selpercatinib

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Retsevmo XGVS Aanvullende monitoring Eli Lilly Nederland

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
40 mg, 80 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

selpercatinib vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

De EMA heeft de marktregistratie van selpercatinib voorwaardelijk goedgekeurd om het versneld beschikbaar te maken; aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht.

Zie voor de adviezen van de Commissie BOM nvmo.org (onder selpercatinib).

Indicaties

Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)

  • Gevorderd RET-fusiepositief NSCLC bij volwassenen die niet eerder behandeld zijn met een RET-remmer, als monotherapie.

Schildkliercarcinoom

  • Gevorderd RET-fusiepositief schildkliercarcinoom bij volwassenen, na eerdere behandeling met sorafenib en/of lenvatinib, als monotherapie;
  • Gevorderd RET-gemuteerd medullair schildkliercarcinoom (MTC) bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar, als monotherapie.

Doseringen

Bevestig voorafgaand aan de behandeling de aanwezigheid van een RET-genfusie (NSCLC en niet-medullair schildkliercarcinoom) of een RET-mutatie (MTC) middels een gevalideerde test.

Klap alles open Klap alles dicht

NSCLC, niet-medullair en medullair schildkliercarcinoom

Lichaamsgewicht < 50 kg

120 mg 2×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Lichaamsgewicht ≥ 50 kg

160 mg 2×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

Verminderde nierfunctie: bij een licht, matig of ernstig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij eindfase nierfalen of bij dialysepatiënten.

Verminderde leverfunctie: bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) is de aanbevolen dosis 80 mg 2×/dag. Bij een licht of matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is geen dosisaanpassing nodig.

Sterke CYP3A4-remmer: bij gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4-remmer de dosis van selpercatinib halveren. Indien de CYP3A4-remmer wordt gestaakt, de dosis van selpercatinib (na 3–5× de halfwaardetijd van de CYP3A4-remmer) verhogen naar de oorspronkelijke dosis.

Gemiste dosis: na missen of uitbraken van een dosis de volgende dosis op het volgende geplande moment innemen; neem geen extra dosis in.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (zoals verhoogde transaminasewaarden, hypertensie, overgevoeligheid, verlengd QT-interval, hemorragische voorvallen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2 en rubriek 4.4).

Toediening: de capsules in hun geheel (dus niet kauwen, breken of vermalen) innemen met water, met of zonder voedsel. Neem de capsules elke dag op ongeveer het zelfde tijdstip in. Bij gelijktijdig gebruik met een H₂-antagonist, selpercatinib 2 uur voor óf 10 uur na de H₂-antagonist innemen. Bij gelijktijdig gebruik met een protonpompremmer, selpercatinib tijdens de maaltijd innemen.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust. Hoofdpijn, duizeligheid. Verlengd QT-interval. Hypertensie. (Fatale) bloeding. Droge mond, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Koorts, vermoeidheid, oedeem. Trombocytopenie, lymfocytopenie. Hypomagnesiëmie. Stijging van ALAT, ASAT en serumcreatinine.

Vaak (1-10%): overgevoeligheid. Interstitiële longziekte/pneumonitis, chylothorax. Chyleuze ascites.

Interacties

Onderzoek naar interacties met selpercatinib is alleen bij volwassenen uitgevoerd.

Selpercatinib wordt voornamelijk door CYP3A4 gemetaboliseerd; vermijd gelijktijdig gebruik van een sterke CYP3A4-remmer, zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, ritonavir, saquinavir en posaconazol, omdat deze de plasmaconcentratie van selpercatinib kunnen verhogen. Indien vermijden niet mogelijk is moet de dosis van selpercatinib worden verlaagd, zie de rubriek Dosering. Vermijd tevens gelijktijdig gebruik van een sterke CYP3A4-inductor, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifabutine, rifampicine en sint-Janskruid, omdat deze de plasmaconcentratie van selpercatinib kunnen verlagen.

De oplosbaarheid van selpercatinib is pH-afhankelijk, met een lagere oplosbaarheid bij een hogere pH. Adviseer inname van selpercatinib 2 uur voor óf 10 uur na toediening van een H2-antagonist. Adviseer inname van selpercatinib tijdens de maaltijd bij gelijktijdig gebruik met een protonpompremmer.

Vermijd het gelijktijdig gebruik van CYP2C8-substraten, zoals buprenorfine, enzalutamide, montelukast, paclitaxel, repaglinide, selexipag en sorafenib, omdat de plasmaconcentratie van deze middelen kan stijgen.

Vermijd het gelijktijdig gebruik van CYP3A4-substraten, zoals alfentanil, avanafil, buspiron, darifenacine, darunavir, ebastine, lomitapide, midazolam, naloxegol, saquinavir, simvastatine en vardenafil, omdat de plasmaconcentratie van deze middelen kan stijgen.

Selpercatinib is in vivo een remmer van P-glycoproteïne (Pgp). Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met een Pgp-substraat, zoals colchicine, dabigatran, digoxine, fexofenadine of saxagliptine.

Bij gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze het QT-interval verlengen, zoals o.a. amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macroliden en enkele antimycotica, het ECG frequenter controleren op QT-verlenging dan in de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor alle patiënten wordt geadviseerd. Onderbreken of aanpassen van de dosering selpercatinib kan vereist zijn.

Selpercatinib remt mogelijk D2-dejodinase, waardoor de omzetting van levothyroxine (T4) in liothyronine (T3) wordt geremd. Patiënten kunnen daardoor onvoldoende reageren op substitutie met levothyroxine. Aanvulling met liothyronine kan nodig zijn.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik tijdens de zwangerschap ontraden.

Vruchtbaarheid: Bij de mens, geen gegevens. Op basis van gegevens uit dierstudies kan selpercatinib de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid verminderen; adviseer vrouwen om een genetisch adviescentrum te raadplegen en mannen om advies in te winnen over de mogelijkheid van cryopreservatie van sperma.

Overig: Een vruchtbare man of vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie.

Contra-indicaties

Er zijn voor dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

De EMA heeft de marktregistratie van dit geneesmiddel voorwaardelijk goedgekeurd om het versnel beschikbaar te maken; aanvullend bewijs over de baten van dit geneesmiddel wordt afgewacht.

Pneumonitis/interstitiële longziekte (ILD), waaronder ernstige en fatale gevallen, zijn gemeld. Controleer op tekenen van pneumonitis/ILD, zoals dyspneu, hoesten en koorts en onderbreek de behandeling als deze symptomen zich voordoen. Bij pneumonitis/ILD graad 2 de dosering verlagen. Bij pneumonitis/ILD ≥ graad 3 de behandeling onderbreken tot herstel naar baseline. Bij recidiverende of levensbedreigende pneumonitis/ILD de behandeling definitief staken.

Stijging van de transaminasewaarden ≥ graad 3 zijn gemeld. Controleer de waarden van ASAT en ALAT voorafgaand aan, elke 2 weken gedurende de eerste 3 maanden én maandelijks gedurende de daaropvolgende 3 maanden van de behandeling, of indien klinisch geïndiceerd.

Controleer de bloeddruk voorafgaand aan en gedurende de behandeling. Start indien nodig met antihypertensieve therapie. Afhankelijk van de mate van bloeddrukstijging kan een dosisaanpassing van selpercatinib nodig zijn. Staak selpercatinib definitief indien klinisch relevante hypertensie niet onder controle kan worden gebracht met standaard antihypertensieve therapie.

QT-verlenging is gemeld. Wees voorzichtig bij aandoeningen die ritmestoornissen kunnen uitlokken, zoals congenitaal of verworven lang QT-syndroom. Start niet met de behandeling bij een QTcF-interval > 470 ms of afwijkende waarden van de serumelektrolyten. Controleer bij alle patiënten het ECG en de serumelektrolyten na 1 week en ten minste maandelijks gedurende de eerste 6 maanden van de behandeling, of indien klinisch geïndiceerd. Stel de frequentie bij op basis van risicofactoren, zoals diarree, braken en/of misselijkheid. Controleer vaker bij gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen, zie ook de rubriek Interacties. Corrigeer hypokaliëmie, hypomagnesiëmie of hypocalciëmie alvorens te starten met selpercatinib en tijdens de behandeling.

Hypothyroïdie is gemeld bij patiënten die selpercatinib kregen (zie rubriek 4.8). Bepaal bij alle patiënten voorafgaand aan en periodiek tijdens de behandeling de schildklierfunctie. Controleer tijdens de behandeling op tekenen en symptomen van een schildklierfunctiestoornis. De schildklierfunctie moet tijdens de behandeling met selpercatinib periodiek worden gecontroleerd. Houd er rekening mee dat selpercatinib de omzetting van levothyroxine (T4) remt en aanvulling met liothyronine nodig kan zijn, zie ook de rubriek Interacties.

Bij optreden van overgevoeligheidsreacties de volgende dosis uitstellen, en starten met een behandeling met steroïden. Afhankelijk van de ernst, kan aanpassing van de dosering van selpercatinib nodig zijn. Staak selpercatinib definitief bij terugkerende overgevoeligheidsreacties. Verschijnselen van overgevoeligheid zijn o.a. koorts, huiduitslag en gewrichts- of spierpijn met gelijktijdige daling van het aantal trombocyten of verhoogde transferasewaarden. Het merendeel van de gevallen trad op bij patiënten met NSCLC die eerder werden behandeld met anti-PD-1/PD-L1 immunotherapie.

Bij optreden van een levensbedreigende of ernstige bloeding de behandeling met selpercatinib definitief staken.

Vanwege kans op groeischijfafwijkingen bij adolescenten open groeischijven monitoren. Bij optreden van groeischijfafwijkingen afhankelijk van de ernst overwegen de behandeling te onderbreken of te staken.

Voor de behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.

Onderzoeksgegevens: er zijn beperkte gegevens beschikbaar bij een ernstig verminderde leverfunctie en bij ouderen ≥ 75 jaar. Bij RET-gemuteerd MTC zijn er zeer beperkte gegevens beschikbaar bij kinderen of adolescenten ≤ 18 jaar. Het gebruik is niet onderzocht bij eindfase nierfalen, hemodialyse en bij kinderen of adolescenten met RET-fusiepositief NSCLC of schildkliercarcinoom.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met selpercatinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Selpercatinib is een selectieve remmer van de 'rearranged during transfection' (RET)-receptor tyrosinekinase. RET is een proto-oncogen dat na mutatie zorgt voor celproliferatie via de GDNF-signaleringsroute. Selpercartinib remt de tyrosinekinase-activiteit van wildtype RET en RET-gemuteerde isovormen. Dit leidt tot remming van de celgroei van tumorcellen met een verhoogde RET-acitiviteit. Daarnaast remt selpercatinib VEGFR1, VEGFR3 en FGFR 1, 2 en 3.

Kinetische gegevens

T max ca. 2 uur.
F ca. 73%.
V d ca. 2,5 liter/kg.
Eiwitbinding 96%.
Metabolisering voornamelijk in de lever via CYP3A4.
Eliminatie voor ca. 69% met de feces (waarvan ca. 14% in onveranderde vorm) en voor ca. 24% met de urine (waarvan ca. 12% in onveranderde vorm).
T 1/2el 22 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

selpercatinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Externe links