Samenstelling

Raadpleeg voor hulpstoffen een apotheker.

Griseofulvine suspensie FNA Formularium der Nederlandse Apothekers

Toedieningsvorm
Suspensie voor oraal gebruik
Sterkte
25 mg/ml
Verpakkingsvorm
100 ml

Bevat microkristallijn griseofulvine.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Dermatomycosen: Bij de lokale behandeling van oppervlakkige tinea-infecties heeft terbinafine de voorkeur boven een imidazoolderivaat in verband met een kortere behandelduur en lagere smeerfrequentie. Bij oppervlakkige Candida-infecties zoals bij intertrigo heeft een imidazoolderivaat de voorkeur. Tinea pedis met mocassinpatroon wordt behandeld met oraal terbinafine. Pityriasis versicolor kan worden behandeld met seleensulfide, een lokaal imidazoolderivaat of lokaal terbinafine. Overweeg oraal itraconazol bij onvoldoende effect van lokale behandelingen of recidiverende pityriasis versicolor. Medicamenteuze behandeling van onychomycosen is meestal niet nodig. Geef desgewenst oraal terbinafine (teennagels) of oraal itraconazol (vingernagels). Overweeg miconazol nagellak als alternatief indien een oraal antimycoticum niet geschikt of gewenst is. Diepe dermatomycosen worden behandeld met oraal terbinafine.

Bij systemische behandeling van schimmelinfecties is voor griseofulvine vrijwel geen plaats meer. Zie voor de behandeling van een invasieve schimmelinfectie de SWAB-richtlijn Invasieve schimmelinfecties (2017).

Indicaties

  • Dermatomycosen veroorzaakt door voor griseofulvine gevoelige dermatofyten.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Dermatomycosen

Volwassenen

500 mg/dag in 1–4 doses. Bij onvoldoende effect of bij hardnekkige infecties 1 g/dag in 1–4 doses; bij tekenen van verbetering verlagen tot 500 mg/dag. Bij tinea capitis 15–25 mg/kg lichaamsgewicht per dag.

Kinderen

10 mg/kg lichaamsgewicht per dag in 1–4 doses. Bij tinea capitis 10–15 mg/kg lichaamsgewicht per dag.

De behandelduur is afhankelijk van de tijd die nodig is om het geïnfecteerde weefsel te vervangen door nieuw, fungus-resistent weefsel, bv.:

  • tinea corporis ten minste 2–4 weken;
  • tinea pedis ten minste 4–8 weken;
  • tinea capitis ten minste 4–12 weken;
  • tinea unguium 4–6 maanden of langer.

Toediening: De suspensie omschudden voor gebruik. Vanwege betere absorptie, innemen met een glas melk en/of vetrijk voedsel.

Bijwerkingen

Hoofdpijn. Misselijkheid, braken, maagpijn, diarree, flatulentie. Overgevoeligheidsreacties, meestal urticaria, huiduitslag (erytheem) of fotosensibilisatie.

Verder: duizeligheid, slapeloosheid, vermoeidheid, prikkelbaarheid, en bij hoge doses verwardheid, depressie en psychotische symptomen. Droge mond, dorst, orale candidiasis.

Zelden: angio-oedeem, erythema multiforme, verschijnselen van serumziekte, (exacerbatie van) systemische lupus erythematodes (SLE). Maag-darmbloeding. Perifere neuropathie en paresthesieën van handen en voeten (bij langdurig gebruik, meestal reversibel na behandeling korter dan 6 maanden), coördinatiestoornissen. Visusklachten. (Reversibele) vermindering van het gehoor. Hepatotoxiciteit (geelzucht, stijging van ASAT, ALAT en bilirubine). Proteïnurie, nieraandoening. (Reversibele) leukopenie, granulocytopenie. Menstruatiestoornissen en bij kinderen oestrogeen-achtige effecten (o.a. gynaecomastie).

Een geval van (fatale) toxische epidermale necrolyse is gemeld.

Alcoholintolerantie is gemeld.

Interacties

Griseofulvine is een inductor van CYP3A4; dit effect kan tot enkele weken na staken van de therapie aanhouden. De betrouwbaarheid van orale en niet-orale hormonale anticonceptiva kan afnemen, dit geldt ook voor de vaginale ring en anticonceptiepleister. Ook de betrouwbaarheid van de morning-afterpil met levonorgestrel of ulipristal kan door inductie van het metabolisme verminderd zijn, dit geldt tot 4 weken na het gebruik van griseofulvine.

De werkzaamheid van vitamine K-antagonisten kan verminderen door griseofulvine.

Griseofulvine versterkt de werking van alcohol; de combinatie kan ook disulfiram-achtige effecten teweegbrengen.

De plasmaconcentratie van griseofulvine kan afnemen door barbituraten (bv. fenobarbital) en primidon.

De plasmaconcentratie van ciclosporine kan dalen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij dieren schadelijk gebleken. Bij de mens aanwijzingen voor een toegenomen kans op misvormingen en spontane abortus. Theoretisch is het mogelijk dat griseofulvine de chromosoomverdeling tijdens de celdeling verstoort.

Advies: Het gebruik is gecontra-indiceerd.

Overig: Een vruchtbare vrouw of man dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen tijdens en na de therapie; vrouwen tot 1 maand en mannen tot 6 maanden na de therapie. Let op: griseofulvine kan de betrouwbaarheid van hormonale anticonceptiva verminderen, zie ook Interacties. Daarom bij gebruik van hormonale anticonceptiva tevens een barrièremiddel toevoegen.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend bij de mens. Ja, bij dieren.

Farmacologisch effect: Griseofulvine wordt deels geabsorbeerd vanuit het maag-darmkanaal. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • Hepatocellulaire functiestoornis;
  • Systemische lupus erythematosus (SLE) en gerelateerde aandoeningen;
  • Acute porfyrie.

Zie ook de rubriek Zwangerschap

Waarschuwingen en voorzorgen

De zelden optredende ernstige bijwerkingen zijn meestal het gevolg van hoge dosering en/of langdurige therapie. Wees voorzichtig bij verminderde nierfunctie en bij bloedbeeldafwijkingen. Bepaal tijdens langdurige therapie regelmatig de nierfunctie, leverfunctie en het bloedbeeld.

Fotosensitieve reacties kunnen lupus erythematosus uitlokken; tijdens de therapie de huid beschermen tegen intens zonlicht of kunstmatig UV-licht. Griseofulvine beïnvloedt het metabolisme van porfyrinen en kan daardoor een aanval van acute intermitterende porfyrie uitlokken.

Voor vruchtbare mannen en vrouwen: Griseofulvine kan de chromosoomverdeling tijdens de celdeling verstoren; zie voor advies over anticonceptie voor de man en vrouw de rubriek Zwangerschap.

Bij aandoeningen van het haar en de nagels zal frequent knippen de therapieduur verkorten en de kans op herinfectie verminderen.

Bij sommige diersoorten konden experimenteel tumoren worden opgewekt; de klinische relevantie hiervan voor de mens is onbekend.

Hulpstoffen: Saccharose, in de suspensie, kan bij gebruik ≥ 2 weken de tanden beschadigen. Wees ook voorzichtig ermee bij diabetes mellitus, vanwege het suikergehalte.

Eigenschappen

Griseofulvine is een fungistatisch werkend antibioticum afgescheiden door Penicillium-species. De werking berust in hoofdzaak op remming van de mitose tijdens de celdeling van de schimmelcel, door beschadiging van de microtubuli. Griseofulvine wordt geconcentreerd in keratineprecursorcellen in o.a. huid, haren en nagels en wordt door exocriene zweetklieren actief uitgescheiden.

Griseofulvine is alleen werkzaam tegen dermatofyten (tinea-infecties) zoals Trichophyton spp., Epidermophyton floccosum en Microsporum spp. Het beschermt nieuw gevormde cellen tegen deze dermatofyten; het heeft géén invloed op reeds geïnfecteerde cellen.

Kinetische gegevens

Resorptie 25–70%; wordt bevorderd door inname met vetrijk voedsel. De absorptie vindt primair plaats vanuit het duodenum, enigszins vanuit het jejunum en ileum.
T max ca. 4 uur.
Overig Griseofulvine cumuleert in keratineprecursorcellen in huid, haar en nagels; cumuleert ook in lever, vet en skeletspieren. Heeft een geringe keratinebinding, waardoor het na het staken van de therapie relatief snel uit de huid verdwijnt.
Metabolisering in de lever tot inactieve metabolieten.
Eliminatie met de urine (vnl. als metabolieten) en de feces (ca. 35%, onveranderd). Een gedeelte wordt uitgescheiden met zweet.
T 1/2el 9–24 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd