Samenstelling
Kuvan (dihydrochloride) BioMarin Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Tablet voor drank
- Sterkte
- 100 mg
Sapropterine (dihydrochloride) Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Poeder voor drank
- Sterkte
- 100 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
- Toedieningsvorm
- Poeder voor drank
- Sterkte
- 500 mg
- Verpakkingsvorm
- sachet
- Toedieningsvorm
- Tablet voor drank
- Sterkte
- 100 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Samenstelling
Emylif XGVS Zambon Nederland bv
- Toedieningsvorm
- Film, oridispergeerbaar
- Sterkte
- 50 mg
Glentek Glenmark Pharmaceuticals Europe Ltd
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg
Rilutek Sanofi SA
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg
Riluzol Diverse fabrikanten
- Toedieningsvorm
- Tablet, omhuld
- Sterkte
- 50 mg
Uitleg symbolen
XGVS | Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS). |
OTC | 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel. |
Bijlage 2 | Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering. |
Aanvullende monitoring | Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb. |
Advies
Het verdient aanbeveling patiënten met hyperfenylalaninemie bij fenylketonurie of tetrahydrobiopterine-deficiëntie te behandelen met sapropterine. Omdat de meeste patiënten met fenylketonurie ongevoelig zijn voor deze behandeling, dient men vooraf vast te stellen dat de patiënt een responder is. Patiënten met fenylketonurie die met sapropterine worden behandeld, dienen een fenylalanine-dieet te houden en regelmatig klinisch beoordeeld te worden op onder andere de fenylalanine-bloedspiegel.
Advies
Amyotrofische laterale sclerose (ALS) is een progressieve en fatale neurodegeneratieve ziekte. Voorlichting en ondersteuning zijn essentieel in de begeleiding van patiënten met ALS. Medicamenteus is riluzol het enige medicijn op de markt met een bewezen gunstig effect op het beloop van ALS. Riluzol verlengt de levensduur met 2–3 maanden en heeft een positief effect op de bulbaire (orofaryngeale) functie en die van de extremiteiten, maar geen effect op de spierkracht. Het is aangetoond dat riluzol werkzaam is in het beginstadium van de ziekte. Werkzaamheid in het late stadium is niet aangetoond. Naast behandeling met riluzol is bij ALS symptoombestrijding van groot belang.
Indicaties
Hyperfenylalaninemie (HPA) bij:
- volwassenen en kinderen met fenylketonurie (PKU);
- volwassenen en kinderen met tetrahydrobiopterine (BH4)-deficiëntie.
Aangetoond moet zijn dat de patiënt een respons geeft op een dergelijke behandeling.
Indicaties
- Amyotrofische laterale sclerose (ALS) bij volwassenen (ter verlenging van de levensduur of van de tijd tot mechanische beademing).
Voor riluzol is niet aangetoond dat het tijdens de late stadia van ALS werkzaam is. Er zijn geen aanwijzingen voor een therapeutisch effect op motoriek, longfunctie, spierkracht of motorische symptomen.
Gerelateerde informatie
Doseringen
De op grond van het lichaamsgewicht berekende dagdosis moet op een veelvoud van 100 mg worden afgerond.
PKU
Volwassenen en kinderen
Volgens de EU richtlijn 'Key European guidelines for the diagnosis and management of patients with phenylketonuria' (van Spronsen et al., 2017): Start met een 48–uurs 'loading test': 20 mg/kg lichaamsgewicht/dag op twee opeenvolgende dagen, waarbij de fenylalanineconcentratie in bloed vóór en ná de dosis wordt geanalyseerd. Bij neonaten wordt een 24–uurs in plaats van 48-uurs 'loading test' geadviseerd, zodat sneller met het dieet kan worden gestart. Meer dan 30% afname van de fenylalanineconcentratie bij de vóór-ná-test, duidt op potentiële behandelrespons. De proefbehandeling begint bij 10-20 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag, terwijl de natuurlijke eiwitinname wordt verhoogd; dosering aanpassen op geleide van de fenylalanineconcentratie. Staak de behandeling als de fenylalanineconcentratie zich aanhoudend boven het bovenste streefbereik bevindt, en er geen respons is op een verhoging van de dosis. Zie voor meer informatie de EU-richtlijn voor PKU.
BH4-deficiëntie
Volwassenen en kinderen
Startdosis: 2–5 mg/kg lichaamsgewicht/dag verdeeld over 2 of 3 giften. Bij onvoldoende afname van de fenylalanine bloedspiegel na een week, de dosering gedurende een maand wekelijks verhogen tot max. 20 mg/kg/dag terwijl de wekelijkse controle van de bloedspiegel wordt voortgezet. Bij onvoldoende effect na een maand de behandeling staken.
Toediening
- Bij PKU de dosis 1×/dag op hetzelfde tijdstip, bij voorkeur in de ochtend innemen. Bij BH4-deficiëntie de totale dagdosis verdelen over 2 of 3 giften op een dag.
- Innemen tijdens de maaltijd, om de opname te bevorderen.
- Vóór gebruik de tabletten of de inhoud van de sachets oplossen:
- bij een lichaamsgewicht ≥ 20 kg: al roerend oplossen in 120 tot 240 ml water, binnen 20 minuten innemen;
- Bij een lichaamsgewicht < 20 kg: maak een oplossing volgens instructies van de fabrikant en bepaal het toe te dienen volume, zie hiervoor de doseertabellen 1 t/m 4 in de officiële productinformatie op de website van CBG/EMA.
Doseringen
Controleer vóór begin van de behandeling de leverfunctie (ALAT, ASAT, γ-GT).
ALS
Volwassenen (incl. ouderen)
50 mg elke 12 uur.
Bij nierfunctiestoornis: geen dosisaanpassing nodig.
Bij leverfunctiestoornis: bij transaminase-uitgangswaarden in serum > 3× ULN is gebruik gecontra-indiceerd; in andere gevallen is voorzichtigheid geboden en is controle van leverenzymen nodig.
Toediening
- de tablet heel doorslikken met water of fijngemalen met ruim water innemen;
- voor de orodispergeerbare film:
- zorg voor schone en droge handen, zodat de film niet aan de vingers blijft kleven;
- haal de film uit het foliesachet;
- plaats de film op de tong, deze zal dan aan de tong kleven en oplossen;
- de film niet vouwen, niet innemen met vloeistoffen, niet kauwen of uitspugen;
- tijdens oplossen mag de patiënt niet praten;
- na toediening de handen wassen.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, rinorroe.
Vaak (1-10%): faryngolaryngeale pijn, verstopte neus, hoesten. Misselijkheid, braken, dyspepsie, buikpijn, diarree. Hypofenylalaninemie.
Verder zijn gemeld: (ernstige) overgevoeligheidsreacties en huiduitslag. Gastritis, oesofagitis. Reboundeffect na staken.
Bijwerkingen
Zeer vaak (> 10%): asthenie, misselijkheid, abnormale leverfunctietesten (meestal binnen de eerste 3 mnd. van behandeling: frequenter bij Aziatische patiënten). Bij de orodispergeerbare film ook: orale hypesthesie.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, orale paresthesie, slaperigheid, tachycardie, diarree, buikpijn, braken, pijn.
Soms (0,1-10%): anemie, anafylactische reacties, angio-oedeem, interstitiële longziekte, pancreatitis.
Verder zijn gemeld: Ernstige neutropenie, hepatitis en rash.
Interacties
Gelijktijdige toediening van sapropterine met levodopa kan convulsies, prikkelbaarheid en irritatie veroorzaken.
Dihydrofolaatreductaseremmers zoals methotrexaat en trimethoprim kunnen het metabolisme van BH4 verstoren.
BH4 is een cofactor voor stikstofoxidesynthetase; wees voorzichtig bij combinatie met stikstofoxide-donoren (NO-donoren), zoals fosfodi-esterase-5-remmers, nitraten, minoxidil en nitroprusside.
Interacties
Remmers van CYP1A2 (tricyclische antidepressiva, fluvoxamine, theofylline, chinolonen, diazepam, diclofenac en coffeïne) verminderen mogelijk de eliminatiesnelheid van riluzol. Inductoren van CYP1A2 (rifampicine en omeprazol) versnellen mogelijk de eliminatie van riluzol.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, onvoldoende gegevens. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.
Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken (wanneer strikte dieetmaatregelen geen adequate verlaging van de fenylalanine-bloedspiegels opleveren). Voor en tijdens de zwangerschap de fenylalaninespiegel nauwgezet controleren.
Overig: Niet onder controle gebrachte fenylalaninespiegel (> 600 μM) bij een vrouw met PKU wordt geassocieerd met een zeer hoge incidentie van neurologische en cardiale afwijkingen, faciale dysmorfie en groeiafwijkingen bij de foetus.
Zwangerschap
Teratogenese: Bij de mens, ontbreekt klinische ervaring.
Advies: Gebruik is gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap.
Lactatie
Overgang in moedermelk: Onbekend. Risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.
Advies: Gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.
Lactatie
Overgang in de moedermelk: Ja, bij dieren.
Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding is gecontra-indiceerd.
Contra-indicaties
- Gestoorde leverfunctie; transaminase-uitgangswaarden in serum van meer dan 3× ULN, verhoogd bilirubinegehalte.
- Zie voor (meer) contra-indicaties de rubriek Zwangerschap/Lactatie.
Waarschuwingen en voorzorgen
Bepaal de respons door de bloedspiegels van fenylalanine te controleren. Controleer 1–2 weken na elke dosisaanpassing de bloedspiegels van fenylalanine en tyrosine en daarna regelmatig. Zet een beperkt-fenylalaninedieet voort en beoordeel de patiënt regelmatig klinisch. Langdurige blootstelling aan lage bloedspiegels van fenylalanine en tyrosine in de kindertijd is in verband gebracht met een gestoorde neurologische ontwikkeling.
Wees voorzichtig bij aanleg voor convulsies. In klinische onderzoeken bij patiënten met BH4-deficiëntie die sapropterine kregen, werden convulsies en verergering van convulsies gemeld.
Bij staken van de behandeling kan een reboundeffect optreden, gedefinieerd als een toename van de bloedspiegels van fenylalanine tot boven het niveau van vóór de behandeling.
De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij patiënten ouder dan 65 jaar of met verminderde nier- of leverfunctie.
Hulpstoffen: Houd rekening met de hoeveelheid kalium in de sachets (poeder voor drank) bij een verminderde nierfunctie of bij een gecontroleerd kaliumdieet.
Waarschuwingen en voorzorgen
Wees voorzichtig bij een afwijkende leverfunctie in de anamnese of bij licht verhoogde transaminasewaarden in serum. Bepaal de transaminasen (incl. ALAT) in serum vóór en tijdens de therapie: maandelijks gedurende de eerste drie maanden van behandeling, daarna iedere drie maanden gedurende de rest van het eerste jaar en vervolgens periodiek. Controleer frequenter bij verhoging van de waarden. Staak de therapie indien de ALAT-waarden stijgen tot 5× ULN en dien riluzol niet op een later tijdstip opnieuw aan deze patiënten toe.
Neutropenie: Bij optreden van koorts direct de witte bloedcellen controleren. In geval van neutropenie de behandeling onmiddellijk staken.
Bij optreden van ademhalingssymptomen (droge hoest, dyspneu) radiografie van de borstkast uitvoeren; bij aanwijzingen voor interstitiële longziekte de behandeling onmiddellijk staken.
Onderzoeksgegevens: Toepassing bij kinderen en mensen met gestoorde nierfunctie is niet onderzocht.
Sigarettenrook en nuttigen van op houtskool geroosterd voedsel versnellen de eliminatie van riluzol.
Bij de orodispergeerbare film:
- wees voorzichtig met inname van voedsel als orale hypesthesie optreedt; hypesthie kan binnen 1 min optreden en 40 min aanhouden;
- wees voorzichtig bij patiënten met ernstige sialorroe of dysfagie.
Fructose in de orodispergeerbare film kan de tanden beschadigen.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Overdosering
Neem voor informatie over een vergiftiging met sapropterine contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Overdosering
Symptomen
In geïsoleerde gevallen acute toxische encefalopathie met stupor, coma en methemoglobinemie.
Neem voor informatie over een vergiftiging met riluzol contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.
Eigenschappen
Sapropterine is een synthetische versie van het natuurlijk voorkomende 6R-tetrahydrobiopterine (BH4). Bij een aantal patiënten met verminderde activiteit van fenylalanine-hydroxylase (PAH), al dan niet door deficiëntie van BH4, verbetert sapropterine de PAH-activiteit en daarmee de omzetting van fenylalanine naar tyrosine. Dit voorkomt of vermindert fenylalaninestapeling en de schadelijke gevolgen hiervan. Werking: maximaal na 3 weken (verlaging fenylalaninespiegel).
Kinetische gegevens
Resorptie | bij inname met een vetrijke en calorierijke maaltijd wordt een 40–85% hogere maximale bloedconcentratie bereikt. |
T max | 3–4 uur, 4–5 na inname met een vetrijke en calorierijke maaltijd. |
Overig | vooral distributie naar nieren, bijnieren en lever. |
Metabolisering | m.n. in de lever tot dihydrobiopterine en biopterine. |
Eliminatie | vooral via de feces. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Eigenschappen
Riluzol vertraagt het progressieve proces bij amyotrofische laterale sclerose (ALS) vermoedelijk door remming van de neurotransmitter glutamaat in het centrale zenuwstelsel.
Kinetische gegevens
Resorptie | snel; 17% minder na vetrijke maaltijd. |
T max | 60–90 min. |
Eiwitbinding | 97%. |
Metabolisering | in de lever o.a. via CYP1A2 tot de inactieve metaboliet N-hydroxy-riluzol en inactieve metabolieten. |
Eliminatie | vnl. met de urine. |
T 1/2el | 9–15 uur. |
Uitleg afkortingen
F | biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt) |
T max | tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening |
V d | verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam) |
T 1/2 | plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren) |
T 1/2el | plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd |
Groepsinformatie
sapropterine hoort bij de groep middelen bij metabole aandoeningen, overige.
Groepsinformatie
riluzol hoort bij de groep middelen voor het zenuwstelsel, overige.