Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

domperidon

dopamine-antagonisten A03FA03

Sluiten

droperidol (intraveneus)

dopamine-antagonisten N05AD08

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Domperidon Aanvullende monitoring Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, orodispergeerbaar
Sterkte
10 mg

Domperidon (als maleaat) Aanvullende monitoring Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet
Sterkte
10 mg

Motilium Aanvullende monitoring Johnson & Johnson Consumer bv

Toedieningsvorm
Suspensie
Sterkte
1 mg/ml
Verpakkingsvorm
200 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Dehydrobenzperidol XGVS Substipharm

Toedieningsvorm
I.v.-injectievloeistof
Sterkte
2,5 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1 ml

Droperidol XGVS Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
I.v.-injectievloeistof
Sterkte
2,5 mg/ml
Verpakkingsvorm
ampul 1 ml

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Misselijkheid en braken veroorzaakt door een gastro-enteritis gaan meestal vanzelf over. De behandeling van dehydratie door braken bestaat uit rehydreren met ORS (‘oral rehydration solutions’). Overweeg alleen een eenmalige dosis ondansetron (offlabel) als aanvulling op ORS bij kinderen met (een verhoogd risico op) dehydratie bij wie het braken toediening van ORS bemoeilijkt.

Andere anti-emetica dan ondansetron, worden ontraden bij kinderen. Een anti-emeticum als behandeling van ongecompliceerde misselijkheid en braken bij volwassenen, ontraden. Overweeg domperidon of metoclopramide bij volwassenen alléén in uitzonderlijke gevallen.

Bij de behandeling van migraineaanvallen gaat op grond van de bijwerkingen, de voorkeur uit naar paracetamol in voldoende hoge dosering. Tweedekeusmiddelen met een vergelijkbare werkzaamheid maar meer bijwerkingen zijn NSAID's (ibuprofen, naproxen) en derdekeus orale triptanen (sumatriptan, rizatriptan, zolmitriptan). Bij misselijkheid en braken kan zo nodig tegelijk met de pijnstiller een anti-emeticum (domperidon, metoclopramide) worden ingenomen. Bij twee of meer aanvallen per maand is profylaxe te overwegen.

Bij kinderen is voor de aanvalsbehandeling van migraine paracetamol– eventueel met een anti-emeticum –, eerste keus. Een NSAID (ibuprofen) is tweede keus. Triptanen zijn derde keus. Binnen de groep triptanen gaat de voorkeur uit naar sumatriptan-neusspray op grond van bewezen werkzaamheid.

Advies

Voor droperidol is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

  • Verlichting van symptomen van misselijkheid en braken bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar met een gewicht ≥ 35 kg.

Gerelateerde informatie

  • migraine, aanvalsbehandeling bij kinderen
  • migraine, aanvalsbehandeling volwassenen
  • misselijkheid en/of braken

Indicaties

  • Preventie en behandeling van postoperatieve misselijkheid en braken bij volwassenen en kinderen ouder dan 2 jaar;
  • Preventie van misselijkheid en braken door morfinederivaten bij volwassenen tijdens postoperatieve patiëntgecontroleerde pijnbestrijding.

Doseringen

Let op! Domperidon toepassen in de laagst nog effectieve dosis, gedurende een zo kort mogelijke periode. De maximale behandelduur dient in het algemeen maximaal één week te bedragen.

Klap alles open Klap alles dicht

Misselijkheid en braken

Volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar (lichaamsgewicht ≥ 35 kg)

10 mg per keer, max. 3×/dag.

Verminderde nierfunctie: Ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min): de toedieningsfrequentie verlagen tot 1–2×/dag en eventueel de dosis verlagen.

Verminderde leverfunctie: Lichte leverfunctiestoornis: de dosis hoeft niet te worden aangepast. Domperidon is gecontra-indiceerd bij een matige of ernstige leverinsufficiëntie.

Toediening: een gemiste dosis niet alsnog innemen. Bij voorkeur voor de maaltijd innemen en zoveel mogelijk op een vast tijdstip.

Doseringen

De dosering individueel aanpassen, mee te wegen factoren zijn: leeftijd, lichaamsgewicht, gebruik van andere geneesmiddelen, soort anesthesie en chirurgische procedure.

Bij een (vermoed) risico op ventriculaire aritmie: meet de saturatie tot 30 minuten na i.v.-toediening van een enkele dosis.

Klap alles open Klap alles dicht

Postoperatieve misselijkheid en braken (preventie en behandeling)

Volwassenen

0,625–1,25 mg i.v.. De dosering mag zonodig elke 6 uur worden herhaald. Eventueel ter preventie toedienen 30 minuten voor het einde van de ingreep.

Bij nier- en leverfunctiestoornis: 0,625 mg i.v. per keer.

Kinderen ≥ 2

0,010–0,050 mg (= 10–50 microg)/kg i.v., max. 1,25 mg. De dosering mag zonodig elke 6 uur worden herhaald. Zo nodig ter preventie toedienen 30 minuten voor het einde van de ingreep.

Ouderen (> 65 jaar)

0,625 mg i.v.. De dosering mag zonodig elke 6 uur worden herhaald. Zo nodig ter preventie toedienen 30 minuten voor het einde van de ingreep.

Preventie van misselijkheid en braken bij postoperatieve pijnstilling als reactie op morfinederivaten

Volwassenen

0,015–0,050 mg (= 15–50 microg) i.v. per mg morfine toevoegen tot een maximum van 5 mg per dag.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): droge mond.

Soms (0,1-1%): angst, libidoverlies, rusteloosheid (vooral bij zuigelingen en kinderen), zenuwachtigheid. Slaperigheid, duizeligheid, hoofdpijn, extrapiramidale stoornis (vooral bij pasgeborenen en zuigelingen). Diarree. Huiduitslag, urticaria, jeuk. Galactorroe, pijn in de borst, gevoeligheid in de borsten. Asthenie.

Zelden (0,01-0,1%): gastro-intestinale stoornis (incl, voorbijgaande darmkrampen).

Verder zijn gemeld: anafylactische reacties (incl. anafylactische shock), angio-oedeem. Convulsies (vooral bij zuigelingen en kinderen), rustelozebenen-syndroom. Rollende ogen. Verlenging QT-interval, 'torsade de pointes', ventrikelaritmie, plotselinge hartdood. Gynaecomastie, verhoogde serumprolactinespiegel, amenorroe. Urineretentie. Afwijkende leverfunctietest.

Bij hogere doseringen voor een langere periode treden bijwerkingen (behalve droge mond) frequenter op en kunnen daarnaast optreden: depressie, acathisie, borstzwelling, borstvoedingsstoornis en onregelmatige menstruatie.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): slaperigheid. Hypotensie.

Soms (0,1-1%): angst, acathisie, dystonie, oculogyre crisis. Duizeligheid. Tachycardie.

Zelden (0,01-0,1%): verwarring, agitatie. Neuroleptisch maligne syndroom (spierrigiditeit, hyperthermie, autonome disregulatie, bewustzijnsveranderingen en acute nierinsufficiëntie). Hartritmestoornis (incl. ventriculaire aritmie). Anafylactische reacties, angio-oedeem, hypersensitiviteit. Huiduitslag.

Zeer zelden (< 0,01%): dysforie. Extrapiramidale stoornis, convulsie, tremor. Verlengd QT-interval. 'torsade de pointes', hartstilstand, plotselinge dood. Bloeddyscrasie.

Verder is gemeld: hallucinaties. Epileptische aanvallen, ziekte van Parkinson. Syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH). Syncope. Laryngospasmen, bronchospasmen. Veneuze trombo-embolie (zoals longembolie en diepveneuze trombose).

Bij langdurig gebruik: amenorroe, gynaecomastie, galactorroe, hyperprolactinemie, oligomenorroe en neonatale geneesmiddelenontwenningsverschijnselen.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Gecontra-indiceerd

Gelijktijdige toediening van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (met uitzondering van apomorfine), zoals: anti-aritmica klasse Ia (zoals disopyramide, kinidine), anti-aritmica klasse III (zoals amiodaron, ibutilide, sotalol), bepaalde antipsychotica (zoals haloperidol, pimozide, sertindol), bepaalde antidepressiva (zoals citalopram, escitalopram), bepaalde antibiotica (zoals erytromycine, levofloxacine, moxifloxacine), bepaalde antischimmelmiddelen (zoals fluconazol, ketoconazol, pentamidine), bepaalde antimalariamiddelen (zoals lumefantrine), bepaalde antihistaminica (zoals mizolastine), prucalopride, vandetanib, methadon.

Gelijktijdig gebruik met sterke CYP3A4-remmers, zoals: proteaseremmers (zoals ritonavir), systemische azoolderivaten (zoals itraconazol, ketoconazol, posaconazol, voriconazol) en sommige macroliden (zoals claritromycine, erytromycine). Deze middelen kunnen de domperidon plasmaspiegel verhogen.

Niet aanbevolen

Gelijktijdig gebruik met apomorfine, zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.

Combinatie met matige CYP3A4-remmers zoals diltiazem, verapamil en sommige macroliden vermijden. Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van bradycardie- en hypokaliëmie inducerende geneesmiddelen en bij azitromycine (in verband met QT-verlenging).

Overige interacties

Antacida en zuurremmende middelen verlagen de biologische beschikbaarheid en dienen niet gelijktijdig, maar na de maaltijd te worden toegediend. Gelijktijdig gebruik met levodopa leidt tot een toename van de plasmaconcentratie van levodopa (max. 30–40%); dosisaanpassing is niet noodzakelijk.

Hulpstoffen: Sorbitol, in suspensie, kan de biologische beschikbaarheid van andere oraal toegediende geneesmiddelen beïnvloeden.

Interacties

Het gelijktijdig gebruik van middelen die ook het QTc-interval kunnen verlengen (klasse IA en III anti-aritmica, macroliden, fluorchinolonen, antihistaminica, diverse antipsychotica, malariamiddelen, domperidon, methadon, pentamidine) is gecontra-indiceerd.

Vermijd gelijktijdig gebruik met alcohol en middelen die extrapiramidale symptomen veroorzaken (zoals metoclopramide).

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de elektrolytenbalans (hypokaliëmie en/of hypomagnesiëmie) kunnen verstoren (zoals kaliumsparende diuretica, laxantia, glucocorticosteroïden); vanwege de kans op een verlengde QTc-interval.

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van (sterke) CYP1A2-remmers (zoals fluvoxamine) en CYP3A4-remmers (zoals triazolen); de farmacologische werking van droperidol kan worden verlengd.

De sederende werking van antidepressiva, anxiolytica, barbituraten, slaapmiddelen, analgetica, opiaten en alcohol kan worden versterkt.

De antihypertensieve werking van antihypertensiva kan worden versterkt.

Gelijktijdig gebruik met dopamine-agonisten (zoals bromocriptine en levodopa) kan de werking van deze middelen remmen.

Zwangerschap

Domperidon passeert de placenta in geringe hoeveelheden (bij dieren).

Teratogenese: Nadelige effecten bij de zuigeling zijn niet gemeld.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken gedurende max. 1 week, vanwege mogelijke cardiale bijwerkingen bij de moeder.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, geen aanwijzingen voor schadelijkheid (weinig gegevens).

Farmacologisch effect: Neonatale sedatie en reversibele extrapiramidale symptomen kunnen optreden na blootstelling in het 3e trimester van de zwangerschap. Bij langdurig gebruik tot aan de partus zijn onthoudingsverschijnselen bij de neonaat mogelijk (o.a. prikkelbaarheid, hypertonie, tremoren, onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen).

Advies: Gebruik ontraden; als droperidol toch noodzakelijk is de neurologische functies van de pasgeborene nauwlettend controleren.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja, in zeer kleine hoeveelheden.

Farmacologisch effect: Nadelige effecten bij de zuigeling zijn niet gemeld. Toch kan het optreden van nadelige effecten, met name op het hart, na blootstelling via de moedermelk niet worden uitgesloten. Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QTc-verlenging bij zuigelingen die borstvoeding krijgen.

Advies: Kan kortdurend in de laagst effectieve dosis waarschijnlijk veilig worden gebruikt. Maximaal 1 week gebruiken, vanwege mogelijke cardiale bijwerkingen bij de moeder.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Butyrofenonen gaan over in de moedermelk.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding bij voorkeur vermijden; als toediening noodzakelijk is de behandeling beperken tot een eenmalige toediening.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • prolactinesecreterende hypofysetumor (prolactinoom);
  • situaties waarbij stimulatie van de maagmotiliteit gevaarlijk is, zoals maag-darmbloeding, mechanische obstructie of perforatie;
  • matige tot ernstige leverinsufficiëntie;
  • aandoeningen waarbij het QT-interval verlengd is, een significante elektrolytenstoornis of bij onderliggende hartaandoeningen zoals congestief hartfalen.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Contra-indicaties

  • coma;
  • hypokaliëmie, hypomagnesiëmie;
  • bradycardie (< 55 slagen/min);
  • gelijktijdige behandeling die tot bradycardie kan leiden;
  • (vermoeden van) verlengd QTc-interval;
  • ernstige depressie;
  • feochromocytoom;
  • ziekte van Parkinson;
  • overgevoeligheid voor butyrofenonen.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Gebruiksbeperking: Gebruik is beperkt tot volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar met een gewicht ≥ 35 kg; uit onderzoek blijkt geen tot nauwelijks verschil in effectiviteit bij kinderen < 12 jaar of met een lichaamsgewicht < 35 kg vergeleken met placebo. Bij prematuren en pasgeborenen zijn bovendien de metabole functies en de bloed-hersenbarrière niet volledig ontwikkeld. Bij jonge kinderen is er meer kans op neurologische en centrale bijwerkingen, zoals extrapiramidale stoornissen, convulsies, agitatie en zenuwachtigheid.

Cardiovasculaire effecten: Uit epidemiologisch onderzoek blijkt een verband te bestaan tussen domperidongebruik en meer kans op ernstige ventrikelaritmie of plotse hartdood, met name bij een leeftijd > 60 jaar en bij dagelijkse doses > 30 mg. Wees verder voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging (zoals hypokaliëmie, bradycardie, hartfalen, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen, congenitaal of verworven QT-verlenging). De behandeling staken bij klachten of symptomen die in verband kunnen worden gebracht met hartaritmie. Adviseer patiënten om eventuele hartklachten direct te melden.

Gebruik met apomorfine: Door combinatie met apomorfine kunnen misselijkheid en braken of orthostatische hypotensie worden voorkomen. Beoordeel vóór en tijdens de behandeling (in combinatie) met apomorfine bij elke patiënt risicofactoren voor verlenging van de QT-tijd, zoals onderliggende hartziekten, ernstige leverinsufficiëntie, ernstige verstoring van de elektrolytenhuishouding (incl. door medicatie), comedicatie met invloed op CYP3A4 of de QT-tijd. Monitoring voor een effect op de QTc-tijd is aanbevolen. ECG is aangewezen vóór de behandeling met domperidon, tijdens de instelfase en indien nodig later tijdens de behandeling.

Hulpstoffen: Zwaveldioxide (in smelttablet) kan in zeldzame gevallen bronchospasmen geven.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Waarschuwingen en voorzorgen

Vooraf zorgvuldig beoordelen bij (een vermoedelijke voorgeschiedenis van) alcoholmisbruik of recent fors alcoholgebruik.

Centrale depressie: Postoperatieve patiënten dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden, vanwege de kans op versterkte onderdrukking van het centraal zenuwstelsel.

Cardiovasculaire effecten: Vooraf evalueren bij (vermoedelijke) risicofactoren voor hartritmestoornissen, zoals: medische voorgeschiedenis van hartziekten, familiegeschiedenis van plotselinge dood, nierfalen (vooral bij chronische dialyse), COPD en respiratoir falen, risicofactoren voor elektrolytstoornissen (door medicatiegebruik, aanhoudend braken en diarree). Controleer bij risico op hartritmestoornissen de serumelektrolyten- en creatininespiegel en sluit aanwezigheid van QT-verlenging uit.

hypovolemie: Lichte tot matige (reversibele) hypotensie en (reflex)tachycardie is gemeld. Houd bij aanhoudende hypotensie rekening met hypovolemie en breng zo nodig het circulatievolume op peil.

Neuroleptisch maligne syndroom (NMS): Bij tekenen van hyperthermie de behandeling staken, omdat het een symptoom kan zijn van NMS.

Veneuze trombo-embolie (VTE): Identificeer bij gebruik van antipsychotica alle mogelijke risicofactoren voor VTE en tref preventieve maatregelen vóór en tijdens de behandeling.

Insult: Wees voorzichtig bij (een voorgeschiedenis van) epilepsie en met omstandigheden die een epileptisch insult kunnen uitlokken.

Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij lever- of nierinsufficiëntie, er zijn geen gegevens bekend over het gebruik bij preventie van misselijkheid en braken bij postoperatieve pijnstilling als reactie op morfinederivaten.

Rijvaardigheid: Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Tot 24 uur na injectie mogen geen voertuigen worden bestuurd of machines bediend.

Overdosering

Symptomen

o.a. opwinding, verminderd bewustzijn, convulsies, desoriëntatie, slaperigheid, extrapiramidale stoornis.

Zie voor meer symptomen en behandeling vergiftigingen.info.

Overdosering

Symptomen

Extrapiramidale stoornissen (speekselvloed, abnormale bewegingen, soms spierstarheid) en psychische onverschilligheid met een overgang naar slaap, soms samengaand met verlaagde bloeddruk.

Therapie

Zie voor meer symptomen en behandeling van droperidol op vergiftigingen.info.

Eigenschappen

Dopamine-antagonist die de peristaltiek van maag en duodenum en de druk van de gastro-oesofageale sfincter doet toenemen en tevens de sfincter van de pylorus relaxeert. Hierdoor ontstaat een versnelde maaglediging, waardoor braken kan worden voorkomen; mogelijk speelt ook antagonisme van dopaminereceptoren in de chemoreceptor-triggerzone hierbij een rol. Het werkingsmechanisme berust waarschijnlijk op perifere antidopaminewerking.

Kinetische gegevens

Resorptie snel en goed. Absorptie wordt verminderd door een laag zuurgehalte in de maag.
F 15% door uitgebreid 'first pass'-effect in darmwand en lever.
T max ca. 1 uur.
Overig passeert de bloed-hersenbarrière in zeer geringe mate.
Eiwitbinding 91–93%.
Metabolisering snel en uitgebreid in de lever, vnl. via CYP3A4 en in mindere mate door CYP1A2 en CYP2E1.
Eliminatie vnl. als metaboliet, 66% via de lever, 31% met de urine.
T 1/2el 7–9 uur, bij ernstig gestoorde nierfunctie verlengd tot ca. 21 uur, bij matige leverinsufficiëntie tot 15–23 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Butyrofenonderivaat met antipsychotische, matig α1-receptorblokkerende en gering sederende werking.

Kinetische gegevens

V d 1,5 l/kg.
Metabolisering in de lever.
Eliminatie hoofdzakelijk via de urine voornamelijk als inactieve metabolieten.
T 1/2el 121-147 min

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

domperidon hoort bij de groep dopamine-antagonisten.

  • chloorpromazine (N05AA01) Vergelijk
  • droperidol (intramusculair) (N05AD08) Vergelijk
  • droperidol (intraveneus) (N05AD08) Vergelijk
  • levomepromazine (N05AA02) Vergelijk
  • metoclopramide (A03FA01) Vergelijk

Groepsinformatie

droperidol (intraveneus) hoort bij de groep dopamine-antagonisten.

  • chloorpromazine (N05AA01) Vergelijk
  • domperidon (A03FA03) Vergelijk
  • droperidol (intramusculair) (N05AD08) Vergelijk
  • levomepromazine (N05AA02) Vergelijk
  • metoclopramide (A03FA01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • dopamine-antagonisten

Indicaties

  • migraine, aanvalsbehandeling bij kinderen
  • migraine, aanvalsbehandeling volwassenen
  • misselijkheid en/of braken

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
  • Geneesmiddelen bij ouderen

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • dopamine-antagonisten

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".