Farmacotherapeutisch Kompas

U bevindt zich hier:

Farmacotherapeutisch Kompas Geneesmiddelen
Wis invoer

Uitbreiden…

Open/sluiten

Welke geneesmiddelen wilt u aan de vergelijking toevoegen?

selpercatinib

proteïnekinaseremmers L01EX22

Sluiten

cobimetinib

proteïnekinaseremmers L01EE02

Sluiten

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Retsevmo XGVS Aanvullende monitoring Eli Lilly Nederland

Toedieningsvorm
Capsule
Sterkte
40 mg, 80 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Cotellic (als hemifumaraat) XGVS Roche Nederland bv

Toedieningsvorm
Tablet, omhuld
Sterkte
20 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

Advies

Zie voor de behandeling van niet-kleincellig longcarcinoom en schildkliercarcinoom de geldende behandelrichtlijnen op richtijnendatabase.nl.

Advies

Zie voor de adviezen van cobimetinib de Commissie BOM (onder cobimetinib).

Voor de behandeling van melanoom staat op richtlijnendatabase.nl de geldende behandelrichtlijn.

Indicaties

Niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC)

  • Gevorderd RET-fusiepositief NSCLC bij volwassenen die niet eerder behandeld zijn met een RET-remmer, als monotherapie.

Schildkliercarcinoom

  • Gevorderd RET-fusiepositief schildkliercarcinoom bij volwassenen, na eerdere behandeling met sorafenib en/of lenvatinib, als monotherapie;
  • Gevorderd RET-gemuteerd medullair schildkliercarcinoom (MTC) bij volwassenen en kinderen ≥ 12 jaar, als monotherapie.

Indicaties

  • Inoperabel of gemetastaseerd maligne melanoom van de huid met een vastgestelde BRAF V600-mutatie bij volwassenen in combinatie met vemurafenib.

Doseringen

Bevestig voorafgaand aan de behandeling de aanwezigheid van een RET-genfusie (NSCLC en niet-medullair schildkliercarcinoom) of een RET-mutatie (MTC) middels een gevalideerde test.

Klap alles open Klap alles dicht

NSCLC, niet-medullair en medullair schildkliercarcinoom

Lichaamsgewicht < 50 kg

120 mg 2×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Lichaamsgewicht ≥ 50 kg

160 mg 2×/dag. De behandeling voortzetten tot aan ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Ouderen: er is geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

Verminderde nierfunctie: bij een licht, matig of ernstig verminderde nierfunctie is geen dosisaanpassing nodig. Er zijn geen gegevens over het gebruik bij eindfase nierfalen of bij dialysepatiënten.

Verminderde leverfunctie: bij een ernstig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 10–15) is de aanbevolen dosis 80 mg 2×/dag. Bij een licht of matig verminderde leverfunctie (Child-Pughscore 5–9) is geen dosisaanpassing nodig.

Sterke CYP3A4-remmer: bij gelijktijdig gebruik met een sterke CYP3A4-remmer de dosis van selpercatinib halveren. Indien de CYP3A4-remmer wordt gestaakt, de dosis van selpercatinib (na 3–5× de halfwaardetijd van de CYP3A4-remmer) verhogen naar de oorspronkelijke dosis.

Gemiste dosis: na missen of uitbraken van een dosis de volgende dosis op het volgende geplande moment innemen; neem geen extra dosis in.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van de behandeling bij (ernstige) bijwerkingen (zoals verhoogde transaminasewaarden, hypertensie, overgevoeligheid, verlengd QT-interval, hemorragische voorvallen) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, tabel 1 en 2 en rubriek 4.4).

Toediening: de capsules in hun geheel (dus niet kauwen, breken of vermalen) innemen met water, met of zonder voedsel. Neem de capsules elke dag op ongeveer het zelfde tijdstip in. Bij gelijktijdig gebruik met een H₂-antagonist, selpercatinib 2 uur voor óf 10 uur na de H₂-antagonist innemen. Bij gelijktijdig gebruik met een protonpompremmer, selpercatinib tijdens de maaltijd innemen.

Doseringen

Vóór het starten van de behandeling eerst de BRAF V600-mutatie (V600E en/of V600K) aantonen door middel van een gevalideerde test.

Klap alles open Klap alles dicht

Inoperabel of gemetastaseerd maligne melanoom:

Volwassenen (incl. ouderen):

Een cyclus bestaat uit 28 dagen: 60 mg 1×/dag gedurende 21 dagen, hierna de behandeling onderbreken gedurende 7 dagen. Cobimetinib wordt gegeven in combinatie met vemurafenib. De behandeling voortzetten tot ziekteprogressie of onaanvaardbare toxiciteit.

Verminderde nierfunctie: op basis van een farmacokinetische populatie-analyse wordt een dosisaanpassing bij een licht tot matig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≥ 30 ml/min) niet aanbevolen. Er kan vanwege onvoldoende gegevens geen doseeradvies worden gegeven voor een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min).

Verminderde leverfunctie: een dosisaanpassing is niet nodig. Zie echter ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen/verminderde leverfunctie.

Bij braken na inname van cobimetinib die dag géén extra dosis innemen, maar de behandeling de volgende dag voortzetten.

Bij een gemiste dosis kan deze nog worden ingenomen tot 12 uur voorafgaand aan de volgende dosis om zo het eenmaaldaagse schema te behouden.

Ernstige bijwerkingen: zie voor dosisaanpassingen en richtlijnen voor onderbreking of staken van één of beide geneesmiddelen bij (ernstige) bijwerkingen (bijwerkingen in het algemeen (diarree, sereuze retinopathie), bloeding, linkerventrikeldisfunctie (LVEF), QT-verlenging, spiertoxiciteit, afwijking leverenzymwaarden, fotosensibilisatie, huiduitslag) de officiële productinformatie CBG/EMA (rubriek 4.2, waaronder tabel 1 en 2 en rubriek 4.4.). Indien doses achterwege zijn gelaten vanwege toxiciteit, deze niet meer inhalen. Als de dosering vanwege een toxiciteit eenmaal is verlaagd, deze later niet meer verhogen.

Toediening: de tabletten in hun geheel innemen met water. Kan worden ingenomen met en zonder voedsel.

Bijwerkingen

Zeer vaak (> 10%): verminderde eetlust. Hoofdpijn, duizeligheid. Verlengd QT-interval. Hypertensie. (Fatale) bloeding. Droge mond, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Koorts, vermoeidheid, oedeem. Trombocytopenie, lymfocytopenie. Hypomagnesiëmie. Stijging van ALAT, ASAT en serumcreatinine.

Vaak (1-10%): overgevoeligheid.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Bijwerkingen

In combinatie met vemurafenib

Zeer vaak (> 10%): hypertensie, bloedingen op diverse lokalisaties (o.a. maag-darmbloeding (CTCAE alle graden van ernst; bij ca. 4%), hematurie (3%), hersenbloeding (1%), bloeding in het voortplantingsstelsel (2%)). Misselijkheid, braken, diarree. Sereuze retinopathie zoals chorioretinopathie en retinaloslating. Huiduitslag (maculopapuleus), acneïforme dermatitis, fotosensibilisatie (ca. 47%, CTCAE graad ≥ 3 ca. 4%; bv. zonnebrand, zonnedermatitis, actinische elastose), hyperkeratose, jeuk, droge huid. Koorts, rillingen, perifeer oedeem. Anemie. Stijging leverenzymwaarden (AF, ALAT, ASAT, γGT; stijging van een individueel enzym komt bij ca. 60–70% van de patiënten voor), bilirubinewaarden in bloed (bij ca. 33%). stijging creatinekinase (bij ca. 70%).

Vaak (1-10%): pneumonitis. Wazig zicht, verminderd gezichtsvermogen. Basaalcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom, keratoacanthoom. Daling van de LVEF. Dehydratie, hyponatriëmie, hypofosfatemie, hyperglykemie.

Soms (0,1-1%): rabdomyolyse.

Bij patiënten > 65 jaar komen ernstige bijwerkingen vaker voor.

  • Informatie van Lareb over dit middel
  • Meldformulier bijwerkingen

Interacties

Onderzoek naar interacties met selpercatinib is alleen bij volwassenen uitgevoerd.

Selpercatinib wordt voornamelijk door CYP3A4 gemetaboliseerd; ; vermijd gelijktijdig gebruik van een sterke CYP3A4-remmer, zoals ketoconazol, itraconazol, voriconazol, ritonavir, saquinavir en posaconazol, omdat deze de plasmaconcentratie van selpercatinib kunnen verhogen. Indien vermijden niet mogelijk is moet de dosis van selpercatinib worden verlaagd, zie de rubriek Dosering. Vermijd tevens gelijktijdig gebruik van een sterke CYP3A4-inductor, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, rifabutine, rifampicine en sint-Janskruid, omdat deze de plasmaconcentratie van selpercatinib kunnen verlagen.

De oplosbaarheid van selpercatinib is pH-afhankelijk, met een lagere oplosbaarheid bij een hogere pH. Adviseer inname van selpercatinib 2 uur voor óf 10 uur na toediening van een H2-antagonist. Adviseer inname van selpercatinib tijdens de maaltijd bij gelijktijdig gebruik met een protonpompremmer.

Vermijd het gelijktijdig gebruik van CYP2C8-substraten, zoals buprenorfine, enzalutamide, montelukast, paclitaxel, repaglinide, selexipag en sorafenib, omdat de plasmaconcentratie van deze middelen kan stijgen.

Vermijd het gelijktijdig gebruik van CYP3A4-substraten, zoals alfentanil, avanafil, buspiron, darifenacine, darunavir, ebastine, lomitapide, midazolam, naloxegol, saquinavir, simvastatine en vardenafil, omdat de plasmaconcentratie van deze middelen kan stijgen.

Selpercatinib is in vivo een remmer van P-glycoproteïne (Pgp). Wees voorzichtig bij gelijktijdig gebruik met een Pgp-substraat, zoals colchicine, dabigatran, digoxine, fexofenadine of saxagliptine.

Bij gelijktijdige behandeling met geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze het QT-interval verlengen, zoals o.a. amiodaron, methadon, kinidine, disopyramide, sotalol, tricyclische antidepressiva, sommige antipsychotica, macroliden en enkele antimycotica, het ECG frequenter controleren op QT-verlenging dan in de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen voor alle patiënten wordt geadviseerd. Onderbreken of aanpassen van de dosering selpercatinib kan vereist zijn.

Interacties

Cobimetinib wordt gemetaboliseerd door CYP3A en is een substraat voor Pgp. Cobimetinib is zelf een matige remmer van BCRP en mogelijk een inductor van CYP1A2. Let op: door de lange eliminatiehalfwaardetijd kan het tot 2 weken duren voordat cobimetinib uit het lichaam is verwijderd.

De blootstelling aan cobimetinib kan aanzienlijk verhogen door combinatie met sterke CYP3A4-remmers zoals sommige azoolantimycotica, claritromycine, sommige HIV-proteaseremmers (waaronder ritonavir) en cobicistat; vermijd deze combinaties. Indien de combinatie toch noodzakelijk is de patiënt zorgvuldig controleren. Bij CYP3A4-remmers die kortdurend worden gebruikt (≤ 7 dagen) overwegen de behandeling met cobimetinib te onderbreken. Vanwege een verlaging van de werkzaamheid van cobimetinib combinatie met matige tot sterke CYP3A4-inductoren zoals carbamazepine, fenytoïne, rifampicine, fenobarbital en sint-janskruid vermijden en zo mogelijk alternatieven overwegen.

Wees voorzichtig met de combinatie met matig sterke CYP3A4-remmers zoals erytromycine, fluconazol, miconazol, diltiazem, verapamil, aprepitant, fosamprenavir en grapefruit-/pompelmoessap. De plasmaspiegel van cobimetinib kan mogelijk ook verhogen indien gecombineerd met Pgp-remmers (bv. ciclosporine, verapamil).

Combinatie met anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers vermeerdert de kans op ernstige bloedingen in het centraal zenuwstelsel of maag-darmkanaal.

Wees voorzichtig met andere spiertoxische geneesmiddelen zoals statinen, fibraten, ciclosporine, daptomycine en abirateron.

Wees (tot meer over de klinische relevantie bekend is) voorzichtig met de combinatie met substraten voor BCRP die tevens een geringe therapeutische breedte hebben zoals methotrexaat, rosuvastatine en sulfasalazine. Mogelijk verlaagt cobimetinib de blootstelling van substraten van CYP1A2 zoals theofylline, duloxetine, clozapine, olanzapine, ropinirol en tizanidine; de werkzaamheid van deze middelen kan mogelijk afnemen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens geen gegevens. Bij dieren schadelijk gebleken.

Advies: Gebruik tijdens de zwangerschap ontraden.

Vruchtbaarheid: Bij de mens, geen gegevens. Op basis van gegevens uit dierstudies kan selpercatinib de mannelijke en vrouwelijke vruchtbaarheid verminderen; adviseer vrouwen om een genetisch adviescentrum te raadplegen en mannen om advies in te winnen over de mogelijkheid van cryopreservatie van sperma.

Overig: Een vruchtbare man of vrouw dient adequate anticonceptieve maatregelen te nemen gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onbekend. Bij dieren in therapeutische doseringen schadelijk gebleken (misvormingen van de schedel en grote vaten, verhoogde sterfte).

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Het risico voor de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het geven van borstvoeding ontraden gedurende en tot ten minste 1 week na de therapie.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Onbekend. Een nadelig effect bij de zuigeling kan niet worden uitgesloten.

Advies: Het gebruik van dit geneesmiddel of het geven van borstvoeding ontraden.

Overig: Een vruchtbare vrouw dient twee adequate anticonceptieve maatregelen te nemen (bv. aanvullend een condoom of ander barrièremiddel) gedurende én tot ten minste 3 maanden na de therapie.

Contra-indicaties

Er zijn voor dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Contra-indicaties

Er zijn van dit middel geen klinisch relevante contra-indicaties bekend.

Waarschuwingen en voorzorgen

Selpercatinib is geregistreerd onder voorwaardelijke toelating om het versneld beschikbaar te maken; er zijn echter nog onvoldoende gegevens over de werkzaamheid en de veiligheid.

Stijging van de transaminasewaarden ≥ graad 3 zijn gemeld. Controleer de waarden van ASAT en ALAT voorafgaand aan, elke 2 weken gedurende de eerste 3 maanden én maandelijks gedurende de daaropvolgende 3 maanden van de behandeling, of indien klinisch geïndiceerd.

Controleer de bloeddruk voorafgaand aan en gedurende de behandeling. Start indien nodig met antihypertensieve therapie. Afhankelijk van de mate van bloeddrukstijging kan een dosisaanpassing van selpercatinib nodig zijn. Staak selpercatinib definitief indien klinisch relevante hypertensie niet onder controle kan worden gebracht met standaard antihypertensieve therapie.

QT-verlenging is gemeld. Wees voorzichtig bij aandoeningen die ritmestoornissen kunnen uitlokken, zoals congenitaal of verworven lang QT-syndroom. Start niet met de behandeling bij een QTcF-interval > 470 ms of afwijkende waarden van de serumelektrolyten. Controleer bij alle patiënten het ECG en de serumelektrolyten na 1 week en ten minste maandelijks gedurende de eerste 6 maanden van de behandeling, of indien klinisch geïndiceerd. Stel de frequentie bij op basis van risicofactoren, zoals diarree, braken en/of misselijkheid. Controleer vaker bij gelijktijdig gebruik met geneesmiddelen die het QT-interval kunnen verlengen, zie ook de rubriek Interacties. Corrigeer hypokaliëmie, hypomagnesiëmie of hypocalciëmie alvorens te starten met selpercatinib en tijdens de behandeling.

Bij optreden van overgevoeligheidsreacties de volgende dosis uitstellen, en starten met een behandeling met steroïden. Afhankelijk van de ernst, kan aanpassing van de dosering van selpercatinib nodig zijn. Staak selpercatinib definitief bij terugkerende overgevoeligheidsreacties. Verschijnselen van overgevoeligheid zijn o.a. koorts, huiduitslag en gewrichts- of spierpijn met gelijktijdige daling van het aantal trombocyten of verhoogde transferasewaarden. Het merendeel van de gevallen trad op bij patiënten met NSCLC die eerder werden behandeld met anti-PD-1/PD-L1 immunotherapie.

Bij optreden van ernstige of levensbedreigende bloedingen de behandeling met selpercatinib definitief staken.

Vanwege kans op groeischijfafwijkingen bij adolescenten open groeischijven monitoren. Bij optreden van groeischijfafwijkingen afhankelijk van de ernst overwegen de behandeling te onderbreken of te staken.

Voor de behandeling van vruchtbare mannen, zie de rubriek Zwangerschap.

Onderzoeksgegevens: er zijn beperkte gegevens beschikbaar bij een ernstig verminderde leverfunctie en bij ouderen ≥ 75 jaar. Bij RET-gemuteerd MTC zijn er zeer beperkte gegevens beschikbaar bij kinderen of adolescenten ≤ 18 jaar. Het gebruik is niet onderzocht bij eindfase nierfalen, hemodialyse en bij kinderen of adolescenten met RET-fusiepositief NSCLC of schildkliercarcinoom.

Waarschuwingen en voorzorgen

Ernstige bloedingen zijn gemeld, waaronder hersenbloedingen en maag-darmbloedingen. De mediane tijd tot ontstaan is ca. 6 maanden. Risicofactoren zijn o.a. de aanwezigheid van hersenmetastasen, bestaande maag-darmaandoeningen en gebruik van antistolling (zie rubriek Interacties). Onderbreek de behandeling bij CTCAE graad 3- of 4-bloedingen. De behandeling mag niet meer worden hervat bij hersenbloedingen of na graad 4-bloedingen elders die kunnen worden toegeschreven aan het gebruik van cobimetinib. Hervat na een graad 3-bloeding alleen na klinische beoordeling. Indien gewenst de behandeling met vemurafenib voortzetten. Laat de patiënt zich direct melden bij optreden van hoofdpijn, duizeligheid, zwakheid, bloed in de ontlasting of speeksel, of roodgekleurde urine.

Daling van de LVEF kan optreden met een mediane tijd van 4 maanden (1–13 maanden) na de start van de behandeling. De LVEF vaststellen vóór aanvang van de behandeling, dan na 1 maand en vervolgens elke 3 maanden én wanneer het klinisch is geïndiceerd. Bij hervatting van de behandeling met een dosisverlaging na een onderbreking, de LVEF vaststellen na ca. 2, 4, 10 en 16 weken en daarna indien klinisch geïndiceerd. Patiënten met een LVEF-baseline onder de institutionele ondergrens van de normaalwaarde (ILN) óf onder de 50%, zijn niet onderzocht.

Spiertoxiciteit is gemeld. De mediane tijd tot het eerste optreden van graad 3- en 4-CPK-verhogingen (CTCAE) is 16 dagen (bereik: 11 dagen tot 10 maanden). Vóór aanvang van de behandeling en maandelijks tijdens de behandeling serum CK en creatininewaarde bepalen en tevens wanneer klinisch geïndiceerd. Controleer op tekenen van rabdomyolyse of andere oorzaken bij stijging van CK. Onderbreek de behandeling wanneer rabdomyolyse, symptomatisch verhoogde CK of graad 4 asymptomatisch verhoogde CK optreedt. De behandeling niet hervatten indien de symptomen niet verbeteren binnen 4 weken. Hervat de behandeling onder nauwlettende controle met een dosisverlaging van 20 mg ten opzichte van de vorige dosis, indien binnen 4 weken de ernst met ten minste één graad is verbeterd. De dosering van vemurafenib kan worden voortgezet tijdens de dosisaanpassingen van cobimetinib. Laat de patiënt zich direct melden bij optreden van onverklaarde spierpijn, -spasmen, -zwakte en/of donkere of roodgekleurde urine.

Wees voorzichtig bij verminderde leverfunctie. Bij ernstige leverfunctiestoornissen (Child-Pughscore 10–15) kan de plasmaconcentratie van ongebonden cobimetinib stijgen. Een dosisaanpassing wordt echter niet aanbevolen. Cobimetinib kan bijwerkingen op de lever geven. De leverenzymwaarden (in het bijzonder ASAT, ALAT en AF) controleren vóór aanvang van de behandeling én maandelijks tijdens de behandeling en vaker indien klinisch geïndiceerd. Bij afwijkingen kan onderbreken van de behandeling, dosisverlaging óf staken van de behandeling nodig zijn. Er zijn zeer weinig gegevens beschikbaar over het gebruik bij een (matig) ernstig verminderde leverfunctie; wees hierbij daarom voorzichtig met de toepassing van cobimetinib.

Als de QTc-tijd tijdens de behandeling de 500 ms overschrijdt, de dosering van vemurafenib aanpassen.

Behandel diarree met antidiarreemiddelen en ondersteunende zorg. Bij ernstige diarree ≥ graad 3 ondanks ondersteunende zorg, de behandeling met cobimetinib en vemurafenib onderbreken tot verbetering optreedt naar diarree ≤ graad 1. Bij terugkeer van diarree ≥ graad 3 de dosis verlagen.

Controleer zorgvuldig op nieuwe of verergerende visusstoornissen. De mediane tijd tot het ontstaan van sereuze retinopathie is 1 maand (0–9 maanden). Bij nieuwe of verergerende symptomen een oogheelkundig onderzoek uitvoeren. Bij vaststelling van sereuze retinopathie de behandeling onderbreken, de dosis verlagen óf de behandeling definitief staken.

Onderzoeksgegevens: er zijn zeer weinig gegevens beschikbaar bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) en weinig gegevens bij een verminderde leverfunctie ; wees hierbij voorzichtig met de toepassing van cobimetinib. De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij niet-Indo-Europese patiënten en ook niet bij kinderen (< 18 jaar). Relatief weinig gegevens laten zien dat de werkzaamheid van cobimetinib+vemurafenib lager is bij ziekteprogressie na eerder gebruik van een BRAF-remmer; overweeg andere behandelopties. De werkzaamheid is niet onderzocht bij cerebrale metastasering van een melanoom positief voor de BRAF V600-mutatie.

  • Rij Veilig met Medicijnen

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met selpercatinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Overdosering

Neem voor informatie over een vergiftiging met cobimetinib contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Proteïnekinaseremmer. Selpercatinib is een selectieve remmer van de 'rearranged during transfection' (RET)-receptor tyrosinekinase. RET is een proto-oncogen dat na mutatie zorgt voor celproliferatie via de GDNF-signaleringsroute. Selpercartinib remt de tyrosinekinase-activiteit van wildtype RET en RET-gemuteerde isovormen. Dit leidt tot remming van de celgroei van tumorcellen met een verhoogde RET-acitiviteit. Daarnaast remt selpercatinib VEGFR1, VEGFR3 en FGFR 1, 2 en 3.

Kinetische gegevens

T max ca. 2 uur.
F ca. 73%.
V d ca. 2,5 liter/kg.
Eiwitbinding 96%.
Metabolisering voornamelijk in de lever via CYP3A4.
Eliminatie voor ca. 69% met de feces (waarvan ca. 14% in onveranderde vorm) en voor ca. 24% met de urine (waarvan ca. 12% in onveranderde vorm).
T 1/2el 22 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Eigenschappen

Cobimetinib remt reversibel en selectief mitogeengeactiveerde extracellulair signaalgereguleerd kinase 1 (MEK1) en MEK2, met als gevolg een remming van de fosforylering van extracellulair signaalgereguleerd kinase 1 (ERK1) en ERK2. Blokkeert hiermee de celproliferatie die geïnduceerd wordt door de mitogeengeactiveerde proteïne-kinase- (MAPK-)signaalroute. De MAPK-signaalroute wordt ook wel de Ras-Raf-MEK-ERK signaalroute genoemd. Combinatie van vemurafenib (gericht op BRAF V600-eiwitten) en cobimetinib (gericht op MEK-eiwitten) resulteert in een sterkere remming van de intracellulaire signalering (MAPK-route) en van de tumorcelproliferatie.

Kinetische gegevens

Resorptie ca. 88%.
F ca. 46%, door 'first pass'-effect.
T max ca. 2½ uur.
V d ca. 11,5 l/kg.
Overig het is niet bekend of cobimetinib de bloed-hersenbarrière passeert.
Eiwitbinding ca. 95%.
Metabolisering uitgebreid in de lever door CYP3A en door glucuronidering via UGT2B7.
Eliminatie vnl. met de feces, vnl. als metaboliet (ca. 7% onveranderd).
T 1/2el ca. 44 uur (met grote variatie: 23–70 uur).

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

selpercatinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • asciminib (L01EA06) Vergelijk
  • avapritinib (L01EX18) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
  • capmatinib (L01EX17) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • cobimetinib (L01EE02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01EA02) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • osimertinib (L01EB04) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • pemigatinib (L01EN02) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • regorafenib (L01EX05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk
  • zanubrutinib (L01EL03) Vergelijk

Groepsinformatie

cobimetinib hoort bij de groep proteïnekinaseremmers.

  • abemaciclib (L01EF03) Vergelijk
  • acalabrutinib (L01EL02) Vergelijk
  • afatinib (L01EB03) Vergelijk
  • alectinib (L01ED03) Vergelijk
  • asciminib (L01EA06) Vergelijk
  • avapritinib (L01EX18) Vergelijk
  • axitinib (L01EK01) Vergelijk
  • binimetinib (L01EE03) Vergelijk
  • bosutinib (L01EA04) Vergelijk
  • brigatinib (L01ED04) Vergelijk
  • cabozantinib (L01EX07) Vergelijk
  • capmatinib (L01EX17) Vergelijk
  • ceritinib (L01ED02) Vergelijk
  • crizotinib (L01ED01) Vergelijk
  • dabrafenib (L01EC02) Vergelijk
  • dacomitinib (L01EB07) Vergelijk
  • dasatinib (L01EA02) Vergelijk
  • encorafenib (L01EC03) Vergelijk
  • entrectinib (L01EX14) Vergelijk
  • erlotinib (L01EB02) Vergelijk
  • everolimus (bij maligne aandoening) (L01EG02) Vergelijk
  • fedratinib (L01EJ02) Vergelijk
  • gefitinib (L01EB01) Vergelijk
  • gilteritinib (L01EX13) Vergelijk
  • ibrutinib (L01EL01) Vergelijk
  • idelalisib (L01EM01) Vergelijk
  • imatinib (L01EA01) Vergelijk
  • lapatinib (L01EH01) Vergelijk
  • larotrectinib (L01EX12) Vergelijk
  • lenvatinib (L01EX08) Vergelijk
  • lorlatinib (L01ED05) Vergelijk
  • midostaurine (L01EX10) Vergelijk
  • neratinib (L01EH02) Vergelijk
  • nilotinib (L01EA03) Vergelijk
  • nintedanib (bij interstitiële longziekte) (L01EX09) Vergelijk
  • nintedanib (bij maligne aandoening) (L01EX09) Vergelijk
  • osimertinib (L01EB04) Vergelijk
  • palbociclib (L01EF01) Vergelijk
  • pazopanib (L01EX03) Vergelijk
  • pemigatinib (L01EN02) Vergelijk
  • ponatinib (L01EA05) Vergelijk
  • regorafenib (L01EX05) Vergelijk
  • ribociclib (L01EF02) Vergelijk
  • ruxolitinib (L01EJ01) Vergelijk
  • selpercatinib (L01EX22) Vergelijk
  • sorafenib (L01EX02) Vergelijk
  • sunitinib (L01EX01) Vergelijk
  • temsirolimus (L01EG01) Vergelijk
  • tepotinib (L01EX21) Vergelijk
  • tivozanib (L01EK03) Vergelijk
  • trametinib (L01EE01) Vergelijk
  • tucatinib (L01EH03) Vergelijk
  • vandetanib (L01EX04) Vergelijk
  • vemurafenib (L01EC01) Vergelijk
  • zanubrutinib (L01EL03) Vergelijk

Kosten

Kosten laden…

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA

Zie ook

Geneesmiddelgroep

  • proteïnekinaseremmers

Externe links

  • Officiële productinformatie CBG/EMA
  • Geneesmiddelinformatie voor patiënten
???naar.zoeken???
Zorginstituut Nederland
Onafhankelijke geneesmiddelinformatie
voor zorgprofessionals

Service

  • Contact
  • E-learning cursus FK
  • Mobiele apps
  • Help

Over

  • Over deze site
  • Verantwoording
  • Veelgestelde vragen
  • Proclaimer
  • Copyright
  • Cookies
Het Farmacotherapeutisch Kompas gebruikt analytische cookies om het gebruik van de website te analyseren en daarmee de website te kunnen verbeteren.
Lees meer over cookies en hoe u cookies kunt uitschakelen

Web-App

Installeer deze Web-App op je iPhone: Tap het deel-icoon en daarna "Zet op beginscherm".