Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

lumasiran

middelen bij metabole aandoeningen, overige A16AX18

Sluiten

eliglustat

middelen bij metabole aandoeningen, overige A16AX10

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Oxlumo XGVS Aanvullende monitoring Alnylam Netherlands bv

Toedieningsvorm
Injectievloeistof
Sterkte
189 mg/ml
Verpakkingsvorm
flacon 0,5 ml

Bevat per flacon 94,5 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cerdelga (als tartraat) XGVS Aanvullende monitoring Sanofi SA

Toedieningsvorm
Capsule, hard
Sterkte
84 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Voor dit geneesmiddel is geen advies vastgesteld.

Advies

De effectiviteit van eliglustat is vergelijkbaar met die van de enzymvervangende therapieën; imiglucerase en velaglucerase α. Schrijf eliglustat voor bij patiënten met de ziekte van Gaucher type 1 op basis van een behandelingsprotocol, gezien de moeilijke indicatiestelling en het feit dat, weliswaar een minderheid van de patiënten, met eliglustat niet het gewenste effect behaalt. In dit laatste geval wordt aanbevolen de patiënt te laten overstappen op een enzymvervangende therapie. Het eerste recept dient van een gespecialiseerde arts, verbonden aan het expertisecentrum te zijn.

  • ZIN-rapport 2016 eliglustat Cerdelga® Ziekte van Gaucher type1

Indicaties

  • Primaire hyperoxalurie type 1 (PH1) in alle leeftijdsgroepen.

Indicaties

  • Ziekte van Gaucher type 1 bij:
    • volwassenen die normal, intermediate of poor metabolizer zijn van CYP2D6;
    • kinderen ≥ 6 jaar met een lichaamsgewicht ≥ 15 kg, die stabiel zijn ingesteld op enzymvervangingstherapie (ERT) en die normal, intermediate of poor metabolizer zijn van CYP2D6.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Primaire hyperoxalurie type 1

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen

NB: De onderhoudsdosis geven vanaf één maand na de laatste oplaaddosis.

Bij een lichaamsgewicht < 10 kg: oplaaddosis 6 mg/kg 1×/maand gedurende de eerste 3 maanden, daarna onderhoudsdosis 3 mg/kg 1×/maand.

Bij een lichaamsgewicht 10 kg tot 20 kg: oplaaddosis 6 mg/kg 1×/maand gedurende de eerste 3 maanden, daarna onderhoudsdosis 6 mg/kg 1× per 3 maanden (elk kwartaal).

Bij een lichaamsgewicht ≥ 20 kg: oplaaddosis 3 mg/kg 1×/maand gedurende de eerste 3 maanden, daarna onderhoudsdosis 3 mg/kg 1× per 3 maanden (elk kwartaal).

Een gemiste dosis alsnog zo spoedig mogelijk toedienen. Daarna doorgaan met de maandelijkse of driemaandelijkse toediening.

Verminderde leverfunctie: Er is geen dosisaanpassing nodig bij een tijdelijke verhoging van totaal bilirubine > 1,0–1,5 × ULN. Wees voorzichtig bij matige of ernstige leverfunctiestoornis, vanwege mogelijk verminderde werkzaamheid.

Verminderde nierfunctie: Er is geen dosisaanpassing nodig bij een nierfunctiestoornis. Ook bij eindstadium nierziekte of bij dialysepatiënten is geen dosisaanpassing nodig, maar wees voorzichtig omdat er weinig gegevens zijn. Bij toediening op dialysedagen, lumasiran na de hemodialyse toedienen.

Toediening

  • Subcutaan toedienen via een injectie in buik, bovenarmen of dijen.
  • Het max. enkelvoudige injectievolume is 1,5 ml. Doses > 1,5 ml gelijkmatig verdelen over meerdere injecties. Bij opeenvolgende injecties de injectieplaats veranderen.
  • Voorkom dat het geneesmiddel op de punt van de naald komt voordat de naald zich in de subcutane ruimte bevindt.
  • Niet toedienen in littekenweefsel of gebieden die rood, ontstoken of opgezwollen zijn.

Doseringen

Vóór start behandeling het CYP2D6-genotype vaststellen, om de metabole enzymactiviteit van de patiënt te bepalen.

Klap alles open Klap alles dicht

Ziekte van Gaucher type 1, CYP2D6 normal metabolizers

Volwassenen

84 mg 2×/dag.

Bij gebruik van een sterke CYP2D6-remmer (bv. bupropion, fluoxetine, paroxetine, kinidine): reductie naar 84 mg 1×/dag overwegen. Let wel, het hierbij toevoegen van een matige of sterke CYP3A-remmer is gecontra-indiceerd (zie rubriek Interacties).

Verminderde leverfunctie: Bij lichte leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 5–6) is een dosisaanpassing niet nodig; bij matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9) wordt eliglustat niet aanbevolen en bij ernstige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 10–15) is eliglustat gecontra-indiceerd. Bij lichte of matige leverfunctiestoornis én gelijktijdig gebruik van een matige of sterke CYP2D6-remmer is eliglustat gecontra-indiceerd. Bij lichte leverfunctiestoornis én gelijktijdig gebruik van een zwakke CYP2D6-remmer of een zwakke, matige of sterke CYP3A-remmer: reductie naar 84 mg 1×/dag overwegen.

Verminderde nierfunctie: Bij lichte tot ernstige nierfunctiestoornis is een dosisaanpassing niet nodig. Gebruik bij eindstadium van nierziekte (ESRD) wordt niet aanbevolen.

Kinderen ≥ 6 jaar met lichaamsgewicht ≥ 15 kg

Bij lichaamsgewicht ≥ 25 kg: 84 mg 2×/dag; lichaamsgewicht 15–24 kg: 42 mg 2×/dag. NB: De capsules 21 mg zijn in Nederland niet in de handel.

Ziekte van Gaucher type 1, CYP2D6 intermediate metabolizers

Volwassenen

84 mg 2×/dag.

Bij gebruik van een sterke CYP2D6-remmer (bv. bupropion, fluoxetine, paroxetine, kinidine): reductie naar 84 mg 1×/dag overwegen. Let wel, het hierbij toevoegen van een matige of sterke CYP3A-remmer is gecontra-indiceerd (zie rubriek Interacties).

Bij verminderde lever- of nierfunctie wordt gebruik van eliglustat niet aanbevolen.

Kinderen ≥ 6 jaar met lichaamsgewicht ≥ 15 kg

Bij lichaamsgewicht ≥ 25 kg: 84 mg 2×/dag; lichaamsgewicht 15–24 kg: 42 mg 2×/dag. NB: De capsules 21 mg zijn in Nederland niet in de handel.

Ziekte van Gaucher type 1, CYP2D6 poor metabolizers

Volwassenen

84 mg 1×/dag. Let wel; het hierbij toevoegen van een sterke CYP3A-remmer is gecontra-indiceerd (zie rubriek Interacties).

Bij verminderde lever- of nierfunctie wordt gebruik van eliglustat niet aanbevolen.

Kinderen ≥ 6 jaar met lichaamsgewicht ≥ 15 kg

Bij lichaamsgewicht ≥ 50 kg: 84 mg 1×/dag; lichaamsgewicht 25–49 kg: 42 mg 1×/dag; lichaamsgewicht 15–24 kg: 21 mg 1×/dag. NB: De capsules 21 mg zijn in Nederland niet in de handel.

De respons op alle relevante klinische verschijnselen nauwkeurig volgen. Indien het miltvolume < 20% afneemt na 9 maanden behandeling, een alternatieve behandeling overwegen.

Bij ouderen is geen dosisaanpassing nodig, op basis van relatief weinig ervaring.

Een gemiste dosis niet meer innemen en doorgaan met de dosis op het volgende geplande tijdstip; de volgende dosis dus niet verdubbelen.

Toediening

  • De capsules heel innemen met wat water, met of zonder voedsel.
  • Kinderen moeten de capsules heel kunnen doorslikken.
  • Het mengen van de inhoud van de capsule in voedsel of dranken is niet onderzocht.
  • Vermijd het nuttigen van grapefruit-/pompelmoessap, vanwege mogelijk interactie.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): buikpijn. Reactie op de injectieplaats (zoals erytheem, jeuk, zwelling, verkleuring, verharding, uitslag, hematoom en exfoliatie).

Verder is gemeld: overgevoeligheid.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, dysgeusie. Palpitaties. Keelirritatie, hoesten. Dyspepsie, misselijkheid, braken, gastro-oesofageale refluxziekte, gastritis, dysfagie, droge mond, buikpijn, buikongemak, winderigheid, diarree, obstipatie. Droge huid, urticaria. Gewrichtspijn, pijn in de uiterste ledematen, rugpijn. Vermoeidheid.

Verder is gemeld: (vasovagaal) syncope, bij patiënten met predisponerende factoren.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Er is geen klinisch onderzoek uitgevoerd naar interacties. Op basis van in-vitro-onderzoek is de verwachting dat lumasiran geen CYP-enzymen of geneesmiddeltransporters beïnvloedt.

Interacties

Voor patiënten die intermediate óf normal metabolizer van CYP2D6 zijn is het gebruik van een matige of sterke CYP2D6-remmer (o.a. een aantal SSRI's; meer voorbeelden hieronder) samen met een matige of sterke CYP3A-remmer (o.a. HIV-proteaseremmers; verderop meer) gecontra-indiceerd. Voor poor metabolizers van CYP2D6 is het gebruik van een sterke CYP3A-remmer (bv. claritromycine, itraconazol, proteaseremmers als lopinavir, ritonavir; cobicistat, posaconazol, voriconazol) gecontra-indiceerd. In de genoemde situaties worden beide belangrijke metabole routes voor het metabolisme van eliglustat afgeremd met aanzienlijk verhoogde plasmaconcentraties tot gevolg.

Overweeg bij intermediate en normal metabolizers die alléén een sterke CYP2D6-remmer (bupropion, kinidine, fluoxetine, paroxetine) gebruiken, de dosering te verlagen, zie rubriek Dosering. Wees bij deze patiënten ook voorzichtig met het toepassen van een matige CYP2D6-remmer (bv. cinacalcet, duloxetine, moclobemide, mirabegron, terbinafine). Bij poor metabolizers van CYP2D6 leidt het gebruik van een matige CYP3A-remmer (bv. erytromycine, fluconazol, diltiazem, verapamil, grapefruit-/pompelmoessap) tot een ca. driemaal verhoogde blootstelling aan eliglustat; dergelijk gelijktijdig gebruik wordt hierom niet aangeraden. Wees voorts voorzichtig met het gebruik van (meerdere) zwakke CYP3A-remmers bij poor metabolizers van CYP2D6. Voorbeelden hiervan zijn: amlodipine, fluvoxamine, isoniazide.

Gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A-inductor (bv. barbituraten, carbamazepine, oxcarbazepine, fenytoïne, efavirenz, nevirapine, rifabutine, rifampicine, sint-janskruid) vermindert de blootstelling aan eliglustat aanzienlijk, waardoor de werkzaamheid afneemt; deze gelijktijdige toediening wordt daarom, ongeacht het type metabolizer, niet aangeraden.

Eliglustat zal naar verwachting lichte stijgingen in de ECG-intervallen veroorzaken. Vermijd om deze reden het gelijktijdig gebruik met antiaritmica van klasse 1A (bv. disopyramide, kinidine) en klasse III (bv. amiodaron en ook sotalol dat klasse III eigenschappen heeft).

In vitro is eliglustat een remmer van CYP2D6 en het transporteiwit Pgp; mogelijk kan de plasmaconcentratie van substraten voor CYP2D6 of Pgp worden verhoogd. Het kan nodig zijn de doses voor stoffen die substraat zijn voor Pgp (bv. digoxine (blootstelling ca. 1,5× hoger), colchicine, dabigatran, fenytoïne, pravastatine) te verlagen. De blootstelling aan metoprolol, als voorbeeld van een CYP2D6-substraat, is ca. 2× hoger. Mogelijk is het nodig de dosering van andere CYP2D6-substraten, met name die met een geringe therapeutische breedte, te verlagen. CYP2D6-substraten, waarbij mogelijk een dosisaanpassing nodig is, omvatten onder andere enkele antidepressiva (TCA's), fenothiazinen (chloorpromazine, levomepromazine) en atomoxetine.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren werd een verhoogde incidentie van gedilateerde hersenventrikels, abnormaal aantal ribben of wervels en verstoorde ossificatie waargenomen, alleen bij doses toxisch voor het moederdier.

Advies: Gebruik ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren. Een risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

  • CYP2D6 normal metabolizers met ernstige leverfunctiestoornis;
  • CYP2D6 normal metabolizers met lichte of matige leverfunctiestoornis, die een matige of sterke CYP2D6-remmer gebruiken.

Zie voor meer contra-indicaties de rubriek Interacties.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij ernstige of eindstadium nierinsufficiëntie is de kans op het ontstaan of verergeren van metabole acidose toegenomen, omdat de behandeling het glycolaatgehalte in plasma verhoogt. Controleer op symptomen van metabole acidose. Er zijn weinig klinische gegevens beschikbaar.

Het gebruik bij leverfunctiestoornis is niet onderzocht. Controleer de werkzaamheid van de behandeling bij matige of ernstige leverinsufficiëntie, omdat deze mogelijk minder is. Bij leverfunctiestoornis is er een lagere expressie van de asialoglycoproteïne-receptoren in de lever, die verantwoordelijk zijn voor de opname van lumasiran; de klinische relevantie hiervan is niet bekend.

Wees voorzichtig bij kinderen < 1 jaar, omdat weinig gegevens beschikbaar zijn.

Waarschuwingen en voorzorgen

Eliglustat niet gebruiken bij CYP2D6 ultrarapid metabolizers of onbepaalde metabolizers.

Het gebruik bij een bestaande hartaandoening is niet onderzocht in klinisch onderzoek. Vermijd het gebruik bij patiënten met een hartziekte (congestief hartfalen, recent acuut myocardinfarct, bij bradycardie, hartblok, ventriculaire aritmieën, lang QT-syndroom) en in combinatie met bepaalde antiaritmica, omdat eliglustat lichte stijgingen in de ECG-intervallen kan veroorzaken (zie ook rubriek Interacties).

Verminderde leverfunctie: geen of weinig gegevens zijn beschikbaar voor CYP2D6 normal metabolizers met matige leverfunctiestoornis, en voor CYP2D6 intermediate of poor metabolizers met iedere mate van leverfunctiestoornis; gebruik van eliglustat wordt niet aanbevolen. Bij CYP2D6 normal metabolizers met lichte leverfunctiestoornis én gelijktijdig gebruik van CYP2D6- of CYP3A4-remmers kan een verdere verhoging van de concentraties eliglustat in het plasma ontstaan, waarbij de mate van het effect afhangt van het enzym dat wordt geremd en de kracht van de remmer; zie voor de doseeradviezen de rubriek Doseringen.

Verminderde nierfunctie: geen of weinig gegevens zijn beschikbaar voor CYP2D6 normal, intermediate of poor metabolizers met eindstadium nierziekte (ESRD), en voor CYP2D6 intermediate of poor metabolizers met lichte, matige, of ernstige nierfunctiestoornis; gebruik van eliglustat wordt niet aanbevolen.

Controle respons: indien bij stabiele ziekte wordt overgegaan van enzymvervangende therapie naar eliglustat, de ziekteprogressie controleren op alle ziektekenmerken die er zijn, om de stabiliteit van de ziekte te evalueren (bv. na 6 mnd, gevolgd door regelmatige controle). Herstart enzymvervangende therapie of overweeg een alternatieve therapie indien een suboptimale respons (bv. < 20% afname van miltvolume na 9 mnd.) optreedt.

Er zijn onvoldoende gegevens over de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 6 jaar. Er zijn geen gegevens over gebruik bij kinderen met lichaamsgewicht < 15 kg.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met lumasiran contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Symptomen

hypotensie, bradycardie, verstoord evenwicht, misselijkheid en braken (n=1; 21× de voorgeschreven dosis).

Voor meer informatie over een vergiftiging met eliglustat, neem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Lumasiran is een dubbelstrengs klein interfererend ribonucleïnezuur (siRNA) dat zich richt tegen het messenger-RNA (mRNA) van het hydroxyzuuroxidase 1-gen (HAO1) in hepatocyten. Hierdoor wordt de productie van het enzym glycolaatoxidase (GO) geblokkeerd. De hoeveelheid beschikbaar glyoxylaat (een substraat voor oxalaatproductie) neemt af en daarmee de oxalaatspiegel. De verhoogde oxalaatspiegel is de onderliggende oorzaak van ziektemanifestaties bij patiënten met PH1. Omdat het GO-enzym zich stroomopwaarts bevindt van het deficiënte enzym alanine-glyoxylaataminotransferase (AGT) dat PH1 veroorzaakt, is het werkingsmechanisme van lumasiran onafhankelijk van de onderliggende mutatie van het AGXT-gen.

Kinetische gegevens

T max ca. 4 uur (bereik 0,5–12 uur).
V d ca. 0,07 l/kg (schijnbaar centraal distributievolume).
Overig Distributie vindt voornamelijk plaats naar de lever.
Metabolisering Lumasiran wordt door endo- en exonucleasen gemetaboliseerd tot kortere oligonucleotiden.
Eliminatie voornamelijk via opname in de lever; 7–26% via de urine.
T 1/2el gem. 5,2 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Krachtige en specifieke remmer van glucosylceramidesynthase (= glucosyltransferase) en remt hiermee de vorming van glucosylceramide. Bij de lysosomale stapelingsziekte de ziekte van Gaucher type 1 (GD1) is er een defect in het enzym glucocerebrosidase wat leidt tot stapeling van glucocerebrosiden, een product van de vetstofwisseling. De klinische verschijnselen worden vooral veroorzaakt door ophoping van glucosylceramide (ook wel glucocerebroside of GL-1). Deze therapie wordt ook wel substraatreductietherapie (SRT) genoemd. Met behulp van SRT wordt de synthesesnelheid van GL-1 verlaagd, zodat deze in overeenstemming is met de verstoorde katabolismesnelheid bij patiënten met GD1. Eliglustat verkleint de omvang van lever en milt, verbetert of normaliseert de anemie en trombocytopenie en heeft een positief effect op de botziekte.

Kinetische gegevens

F < 5% door groot 'first pass'-effect.
T max ca. 1,5–6 uur.
V d ca. 11,7 l/kg.
Overig hoge mate van distributie naar weefsels incl. beenmerg, passeert de bloed-hersenbarrière echter niet.
Metabolisering in hoge mate, hoofdzakelijk door CYP2D6 en in mindere mate door CYP3A4.
Eliminatie met de feces (ca. 51%), met de urine (ca. 42%), voornamelijk als metabolieten.
T 1/2el ca. 4–7 uur bij CYP2D6 intermediate en normal metabolizers, ca. 9 uur bij poor metabolizers.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

lumasiran hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, overige.

  • eliglustat (A16AX10) Vergelijk
  • fenylboterzuur (A16AX03) Vergelijk
  • givosiran (A16AX16) Vergelijk
  • glycerolfenylbutyraat (A16AX09) Vergelijk
  • miglustat (A16AX06) Vergelijk
  • nitisinon (A16AX04) Vergelijk
  • sapropterine (A16AX07) Vergelijk
  • teduglutide (A16AX08) Vergelijk
  • triëntine (A16AX12) Vergelijk

Groepsinformatie

eliglustat hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, overige.

  • fenylboterzuur (A16AX03) Vergelijk
  • givosiran (A16AX16) Vergelijk
  • glycerolfenylbutyraat (A16AX09) Vergelijk
  • lumasiran (A16AX18) Vergelijk
  • miglustat (A16AX06) Vergelijk
  • nitisinon (A16AX04) Vergelijk
  • sapropterine (A16AX07) Vergelijk
  • teduglutide (A16AX08) Vergelijk
  • triëntine (A16AX12) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • middelen bij metabole aandoeningen, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • middelen bij metabole aandoeningen, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".