfunctiestoornis (bv. koorts met icterus en/of eosinofilie) na toediening van een gehalogeneerd inhalatieanestheticum;
- groter risico van bronchoconstrictie;
- voor gebruik als inductie van de anesthesie bij kinderen (m.n. < 6 j.) vanwege frequent voorkomen van hoesten, inhouden van de adem, apneu, laryngospasmen en verhoogde secreties.
Contra-indicaties
- pneumothorax, pneumopericardium, ernstig emfyseem, gasembolie, hoofdletsel (omdat door diffusie van N2O gasbellen of met gas gevulde holtes kunnen uitzetten);
- na (diep) duiken met risico van caissonziekte;
- na cardiopulmonaire bypass met hart-longmachine of een coronaire bypass zonder hart-longmachine;
- recente intra-oculaire gasinjectie (bv. SF6, C3F8). Zolang het gas nog niet volledig is geabsorbeerd, kan de toename in volume of druk van het gasvolume blindheid veroorzaken;
- een ernstig verwijd maag-darmkanaal;
- hartfalen, hartfunctiestoornis;
- aanhoudende verwardheid, veranderde cognitieve functie of andere verschijnselen die gerelateerd kunnen zijn aan een verhoogde intracraniële druk;
- verlaagd bewustzijnsniveau of verminderde coöperativiteit;
- vitamine B12- of foliumzuurdeficiëntie, of een genetische stoornis in dit systeem;
- letsel aan het gezicht waardoor gebruik van een toedieningsmasker problematisch is.
Waarschuwingen en voorzorgen
Fatale maligne hyperthermie is gemeld. Hypercapnie is een teken hiervan, eventueel gepaard gaand met spierstijfheid, tachycardie, tachypneu, cyanose, aritmie en/of instabiele bloeddruk. Stop de inducerende middelen, geef i.v.-dantroleen en ondersteunende behandeling. Nierinsufficiëntie kan later optreden.
Inhalatieanaesthetica kunnen hyperkaliëmie geven. Postoperatief kunnen mogelijk fatale cardiale aritmieën optreden. Patiënten met spierdystrofie (m.n. Duchenne) zijn meer gevoelig. Bij deze patiënten is ook een significante stijging van de creatinekinasewaarde in het serum en soms myoglobinurie vast te stellen. Ondanks gelijkenissen met maligne hyperthermie wordt in deze gevallen geen spierstijfheid of een verhoogde stofwisseling vastgesteld. Indien hyperkaliëmie en resistente aritmieën optreden deze agressief behandelen.
Desfluraan is niet geschikt voor het onderhouden van anesthesie bij niet-geïntubeerde kinderen < 6 jaar wegens een verhoogde incidentie van pulmonale bijwerkingen/complicaties. Wees voorzichtig met de toepassing bij kinderen van < 6 jaar voor onderhoud van anesthesie wanneer de luchtweg gezekerd is met een larynx- of gezichtsmasker vanwege meer kans op pulmonale bijwerkingen als hoesten en laryngospasmen, vooral wanneer tijdens diepe anesthesie het larynxmasker wordt weggenomen. Voorzichtig zijn met de toepassing bij kinderen met een voorgeschiedenis van een recente infectie van de bovenste luchtwegen vanwege mogelijke luchtwegvernauwing en een verhoogde luchtwegweerstand.
Doordat kortstondige agitatie mogelijk is na het ontwaken kunnen kinderen tijdelijk verminderd coöperatief zijn.
Desfluraan relaxeert de baarmoeder en verlaagt de doorbloeding van baarmoeder en placenta.
Cirrose, virale hepatitis of een andere leveraandoening kan een reden zijn om een ander dan een gehalogeneerd anestheticum te kiezen.
Desfluraan kan aanleiding geven tot een toename van de cerebrospinale vloeistof en/of intracraniële druk bij patiënten met een ruimte-innemend proces in de schedel. Bij dergelijke patiënten een MAC van ≤ 0,8% desfluraan geven, gecombineerd met inductie met een barbituraat en hyperventilatie voorafgaand aan de craniale decompressie.
Wanneer tijdens het onderhoud van de anesthesie, stijging van hartslag en bloeddruk optreden na snelle incrementele verhogingen van de eindexpiratoire concentratie desfluraan, wijst dit op sympathische activering en niet op een ontoereikende anesthesie; de wijzigingen in hartslag en bloeddruk verdwijnen vanzelf in ca. vier minuten. Een wijziging van bloeddruk of hartslag vóór of zonder verhoging van de concentratie desfluraan, kan wel wijzen op een (te) lichte anesthesie. Desfluraan niet als enig middel gebruiken bij patiënten met een risico voor coronaire aandoening of bij wie stijging van hartslag of bloeddruk (door toename (nor)adrenalinespiegel) niet gewenst is; combineer bijvoorbeeld, met i.v.-opioïden en hypnotica. Voorzichtig zijn bij patiënten gevoelig voor verlenging van het QT-interval of als gelijktijdige geneesmiddelen gebruikt worden die het QT-interval kunnen verlengen.
De toediening bij verzwakte, hypotensieve en/of hypovolemische patiënten is niet uitgebreid onderzocht; toepassing van een lagere concentratie wordt aanbevolen.
Er is onvoldoende ervaring met de herhaalde toepassing van desfluraan binnen een kort tijdsbestek; net als bij andere gehalogeneerde anesthetica voorzichtig zijn bij herhaald gebruik binnen een korte termijn.
Vanwege de snelle ontwaking tijdig analgesie geven.
Desfluraan niet gebruiken voor de inductie van anesthesie in verband met bijwerkingen zoals hoesten, apneu, laryngospasmen en verhoogde speekselafscheiding. Daarnaast kunnen de systemische en pulmonale bloeddruk stijgen tijdens de inductie.
Bij patiënten met myasthenia gravis is er meer kans op ademhalingsdepressie.
Vermijd autorijden en het bedienen van zware machines gedurende 24 uur na de toediening.
Waarschuwingen en voorzorgen
Houd als een constante stroom van het gasmengsel wordt gebruikt rekening met het risico van sedatie, bewusteloosheid en verminderde reflexen (regurgitatie, aspiratie).
Distikstofoxide kan diffunderen naar met lucht gevulde holtes, zodat de druk in het middenoor en andere met lucht gevulde holtes kan toenemen.
Bij een verminderde chemoreceptorfunctie, bv. bij COPD, kan ademhalingsdepressie en toename van PaCO2 ontstaan, door het hoge zuurstofgehalte.
Na beëindiging van de toediening kan zuurstofsuppletie voorkómen dat diffusie hypoxemie optreedt door de snelle ''wash out' waarbij distikstofoxide uit het bloed naar de alveoli diffundeert.
Houd het gehalte aan distikstofoxide in de omgevingslucht zo laag mogelijk en ruim onder de nationaal gestelde limietwaarde. door middel van de juiste apparatuur. Dit om het zorgpersoneel te beschermen; verminderde vruchtbaarheid is gemeld bij onvoldoende geventileerde ruimtes.
Distikstofoxide kan verslavend werken en tot misbruik leiden, zowel voor patiënten als voor zorgprofessionals.
Distikstofoxide veroorzaakt inactivatie van vitamine B12, een cofactor voor methioninesynthetase. Het gevolg (m.n. na langdurige toediening) is verstoring van het foliumzuurmetabolisme en de DNA-synthese. Langdurige (bv. > 6 uur) of frequente toediening kan leiden tot megaloblastaire veranderingen in het beenmerg, myeloneuropathie en subacute gecombineerde degeneratie van het ruggenmerg. Raadpleeg een hematoloog voor benodigde controle. Neurologische toxiciteit kan optreden zonder anemie of macrocytose en met een normale vitamine B12-spiegel. Risicofactoren zijn vitamine B12-deficiëntie, verminderde weerstand. Overweeg suppletie met vitamine B12 of foliumzuur. Start bij een bevestigde of vermoede B12-deficiëntie, of wanneer er symptomen optreden die overeenkomen met door distikstofoxide veroorzaakte effecten op methioninesynthetase, vitamine B-substitutiebehandeling, om het risico op bijwerkingen en symptomen die geassocieerd worden met remming van methioninesynthetase (zoals leukopenie, megaloblastaire anemie, myelopathie en polyneuropathie) te minimaliseren.
Overdosering
Symptomen
versterkte anesthesie, hart- en of ademhalingsdepressie.
Therapie
stop de toediening, of beperk tot een minimum; start 100% zuurstof; ondersteun de hemodynamische toestand.
Overdosering
Symptomen
uitgesproken sedatie. Cyanose. Na uitzonderlijk langdurige toediening: reversibele neurologische toxiciteit en megaloblastaire beenmergveranderingen.
Voor meer informatie over symptomen en behandeling, zie toxicologie.org lachgas of Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum .
Eigenschappen
Desfluraan is een uitsluitend met fluor gehalogeneerd algeheel anestheticum. Geeft een dosisgerelateerd tijdelijk verlies van bewustzijn en pijnsensaties, onderdrukking van willekeurige motorische activiteit, modificatie van autonome reflexen en onderdrukking van het respiratoire en cardiovasculaire systeem. De MAC (minimum alveolaire concentratie) neemt af naar mate de leeftijd vordert.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel. |
Metabolisering | minimaal (0,02%). |
Eliminatie | Via de longen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Distikstofoxide in een concentratie van 50% heeft een analgetisch effect (via de opiaatreceptoren), maar slechts een beperkte anesthetische werking (via de GABA- en glutamaatreceptoren). In deze concentratie biedt distikstofoxide een sederend en kalmerend effect, terwijl de patiënt bij bewustzijn blijft en gemakkelijk te prikkelen is. Het zuurstofgehalte zorgt voor goede zuurstofverzadiging van de hemoglobine.
Kinetische gegevens
Resorptie | Snel. |
Eliminatie | Snel, uitsluitend via de longen. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
desfluraan hoort bij de groep anesthetica, inhalatie.
Groepsinformatie
distikstofoxide/zuurstof (lachgas) hoort bij de groep anesthetica, inhalatie.