Samenstelling
Trachitol XGVS OTC Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Zuigtablet
Bevat per zuigtablet: lidocaïne(hydrochloride) 1,0 mg, propylparahydroxybenzoaat 1,8 mg. Bevat tevens per zuigtablet: sorbitol 0,69 mg.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Pliaglis XGVS Galderma Benelux bv
- Toedieningsvorm
- Crème
- Verpakkingsvorm
- 15 g
Bevat per g: lidocaïne 70 mg, tetracaïne 70 mg. Conserveermiddel: methyl– en propylparahydroxybenzoaat.
Rapydan EuroCept bv
- Toedieningsvorm
- Pleister
Bevat per pleister: lidocaïne 70 mg, tetracaïne 70 mg. Bevat tevens: met borax bedekt vezellaagje. Conserveermiddel: methyl– en propylparahydroxybenzoaat.
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het effect van zuigtabletten bij keelpijn wordt veroorzaakt door het 'zuigen'; desinfectantia, lokaal anesthetica en/of adstringentia dragen weinig of niets aan dit effect bij. De Commissie adviseert op farmacotherapeutische gronden Trachitol niet voor te schrijven.
Advies
Bij oppervlakteanesthesie van de huid in verband met naaldpuncties (bij kinderen vanaf 3 jaar en volwassenen) en bij oppervlakkige operatieve ingrepen (bij volwassenen) is de effectiviteit van de lidocaïne/tetracaïne-pleister vergelijkbaar met die van de lidocaïne/prilocaïne-crème en -pleister. Indien uitstel van de naaldpunctie of oppervlakkige operatieve ingreep met 60 minuten niet aanvaardbaar is, dan gaat de voorkeur uit naar de lidocaïne/tetracaïne pleister, omdat hierbij een inwerktijd van 30 minuten kan worden aangehouden. Voor de crème is geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.
Indicaties
- Beginnende keelpijn.
Indicaties
- Crème: Volwassenen: lokale anesthesie op de niet-beschadigde huid voorafgaand aan dermatologische procedures.
- Pleister: Volwassenen en kinderen vanaf 3 jaar: oppervlakte- anesthesie van de huid voor het inbrengen van een naald en bij oppervlakkige operatieve ingrepen op de normale intacte huid.
Dosering
Keelpijn:
Volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar
max. 1 tablet elke 2 uur tot max. 8 tabletten/dag.
Kinderen 6–11 jaar
max. 1 tablet elke 2 uur tot max. 6 tabletten per dag; toedienen onder toezicht van een volwassene.
De zuigtablet langzaam in de mond laten smelten. Niet kauwen of inslikken.
Dosering
Dermatologische procedures als laserontharing, 'pulsed dye laser', niet-ablatieve laser-resurfacing in het gezicht, injecties met huidfillers, vasculaire toegang:
Volwassenen:
De crème in een laagje van ongeveer 1 mm dik op niet-beschadigde huid aanbrengen en gedurende 30 minuten laten inwerken (ca. 1,3 g crème per 10 cm²; 6,5 g crème per 50 cm²; 26 gram per 200 cm² en 52 gram per 400 cm²). Het te behandelen gebied mag maximaal 400 cm² groot zijn. Voorafgaand aan de procedure de film van de huid verwijderen.
Dermatologische procedures als tatoeageverwijdering met laser en EVLA (endoveneuze laser-ablatie):
Volwassenen:
De crème in een laagje van ongeveer 1 mm dik op niet-beschadigde huid aanbrengen en gedurende 60 minuten laten inwerken (ca. 1,3 g crème per 10 cm²; 6,5 g crème per 50 cm²; 26 gram per 200 cm² en 52 gram per 400 cm²). Het te behandelen gebied mag maximaal 400 cm² groot zijn. Voorafgaand aan de procedure de film van de huid verwijderen.
Oppervlakte-anesthesie bij oppervlakkige operatieve ingrepen:
Volwassenen:
1–4 pleisters per keer, max. 4 pleisters per dag, 30 min laten inwerken voor de ingreep.
Oppervlakte-anesthesie bij naaldpunctie:
Volwassenen:
1–4 pleisters per keer, max. 4 pleisters per dag, 30 min voor de punctie laten inwerken.
Kinderen > 3 jaar:
1–2 pleisters per keer, max. 2 pleisters per dag, 30 min voor de punctie laten inwerken.
De crème aanbrengen met een instrument met een plat oppervlak zoals een spatel en nooit met de vingers. Direct contact met de crème of de met de crème bedekte huid vermijden om contacteczeem te voorkomen. Nadat de film is verwijderd de handen wassen. Indien nodig de haren in het aan te brengen gebied afknippen (niet scheren) om te zorgen voor voldoende contact tussen de pleister en de huid.
Bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties, waaronder huidreacties zoals huiduitslag, pruritus en urticaria, en systemische reacties als angio-oedeem en benauwdheid. Orale hypo-esthesie. Buikpijn.
Bijwerkingen
Bij gebruik volgens voorschrift zijn systemische bijwerkingen onwaarschijnlijk omdat dan weinig wordt geresorbeerd.
Zeer vaak (> 10%): erytheem (bij 71%), verkleuring van de huid.
Vaak (1-10%): lokaal oedeem, huiduitslag.
Soms (0,1-1%): vesicobulleuze uitslag, jeuk, contacteczeem, reactie op de toepassingsplaats, lokaal pijn.
Zelden (0,01-0,1%): urticaria, maculopapuleuze uitslag, huidirritatie, exfoliatie van de huid, paresthesie, ooglidoedeem, zwelling van het gezicht, smaakverandering. Allergische of anafylactoïde reacties kunnen optreden, met name door tetracaïne.
Interacties
Bij gelijktijdig gebruik van klasse I- (bv. kinidine, disopyramide) en III-(bv. amiodaron) anti-aritmica of van andere producten met een lokaal anestheticum, rekening houden met additieve systemische toxiciteit.
Bij gelijktijdig gebruik van middelen die in verband zijn gebracht met geneesmiddelgeïnduceerde methemoglobinemie (zoals sulfonamiden, nitraten, nitrofurantoïne en kinine) is er meer kans op methemoglobinemie.
Zwangerschap
Lidocaïne kan de placenta passeren. Vanwege de lage dosering is de resorptie gering.
Teratogenese: Bij de mens geen aanwijzingen voor schadelijkheid van lidocaïne. Bij dieren zijn bij hoge doses propylparahydroxybenzoaat estrogene en anti-androgene effecten gezien. Bij opvolging van de doseringsvoorschriften is de maximale inname van propylparahydroxybenzoaat lager dan de dosering waarbij zulke effecten worden verwacht.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig kortdurend (max. 2 dagen) worden gebruikt.
Zwangerschap
Farmacologische effect: Gegevens van een beperkt aantal blootstellingen bij zwangerschap bij de mens laten geen ongewenste effecten zien tijdens de zwangerschap of op de gezondheid van de pasgeborene.
Advies: Kan worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, in kleine hoeveelheden (lidocaïne). Vanwege de lage dosering, is een effect van lidocaïne op de zuigeling niet te verwachten. Onbekend (propylparahydroxybenzoaat). Gezien de snelle metabolisering naar een inactieve metaboliet is geen significante uitscheiding van propylparahydroxybenzoaat in de moedermelk te verwachten.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig kortdurend (max. 2 dagen) worden gebruikt.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja (lidocaïne en tetracaïne).
Farmacologisch effect: In de aanbevolen doses is de kans op een negatief effect gering.
Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt, zolang contact van het kind met het preparaat vermeden wordt. Het preparaat niet op de borst van de moeder aanbrengen.
Contra-indicaties
- Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype of het estertype, voor para-aminobenzoëzuur (een tetracaïne-metaboliet), methyl- of propylparahydroxybenzoaat of een van de andere hulpstoffen.
- De pleister en crème niet gebruiken op slijmvliezen of beschadigde of geïrriteerde huid.
Waarschuwingen en voorzorgen
Lokale anesthetica kunnen interfereren met slikken en het gevaar van verslikken vergroten, vooral bij kinderen vanwege hun frequentie van eten. Inname van voedsel en drank direct na het gebruik van de zuigtabletten vermijden.
Verdoofd gevoel van de tong of buccale mucosa kan het gevaar van bijt trauma vergroten. Er is meer kans op verbranding van de slijmvliezen in de mond en keelholte bij het innemen van hete drank of etenswaren door een verminderde gevoeligheid voor warmte.
Herhaald gebruik kan leiden tot een ongevoelige keel, waardoor slikproblemen kunnen ontstaan.
Houd rekening met kruisallergie voor lidocaïne bij overgevoeligheid voor andere lokale anesthetica van het amidetype.
Waarschuwingen en voorzorgen
Voorzichtigheid is geboden bij gebruik in de buurt van de ogen in verband met kans op cornea–laesies; bij contact met het oog, het oog onmiddellijk uitspoelen met water of fysiologisch zoutoplossing en het oog beschermen totdat het gevoel is teruggekeerd.
Lidocaïne heeft in concentraties boven 0,5–2% bactericide en antivirale eigenschappen; daarom het gebruik vermijden voorafgaand aan het intradermaal injecteren van levende vaccins.
Crème noch pleister gebruiken onder occlusief verband; bij de pleister o.a. vanwege de warmteproducerende eigenschappen.
De kans op methemoglobinemie is het meest aanwezig bij patiënten met aangeboren of idiopathische methemoglobinemie.
Lidocaïne remt virale en bacteriële groei; niet toepassen voorafgaand aan het injecteren van levende vaccins.
Voorzichtigheid is geboden bij een lever-, nier- of hartfunctiestoornis en een verhoogde gevoeligheid voor systemische circulatoire effecten van lidocaïne en tetracaïne, zoals acuut zieke of verzwakte personen die hebben.
Tetracaïne geeft meer kans op allergische reacties dan lidocaïne.
De veiligheid en effectiviteit van de pleister bij kinderen jonger dan drie jaar zijn niet vastgesteld.
De veiligheid en effectiviteit van de crème bij kinderen jonger dan 18 jaar zijn niet vastgesteld.
Overdosering
Overdosering van lidocaïne zal alleen optreden na inname van zeer grote aantallen zuigtabletten. Systemische tekenen van toxiciteit kunnen betrekking hebben op zowel het centraal zenuwstelsel als op het cardiovasculair systeem.
Symptomen
door tijdelijke overstimulering van het centraal zenuwstelsel vroege symptomen als gapen, rusteloosheid, duizeligheid, misselijkheid, overgeven, dysartrie, ataxie, gehoorstoornis of virale infecties. Gevolgd door spierkrampen en convulsies; en daarna door verminderd bewustzijn, ademhalingsdepressie en coma.
Voor meer informatie zie ook Toxicologie.org/lidocaïne.
Overdosering
Na toediening van lokale anesthetica kunnen effecten op het centrale zenuwstelsel optreden en in ernstige gevallen myocarddepressie. Eventuele ernstige neurologische reacties (convulsies, centrale depressie) symptomatisch behandelen; door de langzame resorptie is vervolgens een bewaking gedurende verscheidene uren aangewezen. Zie voor meer informatie over symptomen en behandeling lidocaïne op toxicologie.org.
Eigenschappen
Lidocaïne is een lokaal anestheticum. Propylparahydroxybenzoaat is een antisepticum met antivirale en antibacteriële eigenschappen.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel ('first pass'-effect voor lidocaïne is 50%. |
F | ca. 35%. |
Metabolisering | in lever en nieren (propylparahydroxybenzoaat). |
Eliminatie | met de urine als lidocaïne en metabolieten van lidocaïne en propylparahydroxybenzoaat. |
T 1/2el | 1–2 uur (lidocaïne). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Lokale anesthetica van het amidetype (lidocaïne) en van het estertype (tetracaïne) komen na aanbrengen van de crème of pleister vrij in de epidermale en dermale lagen van de huid en bewerkstelligen daar plaatselijk analgesie. Zowel lidocaïne als tetracaïne blokkeren de natriumionkanalen die nodig zijn voor de initiatie en geleiding van zenuwimpulsen. De diepte van de cutane verdoving van de intacte huid neemt toe met de inwerktijd van crème en pleister. De pleister bevat een warmte-vrijmakend bestanddeel dat een temperatuur van maximaal 40 °C (gem. 26–34 °C) kan bereiken. De werkingsduur van de crème varieert van 2–13 uur; gemiddeld 9 uur, mediaan 11 uur.
Kinetische gegevens
Resorptie | De systemische blootstelling is afhankelijk van de dosis, de duur van de applicatie, de dikte en de conditie van de huid. De lidocaïneblootstelling lijkt bij kleine kinderen omgekeerd gecorreleerd met de leeftijd. |
V d | 0,8–1,3 l/kg (voor lidocaïne; tetracaïne hydrolyseert snel in plasma). |
Metabolisering | Lidocaïne: grotendeels in de lever gedeeltelijk via CYP1A2 en CYP3A4 tot de actieve metabolieten mono-ethylglycinexylidide (MEGX) en glycinexylidide (GX). Tetracaïne: snelle hydrolyse door plasma-esterasen tot para-aminobenzoëzuur en diëthylamino-ethanol. De mate van metabolisering van lidocaïne en tetracaïne in de huid is onbekend. |
Eliminatie | lidocaïne: met de urine, waarvan <10% onveranderd bij volwassenen; bij pasgeborenen ca. 20%). |
T 1/2el | 90–120 min (lidocaïne). |
T 1/2el | max. 12 uur (lidocaïne, na 30 min inwerking op de huid). |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/tetracaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk
Groepsinformatie
lidocaïne/tetracaïne hoort bij de groep anesthetica, lokaal, overige.
- capsaïcine (N01BX04) Vergelijk
- chloorhexidine/lidocaïne (N01BB52) Vergelijk
- cocaïne (S01HA01) Vergelijk
- lidocaine (in de oogheelkunde) (S01HA07) Vergelijk
- lidocaïne (bij aambeien, koortslip) (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne (bij ooraandoening) (S02DA01) Vergelijk
- lidocaïne (lokale anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (neuropathische pijn) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne (oppervlakte-anesthetica) (N01BB02) Vergelijk
- lidocaïne/amylmetacresol/dichloorbenzylalcohol (R02AA20) Vergelijk
- lidocaïne/levomenthol (D04AB01) Vergelijk
- lidocaïne/prilocaïne (N01BB20) Vergelijk
- lidocaïne/propylparahydroxybenzoaat (R02AD02) Vergelijk
- lidocaïne/zinkoxide (D04AB01) Vergelijk
- oxybuprocaïne (S01HA02) Vergelijk
- pramocaïne/zinkoxide (D04AB07) Vergelijk
- tetracaïne (S01HA03) Vergelijk