Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

estradiol (vaginaal)

oestrogenen G03CA03

Sluiten

estriol (vaginaal)

oestrogenen G03CA04

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Vagifem (als hemihydraat) Novo Nordisk bv

Toedieningsvorm
Tablet voor vaginaal gebruik
Sterkte
10 microg
Verpakkingsvorm
in wegwerpapplicator

Vagirux (als hemihydraat) QliniQ bv

Toedieningsvorm
Tablet voor vaginaal gebruik
Sterkte
10 microg
Verpakkingsvorm
in wegwerpapplicator

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Synapause-E3 Aspen Netherlands bv

Toedieningsvorm
Ovule
Sterkte
0,5 mg
Toedieningsvorm
Crème voor vaginaal gebruik
Sterkte
1 mg/g
Verpakkingsvorm
15 g + applicator

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.

Offlabel: Estradiol (vaginaal) kan offlabel als profylaxe worden toegepast bij recidiverende cystitis; het beperkt het aantal recidieven bij postmenopauzale vrouwen. Lokale oestrogenen hebben de voorkeur bij postmenopauzale vrouwen indien er geen contra-indicaties zijn.

Advies

Overweeg, bij hinderlijke vasomotorische klachten tijdens de overgang, hormoontherapie; evalueer na drie maanden. Maak in samenspraak met de vrouw de keuze tussen oraal of transdermaal estradiol. Geef vrouwen met een uterus, naast het oestrogeen, een (oraal) progestageen: cyclisch in de perimenopauze, continu in de postmenopauze. Geef vrouwen zonder uterus alleen oestrogeen. Overweeg bij klachten door urogenitale atrofie, behandeling met een vaginaal oestrogeen en/of een indifferent middel.

Offlabel: Estriol (vaginaal) kan offlabel als profylaxe worden toegepast bij recidiverende cystitis; het beperkt het aantal recidieven bij postmenopauzale vrouwen. Lokale oestrogenen hebben de voorkeur bij postmenopauzale vrouwen indien er geen contra-indicaties zijn.

Indicaties

  • Vaginale atrofie als gevolg van oestrogeendeficiëntie bij postmenopauzale vrouwen.
  • Offlabel: recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen (≥ 3 urineweginfecties per jaar).

Gerelateerde informatie

  • climacterische klachten
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw

Indicaties

  • Symptomen van vaginale atrofie als gevolg van oestrogeendeficiëntie bij postmenopauzale vrouwen.
  • Pre- en postoperatieve therapie bij postmenopauzale vrouwen die een vaginale operatie moeten ondergaan.
  • Als diagnostische hulp bij een verdacht cervixuitstrijkje (Pap-klasse IIIa) bij vrouwen in de menopauze, indien afwijkende cellen wijzend op epitheelatrofie worden aangetroffen.
  • Offlabel: recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen (≥ 3 urineweginfecties per jaar).

Gerelateerde informatie

  • climacterische klachten
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Vaginale atrofie in de postmenopauze

Volwassenen

Begindosering: 10 microg (= 1 vaginale tablet) 1×/dag gedurende 2 weken.

Onderhoudsdosering: 10 microg 2×/week.

Offlabel: recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen

Volwassenen

Volgens de NHG-standaard Urineweginfecties (2020): 10 microg (= 1 vaginale tablet) 1×/dag gedurende 2 weken, vervolgens afbouwen tot max. 10 microg 2×/week. Evalueer ten minste jaarlijks en overweeg de behandeling te stoppen.

Een gemiste dosis alleen toedienen indien dit op dezelfde dag wordt bemerkt.

Toediening: de tablet diep in de vagina inbrengen met behulp van de applicator, bij voorkeur 's avonds voor het slapen gaan.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Atrofie van het lagere urogenitale gebied in de postmenopauze

Volwassenen

Volgens de fabrikant: 0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag inbrengen gedurende de eerste weken (max. 4 weken), vervolgens geleidelijk verminderen tot een onderhoudsdosering (max. 0,5 mg 2×/week).

Volgens de NHG-Standaard De overgang (2024): 0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag inbrengen gedurende 2 weken, daarna overgaan op 0,5 mg 2×/week.

Pre- en postoperatief bij vaginale operaties in de postmenopauze

Volwassenen

0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag tijdens de 2 weken voorafgaande aan de operatie, vervolgens 0,5 mg 2×/week gedurende 2 weken na de operatie.

Als diagnostische hulp bij een verdacht cervixuitstrijkje

Volwassenen

0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) elke 2 dagen in de week voorafgaande aan het nemen van de volgende uitstrijk.

Offlabel: recidiverende urineweginfecties bij postmenopauzale vrouwen

Volwassenen

Volgens de NHG-Standaard Urineweginfecties (2020): 0,5 mg (1 applicatordosis crème of 1 ovule) 1×/dag gedurende 2 weken, vervolgens afbouwen tot max. 0,5 mg 2×/week. Evalueer ten minste jaarlijks en overweeg de behandeling te stoppen.

Een gemiste dosis alleen toedienen indien dit op dezelfde dag wordt bemerkt.

Toediening: de crème of ovule 's avonds voor het slapen gaan in liggende houding zo diep mogelijk in de vagina inbrengen.

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): hoofdpijn. Buikpijn. Vaginale bloeding of afscheiding, onaangenaam gevoel in de vagina.

Soms (0,1-1%): vulvovaginale schimmelinfectie. Misselijkheid. Huiduitslag. Gewichtstoename. Opvliegers, verhoogde bloeddruk.

Verder zijn gemeld: mammacarcinoom, endometriumcarcinoom. Gegeneraliseerde overgevoeligheidsreacties (bv. anafylactische shock). Vochtretentie. Slapeloosheid. Toename van migraine. Diepveneuze trombose. Diarree. Urticaria, (genitale) jeuk. Endometriumhyperplasie, vulvovaginale irritatie of pijn, vaginisme, vaginale zweer. Verwonding geassocieerd met de applicator. Lokale allergische reactie bv. erytheem en uitslag.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Gemeld zijn: irritatie of jeuk op de toedieningsplaats. Pijnlijke of gevoelige borsten, 'spotting', overvloedige productie van cervixslijm. Misselijkheid. Vochtretentie. Griepachtig beeld.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Vanwege de minimale systemische absorptie bij vaginale toediening, zijn klinisch relevante geneesmiddelinteracties onwaarschijnlijk. Overweeg echter wel interacties met andere lokaal toegediende vaginale behandelingen.

Interacties

Vanwege de minimale systemische absorptie bij vaginale toediening, zijn klinisch relevante geneesmiddelinteracties onwaarschijnlijk. Overweeg echter wel interacties met andere lokaal toegediende vaginale behandelingen.

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Advies: Als tijdens behandeling zwangerschap optreedt, de behandeling onmiddellijk staken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Zwangerschap

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Advies: Als tijdens behandeling zwangerschap optreedt, de behandeling onmiddellijk staken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Lactatie

Gezien de geregistreerde indicatie niet van toepassing.

Overgang in de moedermelk: Ja, weinig.

Farmacologisch effect: Oestrogenen kunnen invloed hebben op de productie en samenstelling van de moedermelk. Daarbij kan het gebruik van oestrogenen de kans op trombose (bij de moeder) in de eerste weken na de bevalling verder verhogen.

Advies: kan vanaf 6 weken na de bevalling waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • (voorgeschiedenis van) mammacarcinoom
  • (voorgeschiedenis van) oestrogeengevoelige tumor (bv. endometriumcarcinoom);
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • onbehandelde endometriumhyperplasie;
  • (voorgeschiedenis van) veneuze trombo–embolie (diepveneuze trombose, longembolie);
  • trombofiele aandoening (zoals proteïne C-, proteïne S- of antitrombinedeficiëntie);
  • actieve of recent doorgemaakte arteriële trombo–embolische aandoening (bv. angina pectoris, myocardinfarct);
  • acute leveraandoening (in de voorgeschiedenis) zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
  • acute porfyrie.

Contra-indicaties

  • (voorgeschiedenis van) mammacarcinoom;
  • oestrogeenafhankelijke tumor (zoals endometriumcarcinoom);
  • onverklaarde vaginale bloedingen;
  • onbehandelde endometriumhyperplasie;
  • actuele of doorgemaakte veneuze trombo–embolie (diepveneuze trombose, longembolie);
  • trombofiele aandoening (zoals proteïne C-, proteïne S- of antitrombinedeficiëntie);
  • actuele of recent doorgemaakte arteriële trombo–embolische aandoening (angina pectoris, myocardinfarct);
  • acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
  • acute porfyrie.

Waarschuwingen en voorzorgen

Vóór beginnen van de behandeling een eventueel aanwezige vaginale infectie behandelen.

Controle: Voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks, beoordelen. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen in de voorgeschiedenis (vanwege terugkeren of verergeren):

  • uterusmyomen of endometriose;
  • endometriumhyperplasie;
  • risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen;
  • risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (zoals mammacarcinoom bij eerstegraads familielid);
  • hypertensie;
  • leveraandoening;
  • cholelithiase;
  • diabetes mellitus;
  • migraine of ernstige hoofdpijn;
  • systemische lupus erythematodes;
  • epilepsie;
  • astma;
  • otosclerose.

Staak direct de behandeling in de volgende gevallen:

  • tekenen van trombose;
  • significante stijging van de bloeddruk;
  • geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
  • voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn.

Risico's oestrogeensuppletie: De volgende risico's zijn geassocieerd met systemische oestrogeensuppletie en gelden in mindere mate voor vaginaal gebruik van oestrogenen. Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom geleidelijk iets toe. De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), systemische lupus erythematodes, carcinoom en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, eventueel de hormoonsuppletie vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken. De kans op een ischemisch CVA neemt vooral toe bij een hogere leeftijd. Oestrogenen kunnen vochtretentie veroorzaken; wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie. Bij een bestaande hypertriglyceridemie heeft oestrogeentherapie in zeldzame gevallen geleid tot een sterke stijging van plasmatriglyceriden met pancreatitis tot gevolg. Bij erfelijk of verworven angio-oedeem kunnen exogene oestrogenen mogelijk aanvallen van angio-oedeem induceren.

Bij gebruik van een lage dosering vaginaal toegediend oestrogeen lijkt de kans op mammacarcinoom niet toe te nemen.

Effect op endometrium: Bij vrouwen met een intacte uterus neemt de kans op endometriumhyperplasie en -carcinoom toe wanneer over langere tijd alleen oestrogenen (systemisch) worden ingenomen. Bij lokaal vaginaal gebruik is systemische absorptie zeer gering en is gelijktijdige progestageenbehandeling niet nodig. De endometriale veiligheid van langdurig (> 1 jaar) of herhaald lokaal gebruik is onzeker. Als doorbraakbloedingen of 'spotting' voorkomen op enig moment gedurende de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.

Er is weinig ervaring met behandeling van vrouwen > 65 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Beoordeel voortzetting van de behandeling van oestrogeendeficiëntie periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen in de voorgeschiedenis (vanwege terugkeren of verergeren):

  • uterusmyomen of endometriose,
  • endometriumhyperplasie,
  • risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen,
  • risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (zoals mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
  • hypertensie,
  • leveraandoening,
  • cholelithiase,
  • diabetes mellitus,
  • migraine of ernstige hoofdpijn,
  • systemische lupus erythematodes,
  • epilepsie,
  • astma,
  • otosclerose.

Staak direct de behandeling in de volgende gevallen:

  • tekenen van trombose;
  • significante stijging van de bloeddruk;
  • geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
  • voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn.

De volgende risico's zijn geassocieerd met systemische oestrogeensuppletie en gelden in mindere mate voor vaginaal gebruik van oestrogenen. Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom geleidelijk iets toe. De kans op veneuze trombo–embolie neemt toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), systemische lupus erythematodes, carcinoom en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, eventueel de hormoonsuppletie vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken. Systemische oestrogeensuppletie wordt in verband gebracht met een tot 1,5 × hoger risico op een ischemisch CVA. Oestrogenen kunnen vochtretentie veroorzaken; wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie. Bij een bestaande hypertriglyceridemie heeft oestrogeentherapie in zeldzame gevallen geleid tot een sterke stijging van triglyceriden in plasma, met pancreatitis tot gevolg. Exogene oestrogenen kunnen symptomen van erfelijk en verworven angio-oedeem induceren of verergeren.

De kans op mammacarcinoom lijkt bij gebruik van een lage dosis vaginaal toegediend oestrogeen niet toe te nemen.

Bij vrouwen met een intacte uterus neemt de kans op endometriumhyperplasie en -carcinoom toe wanneer over langere tijd alleen oestrogenen (systemisch) zijn toegediend. Bij lokaal vaginaal gebruik van estriol (2×/week) blijft de systemische blootstelling dicht bij het normale postmenopauzale bereik, en is gelijktijdige progestageenbehandeling niet nodig. De endometriale veiligheid van langdurig (> 1 jaar) of herhaald lokaal gebruik is onzeker. Als doorbraakbloedingen of 'spotting' voorkomen op enig moment gedurende de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.

Bij hysterectomie vanwege endometriose in de voorgeschiedenis, kan het gebruik van oestrogenen leiden tot premaligne en maligne transformatie in achtergebleven endometriosehaarden.

Eigenschappen

Synthetisch 17-β-estradiol, chemisch en biologisch identiek aan het natuurlijke vrouwelijke geslachtshormoon estradiol. Oestrogenen stimuleren de rijping van het vagina-epitheel en de glycogeenhoeveelheid in de cellen, waardoor de normale bacteriële flora verbetert en de pH van de vagina normaliseert.

Kinetische gegevens

Overig Vanuit de tablet is er een zeer geringe systemische absorptie.
Metabolisering In de lever, in o.a. oestron en estriol.
Eliminatie Via de urine, onveranderd en als metabolieten.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Natuurlijk kortwerkend oestrogeen. Oestrogenen stimuleren de rijping van het vagina-epitheel en de glycogeenhoeveelheid in de cellen, waardoor de normale bacteriële flora verbetert en de pH van de vagina normaliseert.

Kinetische gegevens

Resorptie door de vaginawand.
T max 1–2 uur.
Eiwitbinding 90%.
Overig ondergaat enterohepatische kringloop.
Eliminatie vnl. met de urine als conjugaten.
T 1/2el na vaginale toediening 6–9 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

estradiol (vaginaal) hoort bij de groep oestrogenen.

  • estradiol (bij puberteitsinductie) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (oraal) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (transdermaal) (G03CA03) Vergelijk
  • estriol (oraal) (G03CA04) Vergelijk
  • estriol (vaginaal) (G03CA04) Vergelijk
  • ethinylestradiol (G03CA01) Vergelijk

Groepsinformatie

estriol (vaginaal) hoort bij de groep oestrogenen.

  • estradiol (bij puberteitsinductie) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (oraal) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (transdermaal) (G03CA03) Vergelijk
  • estradiol (vaginaal) (G03CA03) Vergelijk
  • estriol (oraal) (G03CA04) Vergelijk
  • ethinylestradiol (G03CA01) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oestrogenen

Indicaties

  • climacterische klachten
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • oestrogenen

Indicaties

  • climacterische klachten
  • cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".