Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Vimovo Bijlage 2 Grünenthal bv

Toedieningsvorm
Tablet met gereguleerde afgifte

Bevat per tablet: naproxen 500 mg, esomeprazol (als magnesiumtrihydraat) 20 mg.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Algemeen: naproxen heeft van de klassieke NSAID's het laagste cardiovasculaire en hoogste gastro-intestinale risico.

Behandeling van artrose bestaat primair uit oefentherapie. Bij mensen met artrose van de knie en overgewicht is gewichtsreductie aan te bevelen. Medicamenteuze therapie begint met intermitterend gebruik van paracetamol en/of een cutane NSAID, waarbij de voorkeur afhangt van de lokatie van de artrose. Bij onvoldoende effect kan intermitterend een oraal NSAID worden toegepast (diclofenac, ibuprofen of naproxen). Incidenteel is een intra-articulaire injectie met een corticosteroïd mogelijk, als bovengenoemde middelen onvoldoende effectief of gecontra-indiceerd zijn. Overweeg in de tweedelijnszorg, afhankelijk van het aangedane gewricht (zie behandelplan), (offlabel) toepassing van duloxetine, predniso(lo)n, intra-articulair hyaluronzuur of eventueel tramadol.

Start bij (een vermoeden van) reumatoïde artritis (RA) in de eerstelijnszorg met een NSAID en verwijs zo snel mogelijk naar de reumatoloog. Behandel in de tweedelijnszorg volgens de ‘treat-to-target’-strategie; pas medicatie aan op basis van intensieve monitoring van de ziekteactiviteit, met als doel het bereiken van remissie of lage ziekteactiviteit. Methotrexaat (MTX) is de hoeksteen van de behandeling, in de initiële fase gecombineerd met een systemisch glucocorticoïd (GC). Switch bij onvoldoende resultaat naar een andere ‘conventional synthetic disease modifying antirheumatic drug’ (csDMARD) of voeg een andere csDMARD, een biological (bDMARD) of een ‘targeted synthetic’ DMARD (tsDMARD) toe. Overweeg onder intensieve monitoring van de ziekteactiviteit om, wanneer het behandeldoel is bereikt, de dosis van geneesmiddelen bij combinatietherapie te reduceren of volledig af te bouwen.

Aan de vergoeding van naproxen/esomeprazol zijn voorwaarden verbonden, zie Regeling zorgverzekering, bijlage 2.

Indicaties

  • Symptomatische behandeling van reumatoïde artritis, artrose, en spondylitis ankylopoetica, bij volwassenen met een risico van NSAID-geassocieerde maag-darmulcera en waar behandeling met lagere doseringen van naproxen of van een andere NSAID, niet voldoende wordt geacht.

Gerelateerde informatie

Doseringen

De kortst mogelijke behandelduur toepassen. Bij een eerste behandeling met een prostaglandinesynthetaseremmer een lagere dosering overwegen.

Klap alles open Klap alles dicht

reumatoïde artritis, artrose, en spondylitis ankylopoetica

Volwassenen

2×/dag 1 tablet.

Indien een dagdosis van 1000 mg naproxen niet geschikt is (bv. bij hoge leeftijd of een lever- of nierinsufficiëntie), een andere behandeling kiezen.

Heel doorslikken met water, bij voorkeur ten minste 30 minuten voor de inname van voedsel.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): dyspepsie.

Vaak (1-10%): buikpijn, misselijkheid, braken, obstipatie, diarree, oesofagitis, flatulentie, gastrische of duodenale ulcera met name bij ouderen, gastritis. Duizeligheid, hoofdpijn, smaakstoornis. Hypertensie. Huiduitslag. Artralgie. Oedeem.

Soms (0,1-1%): maag-darmbloeding, stomatitis, oprispingen, droge mond. Dermatitis, hyperhidrose, jeuk, urticaria. Myalgie, asthenie, moeheid, koorts, infectie, eetluststoornis Angst, depressie, slapeloosheid. Paresthesie, syncope. Tinnitus, vertigo. Aritmieën, hartkloppingen. Astma, bronchospasmen, dyspneu. Abnormale leverfunctietesten, verhoogd serumcreatinine.

Zelden (0,01-0,1%): diverticulitis. Eosinofilie, leukopenie. Overgevoeligheidsreacties. Verwarring, abnormale dromen, slaperigheid. tremor. Myocardinfarct, tachycardie. Glossitis, Hematemese, rectale bloeding. Alopecia, blauwe plekken. Vochtretentie, hyperkaliëmie, hyperurikemie, proteïnurie, acute tubulo-interstitiële nefritis, nierfalen. Menstruatiestoornis.

Zie ook de geneesmiddelteksten van naproxen en esomeprazol.

Interacties

Gelijktijdige toediening met atazanavir is gecontra-indiceerd, omdat esomeprazol de plasmaspiegels hiervan aanzienlijk verlaagt.

Bij gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia neemt de kans op bloedingen toe. Combinatie met lage dosis acetylsalicylzuur is mogelijk.

Bij gelijktijdig gebruik van SSRI's, antitrombotica en corticosteroïden neemt de kans op gastro-intestinale complicaties toe (m.n. ouderen zijn hiervoor gevoelig); gelijktijdig gebruik met andere prostaglandinesynthetaseremmers incl. COX-2 selectieve remmers vermijden.

Prostaglandinesynthetaseremmers kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen, en bij hartfalen het effect van lisdiuretica, verminderen. Bij een gestoorde nierfunctie, volumedepletie en ouderen kan door de combinatie met een RAAS-remmer de nierfunctie verder achteruit gaan.

Prostaglandinesynthetaseremmers kunnen de nefrotoxiciteit van ciclosporine en tacrolimus versterken.

De plasmaspiegel van digoxine en lithium kan toenemen. De plasmaspiegel van methotrexaat kan toenemen, waardoor toxische verschijnselen kunnen ontstaan; bij hoge dosering methotrexaat eventueel naproxen/esomeprazol tijdelijk staken.

Esomeprazol is een CYP2C19-remmer.

Gelijktijdig gebruik met clopidogrel vermijden tenzij dit absoluut noodzakelijk is, vanwege een mogelijk verminderde werkzaamheid van clopidogrel.

Esomeprazol kan de pH-afhankelijke absorptie van geneesmiddelen zoals ketoconazol en itraconazol verlagen; gelijktijdig gebruik met posaconazol en erlotinib vermijden. Esomeprazol kan de absorptie van vitamine B12 verminderen.

Zwangerschap

Naproxen passeert de placenta.

Teratogenese: Epidemiologisch onderzoek suggereert dat gebruik van NSAID's in de vroege fase van de zwangerschap kan leiden tot meer kans op miskramen, cardiale malformaties en gastroschisis. Bij dieren is een verhoogd pre- en post-implantatie verlies, embryo-foetale letaliteit en een verhoogde incidentie van malformaties gezien.

Farmacologisch effect: Bij gebruik tijdens het 3e trimester zijn farmacologische effecten mogelijk, zoals weeënremming en bij de foetus voortijdige sluiting van de ductus arteriosus Botalli (vernauwing in het 2e trimester), pulmonale hypertensie, bloedstollingsstoornis met als gevolg bloeding, nierfunctiestoornissen of nierinsufficiëntie met oligohydramnie (vanaf week 20).

Advies: Tijdens de eerste helft van de zwangerschap uitsluitend gebruiken op strikte indicatie, in een zo laag mogelijke dosering en zo kort mogelijk (max. 1 week). Overweeg als NSAID's, alleen op zeer strikte indicatie, langdurig of in een hoge dosering worden gebruikt (zoals bij reumatoïde artritis), vanaf 20 weken prenatale controle op oligohydramnie en vernauwing van de ductus arteriosus. Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens het 3e trimester.

Vruchtbaarheid: Het gebruik van een NSAID kan door een effect op de ovulatie de conceptiekans verkleinen en wordt ontraden bij vrouwen die zwanger willen worden. Dit effect is reversibel na staken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: In geringe mate (naproxen), onbekend (esomeprazol).

Advies: Het gebruik van dit preparaat of het geven van borstvoeding ontraden.

Contra-indicaties

  • actief ulcus pepticum, gastritis;
  • maag-darmbloedingen, cerebrovasculaire of andere bloedingen;
  • actieve colitis ulcerosa of M Crohn;
  • optreden van astma-aanval, urticaria, angio-oedeem, neuspoliepen of rinitis na gebruik van acetylsalicylzuur of andere NSAID's;
  • ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore ≥ 10);
  • ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min);
  • ernstig hartfalen.

Waarschuwingen en voorzorgen

Bij ouderen is er meer kans op gastro-intestinale complicaties, met name op bloedingen en (mogelijk fatale) perforaties.

Esomeprazol kan de symptomen van maagcarcinoom maskeren.

Wees voorzichtig bij astma, stollingsstoornissen, inflammatoire darmziekten (in remissie), porfyrie, systemische lupus erythematosus of andere collageenziekten, milde tot matige lever- en nierfunctiestoornissen, hypertensie, hartfalen, ischemische hartziekte, perifeer arterieel vaatlijden, cerebrovasculaire ziekte en bij risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte (o.a. diabetes mellitus, hyperlipidemie, roken).

Sommige prostaglandinesynthetaseremmers zijn geassocieerd met iets meer kans op arteriële trombose; naproxen (1000 mg/dag) is geassocieerd met iets minder kans, maar enig risico kan niet worden uitgesloten.

Bij ouderen, verminderde nierdoorbloeding, levercirrose, hartfalen, natriumrestrictie en een reeds bestaande nieraandoening de nierfunctie voor en tijdens de therapie controleren. Bij visusklachten is oogheelkundig onderzoek aanbevolen. Bij langere therapieduur regelmatig bloedbeeld, lever- en nierfunctie controleren; wees daarnaast bedacht op hypomagnesiëmie door esomeprazol.

Bij optreden van een ernstige nierfunctiestoornis, een significante bloeding of bij gastro-intestinale ulceratie de behandeling staken. Ook bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met prostaglandinesynthetaseremmers zijn gemeld.

Door esomeprazol is er iets meer kans op gastro-intestinale bacteriële infecties zoals Salmonella en Campylobacter en bij gehospitaliseerde patiënten mogelijk ook Clostridioides difficile.

Behandeling met een protonpompremmer ten minste 5 dagen voor een CgA-meting stoppen. Als na 5 dagen gastrine- en CgA-spiegels niet genormaliseerd zijn, metingen 14 dagen na staken van esomeprazol, herhalen.

De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen tot 18 jaar zijn niet vastgesteld.

Eigenschappen

Naproxen is een NSAID met analgetische, antiflogistische en antipyretische werking, remt tevens de trombocytenaggregatie. Esomeprazol, de S-isomeer van omeprazol, is een protonpompremmer die de maagzuursecretie verlaagt. De tablet heeft een sequentiële afgifte, waarbij esomeprazol direct wordt afgegeven in de maag. Daarna komt naproxen met vertraagde afgifte vrij in de dunne darm.

Kinetische gegevens

Resorptie naproxen wordt oraal snel en voor 95% geabsorbeerd, voedselinname vertraagt de absorptie. De esomeprazol in dit preparaat wordt snel geabsorbeerd, maar ontleedt reeds voor een deel in de maag. Indien 2× per dag gedoseerd is de beschikbaarheid vergelijkbaar met die van een maagsapresistente tablet esomeprazol 20 mg 1× per dag.
T max naproxen 3–5 uur (na voedselinname ca. 8 uur), esomeprazol ca. ½ uur.
V d naproxen 0,16 l/kg, esomeprazol 0,22 l/kg.
Eiwitbinding naproxen > 99%, esomeprazol 97%.
Metabolisering naproxen 30% in de lever door vnl. CYP2C9, esomeprazol volledig in de lever door vnl. CYP2C19.
Eliminatie naproxen ca. 95% met de urine vnl. als metabolieten, esomeprazol ca. 80% met de urine als metabolieten.
T 1/2el naproxen 9 uur na de ochtenddosis en 15 uur na de avonddosis, esomeprazol 1–1½ uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

naproxen/esomeprazol hoort bij de groep NSAID's met maagbeschermer.