Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

parathyroïdhormoon

calciumregulerende middelen, overige H05AA03

Sluiten

cinacalcet

calciumregulerende middelen, overige H05BX01

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Natpar XGVS Aanvullende monitoring Takeda Nederland bv

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
25 microg/dosis
Verpakkingsvorm
patroon + solvens 1 ml

Elk patroon bevat 14 doses.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
50 microg/dosis
Verpakkingsvorm
patroon + solvens 1 ml

Elk patroon bevat 14 doses.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
75 microg/dosis
Verpakkingsvorm
patroon + solvens 1 ml

Elk patroon bevat 14 doses.

Toedieningsvorm
Poeder voor injectievloeistof
Sterkte
100 microg/dosis
Verpakkingsvorm
patroon + solvens 1 ml

Elk patroon bevat 14 doses.

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cinacalcet (als hydrochloride) Diverse fabrikanten

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
30 mg, 60 mg, 90 mg

Mimpara tablet (als hydrochloride) Amgen bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
30 mg, 60 mg, 90 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Let op: de productie van Natpar zal eind 2024 volledig stoppen, in verband met leveringsproblemen die niet kunnen worden opgelost. Zie voor meer informatie de website van Takeda. Wereldwijd mogen geen nieuwe patiënten starten met dit geneesmiddel.

Zie voor meer informatie over de behandeling van hypoparathyroïdie de richtlijn Hypoparathyroïdie van de European Society of Endocrinology (2015).

De EMA heeft de marktregistratie van dit geneesmiddel voorwaardelijk goedgekeurd om het versneld beschikbaar te maken; aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht.

Advies

Cinacalcet kan aan de behandeling van secundaire hyperparathyroïdie bij dialysepatiënten met eindstadium nierziekte (ESRD) worden toegevoegd als de serumconcentratie van PTH met fosfaatbinders en/of vitamine D-analoga in onvoldoende mate wordt verlaagd.

Bij patiënten met parathyroïdcarcinoom kan bij de behandeling van hypercalciëmie behalve een bisfosfonaat ook cinacalcet worden toegepast.

Indicaties

  • Als aanvullende behandeling bij volwassenen met chronische hypoparathyroïdie wiens toestand onvoldoende onder controle kan worden gebracht met standaardtherapie alleen.

Indicaties

Volwassenen

  • Secundaire hyperparathyroïdie (HPT) bij dialysepatiënten met eindstadium nierziekte (ESRD).
  • Hypercalciëmie bij:
    • parathyroïdcarcinoom;
    • primaire hyperparathyroïdie, waarbij parathyroïdectomie op basis van de behandelrichtlijnen geïndiceerd zou zijn, maar klinisch niet aangewezen of gecontra-indiceerd is.

Kinderen

  • Secundaire hyperparathyroïdie (HPT) bij kinderen ≥ 3 jaar met eindstadium nierziekte (ESRD) die onderhoudsdialysetherapie ondergaan en bij wie de HPT niet op een adequate manier onder controle kan worden gebracht met standaardbehandeling.

Bij secundaire hyperparathyroïdie kan cinacalcet zo nodig worden gebruikt als onderdeel van een therapeutisch regime met fosfaatbinders en/of vitamine D-sterolen.

Gerelateerde informatie

  • chronische nierschade

Doseringen

Controleer vóór en tijdens de behandeling of de reserves 25-OH-vitamine D voldoende zijn en of het serummagnesium binnen het referentiebereik ligt.

Doel van de behandeling is het bereiken van een (voor albumine gecorrigeerde) serumcalciumspiegel vóór toediening van 2,0–2,25 mmol/l en een serumcalciumspiegel 8–12 uur ná toediening van < 2,55 mmol/l.

Klap alles open Klap alles dicht

Hypoparathyroïdie

Volwassenen

Start van behandeling: op geleide van de serumcalciumspiegel vóór toediening: begindosis s.c. 50 microg 1×/dag, bij een serumcalciumspiegel > 2,25 mmol/l een begindosis van 25 microg overwegen. Verlaag de dosis van actief vitamine D met 50% als de serumcalciumspiegel > 1,87 mmol/l is. Handhaaf de dosis van calciumsupplementen.

Meet vervolgens de serumcalciumspiegel (vóór toediening) binnen 2 tot 5 dagen; als deze < 1,87 mmol/l of > 2,55 mmol/l is, de meting de volgende dag herhalen. Pas de dosis PTH, vitamine D en/of calcium aan op basis van deze calciumspiegel en de klinische beoordeling (symptomen van hypocalciëmie of hypercalciëmie); zie tabel 1. Herhaal dit totdat de serumcalciumspiegel zich binnen het bereik van 2,0–2,25 mmol/l bevindt, vitamine D is gestaakt en de calciumsuppletie volstaat.

Na de startperiode: Monitor de serumcalciumspiegel ( vóór en na toediening) tijdens de stapsgewijze aanpassing van de dosis PTH. De dosis kan ongeveer om de 2 tot 4 weken worden verhoogd met stappen van 25 microg, tot max. 100 microg/dag. Een verlaging van de dosis naar minimaal 25 microg/dag kan op elk ogenblik gebeuren. Als de serumcalciumspiegel 8–12 uur ná toediening > ULN is, in eerste instantie de dosis van vitamine D en calcium verlagen. Als de serumcalciumspiegel 8–12 uur ná toediening > ULN blijft en alle vitamine D en calcium is gestaakt, óf bij symptomen van hypercalciëmie: verlaag de dosering PTH ongeacht het dosisniveau.

Serumcalciumspiegel vóór toediening

Eerst aanpassen: PTH

In tweede instantie: vitamine D

In derde instantie: calcium

> ULN (2,55 mmol/l)

overweeg dosisverlaging of stoppen en herbeoordeel op basis van serumcalcium

verlaag dosis of stop

verlaag dosis

> 2,25 mmol/l en < ULN (2,55 mmol/l)

overweeg dosisverlaging

verlaag dosis of stop

geen wijziging of verlaag dosis als vitamine D al gestopt werd vóór deze stap

≤ 2,25 mmol/l en > 2 mmol/l

geen wijziging

geen wijziging

geen wijziging

< 2 mmol/l

overweeg dosisverhoging na ten minste 2–4 weken op een stabiele dosis

verhoog dosis

verhoog dosis

Aanpassing van de behandeling bij starten met PTH Vergroot tabel

Verminderde nierfunctie: bij lichte tot matige nierfunctiestoornis (creatinineklaring 30–80 ml/min) is geen dosisaanpassing nodig. Bij ernstige nierfunctiestoornis zijn geen gegevens beschikbaar.

Verminderde leverfunctie: bij lichte tot matige leverfunctiestoornis (Child-Pughscore 7–9) is geen dosisaanpassing nodig. Bij ernstige leverfunctiestoornis zijn geen gegevens beschikbaar.

Vergeten van een dosis: dien PTH zo snel mogelijk toe en geef afhankelijk van de symptomen van hypocalciëmie aanvullend calcium en/of vitamine D.

Toedienen 1×/dag als s.c.-injectie in de dij (wissel elke dag van dij). Zelftoediening door de patiënt na instructie is mogelijk.

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Secundaire hyperparathyroïdie

Volwassenen (incl. ouderen)

Vóór aanvang van de behandeling moet het gecorrigeerd serumcalcium gelijk of hoger zijn dan de ondergrens van het normale bereik. Begindosering 30 mg 1×/dag, zo nodig elke 2–4 weken te verhogen tot een maximale dosis van 180 mg 1×/dag. Streef iPTH-waarde bij dialysepatiënten: 150–300 pg/ml.

Aanpassingen op basis van serumcalciumconcentratie: Indien de serumcalciumconcentratie < 2,1 mmol/l (8,4 mg/dl) en > 1,9 mmol/l (7,5 mg/dl) of bij symptomen van hypocalciëmie: verhoog de serumcalciumconcentratie met calciumbevattende fosfaatbinders, vitamine D-sterolen en/of aanpassing van de calciumconcentratie in de dialysevloeistof; bij aanhoudende verschijnselen van hypocalciëmie de dosis cinacalcet verlagen of de toediening staken. Indien de serumcalciumconcentratie ≤ 1,9 mmol/l (7,5 mg/dl) of bij aanhoudende symptomen van hypocalciëmie en als de vitamine D-dosis niet kan worden verhoogd: onderbreek de toediening van cinacalcet totdat de serumcalciumconcentratie 2,0 mmol/l (8,0 mg/dl) bereikt en/of de symptomen van hypocalciëmie zijn verdwenen. Hervat de behandeling met een lagere dosis.

Bij dalen van de PTH-concentratie onder het aanbevolen streefbereik, de dosering cinacalcet en/of vitamine D-sterolen verlagen of de therapie staken.

Kinderen ≥ 3 jaar en < 18 jaar

Let op! doseringen onder de 30 mg zijn niet mogelijk met de in Nederland in de handel zijnde preparaten.

Vóór aanvang van de behandeling moet het gecorrigeerd serumcalcium in het bovenste bereik zijn van het leeftijdsspecifieke referentie-interval of erboven. Begindosering is ≤ 0,20 mg/kg 1×/dag gebaseerd op het drooggewicht van de patiënt. Zo nodig om het gewenste PTH-bereik te behalen stapsgewijs de dosis verhogen (zie tabel 1), niet vaker dan om de 4 weken, tot een max. dosering van 2,5 mg/kg/dag of max. 180 mg/dag.

Aanpassingen op basis van PTH-concentratie: Als iPTH < 15,9 pmol/l (150 pg/ml) en ≥ 10,6 pmol/l (100 pg/ml) is, verlaag dan de dosis tot de eerstvolgende beschikbare lagere dosis. Als iPTH < 10,6 pmol/l (100 pg/ml) is, staak dan de toediening; hervat met de eerstvolgende beschikbare lagere dosis wanneer het iPTH > 15,9 pmol/l (150 pg/ml) is. Als de toediening gedurende meer dan 14 dagen is gestaakt, hervat dan met de aanbevolen begindosis.

Aanpassingen op basis van serumcalciumconcentratie: Indien het gecorrigeerde serumcalcium gelijk is aan of lager dan de leeftijdsspecifieke ondergrens van het normale bereik óf er treden symptomen van hypocalciëmie op ongeacht de calciumconcentratie: staak de toediening van cinacalcet en dien calciumsupplementen, calciumbevattende fosfaatbinders en/of vitamine D-sterolen toe, zoals klinisch geïndiceerd. Indien het gecorrigeerde totale serumcalcium hoger is dan de leeftijdsspecifieke ondergrens én de klinische symptomen van hypocalciëmie zijn verdwenen: hervat de toediening van cinacalcet met de eerstvolgende lagere dosis; als de toediening gedurende meer dan 14 dagen is gestaakt, hervat dan met de aanbevolen begindosis. Als de patiënt de laagste dosering (1 mg/dag) kreeg voordat de behandeling werd gestaakt, hervat de behandeling dan met dezelfde dosering (1 mg/dag).

Drooggewicht patiënt (kg)

Begindosis (mg)

Opeenvolgende doses (mg)

10 tot < 12,5

1

1; 2,5; 5; 7,5; 10 en 15

≥ 12,5 tot < 25

2,5

2,5; 5; 7,5; 10; 15 en 30

≥ 25 tot < 36

5

5, 10, 15, 30 en 60

≥ 36 tot < 50

5

5, 10, 15, 30, 60 en 90

≥ 50 tot < 75

10

10, 15, 30, 60, 90 en 120

≥ 75

15

15, 30, 60, 90, 120 en 180

Dagelijkse dosis voor kinderen Vergroot tabel

Klap alles open Klap alles dicht

Parathyroïdcarcinoom en primaire hyperparathyroïdie

Volwassenen (incl. ouderen)

Begindosering 30 mg 2×/dag. De dosering elke 2–4 weken titreren met stappen van 30 mg 2×/dag tot 60 mg 2×/dag, dan 90 mg 2×/dag; maximaal 90 mg 3–4×/dag. Streefwaarde serumcalciumconcentratie: op of onder de bovengrens van het normale bereik.

Indien klinisch relevante reducties in de calciumconcentratie niet worden gehandhaafd na titratie tot de maximale dosis: overweeg staken van de therapie.

Bij verminderde leverfunctie is aanpassing van de startdosis niet nodig.

Switchen van etelcalcetide naar cinacalcet en de benodigde 'wash out'-periode is niet onderzocht. Na staken van etelcalcetide, cinacalcet pas starten ná ten minste drie opeenvolgende hemodialysebehandelingen waarbij het serumcalcium is gemeten. Het serumcalciumniveau moeten binnen het normale bereik vallen.

Toediening

  • De tabletten heel (zonder breken) innemen tijdens of kort na een maaltijd.

Bijwerkingen

Zeer vaak (≥ 10%): hyper- of hypocalciëmie. Hoofdpijn, hypo-esthesie, paresthesie. Misselijkheid, braken, diarree. Gewrichtspijn, spierspasmen.

Vaak (1-10%): hypomagnesiëmie, tetanie. Angst, slapeloosheid, slaperigheid. Hartkloppingen, hypertensie. Hoesten. Pijn in de bovenbuik. Spiertrekkingen, (skelet)spierpijn, nekpijn, pijn in extremiteit. Hypercalciurie, pollakisurie. Reacties op de injectieplaats, asthenie, pijn op de borst, vermoeidheid, dorst. Daling 25-hydroxycolecalciferolspiegel, ontwikkeling van antistoffen tegen PTH (hiervan is geen klinisch effect gezien).

Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties (dyspneu, angio-oedeem, urticaria, huiduitslag). Symptomatische hypocalciëmie, waaronder gevallen die tot epileptische aanvallen leidden. Het risico op ernstige hypocalciëmie is het hoogst wanneer de toediening van PTH is overgeslagen of (abrupt) gestopt, maar kan op elk moment optreden.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken.

Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties (incl. angio-oedeem en urticaria). Anorexie, verminderde eetlust. Convulsies, duizeligheid, paresthesie, hoofdpijn. Hypotensie. Infectie van de bovenste luchtwegen, dyspneu, hoest. Dyspepsie, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Spierpijn, spierspasmen, rugpijn. Asthenie. Hypocalciëmie (waaronder levensbedreigende voorvallen), hyperkaliëmie.

Verder zijn gemeld: hypotensie en/of verergering van hartfalen bij patiënten met hartfunctiestoornissen. QT-verlenging en ventriculaire aritmie volgend op hypocalciëmie.

Bij kinderen is gemeld: een geval van ernstige hypocalciëmie met fatale afloop.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Bij gelijktijdig gebruik van bisfosfonaten kan het calciumsparende effect afnemen, wat de normalisering van de serumcalciumconcentratie kan verstoren; de combinatie wordt ontraden.

Een eventuele hypercalciëmie kan predisponeren voor een digoxinevergiftiging. Bij gelijktijdig gebruik van digoxine de serumcalcium- en digoxinespiegel controleren, en letten op verschijnselen van digoxinevergiftiging.

Bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de serumcalciumspiegel beïnvloeden (bv. lithium, thiaziden) de serumcalciumspiegel extra controleren.

Interacties

Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen die de serumcalciumconcentratie kunnen verlagen; controleer de serumcalciumconcentratie nauwgezet. Niet gelijktijdig gebruiken met etelcalcetide, wegens kans op ernstige hypocalciëmie.

Aanpassing van de dosering cinacalcet kan nodig zijn bij starten of staken van een behandeling met een sterke CYP3A4-remmer (bv. itraconazol, erytromycine, ritonavir) of -inductor (bv. rifampicine), alsmede van een behandeling met een sterke CYP1A2-remmer (bv. fluvoxamine, ciprofloxacine) of van roken (CYP1A2-inductie).

Cinacalcet is een sterke remmer van CYP2D6: aanpassing van de dosering van geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte die voornamelijk worden gemetaboliseerd door CYP2D6 (bv. flecaïnide, propafenon, metoprolol, nortriptyline, clomipramine) kan nodig zijn.

Wees voorzichtig met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (o.a. amiodaron, disopyramide, domperidon, kinidine, methadon, sotalol, macrolide antibiotica, fluorchinolonen, imidazool–antimycotica, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica).

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid. Risico voor de zwangere vrouw of de ontwikkelende foetus kan niet worden uitgesloten.

Advies: Weeg risico's van de behandeling af ten opzichte van het voordeel voor de vrouw.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid, met uitzondering van afgenomen foetaal gewicht bij ratten bij hoge dosering.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij zwangerschap

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Ja, bij dieren.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel óf het geven van borstvoeding ontraden.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Bij ratten gaan klinisch relevante hoeveelheden over in de moedermelk.

Advies: Gebruik ontraden.

  • Informatie van Lareb over dit middel bij lactatie

Contra-indicaties

  • (voorafgaande) radiotherapie van het skelet;
  • skeletmaligniteit of botmetastasen;
  • onverklaarde verhoging van botspecifieke alkalische fosfatase;
  • pseudohypoparathyroïdie;
  • bij begin van de behandeling meer kans op osteosarcoom, zoals bij de botziekte van Paget of erfelijke aandoeningen.

Contra-indicaties

  • hypocalciëmie (voor albumine gecorrigeerde calciumconcentratie beneden de ondergrens van het normale bereik).

Waarschuwingen en voorzorgen

Controles: controleer de (voor albumine gecorrigeerde) serumcalciumspiegel vóór toediening, en in sommige gevallen na toediening. Controleer vóór en tijdens de behandeling of de reserves 25-OH-vitamine D voldoende zijn en of het serummagnesium binnen het referentiebereik ligt.

Hypercalciëmie komt vaak voor wanneer de doses orale calcium, actief vitamine D en PTH worden aangepast. Overweeg bij ernstige hypercalciëmie (> 3,0 mmol/l of > ULN, met symptomen) hydratie toe te passen en PTH, calcium en vitamine D tijdelijk stop te zetten tot normalisering van de serumcalciumspiegel. Bij hervatting lagere doses van deze middelen overwegen.

Hypocalciëmie is een vaak voorkomende klinische manifestatie van hypoparathyroïdie. Het risico op ernstige hypocalciëmie is het hoogst wanneer de toediening van PTH is overgeslagen of (abrupt) gestopt, maar kan op elk moment optreden. Controleer de serumcalciumspiegel bij staken of onderbreken van de behandeling, en verhoog zo nodig de dosering van calcium en/of vitamine D.

Tachyfylaxie: Het calciumverhogend effect van PTH kan bij sommige patiënten na verloop van tijd verminderen (tachyfylaxie). Als de serumconcentratie van 25-OH-vitamine D laag is, kan voldoende suppletie de serumcalciumrespons op PTH herstellen.

Wees voorzichtig bij jongvolwassenen met open epifysen, aangezien zij meer kans op osteosarcoom kunnen hebben.

Wees voorzichtig bij actieve of recente urolithiase vanwege het risico van exacerbatie van deze aandoening.

Staak de behandeling bij optreden van een ernstige overgevoeligheidsreactie. Controleer op hypocalciëmie na staken van de behandeling.

Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij ernstige nier- of leverfunctiestoornis, wegens ontbreken van gegevens. De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen < 18 jaar zijn niet vastgesteld. Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij ouderen > 65 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen

Tijdens behandeling controleren op optreden van hypocalciëmie, met potentiële symptomen zoals paresthesieën, myalgie, kramp, tetanie en convulsies. Bij het optreden van hypocalciëmie dient de dosis te worden verlaagd of zijn andere maatregelen aangewezen, zie rubriek Doseringen.

Controles bij volwassenen: Controleer de calciumconcentratie binnen een week na start van de behandeling, na een dosisaanpassing en tijdens de onderhoudsbehandeling maandelijks bij secundaire hyperparathyroïdie en elke twee tot drie maanden bij parathyroïdcarcinoom. Bij secundaire hyperparathyroïdie de PTH-concentratie één tot vier weken na start van behandeling of na een dosisaanpassing bepalen, niet eerder dan twaalf uur na een dosisinname; tijdens onderhoudsbehandeling elke één tot drie maanden.

Controles bij kinderen: De behandeling mag alleen gestart worden na zorgvuldige afweging van het risico van hypocalciëmie. Controleer de serumcalciumconcentratie binnen een week na start van de behandeling, na een dosisaanpassing en nadat de onderhoudsdosering is vastgesteld wekelijks. Als de behandeling is gestaakt dient de serumcalciumconcentratie te worden bepaald binnen 5 tot 7 dagen. Controleer de PTH-concentratie één tot vier weken na start van behandeling of na een dosisaanpassing, niet eerder dan twaalf uur na een dosisinname.

Bij chronische onderdrukking van de PTH-waarde (tot onder ca. 1½× ULN volgens de iPTH-bepaling) kan zich adynamische botziekte ontwikkelen; bij dalen van de PTH-concentratie onder het aanbevolen streefbereik, de dosering cinacalcet en/of vitamine D-sterolen verlagen of de therapie staken.

Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van convulsies, omdat de convulsiedrempel wordt verlaagd door significante daling van de serumcalciumconcentratie.

Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging.

Bij matige tot ernstige leverfunctiestoornis is zorgvuldige controle op basis van veiligheids- en effectiviteitsparameters nodig.

De veiligheid en werkzaamheid voor de indicaties parathyroïdcarcinoom en primaire hyperparathyroïdie zijn bij kinderen niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid voor de behandeling van secundaire hyperparathyroïdie bij kinderen < 3 jaar zijn niet vastgesteld.

Overdosering

Symptomen

hypercalciëmie, met als mogelijke symptomen hartkloppingen, ECG-veranderingen, hypotensie, misselijkheid, braken, duizeligheid en hoofdpijn. Ernstige hypercalciëmie kan levensbedreigend zijn.

Neem voor meer informatie over een vergiftiging met parathyroïdhormoon contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met cinacalcet contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Recombinant humaan parathyroïdhormoon (rhPTH(1–84)), identiek aan de uit 84 aminozuren bestaande sequentie van endogeen parathyroïdhormoon dat wordt afgescheiden door de bijschildklieren. Oefent zijn werking uit via PTH-receptoren op het celoppervlak die aanwezig zijn in bot-, nier- en zenuwweefsel. PTH is een belangrijke regulator van de serumcalcium- en serumfosfaatspiegel; het beïnvloedt de calcium- en fosfaatexcretie via de nieren en de mobilisatie van calcium uit botweefsel.

De serumcalciumconcentratie stijgt op dosisgerelateerde wijze en bereikt een maximum na 10–12 uur; de respons in serumcalciumconcentratie houdt meer dan 24 uur aan.

Kinetische gegevens

F ca. 53%
T max binnen 5–30 min.
V d ca. 0,08 l/kg.
Metabolisering vnl. in de lever, splitsing door cathepsinen.
Eliminatie met de urine via glomerulaire filtratie (parathyroïdhormoon en C-terminale fragmenten).
T 1/2el ca. 3 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Calcimimeticum. Verlaagt de spiegels van parathyroïdhormoon (PTH), calcium en fosfaat door de gevoeligheid van calciumreceptoren op de bijschildklier voor activering door extracellulair calcium te vergroten.

Kinetische gegevens

F 20–25% en wordt door voedsel verhoogd met 50–80%.
T max binnen 2–6 uur.
V d ca. 14,3 l/kg.
Eiwitbinding ca. 97%.
Metabolisering hoofdzakelijk door CYP3A4 en CYP1A2 tot vrijwel inactieve metabolieten via oxidatie, gevolgd door conjugatie.
Eliminatie ca. 80% met de urine en ca. 15% met de feces.
T 1/2el 30–40 uur; bij matige tot ernstige leverfunctiestoornis met 33 resp. 70% verlengd.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

parathyroïdhormoon hoort bij de groep calciumregulerende middelen, overige.

  • burosumab (M05BX05) Vergelijk
  • calcitonine (H05BA01) Vergelijk
  • cinacalcet (H05BX01) Vergelijk
  • denosumab (M05BX04) Vergelijk
  • etelcalcetide (H05BX04) Vergelijk
  • romosozumab (M05BX06) Vergelijk
  • teriparatide (H05AA02) Vergelijk

Groepsinformatie

cinacalcet hoort bij de groep calciumregulerende middelen, overige.

  • burosumab (M05BX05) Vergelijk
  • calcitonine (H05BA01) Vergelijk
  • denosumab (M05BX04) Vergelijk
  • etelcalcetide (H05BX04) Vergelijk
  • parathyroïdhormoon (H05AA03) Vergelijk
  • romosozumab (M05BX06) Vergelijk
  • teriparatide (H05AA02) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • calciumregulerende middelen, overige

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • calciumregulerende middelen, overige

Indicaties

  • chronische nierschade

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Medicijnkosten.nl
  • GIPdatabank
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
  • Kinderformularium (NKFK)
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
  • Toegankelijkheid
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".