ertapenem

Samenstelling

Zie voor hulpstoffen de productinformatie van CBG/EMA of raadpleeg een apotheker.

Invanz (als Na-zout) XGVS Merck Sharp & Dohme bv

Toedieningsvorm
Poeder voor concentraat voor infusievloeistof
Sterkte
1000 mg

Uitleg symbolen

XGVS Dit geneesmiddel is niet opgenomen in het geneesmiddelen vergoedings systeem (GVS).
OTC 'Over the counter', dit geneesmiddel is een zelfzorgmiddel.
Bijlage 2 Aan de vergoeding van dit geneesmiddel zijn bepaalde voorwaarden verbonden, die zijn vermeld op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering.
Aanvullende monitoring Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Extra aandacht wordt gevraagd voor onverwachte bijwerkingen. Meldt u dit via het meldformulier van het Lareb.

ertapenem vergelijken met een ander geneesmiddel.

Advies

Bacteriële huidinfecties, community-acquired pneumonie (CAP): Ertapenem komt pas voor behandeling van deze infecties in aanmerking op basis van onderzoek naar de aard en de gevoeligheid van de verwekker; dit onderzoek is noodzakelijk bij onvoldoende effect van de middelen die geadviseerd worden voor de initiële empirische behandeling (zie hieronder en de verwijzingen).

Kijk in bacteriële huidinfecties voor informatie over de empirische behandeling ervan.

Bij een pneumonie is behandeling met antibiotica altijd aangewezen. De verwekker van de pneumonie is bepalend voor de keuze van het antibioticum, maar bij een onbekende verwekker is de ernst van de pneumonie bepalend voor de keuze van het antibioticum. Bij behandeling van een milde pneumonie (C(U)RB-65 score: 0–1, PSI klasse: I–II) heeft orale toediening van amoxicilline de voorkeur. Bij een matig-ernstige pneumonie (CURB-65 score: 2, PSI klasse: III–IV) is intraveneuze toediening van benzylpenicilline of amoxicilline aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI klasse: V) die op een normale afdeling wordt behandeld is monotherapie met een i.v. cefalosporine (cefotaxim, ceftriaxon of cefuroxim) aangewezen. Bij een ernstige pneumonie (CURB-65 score: > 2, PSI klasse: V) die op een intensivecare-afdeling wordt behandeld is monotherapie met i.v. moxifloxacine dan wel i.v. combinatietherapie van antibiotica aangewezen (cefotaxim of ceftriaxon of cefuroxim mét ciprofloxacine). Zie voor meer informatie community-acquired pneumonie. Bij een nosocomiale pneumonie wordt de keuze voor een specifiek antibioticum bepaald door de lokale situatie met betrekking tot de aard en de resistentie van de ziekenhuisflora.

Offlabel: Ertapenem is een ‘last line’ i.v. reserve-antibioticum bij de behandeling van een urineweginfectie met systemische symptomen. In een RCT waarin het vergeleken is met ceftriaxon, bleek het niet-inferieur op basis van de klinische en microbiologische effectiviteit, met een vergelijkbaar veiligheidsprofiel. Net als andere reserve-antibiotica kan het effectief zijn bij een gecompliceerde urineweginfectie, maar door neveneffecten zoals selectie van resistente micro-organismen en kolonisatie of infectie met multidrug-resistente micro-organismen, wordt het niet aangeraden als empirische therapie.

Voor ertapenem is voor de overige indicaties geen advies vastgesteld over de plaats in de medicamenteuze behandeling.

Indicaties

Behandeling van de volgende infecties, wanneer parenterale therapie noodzakelijk is, bij volwassenen en kinderen vanaf 3 maanden, wanneer deze infecties veroorzaakt zijn door micro-organismen die (zeer waarschijnlijk) gevoelig zijn voor ertapenem:

  • intra-abdominale infecties;
  • buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie ('community-acquired' pneumonie; CAP);
  • acute gynaecologische infecties;
  • infecties van huid en weke delen van de voet ('diabetische voet').

Preventie van:

  • infectie van de operatieplaats na electieve colorectale operatie.

Gerelateerde informatie

Doseringen

Klap alles open Klap alles dicht

Behandeling van de infecties genoemd in rubriek Indicaties

Volwassenen (incl. ouderen) en kinderen ≥ 13 jaar

I.v.: 1000 mg 1×/dag. Behandelduur: veelal 3–14 dagen, maar deze kan variëren afhankelijk van de soort en de ernst van de infectie en van het/de oorzakelijke pathoge(e)n(en). Bij klinische indicatie kan de patiënt na observatie van een klinische verbetering worden overgezet op een geschikt oraal antibioticum.

Kinderen 3 mnd.–12 jaar

I.v.: 15 mg/kg lichaamsgewicht 2×/dag (max. 1000 mg per dag). Behandelduur: veelal 3–14 dagen, maar deze kan variëren afhankelijk van de soort en de ernst van de infectie en van het/de oorzakelijke pathoge(e)n(en). Bij klinische indicatie kan de patiënt na observatie van een klinische verbetering worden overgezet op een geschikt oraal antibioticum.

Preventie van postoperatieve wondinfecties na electieve colorectale operatieve ingreep

Volwassenen (incl. ouderen)

I.v.: eenmalig 1000 mg, dit moet binnen 1 uur vóór de chirurgische incisie toegediend zijn. Bij een operatieve ingreep langer dan 4 uur kan de concentratie van ertapenem gaandeweg suboptimaal zijn.

Verminderde nierfunctie

  • Volwassenen

    • Bij een creatinineklaring > 30 ml/min/1,73m² is geen dosisaanpassing nodig.
    • Bij een ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring ≤ 30 ml/min/1,73m²) en bij toepassing van hemodialyse zijn de werkzaamheid en veiligheid onvoldoende aangetoond; een dosisaanbeveling wordt door de fabrikant niet gegeven, pas ertapenem daarom bij dergelijke patiënten niet toe. De blootstelling aan ertapenem bij een dergelijke creatinineklaring is toegenomen.
  • Kinderen: Er zijn geen gegevens beschikbaar over toepassing bij kinderen met een verminderde nierfunctie.

Verminderde leverfunctie: Een dosisaanpassing wordt niet aanbevolen, gezien de beperkte mate van metabolisering van ertapenem zal de farmacokinetiek naar verwachting niet beïnvloed worden.

Toediening

  • Het poeder reconstitueren en daarna met fysiologisch zout (NaCl 0,9%-oplossing) verdunnen tot een uiteindelijke concentratie van 20 mg/ml of minder.
  • De infusie gedurende 30 minuten infunderen.

Bijwerkingen

Volwassenen

Vaak (1-10%): hoofdpijn. Diarree, misselijkheid, braken. Huiduitslag, jeuk. Complicaties op de infusieplaats, (trombo)flebitis. Stijging van leverenzymwaarden en alkalische fosfatase. Verhoging aantal bloedplaatjes.

Soms (0,1-1%): hypotensie, bradycardie, pijn op de borst. Dyspneu, pijn in de farynx. Candidiasis van het mondslijmvlies, oesofageale reflux, dyspepsie, droge mond, smaakstoornis, buikpijn, anorexie, enterocolitis, pseudomembraneuze colitis. Duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, verwardheid, convulsies. Pijn op de borst, hypotensie, bradycardie. Erytheem, urticaria. Vaginitis. Schimmelinfectie, aanwezigheid van een gist in de urine. Koorts, vermoeidheid, asthenie, oedeem, zwelling. Verhoging van het serumbilirubine, serumcreatinine, ureum, glucose. Daling of stijging van het aantal witte bloedcellen en/of gesegmenteerde neutrofielen, daling van de hematocriet en van de hemoglobinespiegel, stijging van het aantal eosinofielen, toename van de protrombinetijd en aPTT.

Zelden (0,01-0,1%): allergie. Hypertensie, tachycardie, hartaritmieën, bloeding. Neusverstopping, hoest, bloedneus, piepende ademhaling, rhonchi. Aandoening van de sclera. Dysfagie, fecale incontinentie, peritonitis. Cholecystitis, geelzucht, leveraandoening. Urineweginfectie, (acute) nierinsufficiëntie. Abortus, genitale bloeding. Agitatie, angst, depressie, tremoren, syncope. Spierkramp, schouderpijn. Dermatitis, dermatomycose, schilfering, postoperatieve wondinfectie. Malaise. Verharding op de injectieplaats. Verandering kaliumspiegel, verhoging serum LDH, fosfor en urobilinogeen, verlaging serumbicarbonaat en creatinine. Stijging of daling van het aantal lymfocyten, stijging aantal atypische lymfocyten, aantal bandneutrofielen, monocyten, myelocyten en metamyelocyten.

Verder zijn gemeld: anafylaxie waaronder anafylactoïde reacties. Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), Geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische verschijnselen (DRESS-syndroom). Agressie, delirium, desoriëntatie, hallucinaties, verminderd bewustzijn, dyskinesie, myoclonus, loopstoornis. Verkleuring van tanden.

Kinderen

Vaak (1-10%): diarree. Luierdermatitis. Pijn op de infusieplaats. Stijging van leverenzymwaarden. Daling neutrofielenaantal.

Soms (0,1-1%): hypertensie, opvliegers. Hoofdpijn. Verkleuring van de feces, melena. Huiduitslag, erytheem, petechiën. Brandend gevoel, jeuk of erytheem op de infusieplaats. Daling van de hemoglobineconcentratie. Stijging aantal bloedplaatjes, toename van de protrombinetijd en aPTT.

Verder zijn gemeld: hallucinatie, veranderde geestelijke gesteldheid (zoals agressie).

Interacties

De bloedspiegel van valproïnezuur kan worden verlaagd; vanwege verminderde controle van convulsies wordt combinatie niet aanbevolen.

Zwangerschap

Teratogenese: Bij de mens onvoldoende gegevens. Abortus is als bijwerking gemeld. Bij dieren geen aanwijzingen voor schadelijkheid.

Advies: Alleen op strikte indicatie gebruiken.

Lactatie

Overgang in de moedermelk: Ja. Ertapenem wordt oraal echter nauwelijks geabsorbeerd.

Farmacologisch effect: Systemische negatieve effecten op de zuigeling zijn onwaarschijnlijk. Wel is in theorie een negatief effect op de normale darmflora mogelijk, dit leidt hooguit tot diarree.

Advies: Kan waarschijnlijk veilig worden gebruikt.

Contra-indicaties

  • Overgevoeligheid voor carbapenems;
  • Ernstige overgevoeligheidsreacties (anafylactische reacties, ernstige huiduitslag) voor andere β-lactamantibiotica (zoals penicillinen, cefalosporinen) in de anamnese of voorgeschiedenis.

Waarschuwingen en voorzorgen

Werkzaamheid en ervaring bij specifieke infecties: de ervaring met ertapenem bij de behandeling van ernstige (naar omliggende weefsels uitgebreide) infecties is beperkt. De werkzaamheid bij een buiten het ziekenhuis verkregen pneumonie ('community-acquired' pneumonie; CAP) veroorzaakt door penicilline-resistente Streptococcus pneumoniae is niet vastgesteld. De werkzaamheid van ertapenem bij een diabetische voet met gelijktijdige osteomyelitis is niet vastgesteld. Van de beoordeelbare patiënten in een klinisch onderzoek naar de behandeling van intra-abdominale infecties bij volwassenen had 30% gegeneraliseerde peritonitis en 39% infecties op andere plaatsen dan de appendix, waaronder galblaas, maag, duodenum, dunne en dikke darm. Het aantal beoordeelbare patiënten geïncludeerd met een APACHE-II-score ≥ 15 was beperkt; bij deze patiënten is de werkzaamheid niet vastgesteld.

Er is meer kans op convulsies bij:

  • ouderen;
  • een verminderde nierfunctie;
  • bestaande aandoeningen van het centrale zenuwstelsel zoals hersenlaesies;
  • een voorgeschiedenis van convulsies.

Bij ontstaan van ernstige diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen.

Hemodialysepatiënten: Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij deze patiëntencategorie.

De werkzaamheid en veiligheid bij kinderen < 3 mnd. zijn niet vastgesteld en er is relatief weinig ervaring met ertapenem bij kinderen < 2 jaar.

Overdosering

Symptomen

Bij dagelijkse dosering van 3 g gedurende 8 dagen bij gezonde volwassenen is geen significante toxiciteit gezien. In klinisch onderzoek bij kinderen leidde een eenmalige dosis van 40 mg/kg tot maximaal 2 g niet tot toxiciteit.

Neem voor meer informatie over de symptomen en behandeling van een overdosering van ertapenem contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum.

Eigenschappen

Ertapenem is een bactericide β-lactamantibioticum, behorend tot de carbapenems. Het remt de synthese van de bacteriële celwand door binding aan penicillinebindende eiwitten (PBP's).

Ertapenem is bestand tegen hydrolyse door de meeste klassen β-lactamasen, waaronder penicillinasen, cefalosporinasen en 'extended spectrum' β-lactamasen (ESBL's), maar niet tegen hydrolyse door metallo-β-lactamasen. Resistentie is ook mogelijk als ESBL's of andere krachtige β-lactamasen aanwezig zijn in samenhang met een verminderde permeabiliteit of effluxmechanismen. Resistentie kan ook verworven worden door de vorming van carbapenemhydrolyserende activiteit, hoewel dit zeldzaam is.

Er bestaat kruisresistentie tussen de carbapenems onderling, maar in het algemeen niet met andere β-lactamantibiotica.

Het werkingsspectrum omvat Gram-positieve en Gram-negatieve, aerobe en anaerobe bacteriën.

Gewoonlijk gevoelig zijn:

  • Gram-positief aeroob: meticilline-gevoelige stafylokokken (waaronder Staphylococcus aureus; 'MSSA')*, Streptococcus agalactiae*, Streptococcus pneumoniae*# en Streptococcus pyogenes*.
  • Gram-negatief aeroob: Citrobacter freundii, Enterobacter cloacae, Escherichia coli*, Haemophilus influenzae*, Haemophilus parainfluenzae, Klebsiella aerogenes, Klebsiella oxytoca, Klebsiella pneumoniae*, Moraxella catarrhalis*, Morganella morganii, Neisseria gonorrhoeae, Proteus mirabilis*, Proteus vulgaris en Serratia marcescens.
  • Anaeroob: Clostridium spp.* (uitgezonderd C. difficile), Eubacterium spp.*, Fusobacterium spp.*, Peptostreptococcus spp.*, Porphyromonas asaccharolytica* en Prevotella spp*.

*= werkzaamheid in klinisch onderzoek afdoende aangetoond. #= werkzaamheid bij buiten het ziekenhuis opgelopen pneumonie veroorzaakt door een tegen penicilline-resistente Streptococcus pneumoniae is niet vastgesteld.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Bacteroides fragilis en andere species in de B. fragilis-groep.

Inherent resistent zijn:

  • Gram-positief aeroob: Corynebacterium jeikeium, enterokokken waaronder Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium, meticilline-resistente stafylokokken (waaronder MRSA).
  • Gram-negatief aeroob: Acinetobacter spp., Aeromonas spp., Burkholderia cepacia, Pseudomonas aeruginosa en Stenotrophomonas maltophilia.
  • Anaeroob: Lactobacillus spp.
  • Overig: Chlamydia spp., Legionella spp., Mycoplasma spp. en Rickettsia spp.

De tijd dat de plasmaconcentratie van ertapenem boven de minimale remmingsconcentratie (MIC) van het pathogeen uitkomt, correleert het best met de werkzaamheid van ertapenem.

Kinetische gegevens

V d volwassenen: ca. 0,11 l/kg lichaamsgewicht, kinderen: 13–17 jaar ca. 0,16 l/kg, 3 mnd.–12 jaar ca. 0,2 l/kg.
Eiwitbinding 92–95%.
Metabolisering gedeeltelijk, o.a. door hydrolyse van de β-lactamring door dehydropeptidase-1, dit resulteert in een inactieve metaboliet.
Eliminatie ca. 10% met de feces, en 80% met de urine waarvan ca. 38% onveranderd en ca. 37% als open-ring metaboliet. Tijdens een hemodialysesessie wordt ca. 30% van een eenmalige dosis van 1 g toegediend direct voor hemodialyse, uitgescheiden in het dialysaat.
T 1/2el ≥ 13 jaar ca. 4 uur, 3 mnd.–12 jaar ca. 2,5 uur.

Uitleg afkortingen

F biologische beschikbaarheid (fractie van de dosis die in de systemische circulatie verschijnt)
T max tijdsduur tot maximale bloedspiegel na toediening
V d verdelingsvolume (fictief volume waarin een geneesmiddel zich verdeelt over het lichaam)
T 1/2 plasmahalfwaardetijd (tijd die nodig is om een bepaalde plasmaconcentratie te halveren)
T 1/2el plasmahalfwaardetijd in de eliminatiefase, terminale halfwaardetijd

Groepsinformatie

ertapenem hoort bij de groep carbapenems.

Kosten

Kosten laden…

Zie ook

Geneesmiddelgroep

Indicaties

Externe links